Interview met Ramon Leeuwin in de VI van gisteren:
quote:
Ramon Leeuwin: ‘Dankzij Van Hanegem complete verdediger’
Hij verliet zes jaar geleden FC Utrecht op zoek naar de grote doorbraak als profvoetballer. Deze zomer keerde Ramon Leeuwin (26) als belangrijke aanwinst terug in de Domstad. De voetballende verdediger moet zijn ploeg vooruit stuwen richting amusement en spektakel. Een monoloog van een positieve allrounder.
‘Thuiskomen? Hou op zeg! Dat vind ik goedkoop scoren’
‘Bij mijn presentatie, een maand geleden, werd ik veelvuldig gewezen op mijn verleden hier. Tussen 2005 en 2008 heb ik drie seizoenen bij FC Utrecht gespeeld. Ik speelde in de A1, de beloften, en mocht op een gegeven moment meetrainen bij het eerste elftal. Drie competitieduels kwam ik in actie, maar het was duidelijk dat ik nog te jong was, en dat ik weinig kans had om direct te slagen in Utrecht. Daarop vertrok ik met opgeheven hoofd. Elders wilde ik doorbreken en natuurlijk is het mooi dat ik nu, zes jaar later, als een versterking wordt binnengehaald. Nu ik weer in Utrecht speel, vragen mensen mij vaak naar hoe het voelt om terug te zijn. Ik ervaar het als positief, maar ga niet doorslaan in populaire kreten. Thuiskomen? Hou op zeg! Dat vind ik goedkoop scoren en dat hoeft niet zo van mij. Zo voelt het ook niet. Natuurlijk, ik heb hier in het verleden drie jaar gespeeld, en ja, ik ken het trainingscomplex, de vrijwilligers en verschillende mensen binnen de club. Maar ik heb hier niet de hele jeugdopleiding doorlopen en kom ook niet uit de stad zelf. Ik ben geboren in Amsterdam en op mijn zesde samen met mijn moeder verhuisd naar Almere. Daar woon ik nu twintig jaar, dus dat is wel mijn stad geworden. Vanaf daar ging ik een paar jaar lang op en neer naar Utrecht. Met een paar jongens uit Almere maakten we dagelijks de oversteek. Aankomen met de trein op Hoog Catharijne, bus 12 richting De Galgenwaard en dan een paar honderd meter lopen richting trainingscomplex Zoudenbalch.
De selectie is ook volledig anders dan in mijn vorige periode. Destijds was het merendeel ervaren, met spelers als Jean-Paul de Jong, Gregoor van Dijk, Alje Schut en Sander Keller. En ook die ene Roemeen, die ik hier heb meegemaakt, is me bijgebleven. Lucian Sanmartean, ja, dat was hem. Echt de allerbeste voetballer die ik ooit om me heen heb gehad. Hij kon alles met een bal, maar dat was ook direct zijn probleem. Als hij de bal niet had, deed hij helemaal niets, en hij was blessuregevoelig. Daardoor heeft hij maar kort hier gespeeld, maar zijn techniek vergeet ik nooit meer. Het waren ervaringen, die zijn blijven hangen, nadat ik was vertrokken bij de club.
Wat volgde, was een omweg door het hele land heen. Twee jaar AGOVV Apeldoorn, drie jaar ADO Den Haag en één seizoen SC Cambuur. Daarin heb ik van alles meegemaakt en op allerlei niveaus ervaring opgedaan. Jupiler League, Eredivisie, Europees voetbal. Toen FC Utrecht concreet werd, was ik direct enthousiast. Ik heb hier voor vier jaar getekend, en verwacht er veel van. Het klopt dat algemeen directeur Wilco van Schaik bij mijn presentatie aangaf dat ik de cultuur van de club ken en weet wat er wordt gevraagd. Dat is wel een voordeel, op dat vlak hoef ik niet te wennen. De cultuur van FC Utrecht zit hem vooral in de bereidheid om alles te geven voor de club. Het hoeft niet allemaal even mooi, je mag als speler zeker ook fouten maken, maar als ze maar negentig minuten zien dat je jezelf helemaal leeg knokt.
Daar moet dit seizoen ook nog eens spektakel en goed voetbal aan worden gekoppeld. Die weg is de club onlangs zeer bewust ingeslagen, en sprak me ook enorm aan. Vorig seizoen heb ik dat met SC Cambuur ook ervaren. Als je jezelf op een positieve voetballende manier laat zien, dwing je veel sympathie af en zorg je voor een mooie sfeer in het stadion. Dat hoeft dan niet eens altijd een overwinning op te leveren. FC Utrecht wil voetballen, vooruit verdedigen, druk zetten, noem maar op. Dat is de moeilijkste manier van voetballen, maar wel het leukste voor de spelers en het publiek, en een enorme mooie uitdaging. We zitten pas in de voorbereiding, maar ik ben positief gestemd.’
Comeback
‘De voorbereiding is pittig, mede door de hitte, maar fysiek gaat het uitstekend. Ik heb helemaal nergens last van en het voelt goed om dat zo hardop uit te kunnen spreken. Helemaal als ik terugdenk aan een paar jaar terug. Knieproblemen. Ik kreeg last, het werd erger, en op een gegeven moment kon ik gewoon niet meer normaal lopen. Onderzoek wees uit dat er kraakbeenschade in mijn knie zat. Het grote nadeel van die blessure is dat je niet weet hoelang je herstel is. Het begon met een paar maanden, toen een half jaar, maar uiteindelijk heb ik een jaar langs de kant gestaan. Het duurde en het duurde maar. De kans is groot dat Ramon Leeuwin nooit meer op niveau kan voetballen. Ik weet nog goed dat dit soort teksten in de media verschenen. Het werd door iedereen overgenomen. Deze onzin werd door één persoon, Paul Beyersbergen, verkondigd, maar ging een heel eigen leven leiden. Hij runde ADO als zakenman op de achtergrond, was commissaris van de club, en vond het nodig om zich zo over mijn herstel uit te laten. Het sloeg helemaal nergens op. Hij heeft nul verstand van voetbal en nul verstand van medische zaken.
Daarom voelde ik destijds ook geen enkele drang om op zijn woorden te reageren. Hij had niet eens navraag gedaan bij de medische staf van ADO, en zelf sprak ik ook nooit met hem. Sindsdien hebben we ook geen woord meer gewisseld. Ik leef niet van rancune of wrok en sportieve revanche vind ik ook zo overdreven klinken. Voor mij was het namelijk al die tijd heel duidelijk. Mijn knie haperde, maar ik zou hoe dan ook terugknokken. Ik heb geen seconde aan opgeven gedacht. Natuurlijk was het soms zwaar als ik weer binnen in het krachthonk moest fietsen, terwijl de rest lekker buiten bezig was, maar dat liet ik niet doorwerken op mijn humeur. Ik ben heel positief ingesteld, benader dingen vaak optimistisch, en die karaktertrek heeft me zeker geholpen tijdens mijn revalidatie.
‘Maurice Steijn vond andere spelers beter. Dat kan, ik vond andere trainers beter. Zo werkt het’
De periode bij ADO ging vervolgens wel als een nachtkaars uit. Eenmaal hersteld, had trainer Maurice Steijn me niet meer nodig. Hij vond andere spelers beter. Dat kan, heb ik ook nooit moeilijk over gedaan, ik vond andere trainers beter. Zo werkt het, en dat is ook niet erg. Voor alle partijen was het iets meer dan een jaar geleden goed dat we van elkaar verlost waren. Deze zomer was er interesse van diverse clubs om een stap hogerop te maken. Vorig jaar was ik blij dat SC Cambuur me een kans in de Eredivisie bood, zo snel kan het dus gaan. Ik kreeg in Friesland de mogelijkheid om te laten zien dat er onterecht twijfels waren.
Daar zal ik die club altijd dankbaar voor zijn en het werd een geweldig seizoen. Zowel met de ploeg, als individueel was het een topjaar. In allerlei individuele klassementen eindigde ik in de top, en ik won zelfs de Zilveren Schoen. Die waardering was mooi om te voelen, en was voor mij het signaal dat ik me op de juiste manier helemaal had teruggevochten. Zelf wist ik dat ik fysiek in orde was, maar dat heb ik nu aan iedereen aangetoond. Ik heb alles gespeeld en nog altijd geen seconde last van mijn knie gehad. Ook niet op slechte velden, ook niet op onverwachte momenten. Dat heeft me veel vertrouwen gegeven. Natuurlijk was ik in het begin angstig, De eerste keer dat ik weer op het veld stond, dat ik een sprint trok, of hard tegen een bal schoot. En het eerste harde duel, daar moet je doorheen. Maar vervolgens is het allemaal snel gegaan en na een sterk jaar lacht het voetballeven me weer toe.’
Dubbelleven
‘Of ik nu door de zogeheten kenners bij de beste spelers van de Eredivisie word beoordeeld, of door een knieblessure geen wedstrijden kan spelen. Het is een groot verschil in mijn leven als voetballer, maar niet als persoon. Voor mij is het altijd heel belangrijk geweest om beide werelden los van elkaar te beleven. Dat was vroeger al zo. Ik ging naar school in Almere, later heb ik het mbo, richting Handel, afgemaakt. Tot mijn zeventiende speelde ik in de jeugd van FC Omniworld. We speelden op een hoog niveau, maar het was voor mijn gevoel nooit zo dat alles op het voetbal was gericht. Het was dichtbij, in mijn eigen stad, waardoor ik doordeweeks nauwelijks reistijd kwijt was. Mijn vriendengroep vormde zich in het leven buiten het voetbal, en dat is altijd zo gebleven. Afgelopen week nog hadden we een barbecue met alle vrienden samen. Lekker ontspannen en gezellig met gasten die ik al mijn hele leven ken. Voor hen ben ik nooit dé voetballer en dat is fijn. In de periode van mijn blessure is er op dat vlak niets veranderd. Ze informeerden hoe het met mij ging, net zoals ik dat andersom deed, maar verder was het allemaal prima. Dan merk je goed het contrast met de voetbalwereld. Daar is toch alles gericht op de status van het moment. Als je speelt en het gaat goed, wil iedereen van alles van je weten. Dat was afgelopen seizoen het geval, maar ik ben niet vergeten hoe het een jaar eerder was, toen ik uit beeld was geraakt.
Almere is altijd mijn woonplaats gebleven en vanaf daar ben ik dagelijks voor het voetbal richting Utrecht,
Apeldoorn, Den Haag en Leeuwarden gereisd. Het zijn afstanden die te overzien zijn, en zorgt ervoor dat ik elke dag op weg naar huis de knop om kan zetten. Ik ben geboren in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam, heb vervolgens een paar jaar in Amsterdam-Oost, tegenover het Oosterpark, gewoond, maar op mijn zesde met mijn moeder naar Almere gegaan. Door haar ben ik opgevoed. Ik had en heb wel contact met mijn vader, maar mijn ouders zijn nooit bij elkaar geweest. Mijn moeder is half Surinaams, mijn vader is volledig Surinaams en woont sinds enkele jaren ook weer in een buitenwijk van Paramaribo. Twee jaar geleden heb ik hem voor de laatste keer bezocht daar. Meer familie woont in Suriname, dus het zal altijd wel trekken om die kant op te gaan tijdens vakanties. Ik ben zonder vader opgegroeid, maar heb nooit het gevoel gehad dat ik iets miste. Ik heb namelijk niet geweten hoe het wel met een vader zou zijn die elke dag en nacht aanwezig was. Ik had contact met mijn vader op een normale manier. Bovendien zorgde mijn moeder ervoor dat ik niets tekortkwam. Ze is tandarts, heeft een eigen praktijk in Almere, en stond altijd voor me klaar. Bij teamgenoten zag ik vaak een fanatieke vader langs de kant, bij mij was dat mijn moeder. Doordat ze veel wedstrijden zag, begon ze steeds meer verstand van voetbal te krijgen. We hadden het er samen ook vaak over. Op weg naar huis hadden we het soms nog lang over bepaalde spelsituaties.’
Allround
‘In mijn jeugd was dat vaak over mijn spel als aanvaller. In die rol ben ik op mijn zeventiende ook bij FC Utrecht terechtgekomen. Ik was een aanvallende middenvelder, die ook in de spits kon spelen. Dat ik nu een complete verdediger ben, die zowel kan aanvallen als verdedigen, heb ik aan Willem van Hanegem te danken. Hij was degene die mij heeft laten debuteren in het betaalde voetbal. Wat een unieke man. Hij had zoveel ervaring en kon het op een simpele, maar goede manier overbrengen. Het zijn herinneringen waar ik nog met regelmaat aan terugdenk. Van Hanegem haalde me ook bij het eerste elftal, en belangrijker nog, hij was degene die me een linie terughaalde. Ik was offensief ingesteld, zo had ik in mijn jeugd bij FC Omniworld altijd gespeeld. Van Hanegem maakte een verdedigende middenvelder van me, en later ben ik nog een linie teruggeschoven. Als centrale verdediger merk ik nog altijd het voordeel van mijn verleden als aanvaller. Ik ben allround ingesteld, schrik niet als ik de bal aan de voet heb en zal ook niet snel een bal blind naar voren peren. Dat was ook iets waar Van Hanegem altijd op hamerde. Hij wilde voetbal in de ploeg brengen, een manier van voetballen die vooral voor de spelers heel leuk was om te spelen. Eigenlijk precies zoals de club komend seizoen zichzelf wil laten zien.
Hij leerde me ook voor het eerst heel bewust over het voetbal nadenken. Ik was jong en speelde vaak maar wat op intuïtie, maar Van Hanegem was zo met het voetballende aspect van de ploeg bezig dat je vanzelf ging meedenken. Dat is zich alleen maar meer gaan ontwikkelen bij mij. Ik kijk veel voetbal op tv, en denk er veel over na. Op alle vlakken denk ik ook wel dat ik over een goede basis beschik. Duelkracht, passing, tactisch, technisch, het lezen van een wedstrijd. Het is niet zo dat ik een zwakke kant heb, maar ik kan me wel op elk gebied nog verder ontwikkelen. Dat is ook iets wat ik voor de komende jaren hier in Utrecht voor ogen heb.
‘Overal waar ik als nieuwe speler binnenkom, gaat het opeens heel goed. Toeval? Ik denk het niet’
Als ik een traditie voortzet, belooft het in ieder geval een heel succesvol jaar te worden. Overal waar ik namelijk als nieuwe speler binnenkom, gaat het opeens heel goed. Met AGOVV haalden we als verrassing de play-offs, bij ADO uit het niets Europees voetbal en met Cambuur werden we ook de sensatie van de competitie met direct lijfsbehoud. Toeval? Ik denk het niet. Elke keuze kan verkeerd uitpakken, maar in mijn geval denk ik wel extra na, voordat ik voor een nieuwe club kies. Bij elke club moet een plan klaarliggen, en dat is nu hier ook het geval. De ambities zijn er, en inmiddels ook wel het verwachtingspatroon. Maar daar moeten we niet voor weglopen. Het kan zeker een heel mooi seizoen worden.