Geen foto's o.i.d., maar een columnpje van Johan Derksen over shirts en traditie. Geschreven in 2002.
quote:
Het originele clubshirt is heilig
Echte supporters voelen zich emotioneel verbonden met het shirt van hun club. Beleidsbepalers onderschatten dat regelmatig, omdat zij dat gevoel niet kennen. Bestuursleden zijn binnengehaald vanwege hun netwerk of portefeuille. Zij worden door ijdelheid of ego gedreven en begrijpen niets van clubliefde, laat staan van de emotionele binding met een shirt. Bestuurders laten zich leiden door economische argumenten, met alle gevolgen van dien.
De Ajax supporters weigerden nog langer het officiële clubshirt te kopen toen daar voor het eerst in de historie de Adidas-strepen op stonden. Bij NAC klagen de fans over het grote zwarte vlak op het gele shirt. Dat vlak is alleen aangebracht om de sponsornaam goed te laten uitkomen. De Sparta supporters vinden het sponsorlogo op het traditionele shirt ook veel te groot en Feyenoord liet het witte vlak, als ondergrond voor de sponsornaam, op last van de achterban verwijderen. De PSV-supporters hunkeren naar de oude vertrouwde rood-wit gestreepte shirts, maar de kledingsponsor tovert ieder jaar weer een nieuwe trendy variant uit de hoge hoed.
Als club kun je niet voorzichtig genoeg met het shirt omgaan. De Celtic-aanhang kwam massaal in opstond toen de groen-witte strepen op het tricot onder de armen werden onderbroken. Dat kostte een vermogen, want in Schotland en Engeland komt bijna iedere supporter in het clubshirt naar de wedstrijden. West Ham United heeft in Engeland, evenals Aston Villa, Burnley en Scunthorpe United, als clubkleuren het prachtige claret and sky blue. De West Ham United supporters reageerden dan ook verbijsterd nadat de lichtblauwe mouwen hadden plaatsgemaakt voor een dunne lichtblauwe streep.
Shirts zijn heilig voor supporters. Daar moeten beleidsbepalers en ontwerpers met hun handen afblijven. In 1988 creëerden de ontwerpers van Adidas het lelijkste Oranje-tricot aller tijden. Maar uitgerekend in dat weerzinwekkende gevlamde Oranje-shirt werd Nederland Europees kampioen. Het aloude Go Ahead speelde sinds jaar en dag in rood-gele shirts, totdat Barry Hughes trainer werd in Deventer. Hij plakte het volledig overbodige Eagles aan de clubnaam en na een bezoek aan Anderlecht introduceerde hij plotseling paarse shirts. Zo verloochende BV Veendam een aantal jaren geleden de geel-zwarte clubkleuren door plotseling in blauw-witte tenues te gaan spelen, omdat het de kleuren van de hoofdsponsor waren.
Clubs met stijl respecteren hun clubkleuren en shirts. Real Madrid, Barcelona, AC Milan, Inter, Juventus, Manchester United, Arsenal, Chelsea, Schalke 04, Bayern München, Glasgow Rangers en Benfica zijn daar goede voorbeelden van. In Nederland hebben Ajax, Feyenoord, SC Heerenveen, Sparta, Vitesse en Willem II een reputatie opgebouwd. Ik ergerde me er dan ook aan dat het sympathieke Excelsior de afgelopen jaren in oerlelijke rood-zwart gemêleerde fantasie-shirts liep te voetballen, terwijl de club van oorsprong zo?n karakteristiek tenue heeft: zwart shirt met rode broek en rode kousen. Daarom deed het me goed dat Excelsior in het kader van het jubileumjaar - de club bestaat deze zomer honderd jaar - de originele tenues weer in ere herstelt. Kledingsponsor Kappa heeft het zwarte shirt, met een embleem met de ster van Kralingen, speciaal ontworpen.
Uit Engeland zijn als een soort rage de away shirts overgewaaid. Dat reserve-tenue is vooral in het leven geroepen voor de verkoop aan supporters. Echte fans willen ook dat shirt hebben en het zal u niet verbazen dat de ontwerpers de away shirts jaarlijks veranderen om de verkoop te stimuleren. Als het tenue van de tegenpartij overeenkomt met de uitspelende club, is een reserve tenue gerechtvaardigd. Maar nu krijgen toeschouwers in Groningen, Sittard en Enschede de magische shirts van Ajax, Feyenoord, SC Heerenveen of Sparta niet meer te zien. Ook de supporters van de tegenpartij willen de bezoekende clubs zoveel mogelijk in het originele shirt aanschouwen.
Zelf ben ik al een kleine vijftig jaar NEC supporter. Voorzitter Hans van Delft bracht een indrukwekkend netwerk binnen. Er staat dankzij hem een modern stadion, de club verkeert niet meer in degradatienood, Johan Neeskens is een stabiele trainer, Leen Looyen is de juiste man voor de lange termijn, maar ik mis clubliefde. Voordat hij voorzitter werd, was Hans van Delft nog nooit bij NEC geweest. Hij doet veel goede dingen voor de club, maar hij zit er vooral voor zichzelf, voor zijn meerdere eer en glorie. Ook zijn naaste medewerkers hebben geen emotionele binding met de club. Dat blijkt vooral uit de wijze waarop er met het clubtenue wordt omgesprongen.
Sinds 1930 speelde NEC in rode shirts, met een zwart-groen-zwarte horizontale baan, zwarte broeken en rood-groen-zwart gestreepte kousen. In het kader van het honderdjarig bestaan liet de voorzitter een nieuw shirt ontwerpen. De zoon van technisch directeur Leen Looyen is handig achter de computer en ontwierp twee shirts. De niet door clubliefde geremde bestuursleden en spelers vonden het prachtig, waardoor NEC tegenwoordig in afschuwelijke hansopjes loopt te voetballen. De clubkleuren komen er weliswaar in voor, maar voor de supporters betekenen deze tenues een voortdurende ergernis.
Geheel onverwacht bracht het Bredase bedrijf COPA, gespecialiseerd in originele klassieke voetbalshirts, het authenthieke NEC-tricot op de markt. Het is slechts een schrale troost, maar zolang Hans van Delft de echte supporters minacht door op een patserige wijze een zeventig jaar oude historie te verbreken, draag ik het enige echte NEC-shirt met veel plezier.
Johan Derksen