De zoekgeraakte ABP-miljarden een reconstructie:HET ABP DREIGT MET HET KORTEN VANPENSIOENEN. Maar inhet verleden heeft de overheid ¤ 15 tot ¤ 25miljard te weinig in het pensioenfonds gestopt.De deelnemers zelf zijn nooit gehoord.Een 78-jarige Geldgidslezer vroeg in september 2011 hoe het nu zat met dehardnekkige verhalen over de ‘afroming’door de overheid van de vele miljarden van hetABP.
Van hetABP kreeg hij te horen dat dit verhaal onjuist was.Omdathet ABP toeneen overschot had, had de Tweede Kamer in1982 beslotenhad tot een premieverlaging. Critici zouden die tenonrechte ‘gekapitaliseerd’hebben tot een bedrag vanmiljardeneuro’s. De overheid zou volgens hen dit bedrag ’geleend’hebben.Het ABP (voorheen Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds) is met een vermogen van ¤235 miljard hetgrootste Nederlandse pensioenfonds. Hetverzorgt het pensioen voor mensen die werken bij de overheid en in het onderwijs. Maar boven het fonds hangen donkere wolken. Het kampt met een flink tekort, waardoor het mogelijk binnenkort moet gaan korten op de pensioenen. Het ABP geeft de schuld aan de krediet-en eurocrisis.
Maar is dit terecht? In het verleden heeft de overheid ook te weinig pensioenpremies aan het ABPafgedragen.Tot 1996 was het ABP een rijksdienst. Op basis van een speciale ABP-wet garandeerde het Rijk alle ambtenaren een welvaartsvast pensioen. Hun pensioenen werden jaarlijks opgehoogd met hetzelfde percentage waarmee de lonen bij de overheid stegen. Het was niet zo belangrijk of er voldoende premie werd ingelegd. Bij een tekort moest de overheid toch bijspringen.In 1996 wordt het ABP geprivatiseerd. Vanaf dan is het een 'gewoon' pensioenfonds. In de politiek groeit namelijk het besef dat het ABP, net als andere pensioenfondsen, moet vallen onder de Pensioenwet. De verantwoordelijkheid voor de pensioenuitvoering draagt de Rijksoverheid over aan het ABP-bestuur, dat vanaf dan bestaat uit vertegenwoordigers van vakorganisaties en de overheid, maar dan in de rol van werkgever.
Hiermee wordt de pensioenuitvoering (denk aan het innen van premies, het beleggen en het uitkeren van pensioen) gescheiden van de pensioenregeling zelf. In 1996 maakt het Rijk een bedrag van ¤ 88,4 miljard (fl194,9 miljard)over naar het verzelfstandigde ABP.De wettelijke garantie van een welvaartsvast pensioen wordt overboord gegooid en vervangen door een voorwaardelijkrecht op indexering. Er wordt alleen nog geïndexeerd als de situatie het toelaat. Want onvoorwaardelijke indexering maakt bij hoge inflatie de premies te hoog en daarmee het pensioen te duur.PENSIOENROOFMomenteel kampt het ABP met een tekort van vele miljarden en schrijft dat vooral toe aan de gevolgen van de krediet-en eurocrisis. Maar er is twijfel bij de (ex-) deelnemers of het pensioenvermogen van het ABP in 1996 niet te laag is vastgesteld door de overheid en de vakorganisaties. In de jaren 80 kreeg het ABPte maken met een financieringsachterstand
Er was te weinig vermogen ten opzichte van de pensioenver-plichtingen. Volgens Hennie Kemner, oud-voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Organisaties van Gepensioneerden, is dit gekomen door de gewoonte onder de kabinetten-Lubbers om de verschuldigde pensioenpremies niet te betalen. Dat deden zij jaarlijks op basis van een Uitnamewet, waarmee de Tweede Kamer vlot
2012 01 01 Consumenten GeldgidsPensioenDe verdwenenABP-miljoenenen demisverstanden bij de oudere(ABP)-gepensioneerden2akkoord ging. Het terugdringen van de hoge staatsschuld kreeg meer prioriteit
VolgensKemner heeft de overheid op die manier tot 1996 ¤15 miljard onttrokken aan de financiële reserves van het ABP. Met andere woorden: niet ¤ 88,4 miljard, maar¤103,4 miljard had het vermogen moeten zijn bij de verzelfstandiging van hetABP. In dat geval zou het huidige tekort ook veroorzaakt zijn door een te laag startvermogen in 1996.Saillant detail: de onttrekkingen aan de ABP-reserves was ook een belangrijke reden voor de verzelfstandiging van het ABP
De vakorganisaties protesteerden tegen de te lage premieafdrachten en wilden daarom het ABP privatiseren.Als fondsbestuurder konden ze daartegen optreden, was de gedachte. Mogelijk heeft hun meegaande houding eraan bijgedragen dat het nieuwe ABP in 1996 met te weinig vermogen is gestart. Liever akkoord gaan met te weinig vermogen dan nog langer accepteren dat het Rijk alles voor het zeggen heeft over het ambtenarenpensioen.GAPEND GATUit berekeningen van Kemner blijkt ook dat de correcte premie vanaf 1992 18% van de pensioengrondslag moest zijn, oplopend tot 22% in 2010. Maar feitelijk werd er zelfs al in de jaren 80 veel minder premie betaald, soms minder dan 10%.Jean Frijns, oud-directeur Beleggingen van het ABP, bevestigt de becijferingen van Kemner. De overheid had in 1996 niet ¤ 88,4 miljard, maar ¤ 103,4 miljard moeten overdragen aan het verzelfstandigde ABP
Daarnaast kwam er volgens Frijns tot 1996 niet genoeg geld binnen om devut-regeling te financieren, de regeling waarmee werknemers destijds met vervroegd pensioen konden met behoud van salaris en pensioen. De vut werd deels bekostigd uit het benodigde beleggingsrendement voor de pensioenen. Frijns schat dat daarmeein totaaleen bedrag van ¤ 10 miljard is gemoeid. Een onbekend deel van dat bedrag (de vut liep nog door na 1996) kan dus worden opgeteld bij de ¤ 15 miljard aan premieachterstand.CREATIEF BOEKHOUDENOm hettekort boekhoudkundig weg te werken en tegelijkertijd de lage premies voort te kunnen zetten, bedacht de overheid vóór de verzelfstandiging het 'synthese-model'.
De financieringsachterstand wordt daarmee langzaam ingelopen door de premies in vele jaren telaten groeien naar een correct niveau.Er werd dus gehoopt op een zonnige toekomst waar aanloopverliezen als vanzelf zouden wegsmelten. Er werd bijvoorbeeld gerekend met een jaarlijks beleggingsrendement van 4% boven de inflatie, terwijl de inflatie in 2001 tot 4,5% opliep. Toch ging het ABP-bestuur met dit model akkoord, want ook dat ging kennelijk uit van blijvend hoge rendementen waarmee de pensioenen gefinan-cierd konden worden. En de vut telde niet mee. Die zou vanaf 1996 immers bekostigd worden uit een inhouding op het salaris van alle ambtenaren. Verder werden bij de premiecalculaties niet alle toekomstige ontwikkelingen meegenomen, zoals de groei van salarissen en de vergrijzingskosten. Ook werd de premiestijging vooraf beperkt tot 1% per jaar
KRITIEK REKENKAMER
De Algemene Rekenkamer heeft in 1998 onderzoek gedaan naar de privatisering vanhet ABPDie was kritisch over de financiële aspecten hiervan.
Over de keuze voor het synthesemodel oordeelde de Rekenkamer dat 'het financieringssysteem op korte termijn weliswaar het voordeligst was, maar op langere termijn duurder zou uitvallen dan andere alternatieven'. Er was bovendien 'geen afweging van argumenten voor en tegen de keuze van dit systeem gemaakt'. In feite komt heterop neer dat zij vanaf 1996 graag een hogerepensioenpremie had gezien.Over de aanpassingen in het pensioenreglement naar voorwaardelijke indexatie was de Reken-kamer wel positief. Zij ging wel ervan uit dat de overheid vasthoudt aan een welvaartsvaste indexatie van pensioenen, die alleen in extreme situaties wordt losgelaten. Daar is dus vanaf 2009 klaarblijkelijk sprake van.
De huidige toezichthouder, De Nederlandsche Bank (DNB), zou echter niet akkoord zijn gegaan met een achterstand in de pensioenfinanciering en dus ook niet met het synthesemodel. DNB had een kostendekkende pensioenpremie geëist, een premie die voldoende hoog is om de pensioenregeling te kunnen financieren, vermeerderd met een opslag voor financiële tegenvallers en uitvoeringskosten. Ten tijde van de verzelfstandiging van het ABP ontbrak echter een stevige toezichthouder met wettelijke sancties om de overheid tot de orde te roepen.VERSTOPPERTJE
Terugblikkend is het opmerkelijk dat de echte eigenaren van het pensioenvermogen, de deelnemers, in het hele proces geen enkele rol hebben gehad. Ze zijn zelfs niet gehoord! Kemner vond het overigens opmerkelijk dat over een zo belangrijke financiële beslissing als de financiering van het ABP vanaf 1996 zo weinig informatie voorhanden was. Het viel hem op dat slechts een beperkt aantal personen op de hoogte was van het gehele project.
Dat roept wantrouwen op. Ook na een beroep gedaan te hebben op de Wet openbaarheid bestuur (Wob) heeft het hem nog veel moeite gekost de stukken boven water te krijgen.
De Nederlandse Bond van Pensioenbelangen (NBP) bereidt nu een collectieve rechtszaak voor tegen de overheid met de eis dat zij het tekort van het ABP gaat aanvullen.
De overheid heeft na 1996 nooit in de buidel getast om het financieringstekort van ¤ 15 miljard weg te werken.
4 Veel andere pensioenfondsen ontvingen van de werkgevers in die tijd ookte lage premies. Grote bedrijven gebruikten hun pensioenfondsen -net als de overheid als inkomstenbron, maar droegen ook extra bij als hun fonds dat nodig had.Het al te rooskleurige synthesemodel heeft er verder toe geleid dat de overheid ook vanaf 1996 geen kostendekkende premie heeft ingelegd.Ook op grond daarvan zou bijstorten door de overheid aan de orde gesteld kunnen worden.
www.mijnvakbond.nl/.../Geldwijzer%20-%20Zoekgeraakte%20ABP-milj...