De manier waarop je dit formuleert geeft mooi je begripsverwarring weer: machtsverheffen is echt iets anders dan vermenigvuldigen met een bepaalde factor. Als je hebtquote:Op woensdag 10 juli 2013 10:00 schreef wiskundenoob het volgende:
Sorry, had het moeten weten dat je niet zomaar bij alle termen met machten mag vermenigvuldigen.
Ehhh, omdat men dat a priori dient te stellen om de herkomst en afleiding van die merkwaardig product formules inzichtelijk te maken mss? Stel dat a en b idd even groot zouden zijn dan zou je onmiddelijk kunnen stellen:quote:Op donderdag 11 juli 2013 14:27 schreef wiskundenoob het volgende:
Uh, klopt dat eerste plaatje wel? Waarom is a2 groter dan b2? Waarom zijn a en b niet even groot?
Heb het al begrepen.quote:Op donderdag 11 juli 2013 17:01 schreef VanishedEntity het volgende:
[..]
Ehhh, omdat men dat a priori dient te stellen om de herkomst en afleiding van die merkwaardig product formules inzichtelijk te maken mss? Stel dat a en b idd even groot zouden zijn dan zou je onmiddelijk kunnen stellen:
a=b => a+b <=> 2a <=> 2b .
(a+b)2 = a2 + 2ab + b2 .
Maar omdat a=b kan je ook gelijk opschrijven:
a2 + 2*a*a + a2 <=> b2 + 2*b*b + b2 <=> 4a2 <=> 4b2
Op eenzelfde manier is aan te tonen dat (a-b)2 = 0 als a=b geldt.
Hier ook een paper van een masterstudent waarin de formule van Cardano op soortgelijke (maar natuurlijk wat ingewikkeldere wijze) wordt afgeleid.quote:
Ik ken dat stuk wel, maar ik vind het niet zo goed, zowel inhoudelijk als didactisch niet. Het begint al meteen bij de eerste alinea, waar de auteur de lezer vraagt of deze er wel eens over nagedacht heeft hoe de vergelijkingquote:Op zaterdag 13 juli 2013 01:13 schreef randomo het volgende:
[..]
Hier ook een paper van een masterstudent waarin de formule van Cardano op soortgelijke (maar natuurlijk wat ingewikkeldere wijze) wordt afgeleid.
Geef eens wat voorbeelden van stellingen die je denkt te begrijpen maar waarvan je niet zelf een bewijs kunt verzinnen en (correct) op kunt schrijven.quote:Trouwens, ik zoek nog wat opgaven om bewijzen mee te oefenen. Ik heb wel putnam problemen gevonden, maar veel daarvan zijn toch wat te moeilijk voor me. Ik begrijp de te bewijzen stelling wel, maar ik kom eigenlijk nooit uit de bewijzen. Iemand een idee?
wtf dat is een master thesis!quote:Op zaterdag 13 juli 2013 01:13 schreef randomo het volgende:
[..]
Hier ook een paper van een masterstudent waarin de formule van Cardano op soortgelijke (maar natuurlijk wat ingewikkeldere wijze) wordt afgeleid.
Trouwens, ik zoek nog wat opgaven om bewijzen mee te oefenen. Ik heb wel putnam problemen gevonden, maar veel daarvan zijn toch wat te moeilijk voor me. Ik begrijp de te bewijzen stelling wel, maar ik kom eigenlijk nooit uit de bewijzen. Iemand een idee?
Haha inderdaad . Het had ook een matig profielwerkstuk kunnen zijn. Ik hoop dat je hiermee geen wiskunde master kan afronden, maar misschien een education master of zo. Het moet een soort leermethode voor middelbare scholieren voorstellen denk ik.quote:
Zelfs voor een educational master vind ik het nogal erg matig. Er staat nou niet echt hele moeilijke dingen in. Ik denk dat iedere beta master of bachelor student dit kan schrijven.quote:Op zaterdag 13 juli 2013 10:42 schreef thenxero het volgende:
[..]
Haha inderdaad . Het had ook een matig profielwerkstuk kunnen zijn. Ik hoop dat je hiermee geen wiskunde master kan afronden, maar misschien een education master of zo. Het moet een soort leermethode voor middelbare scholieren voorstellen denk ik.
Ja, klopt. Van die master had ik ook al niet zo'n hoge pet op .quote:Op zaterdag 13 juli 2013 10:53 schreef Dale. het volgende:
[..]
Zelfs voor een educational master vind ik het nogal erg matig. Er staat nou niet echt hele moeilijke dingen in. Ik denk dat iedere beta master of bachelor student dit kan schrijven.
Ben ik helemaal met je eens, ik vond het alleen wel mooi om te zien dat de formule ook geometrisch afgeleid kan worden. Bij infi heb ik het geleerd om met een aantal substituties te doen die totaal niet voor de hand liggen, dan vind ik deze manier toch mooier.quote:Op zaterdag 13 juli 2013 05:04 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik ken dat stuk wel, maar ik vind het niet zo goed, zowel inhoudelijk als didactisch niet. Het begint al meteen bij de eerste alinea, waar de auteur de lezer vraagt of deze er wel eens over nagedacht heeft hoe de vergelijking
x3 + 3x2 + 6x + 8 = 0
[...]
O, ik heb er geloof ik nog wel wat liggen, maar dat zijn dus voornamelijk putnam-problemen.quote:Geef eens wat voorbeelden van stellingen die je denkt te begrijpen maar waarvan je niet zelf een bewijs kunt verzinnen en (correct) op kunt schrijven.
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Oh, laat maar. Ik ben net deze site tegengekomen. De makkelijkste daarvan zijn denk ik wel een goede uitdagingEr stond 'project', ik wist niet zeker of dat een thesis was of niet, maar ik vreesde inderdaad al dat het een thesis was... Anyway, het lijkt me ook ontzettend moeilijk om een goede thesis te schrijven, dus als ik dat ooit nog moet gaan doen kom ik misschien ook met zoiets op de proppenquote:
quote:Op zaterdag 13 juli 2013 13:57 schreef randomo het volgende:
[..]
Ben ik helemaal met je eens, ik vond het alleen wel mooi om te zien dat de formule ook geometrisch afgeleid kan worden. Bij infi heb ik het geleerd om met een aantal substituties te doen die totaal niet voor de hand liggen, dan vind ik deze manier toch mooier.
[..]
O, ik heb er geloof ik nog wel wat liggen, maar dat zijn dus voornamelijk putnam-problemen.
Zoals (maar die is volgens mij dan weer achterlijk moeilijk) deze:Bij de UU staat geloof ik 47 ECTS voor je masterthesis. Dan kan je ook wel wat meer dan dat verwachten. Met een dergelijke scriptie ga je het ook echt niet redden, als je even het niveau van wat echte scripties bekijkt: http://studenttheses.libr(...)Sciences&language=nl .SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Oh, laat maar. Ik ben net deze site tegengekomen. De makkelijkste daarvan zijn denk ik wel een goede uitdaging
[..]
Er stond 'project', ik wist niet zeker of dat een thesis was of niet, maar ik vreesde inderdaad al dat het een thesis was... Anyway, het lijkt me ook ontzettend moeilijk om een goede thesis te schrijven, dus als ik dat ooit nog moet gaan doen kom ik misschien ook met zoiets op de proppen
Meestal staat de - staat voor aftrekken, de / voor delen, en a,b voor de coëfficienten van x^2 resp. x, en c de constante term.quote:Op zaterdag 13 juli 2013 14:37 schreef wiskundenoob het volgende:
Kan iemand mij uitleggen wat -b/a en a/c betekent bij een kwadratische vergelijking.
Ja, maar wat reken je dan uit?quote:Op zaterdag 13 juli 2013 14:40 schreef thenxero het volgende:
[..]
Meestal staat de - staat voor aftrekken, de / voor delen, en a,b voor de coëfficienten van x^2 resp. x, en c de constante term.
Dingen afkraken is nogal een kansloze aangelegenheid als je niet eens in staat bent om even op te zoeken waar dat verslag nu daadwerkelijk van is.quote:Op zaterdag 13 juli 2013 10:54 schreef thenxero het volgende:
[..]
Ja, klopt. Van die master had ik ook al niet zo'n hoge pet op .
Ik kraak het niet af, en ik zei al dat je er misschien een education master mee kan afronden. Desondanks ontstijgt het nauwelijks het pws niveau.quote:Op zaterdag 13 juli 2013 17:10 schreef Thormodo het volgende:
[..]
Zoiets afkraken is nogal een kansloze aangelegenheid als je niet eens in staat bent om even op te zoeken waar dat verslag nu daadwerkelijk van is.
Het is namelijk onderdeel van een 10 EC vak :http://www.studiegids.sci(...)ourses/course/29529/
Ik zeg ook niet dat het een briljant verslag is (alleen al het aantal spelfouten...). Misschien had ik beter Dale kunnen quoten. Overigens is het een onderwijsmodule, dus kunt je moeilijk iets op master niveau gaan maken.quote:Op zaterdag 13 juli 2013 17:15 schreef thenxero het volgende:
[..]
Ik kraak het niet af, en ik zei al dat je er misschien een education master mee kan afronden. Desondanks ontstijgt het nauwelijks het pws niveau.
Dat bedoel ik dus . Het hoeft bij zo'n master natuurlijk ook geen technisch hoogstandje te zijn. Maar je mag wel verwachten dat het historisch correct is, met goede bronnen en zonder spelfouten. Bovendien laat de opbouw ook het een en ander te wensen over.quote:Op zaterdag 13 juli 2013 17:22 schreef Thormodo het volgende:
[..]
Ik zeg ook niet dat het een briljant verslag is (alleen al het aantal spelfouten...). Misschien had ik beter Dale kunnen quoten. Overigens is het een onderwijsmodule, dus kunt je moeilijk iets op master niveau gaan maken.
Daarnaast was mijn PWS van hoger niveau; dat ging over Blackjack & Poker i.c.m. kansrekenen .
Alleen c is constant, denk ik.quote:Op zaterdag 13 juli 2013 18:27 schreef Thormodo het volgende:
[..]
En toen?
a, b en c zijn gewoon constanten.
Kun je misschien uitleggen waarom je dat denkt en kun je het volledige plaatje geven? Want hier kan uiteraard niemand wat mee.quote:
Bij een kwadratische vergelijking is c volgens mij een constante en het staat ook in de post van thenxero.quote:Op zaterdag 13 juli 2013 18:33 schreef Thormodo het volgende:
[..]
Kun je misschien uitleggen waarom je dat denkt en kun je het volledige plaatje geven? Want hier kan uiteraard niemand wat mee.
Heb je het nu over de abc-formule of zo? c = -39 is nogal een rare statement, want er komt verder geen c voor in je post.quote:Op zaterdag 13 juli 2013 18:46 schreef wiskundenoob het volgende:
[..]
Bij een kwadratische vergelijking is c volgens mij een constante en het staat ook in de post van thenxero.
Bijv.
x^2 + 10x - 39 = 0
c = -39
Ok, dat valt dan wel weer meequote:Op zaterdag 13 juli 2013 17:10 schreef Thormodo het volgende:
[..]
Dingen afkraken is nogal een kansloze aangelegenheid als je niet eens in staat bent om even op te zoeken waar dat verslag nu daadwerkelijk van is.
Het is namelijk onderdeel van een 10 EC vak :http://www.studiegids.sci(...)ourses/course/29529/
Klinkt interessantquote:Op zaterdag 13 juli 2013 17:22 schreef Thormodo het volgende:
[..]
Ik zeg ook niet dat het een briljant verslag is (alleen al het aantal spelfouten...). Misschien had ik beter Dale kunnen quoten. Overigens is het een onderwijsmodule, dus kunt je moeilijk iets op master niveau gaan maken.
Daarnaast was mijn PWS van hoger niveau; dat ging over Blackjack & Poker i.c.m. kansrekenen .
Kan je dit toelichten met wat concrete voorbeeldjes? Ik twijfel er niet aan dat je gelijk hebt maar het is handig om het wat concreter te maken.quote:Op zaterdag 13 juli 2013 17:24 schreef thenxero het volgende:
[..]
Dat bedoel ik dus . Het hoeft bij zo'n master natuurlijk ook geen technisch hoogstandje te zijn. Maar je mag wel verwachten dat het historisch correct is, met goede bronnen en zonder spelfouten. Bovendien laat de opbouw ook het een en ander te wensen over.
En dat ik niet zo'n hoge pet op heb van die master is (misschien niet geheel terecht) gebaseerd op de lesmethodes die ik tegenkom op middelbare scholen. Ik ga er dan even vanuit dat mensen die lesmethodes schrijven wel een master in education hebben. Toch kom ik aan de lopende band didactisch onverantwoorde sommen tegen. Als die master van hoog niveau is dan zou dat niet moeten kunnen.
Ook heb ik een keer gelezen in een blad (kan me de bron niet meer herinneren), dat het niveau van de education master zwaar onder druk stond.
Wat ik in veel boeken zie is het volgende. Eerst geven ze een "oriënterende som". Het idee is daar dat je gaat nadenken over iets voordat het wordt uitgelegd. In principe is daar nog niks mis mee (alhoewel het niet mijn smaak is, maar dat terzijde). Vervolgens staat er in een "theorie-vakje" (vaak een vrolijk kleurtje met een vrolijk mannetje ernaast) hetgeen wat je hebt uitgevonden in de oriënterende som, maar dan als algemene waarheid.quote:Op zaterdag 13 juli 2013 21:05 schreef Bram_van_Loon het volgende:
[..]
Kan je dit toelichten met wat concrete voorbeeldjes? Ik twijfel er niet aan dat je gelijk hebt maar het is handig om het wat concreter te maken.
Sowieso vind ik heel het stelling-bewijs model een beetje, hoe zal ik het zeggen, ongepast (?) voor wiskunde-onderwijs. Een mooi of kort bewijs is vaak compleet wat anders dan een didactisch verantwoord verhaal, en ik zie liever een verhaal dat ik makkelijk onthoud dan een indrukwekkend bewijs, al is het alleen maar omdat ik na het eerste zelf eerder in staat ben zelf een bewijs te produceren.quote:
Volgens mij mis je compleet het punt van mijn post. Bovendien zijn bewijzen niet gemaakt om indruk te wekken, maar om een zo eenvoudig en precies mogelijke redenering te geven. En het lijkt me sterk dat je makkelijker gegoochel onthoudt, dan een simpel bewijsje wat precies voortbouwt op wat je al weet.quote:Op maandag 15 juli 2013 22:46 schreef randomo het volgende:
[..]
Sowieso vind ik heel het stelling-bewijs model een beetje, hoe zal ik het zeggen, ongepast (?) voor wiskunde-onderwijs. Een mooi of kort bewijs is vaak compleet wat anders dan een didactisch verantwoord verhaal, en ik zie liever een verhaal dat ik makkelijk onthoud dan een indrukwekkend bewijs, al is het alleen maar omdat ik na het eerste zelf eerder in staat ben zelf een bewijs te produceren.
Bewijzen zijn niet bedoeld om indruk te wekken, maar vaak wordt er wel een zo kort mogelijk bewijs gegeven, waar je dan weer niet zoveel van leert. Een groot deel van mijn studieboeken en dictaten bestaat uit stellingen en bewijzen, en volgens mij kan de ruimte in veel gevallen beter gebruikt worden.quote:Op dinsdag 16 juli 2013 11:29 schreef thenxero het volgende:
[..]
Volgens mij mis je compleet het punt van mijn post. Bovendien zijn bewijzen niet gemaakt om indruk te wekken, maar om een zo eenvoudig en precies mogelijke redenering te geven. En het lijkt me sterk dat je makkelijker gegoochel onthoudt, dan een simpel bewijsje wat precies voortbouwt op wat je al weet.
dan kan sneller; moet je alleen wel differentialen gehad hebbenquote:Op zaterdag 13 juli 2013 21:53 schreef thenxero het volgende:
[..]
Wat ik in veel boeken zie is het volgende. Eerst geven ze een "oriënterende som". Het idee is daar dat je gaat nadenken over iets voordat het wordt uitgelegd. In principe is daar nog niks mis mee (alhoewel het niet mijn smaak is, maar dat terzijde). Vervolgens staat er in een "theorie-vakje" (vaak een vrolijk kleurtje met een vrolijk mannetje ernaast) hetgeen wat je hebt uitgevonden in de oriënterende som, maar dan als algemene waarheid.
Ze laten je bijvoorbeeld f(x)=2x primitiveren tot F(x)=x². Dan mag je F(1)-F(0) uitrekenen en krijg je dus 1 als uitkomst. Je moet ook even herkennen dat het gewoon een driehoekje is en de oppervlakte dus 2*1*1/2 = 1 is. Je ziet dus dat in dit geval de primitieves op 1 en 0 van elkaar afgetrokken gelijk is aan de oppervlakte onder de functie op [0,1]. Vervolgens staat eronder in het "theorie-vakje" simpelweg: De oppervlakte onder de grafiek f van a tot b bepaal je door F(b)-F(a) te berekenen.
Ja, dat is waar. Maar het staat er alsof je met één voorbeeld bewezen hebt dat dat zo is. Alsof je dom bent als je dan nog niet snapt waarom dat altijd waar is. Voor scholieren kan dat best leiden tot onzekerheid, want je weet niet meer wanneer je iets niet snapt of wanneer je het simpelweg niet kán snappen, omdat het niet is uitgelegd.
Een ander voorbeeld. Laatst kwam ik een 'bewijs' tegen waarom de afgeleide van ln(x) gelijk is aan 1/x. Dat ging ongeveer zo (uit mijn hoofd):
Stel y=ex, oftewel x=ln(y). Dan
(1)
Dus ook (?!)
Verder hebben we
Dus
Dus
(Hmm, het originele bewijs was nog erger, want daar werden x en y midden in het bewijs omgewisseld. Totaal overbodig en erg verwarrend. Ik moest het ook drie keer lezen. Ik kan echter niet reproduceren waar ze die wisseltruc deden, dus ik laat het maar zo.)
De (?!) stap vond ik nogal dubieus. Het vereist op zijn minst een rechtvaardiging als je claims maakt als
Bovendien, waarom nou niet gewoon op een heldere manier de kettingregel gebruiken? Ik zou het als volgt doen.
Merk op dat eln(x) = x. Beide kanten differentiëren naar x geeft met de kettingregel:
Dus
Klaar. Niet moeilijker maken dan dat het is!
En zo kan ik helaas nog wel even doorgaan. Nou, nog ééntje dan. Gegeven is een functie f(x) = e-x sin(x). Wat is de periode van deze functie? Beschouw nu g(x)=f(x)^2. Wat is de periode van g?
Nou dan is er alweer een probleem. Ten eerste werd periode in dat boek niet gedefinieerd, maar in mijn ogen is de periode het kleinste getal a zodanig dat f(x+a)=f(x), voor alle x in het domein. Dus wat is dan de periode ?
Vaak wordt ln(x) = ∫1x t-1dt geïntroduceerd als deze integraal en dan volgt direct uit de hoofdstelling van de integraalrekening dat d(ln(x))/dx = 1/x. Daarna kan dan exp(x) gedefinieerd worden als de inverse functie van ln(x) en volgt met de kettingregel ook gemakkelijk dat d(exp(x))/dx = exp(x).quote:Op zaterdag 13 juli 2013 21:53 schreef thenxero het volgende:
[..]
Een ander voorbeeld. Laatst kwam ik een 'bewijs' tegen waarom de afgeleide van ln(x) gelijk is aan 1/x. Dat ging ongeveer zo (uit mijn hoofd):
Helemaal mee eens. limh→0 (ah − 1)/h = ln(a) werd ook nergens aangetoond.quote:Op woensdag 17 juli 2013 16:47 schreef Riparius het volgende:
[..]
Vaak wordt ln(x) = ∫1x t-1dt geïntroduceerd als deze integraal en dan volgt direct uit de hoofdstelling van de integraalrekening dat d(ln(x))/dx = 1/x. Daarna kan dan exp(x) gedefinieerd worden als de inverse functie van ln(x) en volgt met de kettingregel ook gemakkelijk dat d(exp(x))/dx = exp(x).
Dit ligt meer voor de hand dan de omgekeerde weg volgen en eerst de afgeleide van ax behandelen (met a > 0), want om aan te tonen dat d(ax)/dx = ln(a)·ax heb je sowieso natuurlijke logarithmen nodig en zou je ook eerst aan moeten tonen dat limh→0 (ah − 1)/h = ln(a).
WolframAlpha snapt dit prima, maar jij voert het kennelijk verkeerd in, kijk maar hoe het wel werkt.quote:
Wat is er dan precies mis met mijn stukje LaTeX (of TeX, hoe die code ook mag heten)?quote:Op woensdag 17 juli 2013 17:08 schreef Riparius het volgende:
[..]
WolframAlpha snapt dit prima, maar jij voert het kennelijk verkeerd in, kijk maar hoe het wel werkt.
1 | 1-4(\int_0^1(\sqrt{1-x^2})dx - 2\int_0^{1/2}(\sqrt{1-x^2})dx) |
Niets, en als ik dat invoer in WolframAlpha werkt het ook, dus kennelijk had je dan eerst iets anders.quote:Op woensdag 17 juli 2013 17:18 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Wat is er dan precies mis met mijn stukje LaTeX (of TeX, hoe die code ook mag heten)?
[ code verwijderd ]
Een 7 man. Ik voel me hard genaaid.quote:Op woensdag 17 juli 2013 18:51 schreef Bram_van_Loon het volgende:
Amoeba, wat voor cijfer heb jij gekregen voor jouw PWS?
Nu snap ik er ook niks meer van. Net kon hij er niet veel van maken.quote:Op woensdag 17 juli 2013 18:47 schreef Riparius het volgende:
[..]
Niets, en als ik dat invoer in WolframAlpha werkt het ook, dus kennelijk had je dan eerst iets anders.
Ik kan me dat voorstellen.quote:
Zo'n havist had last minute 10 uur werk erin gestoken en ontvangt een 9. Ik heb hier tantoe hard voor na zitten denken en krijg een 7. Het leven is een partij oneerlijk.quote:
Je moet maar opzoeken hoeveel geld een theoretische wiskundige verdient voor het aantal uren dat hij van zijn leven erin stopt.quote:Op woensdag 17 juli 2013 19:37 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Zo'n havist had last minute 10 uur werk erin gestoken en ontvangt een 9. Ik heb hier tantoe hard voor na zitten denken en krijg een 7. Het leven is een partij oneerlijk.
Beide kanten vermenigvuldigen met 2x+a.quote:Op donderdag 18 juli 2013 20:03 schreef Rezania het volgende:
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
De opgave is duidelijk, dat je met de discriminant moet werken ook. Maar waar halen ze die derde vergelijking vandaan? Het is namelijk geen herleiding, want als je ze plot krijgt je twee andere grafieken.
Ohh, zo. Bedankt.quote:Op donderdag 18 juli 2013 20:39 schreef thenxero het volgende:
[..]
Beide kanten vermenigvuldigen met 2x+a.
Je zit in de buurt. Als je de "primitieve" differentieert (met kettingregel!) dan zie je dat je niet de originele functie terugkrijgt: je zit er een constante naast.quote:Op donderdag 18 juli 2013 21:09 schreef Rezania het volgende:
Nog een vraagje. (Sorry, het is allemaal een beetje weggezakt de laatste tijd. )
Ik wil een breuk primitiveren;
Dan krijg je sowieso , maar ik heb het idee dat dit nog niet compleet is. Ik heb heel sterk de neiging om te concluderen dat je nog wat met die moet doen, maar wat ook al weer?
Ah ja, differentiëren om de primitieve te controleren, dat is wel handig. Dat ga ik dan even doen, nogmaals bedankt.quote:Op donderdag 18 juli 2013 21:26 schreef thenxero het volgende:
[..]
Je zit in de buurt. Als je de "primitieve" differentieert (met kettingregel!) dan zie je dat je niet de originele functie terugkrijgt: je zit er een constante naast.
Ik ben mijn USB stick met het origineel kwijtgeraaktquote:Op donderdag 18 juli 2013 15:27 schreef Mathemaat het volgende:
[..]
Je moet maar opzoeken hoeveel geld een theoretische wiskundige verdient voor het aantal uren dat hij van zijn leven erin stopt.
Hoe theoretischer een wiskundige is, hoe harder hij genaaid wordt.
Ik wil trouwens best je pws lezen, want nu ben ik wel benieuwd.
Het enige wat je fout deed was die vermenigvuldiging met 2 ervoor zetten. Differentïeren van ln(2x+7) met de kettingregel geeft 1/(2x+7) * [2x+7]' = 1/(2x+7) * 2 = 2/(2x+7)quote:
Ja, dat had ik me ook al bedacht. Het was alleen even weggezakt, maar nu moet de rest wel lukken (qua integreren dan).quote:Op vrijdag 19 juli 2013 06:35 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Het enige wat je fout deed was die vermenigvuldiging met 2 ervoor zetten. Differentïeren van ln(2x+7) met de kettingregel geeft 1/(2x+7) * [2x+7]' = 1/(2x+7) * 2 = 2/(2x+7)
Je kon dit direct zien doordat 2 de afgeleide is van 2x+7. Dat je dat direct herkent, daar willen ze uiteindelijk naartoe.
Bedoel je die bijna laatste gelijkheid?quote:Op vrijdag 19 juli 2013 20:38 schreef Rezania het volgende:
Ik ben weer ergens op vastgelopen, gonio deze keer.
[ afbeelding ]
[ afbeelding ]
Hoe komen zij aan ?
Oh, gewoon herleiden en dan ontbinden in factoren dus? Ik dacht dat het iets met de goniometrieregels had te maken. Bedankt.quote:Op vrijdag 19 juli 2013 20:54 schreef Thormodo het volgende:
[..]
Bedoel je die bijna laatste gelijkheid?
Daar kun je 0,5*cos(x)*(3 + sin(2x)) namelijk uitschrijven (dus zonder de haakjes om 3 + sin(2x)) en dan kun je zien dat er wat weg valt. Vervolgens kun je er weer haakjes omheen bouwen.
Bijna goed , het supremum is de kleinste bovengrens en infimum is de grootste ondergrens.quote:Op zaterdag 20 juli 2013 19:22 schreef De-Haas het volgende:
Even een vraagje over verzamelingenleer. Klopt het dat het supremum niets anders is dan de grootste bovengrens en het infinum de kleinste ondergrens?
Dus bijvoorbeeld, [0,1) heeft geen maximum. (Want stel er is een maximum x. Dan geldt x < x+(1-x)/2 <1, tegenspraak.) Maar het supremum is 1. In dit geval is het infumum en het minimum 0.quote:Op zaterdag 20 juli 2013 19:29 schreef Wolfje het volgende:
[..]
Bijna goed , het supremum is de kleinste bovengrens en infimum is de grootste ondergrens.
Zo voelde ik me ook. Ik heb uiteindelijk een wiskundig getint PWS ingeleverd, maar het werd nagekeken door een biologiedocent, en die hield niet van wiskundequote:
Wolfram Alpha derpt soms, heb ik ook weleens last van gehad. Ik denk dat je browser opnieuw opstarten kan helpen. Ik kan me voorstellen dat ze verschillende servers hebben met verschillende versies software, en dat het daardoor komt.quote:[..]
Nu snap ik er ook niks meer van. Net kon hij er niet veel van maken.
Dan hebben ze het gewoon met flink wat knip- en plakwerk bij elkaar gesprokkeld vanaf internet. Een beetje docent ziet dat meteen, alleen al door de wisselende schrijfstijlen of het inconsequente gebruik van notaties of een gebrekkige opbouw van het geheel, maar waarschijnlijk zijn er ook veel docenten die de kantjes eraf lopen en het wel best vinden, of geen zin hebben zich erin te verdiepen omdat het buiten hun eigenlijke vakgebied ligt, en dan krijg je dit soort 'beoordelingen'.quote:Op zondag 21 juli 2013 00:29 schreef randomo het volgende:
[..]
Gelukkig uiteindelijk nog wel een 8 gekregen, maar ik hoorde van mensen dat ze in één dag een PWS in elkaar geflanst hebben en ook een 8 hadden.
Ik denk het niet, heb er geen last van. WolframAlpha gebruikt inderdaad verschillende servers, maar ik heb nooit verschillen bemerkt. Wel is er het probleem dat de eerste paar karakters die je typt vaak niet doorkomen als je de hoofdpagina van WolframAlpha oproept en direct iets invoert. Als je dan niet oplet wat je precies invoert dan kan het inderdaad gemakkelijk gebeuren dat WolframAlpha de syntaxis niet begrijpt of verkeerd interpreteert.quote:[..]
Wolfram Alpha derpt soms, heb ik ook weleens last van gehad. Ik denk dat je browser opnieuw opstarten kan helpen. Ik kan me voorstellen dat ze verschillende servers hebben met verschillende versies software, en dat het daardoor komt.
Ja dat bedoelde ik, schreef het alleen verkeerd op. Bedankt in ieder geval.quote:Op zaterdag 20 juli 2013 19:29 schreef Wolfje het volgende:
[..]
Bijna goed , het supremum is de kleinste bovengrens en infimum is de grootste ondergrens.
Ja, afhankelijk van of de grenzen ook in de verzameling zitten zit het supremum/infinum dus wel/niet zelf in de verzameling. Bedankt voor de reactie.quote:Op zaterdag 20 juli 2013 20:03 schreef thenxero het volgende:
[..]
Dus bijvoorbeeld, [0,1) heeft geen maximum. (Want stel er is een maximum x. Dan geldt x < x+(1-x)/2 <1, tegenspraak.) Maar het supremum is 1. In dit geval is het infumum en het minimum 0.
Ik heb het maar één keer gehad (maar ik heb wolfram best vaak gebruikt), maar ik weet wel zeker dat ik het toen niet verkeerd heb ingetypt (ik had het toen van een link). Maargoed, voor hetzelfde geld ging er iets anders fout op de server, daar valt verder niet zoveel over te zeggen.quote:Op zondag 21 juli 2013 01:04 schreef Riparius het volgende:
Ik denk het niet, heb er geen last van. WolframAlpha gebruikt inderdaad verschillende servers, maar ik heb nooit verschillen bemerkt. Wel is er het probleem dat de eerste paar karakters die je typt vaak niet doorkomen als je de hoofdpagina van WolframAlpha oproept en direct iets invoert. Als je dan niet oplet wat je precies invoert dan kan het inderdaad gemakkelijk gebeuren dat WolframAlpha de syntaxis niet begrijpt of verkeerd interpreteert.
Boh, site is down. Het zijn nog best leuke problemen, ik heb er van de problemen van 2000 redelijk wat gemaakt, maar ik weet niet hoeveel ik er goed hebquote:Op zaterdag 13 juli 2013 13:57 schreef randomo het volgende:
[...]
Oh, laat maar. Ik ben net deze site tegengekomen. De makkelijkste daarvan zijn denk ik wel een goede uitdaging
Voor mijn PWS op de havo was ik maar 8 uurtjes bezig. Op de vwo was het een ander verhaal.quote:Op zondag 21 juli 2013 00:50 schreef thenxero het volgende:
Mensen die beweren er 1 dag aan gewerkt te hebben zijn van die nerdjes die stiekem al 2 jaar bezig zijn met voorbereiden.
Je hebt het denk ik over het interval (0, pi/2]. Ik weet niet of ze dit pikken. Wat namelijk nog wel een beetje sneaky is, is dat in het punt 0 de afgeleides hetzelfde zijn. Dus misschien is er nog een punt x>0 ("heeeel dicht bij 0") zodat sin(x)=x. Dat mag niet, want je moet strikte ongelijkheid aantonen. Daar zou je dan nog wat voor moeten bedenken... als je het echt netjes wil doen.quote:Op maandag 22 juli 2013 23:49 schreef Amoeba het volgende:
Opgave 4
Laat zien dat voor alle x > 0 geldt dat sin(x) < x.
Hint: sin(x) = sin(x) - sin(0)
sin(x) heeft een maximum van 1 (voor x = 1/2 π)
Dus als ik aan kan tonen dat x > sin(x) voor x (0,1] dan heb ik in feite de opgave aangetoond. Nu wil ik dit aantonen dmv de differentiaalrekening. Als ik kan aantonen dat d(sin(x))/dx op het interval (0,1] nooit groter is dan 1 is dit toch gelukt? Immers, x stijgt constant met een richtingscoëfficient van 1.
dus:
d(sin(x))/dx = cos(x)
cos(x) = 1
x = 0 ^ x = 2π
Zouden ze dit op een tentamen pikken?
Voor welke vak is dit? Je moet overigens aantonen dat de afgeleide op het interval (0,pi/2] strikt kleiner is dan één. Dan is het goed. Je kunt het netjes maken met Riemann integratie of met de limietdefinitie van afgeleiden, de tweede is makkelijker.quote:Op maandag 22 juli 2013 23:49 schreef Amoeba het volgende:
Opgave 4
Laat zien dat voor alle x > 0 geldt dat sin(x) < x.
Hint: sin(x) = sin(x) - sin(0)
sin(x) heeft een maximum van 1 (voor x = 1/2 π)
Dus als ik aan kan tonen dat x > sin(x) voor x (0,1] dan heb ik in feite de opgave aangetoond. Nu wil ik dit aantonen dmv de differentiaalrekening. Als ik kan aantonen dat d(sin(x))/dx op het interval (0,1] nooit groter is dan 1 is dit toch gelukt? Immers, x stijgt constant met een richtingscoëfficient van 1.
dus:
d(sin(x))/dx = cos(x)
cos(x) = 1
x = 0 ^ x = 2π
Zouden ze dit op een tentamen pikken?
Het punt 0 heeft niets van doen met de hele vraag, daar het punt 0 buiten het gevraagde interval valt.quote:Op dinsdag 23 juli 2013 00:14 schreef thenxero het volgende:
[..]
Je hebt het denk ik over het interval (0, pi/2]. Ik weet niet of ze dit pikken. Wat namelijk nog wel een beetje sneaky is, is dat in het punt 0 de afgeleides hetzelfde zijn. Dus misschien is er nog een punt x>0 ("heeeel dicht bij 0") zodat sin(x)=x. Dat mag niet, want je moet strikte ongelijkheid aantonen. Daar zou je dan nog wat voor moeten bedenken... als je het echt netjes wil doen.
y = x neemt constant toe. Als ik aantoon dat sin(x) nooit meer toeneemt op het interval (0,1] dan y = x ben ik toch klaar?quote:Dus misschien is er nog een punt x>0 ("heeeel dicht bij 0") zodat sin(x)=x. Dat mag niet, want je moet strikte ongelijkheid aantonen.
Weet ik veel, calculus ofzo. Ik had ergens een vel met wat vragen gevonden en was uit pure verveling maar begonnen met het oplossen van de vragen.quote:Op dinsdag 23 juli 2013 00:14 schreef Mathemaat het volgende:
[..]
Voor welke vak is dit? Je moet overigens aantonen dat de afgeleide op het interval (0,pi/2] strikt kleiner is dan één. Dan is het goed. Je kunt het netjes maken met Riemann integratie of met de limietdefinitie van afgeleiden, de tweede is makkelijker.
Ik begrijp je wel, maar jij begrijpt mij niet. En het feit dat je er zelf nog je vraagtekens bij zet, suggereert al dat het niet een 100% rigoreus bewijs is. Aangezien calculus vaak niet 100% rigoreus is zal het daar wel voldoen. Bij een analysevak krijg je er geen punten voor.quote:Op dinsdag 23 juli 2013 00:41 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Het punt 0 heeft niets van doen met de hele vraag, daar het punt 0 buiten het gevraagde interval valt.
http://fooplot.com/plot/oqbbqj2gop
Hier kun je zien wat ik bedoel. Ik zeg dat voor iedere x > 1 het evident is dat sin(x) < x, want sin(x) heeft een maximum van 1.
Dus als aan kan tonen dat op het interval (0, 1] geldt dat sin(x) nooit meer toeneemt dan y = x (met rc = 1 ), dan heb ik toch aangetoond dat sin(x) < x voor x (0, 1]? Immers, sin(x) = x voor x = 0 want dan sin(x) = 0.
[..]
y = x neemt constant toe. Als ik aantoon dat sin(x) nooit meer toeneemt op het interval (0,1] dan y = x ben ik toch klaar?
Daarom post ik het ook hier. Verder dan dit kom ik met het vwo niet, althans, niet met het gebruik van de differentiaalrekening.quote:Op dinsdag 23 juli 2013 01:00 schreef thenxero het volgende:
[..]
Ik begrijp je wel, maar jij begrijpt mij niet. En het feit dat je er zelf nog je vraagtekens bij zet, suggereert al dat het niet een 100% rigoreus bewijs is. Aangezien calculus vaak niet 100% rigoreus is zal het daar wel voldoen. Bij een analysevak krijg je er geen punten voor.
Bij de analysevakken krijg je netjes geleerd hoe netjes dingen op moet schrijven. Dat kun je niet even uitleggen.quote:Op dinsdag 23 juli 2013 01:05 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Daarom post ik het ook hier. Verder dan dit kom ik met het vwo niet, althans, niet met het gebruik van de differentiaalrekening.
Zou je me het ontbrekende deel uit kunnen leggen?
Oké.quote:Op dinsdag 23 juli 2013 01:12 schreef Mathemaat het volgende:
[..]
Bij de analysevakken krijg je netjes geleerd hoe netjes dingen op moet schrijven. Dat kun je niet even uitleggen.
Ja, het zag er idd interessant uit. Maar ik heb niet zoveel verstand van profielwerkstukken, dus ik kan er niet zoveel over zeggen .quote:Op dinsdag 23 juli 2013 01:12 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Oké.
Had je nog naar m'n profielwerkstuk gekeken?
Waarschijnlijk is het gezien de hint de bedoeling dat je gebruik maakt van de middelwaardestelling. Deze zegt dat als een functie f: [a,b] → R continu is op [a,b] en differentieerbaar op (a,b), dat er dan een c ∈ (a,b) bestaat zodanig datquote:Op maandag 22 juli 2013 23:49 schreef Amoeba het volgende:
Opgave 4
Laat zien dat voor alle x > 0 geldt dat sin(x) < x.
Hint: sin(x) = sin(x) - sin(0)
sin(x) heeft een maximum van 1 (voor x = 1/2 π)
Dus als ik aan kan tonen dat x > sin(x) voor x (0,1] dan heb ik in feite de opgave aangetoond. Nu wil ik dit aantonen dmv de differentiaalrekening.
Ik heb er iets van geprobeerd te breien zonder de definitie van limieten of Rieman integralen te gebruiken.quote:Op dinsdag 23 juli 2013 01:05 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Daarom post ik het ook hier. Verder dan dit kom ik met het vwo niet, althans, niet met het gebruik van de differentiaalrekening.
Zou je me het ontbrekende deel uit kunnen leggen?
De MAA site is niet down, maar helaas is deze site enkele dagen geleden zo maar zonder aankondiging gereorganiseerd, waardoor de oude URLs niet meer werken. En stom genoeg heeft men niet voorzien in redirects van de oude naar de nieuwe URLs, zodat veel 'oude' interne links nu ook niet meer werken. Hierdoor is het lastig materiaal terug te vinden. Ik kan de Putnam opgaven en uitwerkingen momenteel dan ook niet terugvinden, maar gelukkig hebben we voor dit soort eventualiteiten nog archive.org:quote:Op maandag 22 juli 2013 15:46 schreef randomo het volgende:
[..]
Boh, site is down. Het zijn nog best leuke problemen, ik heb er van de problemen van 2000 redelijk wat gemaakt, maar ik weet niet hoeveel ik er goed heb
Je had beter meteen even de bron van je opgave kunnen geven. Hieruit blijkt inderdaad dat het de bedoeling is dat je gebruik maakt van de middelwaardestelling.quote:Op dinsdag 23 juli 2013 00:44 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Ik had ergens een vel met wat vragen gevonden en was uit pure verveling maar begonnen met het oplossen van de vragen.
http://www.win.tue.nl/~fransm/onderwijs/2DL00/Inhoud.pdf
Nee natuurlijk niet, jou kennende zit ik weer tot middernacht te piekeren hoe ik dit op ga lossen.quote:Op dinsdag 23 juli 2013 02:26 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je had beter meteen even de bron van je opgave kunnen geven. Hieruit blijkt inderdaad dat het de bedoeling is dat je gebruik maakt van de middelwaardestelling.
Als je je verveelt en nog wat uitdagingen zoekt heb ik er nog wel eentje voor je. De afgelopen tijd heb ik vrij vaak gewezen op het belang van het kennen van merkwaardige producten en het beheersen van technieken als ontbinden in factoren en kwadraatafsplitsen in verband met het oplossen van vierkantsvergelijkingen. Deze technieken zijn natuurlijk gesneden koek voor iedereen die een beetje schoolalgebra kent, en de volgende opgaven zouden dan ook een eitje moeten zijn. Of toch niet?
Opgave 1. Ontbind a6 + b6 zo ver mogelijk in veeltermen in a en b met uitsluitend reële coëfficiënten.
Opgave 2. Idem voor a5 + b5.
Deze opgaven zijn oplosbaar met elementaire algebraïsche methoden, maar WolframAlpha en Google zullen je niet helpen (anders zou de aardigheid er snel af zijn) dus laat je kunsten maar eens zien ...
Je bent een held ! Volgens mij hebben ze op de nieuwe/gereorganiseerde site de oude opgaven er (nog?) niet opstaan.quote:Op dinsdag 23 juli 2013 02:00 schreef Riparius het volgende:
[..]
De MAA site is niet down, maar helaas is deze site enkele dagen geleden zo maar zonder aankondiging gereorganiseerd, waardoor de oude URLs niet meer werken. En stom genoeg heeft men niet voorzien in redirects van de oude naar de nieuwe URLs, zodat veel 'oude' interne links nu ook niet meer werken. Hierdoor is het lastig materiaal terug te vinden. Ik kan de Putnam opgaven en uitwerkingen momenteel dan ook niet terugvinden, maar gelukkig hebben we voor dit soort eventualiteiten nog archive.org:
http://web.archive.org/we(...)ms/putnamindex.shtml
Per meter die je band rolt ga je toch gewoon 1 meter vooruit? Dus je snelheid en die van de band moeten gelijk zijn.quote:Op dinsdag 23 juli 2013 13:04 schreef the85mc het volgende:
Ik zat laatst eens na te denken over mijn fiets (mountainbike). Ik zit te denken om andere velgen te kopen, maar ik twijfel hoeveel effect dat heeft. Het voordeel is vooral afhankelijk van de velgsnelheid.
Als je naar 1 punt op de velg kijkt dan zie je dat dat punt een absolute sinus functie maakt.
Maar wat is dan de snelheid, (de afgeleide van normale sinus is cos..) Dus ik vroeg me af of een cosinus ook de.snelheid beschrift van een absolute sinusfunctie. En wat de velgsnelheid is tov van de rijsnelheid.
Ik hoop dat mijn verhaal duidelijk is en dat iemand mij dit toe kan lichten.
Edit, mijn boerenverstand zegt dat het punt bovenaan 2x de rijsnelheid heeft, maar ik kan dit niet theoretisch bewijzen.
De as rolt inderdaad 1 meter vooruit. Masr de velg beschrijft dus een sinus functie. Dan zou je zeggen dat de snelheid tov de lucht (dus niet de weg) niet constant is.quote:Op dinsdag 23 juli 2013 13:12 schreef thenxero het volgende:
[..]
Per meter die je band rolt ga je toch gewoon 1 meter vooruit? Dus je snelheid en die van de band moeten gelijk zijn.
De angularvelocity is overal in je velg hetzelfde.quote:Op dinsdag 23 juli 2013 13:04 schreef the85mc het volgende:
Ik zat laatst eens na te denken over mijn fiets (mountainbike). Ik zit te denken om andere velgen te kopen, maar ik twijfel hoeveel effect dat heeft. Het voordeel is vooral afhankelijk van de velgsnelheid.
Als je naar 1 punt op de velg kijkt dan zie je dat dat punt een absolute sinus functie beschrijft tijdens het rijden
Maar wat is dan de snelheid van dat punt? (de afgeleide/snelheid van normale sinus is cos..) Dus ik vroeg me af of een (absolute) cosinus ook de snelheid beschrift van een absolute sinusfunctie. En wat de velgsnelheid is tov van de rijsnelheid.
Ik hoop dat mijn verhaal duidelijk is en dat iemand mij dit toe kan lichten.
Edit, mijn boerenverstand zegt dat het punt bovenaan 2x de rijsnelheid heeft, maar ik kan dit niet theoretisch bewijzen.
Jawel. Stel dat je een punt markeert op je band en dat de straal 1 (meter) is. Laten we zeggen dat we de rechterkant van de band ter hoogte van de as markeren. Als de band dan naar links gaat rijden, dan volgt de hoogte van het punt op de band (ten opzichte van de as) een sinusgrafiek. De zijwaartse afwijking kan je beschrijven met een cosinus (een afwijking naar rechts kiezen we als positief).quote:Op dinsdag 23 juli 2013 13:15 schreef the85mc het volgende:
[..]
De as rolt inderdaad 1 meter vooruit. Masr de velg beschrijft dus een sinus functie. Dan zou je zeggen dat de snelheid tov de lucht (dus niet de weg) niet constant is.
Oh zo.quote:Op dinsdag 23 juli 2013 13:32 schreef the85mc het volgende:
Ter verduidelijking, het gaat niet om hoeksnelheid, maar snelheid tov de x as.
Wat we eigenlijk nodig hebben is een fiets en een stroboscoop
Hier ga je al de fout in. Een punt op de velg beschrijft tijdens het rijden over een vlakke weg een cycloïde. Als je even de moeite neemt het Wikipedia artikel door te nemen krijg je antwoord op je vragen. Ik begrijp trouwens niet wat je hier nu precies mee wil. Als je uitgaat van de parametervoorstelling die in het artikel wordt gegeven, dan kun je x'(t) en y'(t) berekenen en daarmee dus ook de grootte van de snelheid v(t) = √(((x'(t))2 + (y'(t))2) van een punt op de velg op elk tijdstip t.quote:Op dinsdag 23 juli 2013 13:04 schreef the85mc het volgende:
Ik zat laatst eens na te denken over mijn fiets (mountainbike). Ik zit te denken om andere velgen te kopen, maar ik twijfel hoeveel effect dat heeft. Het voordeel is vooral afhankelijk van de velgsnelheid.
Als je naar 1 punt op de velg kijkt dan zie je dat dat punt een absolute sinus functie beschrijft tijdens het rijden
Maar wat is dan de snelheid van dat punt?
mag je *-1 doen?quote:Op dinsdag 23 juli 2013 02:26 schreef Riparius het volgende:
[..]
Opgave 1. Ontbind a6 + b6 zo ver mogelijk in veeltermen in a en b met uitsluitend reële coëfficiënten.
Opgave 2. Idem voor a5 + b5.
Nee, het is niet de bedoeling de opgave te veranderen in iets anders.quote:
Overigens zijn die parametervoorstellingen niet eens zo moeilijk aan te tonen. Ik heb dat ook ooit moeten doen bij wiskunde D.quote:Op dinsdag 23 juli 2013 14:17 schreef Riparius het volgende:
[..]
Hier ga je al de fout in. Een punt op de velg beschrijft tijdens het rijden over een vlakke weg een cycloïde. Als je even de moeite neemt het Wikipedia artikel door te nemen krijg je antwoord op je vragen. Ik begrijp trouwens niet wat je hier nu precies mee wil. Als je uitgaat van de parametervoorstelling die in het artikel wordt gegeven, dan kun je x'(t) en y'(t) berekenen en daarmee dus ook de grootte van de snelheid v(t) = √(((x'(t))2 + (y'(t))2) van een punt op de velg op elk tijdstip t.
(a*a2)(a*a2)+(b*b2)(b*b2)quote:Op dinsdag 23 juli 2013 14:23 schreef Riparius het volgende:
[..]
Nee, het is niet de bedoeling de opgave te veranderen in iets anders.
Dat is triviaal, en niet de bedoeling. Een uitdrukking als a6 + b6 ontbinden wil zeggen dat je de gegeven uitdrukking herschrijft als een product van een aantal factoren die elk veeltermen zijn in a en b. Elk van deze veeltermen in a en b mag uitsluitend reële coëfficiënten hebben en geen van deze veeltermen mag nog verder zijn te ontbinden.quote:
Opgave 1: (a6 + b6) = (a3 + b3)(a3 - b3) = (a+b)(a2 - ab + b2)(a-b)(a2 + ab + b2)quote:Op dinsdag 23 juli 2013 02:26 schreef Riparius het volgende:
[..]
Opgave 1. Ontbind a6 + b6 zo ver mogelijk in veeltermen in a en b met uitsluitend reële coëfficiënten.
Opgave 2. Idem voor a5 + b5.
huh er staat +quote:Op dinsdag 23 juli 2013 15:27 schreef spacer730 het volgende:
[..]
Opgave 1: (a6 + b6) = (a3 + b3)(a3 - b3) = (a+b)(a2 - ab + b2)(a-b)(a2 + ab + b2)
Bedoel je dit?
Je begrijpt in ieder geval wat de bedoeling is, maar dit is niet goed, want (a3 + b3)(a3 − b3) = a6 − b6.quote:Op dinsdag 23 juli 2013 15:27 schreef spacer730 het volgende:
[..]
Opgave 1: (a6 + b6) = (a3 + b3)(a3 - b3) = (a+b)(a2 - ab + b2)(a-b)(a2 + ab + b2)
Bedoel je dit?
dacht dat ik a6 − b6 moest ontbinden. Ik heb geen idee hoe je a6 + b6 moet ontbinden en de 2e opgave lijkt me nog lastiger aangezien het een oneven macht is. Zou je me misschien op weg kunnen helpen? (wellicht via een DM om de andere niet te spoilen)quote:Op dinsdag 23 juli 2013 15:31 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je begrijpt in ieder geval wat de bedoeling is, maar dit is niet goed, want (a3 + b3)(a3 − b3) = a6 − b6.
Tuurlijk zou ik hints kunnen geven via DM, maar dan heb je een voorsprong t.o.v. anderen die het wellicht ook willen proberen, en dat is niet fair. En met hints geven op het forum is de aardigheid er ook snel af. Ik vind het gewoon leuk om te zien waar mensen allemaal mee aan komen zetten. Misschien bedenkt iemand wel een elegante herleiding die ik zelf nog niet had bedacht. Ik denk inderdaad ook dat de tweede opgave lastiger is.quote:Op dinsdag 23 juli 2013 15:39 schreef spacer730 het volgende:
[..]
dacht dat ik a6 − b6 moest ontbinden. Ik heb geen idee hoe je a6 + b6 moet ontbinden en de 2e opgave lijkt me nog lastiger aangezien het een oneven macht is. Zou je me misschien op weg kunnen helpen? (wellicht via een DM om de andere niet te spoilen)
Dat had ik ook al bedacht. Ik heb uiteraard even op WolframAlpha gespiekt, daar staat natuurlijk het antwoord, maar niet de herleiding. Zodoende moet het hier wel op lijken..quote:Op dinsdag 23 juli 2013 15:31 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je begrijpt in ieder geval wat de bedoeling is, maar dit is niet goed, want (a3 + b3)(a3 − b3) = a6 − b6.
Moet je het als a^6-a^6 uitrekenen, maar dan aan rechterkant telkens aanvullen tot +a^6?quote:Op dinsdag 23 juli 2013 15:31 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je begrijpt in ieder geval wat de bedoeling is, maar dit is niet goed, want (a3 + b3)(a3 − b3) = a6 − b6.
Nee, dat mag niet. Je moet het schrijven als een product. Dus (...)(....) = a^6 + b^6quote:Op dinsdag 23 juli 2013 16:05 schreef wiskundenoob het volgende:
[..]
Moet je het als a^6-a^6 uitrekenen, maar dan aan rechterkant telkens aanvullen tot +a^6?
De truc hier is om je probleem voor een specifiek geval op te lossen en dat algemener te maken.quote:Op dinsdag 23 juli 2013 06:23 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Nee natuurlijk niet, jou kennende zit ik weer tot middernacht te piekeren hoe ik dit op ga lossen.
Ik heb inderdaad gezien dat het onderwerp van de dag tot een paar dagen geleden ontbinden in factoren was, maar toen heb ik er niet veel aandacht aan besteed. Tijd om wat materiaal op te rakelen dus. Ik heb namelijk nog geen idee hoe ik dit aan moet pakken.
(a+b)(a^2 - ab + b^2)(a-b)(a^2 + ab + b^2)+2b^6quote:Op dinsdag 23 juli 2013 16:07 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Nee, dat mag niet. Je moet het schrijven als een product. Dus (...)(....) = a^6 + b^6
Kijk eens hier
Ik denk niet dat dit de goede manier is. Ieder product bevat a, dus wordt het lastig om a te elimineren.quote:Op dinsdag 23 juli 2013 16:48 schreef wiskundenoob het volgende:
[..]
(a+b)(a^2 - ab + b^2)(a-b)(a^2 + ab + b^2)+2b^6
Hoe zet je 2b^6 in haakjes?
Niet echt. Het antwoord dat WolframAlpha geeft voldoet niet aan de opdracht om a6 + b6 zo ver mogelijk te ontbinden in tweetermen in a en b met reële coëfficiënten.quote:Op dinsdag 23 juli 2013 15:55 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Dat had ik ook al bedacht. Ik heb uiteraard even op WolframAlpha gespiekt, daar staat natuurlijk het antwoord, maar niet de herleiding.
is dit een tussenstap?quote:Op dinsdag 23 juli 2013 17:20 schreef Riparius het volgende:
[..]
Niet echt. Het antwoord dat WolframAlpha geeft voldoet niet aan de opdracht om a6 + b6 zo ver mogelijk te ontbinden in tweetermen in a en b met reële coëfficiënten.
Als je iets ontbindt, moet je het in verschillende factoren zetten (in de uitdrukking a * b zijn a en b factoren).quote:
Hier maak je al een tekenfout: − (a3b3) + b6 = − ((a3b3) − b6).quote:Op dinsdag 23 juli 2013 17:42 schreef wiskundenoob het volgende:
[..]
a6 + a3b3 - (a3b3) + b6
(a6 + a3b3) - ((a3b3) + b6)
Dat is uiteraard een correcte observatie. Als we in het merkwaardig productquote:Op dinsdag 23 juli 2013 22:56 schreef randomo het volgende:
Ik kom zover:
(a3 + b3) = (a + b)(a2 + b2 - ab)
Als i.p.v. a en b a2 en b2 gebruikt kan je inderdaad de expressie van Riparius ontbinden (maar ik zie nu dat Amoeba ook al zover was gekomen, met behulp van WolframAlpha).
Dat is ook een goede observatie: a2 − ab + b2 is inderdaad irreducibel over R, en dat kun je gemakkelijk zien door deze veelterm op te vatten als een kwadratisch polynoom in één variabele. Nemen we a als variabele dan is de discriminant −3b2 en dus negatief voor elke reële b ≠ 0, zodat dit polynoom voor b ≠ 0 niet is te schrijven als een product van twee lineaire factoren met reële coëfficiënten. Aangezien het polynoom symmetrisch is in a en b geldt uiteraard mutatis mutandis hetzelfde als we omgekeerd b opvatten als variabele en a als constante. Het feit dat a2 − ab + b2 irreducibel is over R impliceert echter niet dat a4 − a2b2 + b4 ook irreducibel zou zijn over R, en dat is dan ook niet zo.quote:Hoewel de rechterkant nu precies in een kwadratische vorm staat (na de substitutie x=a is dit misschien duidelijker: x2-bx+b2), heeft deze vergelijking geen oplossingen.
Ik ken de merkwaardige producten voor polynomen van de derde graad helemaal niet. Misschien was dat het probleem zodat ik geen idee had waar te beginnen.quote:Op woensdag 24 juli 2013 02:09 schreef Riparius het volgende:
[..]
Dat is uiteraard een correcte observatie. Als we in het merkwaardig product
(a + b)(a2 − ab + b2) = a3 + b3
a2 in de plaats stellen van a en b2 in de plaats van b, dan hebben we
a6 + b6 = (a2 + b2)(a4 − a2b2 + b4)
en dat is wat WolframAlpha ook geeft.
[..]
Dat is ook een goede observatie: a2 − ab + b2 is inderdaad irreducibel over R, en dat kun je gemakkelijk zien door deze veelterm op te vatten als een kwadratisch polynoom in één variabele. Nemen we a als variabele dan is de discriminant −3b2 en dus negatief voor elke reële b ≠ 0, zodat dit polynoom voor b ≠ 0 niet is te schrijven als een product van twee lineaire factoren met reële coëfficiënten. Aangezien het polynoom symmetrisch is in a en b geldt uiteraard mutatis mutandis hetzelfde als we omgekeerd b opvatten als variabele en a als constante. Het feit dat a2 − ab + b2 irreducibel is over R impliceert echter niet dat a4 − a2b2 + b4 ook irreducibel zou zijn over R, en dat is dan ook niet zo.
Ik had de term merkwaardige producten al genoemd bij de opgave, bedoeld als hint, en dan kan het natuurlijk geen kwaad even het Wikipedia artikel hierover door te kijken.quote:Op woensdag 24 juli 2013 06:25 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Ik ken de merkwaardige producten voor polynomen van de derde graad helemaal niet. Misschien was dat het probleem zodat ik geen idee had waar te beginnen.
Nou nee, dit is niet wat ik hierboven zeg. De veelterm a4 − a2b2 + b4 is niet te schrijven als een product van (vier, niet twee) lineaire veeltermen in a en b met reële coëfficiënten. Maar deze veelterm is wél reducibel over R, dus je kunt dit nog verder ontbinden in veeltermen in a en b met reële coëfficiënten. Maar hoe?quote:Maar je meent nu te zeggen dat het mogelijk is om a4 - a2b2 + b4 te schrijven is, zoals jij dat zo mooi weet te zeggen, als een product van twee lineaire factoren met reële coëfficiënten.
Dat lijkt me nog een aardige uitdaging.
Ja, maar dat is een tautologie, lineaire veeltermen zijn per definitie eerstegraads veeltermen. Maar zoals gezegd is a4 − a2b2 + b4 niet te ontbinden in lineaire veeltermen in a en b met reële coëfficiënten, wel op een andere manier.quote:Op woensdag 24 juli 2013 15:21 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Even kijken of ik dit goed begrepen heb.
Als het te schrijven is als 4 lineaire veeltermen in a en b met reële coëfficiënten dan geldt dat iedere factor van ten hoogste graad 1 is?
Krijg je het juiste antwoord als ik dit uitwerk?quote:Op woensdag 24 juli 2013 01:11 schreef Riparius het volgende:
[..]
Hier maak je al een tekenfout: − (a3b3) + b6 = − ((a3b3) − b6).
Het is nu nog een kwestie van het ontbinden van a4 -(ab)2 + b4 in factoren. Zoals Randomo al terecht opmerkte maak jij er een puinhoop met termen van.quote:Op woensdag 24 juli 2013 16:55 schreef wiskundenoob het volgende:
[..]
Krijg je het juiste antwoord als ik dit uitwerkt?
Pfff het zijn gewoon factoren....quote:Op woensdag 24 juli 2013 17:35 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Het is nu nog een kwestie van het ontbinden van a4 -(ab)2 + b4 in factoren. Zoals Randomo al terecht opmerkte maak jij er een puinhoop met termen van.
a is een term, b is een term, (a+b) is hier een factorquote:Op woensdag 24 juli 2013 18:06 schreef wiskundenoob het volgende:
[..]
Is (a+b)(a+b) nou een term of een factor?..
quote:Op woensdag 24 juli 2013 18:06 schreef wiskundenoob het volgende:
[..]
Pfff het zijn gewoon factoren....
Luister nou maar naar wat vader Thenxero zegt.quote:Op woensdag 24 juli 2013 18:15 schreef thenxero het volgende:
[..]
a is een term, b is een term, (a+b) is hier een factor
Ik vermoedde inderdaad al dat a2 - ab + b2 irreducibel is en a4 - a2b2 + b4 niet, maar helaas houdt het daar ook mee op: ik ken geen merkwaardig product dat me kan helpen, maar ik meen me te herinneren dat in het pdf'je uit mijn vorige post zulke producten systematisch uitgewerkt staan (maar dat vind ik zelf een beetje richting spieken gaan, ik wacht nog even af of ik of iemand anders misschien een 'sudden realization' heeft die ons verder kan helpen).quote:Op woensdag 24 juli 2013 02:09 schreef Riparius het volgende:
[...]
Dat is ook een goede observatie: a2 − ab + b2 is inderdaad irreducibel over R, en dat kun je gemakkelijk zien door deze veelterm op te vatten als een kwadratisch polynoom in één variabele. Nemen we a als variabele dan is de discriminant −3b2 en dus negatief voor elke reële b ≠ 0, zodat dit polynoom voor b ≠ 0 niet is te schrijven als een product van twee lineaire factoren met reële coëfficiënten. Aangezien het polynoom symmetrisch is in a en b geldt uiteraard mutatis mutandis hetzelfde als we omgekeerd b opvatten als variabele en a als constante. Het feit dat a2 − ab + b2 irreducibel is over R impliceert echter niet dat a4 − a2b2 + b4 ook irreducibel zou zijn over R, en dat is dan ook niet zo.
Hoe ontbind je dan makkelijk? Ik snap dat x = -y maar zie niet hoe dat helpt...quote:Op woensdag 24 juli 2013 23:16 schreef randomo het volgende:
Ja, ik heb een beetje saaie vakantie tot nu toe, vandaar mijn lange post
Als je x3 + y3 = 0 stelt, kan je al snel zien dat x = -y een oplossing is.Dat betekent dat x + y = 0 impliceert dat x3 + y3 = 0. Oftewel, x + y is een factor van x3 + y3. Op dezelfde wijze kan je snel en makkelijk factoren van bijvoorbeeld x3 - y3 en x4 - y4 vinden. Hoewel het onthouden van merkwaardige producten sneller is, kan voor simpele polynomen ook deze manier gebruiken.
Hehehe, wat een feest van herkenning; alsof ik gevraagd wordt ∫1/(x4+1) dx te integreren ...quote:Op woensdag 24 juli 2013 13:06 schreef Riparius het volgende:
Nou nee, dit is niet wat ik hierboven zeg. De veelterm a4 − a2b2 + b4 is niet te schrijven als een product van (vier, niet twee) lineaire veeltermen in a en b met reële coëfficiënten. Maar deze veelterm is wél reducibel over R, dus je kunt dit nog verder ontbinden in veeltermen in a en b met reële coëfficiënten. Maar hoe?
Als je ziet dat x + y = 0 impliceert dat x3 + y3, weet je dat (x + y) een factor van x3 + y3 is. Veel makkelijker kan ik het niet uitleggen.quote:Op woensdag 24 juli 2013 23:56 schreef wiskundenoob het volgende:
[..]
Hoe ontbind je dan makkelijk? Ik snap dat x = -y maar zie niet hoe dat helpt...
x^3 - x^3 van maken? Of heb je ovetr wat anders..
Mooi dat je het post (met uitleg, hulde!), ik denk niet dat ik er uit was gekomen.quote:
Daarvoor is het nog x+y, maar wat heb je dan opgelost?quote:Op donderdag 25 juli 2013 00:04 schreef randomo het volgende:
[..]
Als je ziet dat x - y = 0 impliceert dat x3 + y3, weet je dat (x - y) een factor van x3 + y3 is. Veel makkelijker kan ik het niet uitleggen.
Je hebt gelijk, ik bedoelde x + y (ik heb het inmiddels gewijzigd). Dan heb je dus een factor van x3 + y3 gevonden.quote:Op donderdag 25 juli 2013 00:10 schreef wiskundenoob het volgende:
[..]
Daarvoor is het nog x+y, maar wat heb je dan opgelost?
Ok ik denk dat ik het snap. x^3-y^3, x = y. 1 vd factor van x^3 -y^3 is (x-y) ?quote:Op donderdag 25 juli 2013 00:14 schreef randomo het volgende:
[..]
Je hebt gelijk, ik bedoelde x + y (ik las x = -y even als x - y = 0, for some reason, de smiley is nu ook weer erg toepasselijk). Dan heb je dus een factor van x3 + y3 gevonden.
Je schrijft het niet erg duidelijk op, maar ik geloof dat je begrijpt wat ik bedoeldequote:Op donderdag 25 juli 2013 00:19 schreef wiskundenoob het volgende:
[..]
Ok ik denk dat ik het snap. x^3-y^3, x = y 1 vd factor van x3 -y3 is (x-y) ?
Die gaat alleen over complexe variabelen, en geeft alleen aan dat zo'n ontbinding bestaat, niet wat deze is (en volgens mij niet eens dat deze uniek is, maar dat weet ik niet helemaal zeker).quote:Op donderdag 25 juli 2013 00:22 schreef Mathemaat het volgende:
Jullie kunnen ook gewoon de hoofdstelling van de algebra gebruiken...
Echt niet? Het is echt verbluffend eenvoudig als je het ziet ...quote:Op woensdag 24 juli 2013 23:08 schreef randomo het volgende:
[..]
Ik vermoedde inderdaad al dat a2 - ab + b2 irreducibel is en a4 - a2b2 + b4 niet, maar helaas houdt het daar ook mee op: ik ken geen merkwaardig product dat me kan helpen,
Ik heb het boek van Carr even doorgenomen (dank trouwens om me hierop te attenderen, ik kende het niet), maar hier staat het voor zover ik zie niet in. Nu ja, indirect wel maar daar zeg ik maar even niets over.quote:maar ik meen me te herinneren dat in het pdf'je uit mijn vorige post zulke producten systematisch uitgewerkt staan (maar dat vind ik zelf een beetje richting spieken gaan, ik wacht nog even af of ik of iemand anders misschien een 'sudden realization' heeft die ons verder kan helpen).
Inderdaad, dat is zeker een bruikbare methode.quote:Overigens, ik bedacht me net iets wat misschien goed (voor je inzicht) is om te realiseren.
Bij het ontbinden van een kwadratische vergelijking zoek je meestal naar nulpunten, en het ontbinden van een expressie als x^3+y^3 kan op soortgelijke wijze.
Als je x3 + y3 = 0 stelt, kan je al snel zien dat x = -y een oplossing is.
Dat betekent dat x + y = 0 impliceert dat x3 + y3 = 0. Oftewel, x + y is een factor van x3 + y3. Op dezelfde wijze kan je snel en makkelijk factoren van bijvoorbeeld x3 - y3 en x4 - y4 vinden. Hoewel het onthouden van merkwaardige producten sneller is, kan voor simpele polynomen ook deze manier gebruiken.
Toch zou je de methode die je zelf aangeeft hier kunnen gebruiken. Ik zou het niet aanraden, maar het kan: je hebt uitsluitend even machten van a en b, dus als je bijvoorbeeld a2 = x substitueert, dan heb je x2 - b2x + b4. De discriminant van deze kwadratische veelterm in x is negatief voor b ≠ 0, zodat je dan twee toegevoegd complexe waarden voor x = a2 vindt die elk weer twee (complexe) waarden voor a uitgedrukt in b opleveren ...quote:Helaas helpt dit niet veel bij het ontbinden van ingewikkeldere expressies zoals a4 - a2b2 + b4. Het enige wat ik nog kan verzinnen is om factoren te proberen en deze proberen er met een staartdeling uit te halen.
De vergelijking k4 − k2 + 1 = 0 heeft inderdaad geen reële oplossingen dus een ontbinding in vier lineaire veeltermen in a en b met reële coëfficiënten is niet mogelijk.quote:Nu kan je wel wat voorwaarden stellen aan de factoren: je weet al dat de factoren niet lineair zijn in a of b, dus factoren van de vorm (a + k * b) hoef je niet te proberen (dit heeft Riparius al verklapt, en verder kan je het inzien omdat a = -k * b geen nulpunten van de vergelijking a4 - a2b2 + b4 geeft: dit kan je controleren door in te vullen, misschien zijn er makkelijkere manieren).
Dit is juist opgemerkt.quote:Dus moeten de factoren een term a2, b2 of ab hebben (en ik kan zelfs niet uitsluiten dat er termen als a2b in voorkomen). De expressie is symmetrisch in a en b, maar je kan hier niet uit concluderen dat elke factor dat ook moet zijn: (a + 5)(b + 5) = ab + 5a + 5b is bijvoorbeeld ook symmetrisch in a en b, maar zijn factoren zijn dat niet.
En ook dit is juist opgemerkt.quote:edit: verder weet je, omdat (zoals Riparius in zijn post hiervoor uitlegt) a2 - ab + b2 irreducibel is, dat a4 - a2b2 + b4 geen factoren van de vorm (a2 - k) heeft (dit zou namelijk impliceren dat a2 - ab + b2 wel reducibel is, namelijk met een factor (a - k)). Door de symmetrie in a en b geldt natuurlijk hetzelfde als we b in plaats van a gebruiken.
Je ziet inderdaad iets over het hoofd.quote:Er blijven helaas nog een heleboel mogelijke vormen over die factoren wèl kunnen hebben. Ik kom er niet uit, en zie dus waarschijnlijk iets over het hoofd (het is ooit door iemand ontbonden, en die zal vast niet blindelings factoren hebben geprobeerd)...
Ok, maar dat geldt wel voor meer dingen, vooral in de wiskunde . Ik kijk morgen nog wel even.quote:Op donderdag 25 juli 2013 00:32 schreef Riparius het volgende:
[..]
Echt niet? Het is echt verbluffend eenvoudig als je het ziet ...
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Er is niets onbegrijpelijks aan, en ik denk dat een beetje HBS'er of gymnasiast hier pakweg een eeuw geleden of zelfs een halve eeuw geleden geen moeite mee zou hebben gehad. Je was zelf al op het idee gekomen om in het merkwaardig productquote:Op donderdag 25 juli 2013 00:06 schreef randomo het volgende:
[..]
(Onbegrijpelijk trouwens, hoe mensen op sommige identiteiten komen...)
quote:Op donderdag 25 juli 2013 01:13 schreef randomo het volgende:
Wow, Riparius, je hebt gelijk: achteraf sla ik mezelf voor mijn kop dat ik het niet zag. Je kan gewoon een soort 'completing the square' gebruiken (ik weet niet helemaal of ik die term correct gebruik, ik dacht dat het de Engelse benoeming is voor technieken als deze):Inderdaad, dat is het. Je was me net voor omdat ik bezig was het allemaal nog eens netjes uit te leggen in de post hierboven (die natuurlijk ook voor de andere meelezers is bedoeld).SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Maar goed, nu nog de vraag hoe je
a5 + b5
zo ver mogelijk ontbindt in veeltermen in a en b met uitsluitend reële coëfficiënten. Dit is lastiger, maar je kunt dezelfde elementaire technieken gebruiken.
Inderdaad.quote:Op donderdag 25 juli 2013 02:02 schreef Amoeba het volgende:
Goed, ook ik lees de Portugese wikipedia eens door.
[ afbeelding ]
Dus:
(a + b)(a4 - a3b + (ab)2 - ab3 + b4) = a5 + b5
Dan rest ons het ontbinden van (a4 - a3b + (ab)2 - ab3 + b4) in factoren..
Ik zal hier maar even iets nuttigs plaatsen..quote:
Ja, want het is de bedoeling te ontbinden in veeltermen in a en b. En we spreken alleen van een veelterm of polynoom in één of meer variabelen als de uitdrukking alleen niet-negatieve gehele machten van de variabele(n) bevat en verder alleen is samengesteld uit constanten met gebruikmaking van uitsluitend (een eindig aantal) optellingen, aftrekkingen en vermenigvuldigingen.quote:Op donderdag 25 juli 2013 02:58 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Ik zal hier maar even iets nuttigs plaatsen..
Je stelt dat gymnasten hier geen moeite mee zouden hebben, halverwege de vorige eeuw. Nu trek ik mij dat natuurlijk heeeel erg aan zijnde (net geen) gymnast, maar toch heb ik één vraag.
1. De machten van a en b in het antwoord, zijn deze in N, of beter gezegd, is het de bedoeling dat deze in N zijn?
Weer wat geleerd. Ik zat de hele tijd te prutsen met ((a-b)(a+b))2, maar dat lijkt niet de juiste weg.quote:Op donderdag 25 juli 2013 03:33 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ja, want het is de bedoeling te ontbinden in veeltermen in a en b. En we spreken alleen van een veelterm of polynoom in één of meer variabelen als de uitdrukking alleen niet-negatieve gehele machten van de variabele(n) bevat en verder alleen is samengesteld uit constanten met gebruikmaking van uitsluitend optelling, aftrekking en vermenigvuldiging.
Ik dacht al dat je iets dergelijks zou zeggenquote:Op donderdag 25 juli 2013 01:19 schreef Riparius het volgende:
[..]
Er is niets onbegrijpelijks aan, en ik denk dat een beetje HBS'er of gymnasiast hier pakweg een eeuw geleden of zelfs een halve eeuw geleden geen moeite mee zou hebben gehad.
[...]
Dit geldt overigens alleen voor oneven nquote:
Wat doe je precies om tot de 2e stap toe te komen?quote:a4 − a2b2 + b4 = (a2 + b2)2 − (√3·ab)2
en dit geeft
a4 − a2b2 + b4 = ((a2 + b2) + √3·ab)((a2 + b2) − √3·ab)
x²-y² = (x+y)(x-y)quote:Op donderdag 25 juli 2013 11:16 schreef wiskundenoob het volgende:
[..]
Wat doe je precies om tot de 2e stap toe te komen?
Je kunt a^6=-b^6 gewoon opschrijven als (a/b)^6=-1 en dit oplossen. Dan kun je a^6+b^6 opschrijven als het product van al zijn complexe nulpunten, dit kan vanwege de hoofdstelling van de algebra. Je kunt sommige van die factoren met elkaar vermenigvuldigen en dan vind je ook de uitdrukking die je zocht.quote:Op donderdag 25 juli 2013 00:26 schreef randomo het volgende:
[..]
Die gaat alleen over complexe variabelen, en geeft alleen aan dat zo'n ontbinding bestaat, niet wat deze is (en volgens mij niet eens dat deze uniek is, maar dat weet ik niet helemaal zeker).
Nu begrijp ik pas wat je bedoelt, en ja, nu je die ontbinding hebt gevonden kan ik moeilijk meer beweren dat je er niks aan hebtquote:Op donderdag 25 juli 2013 13:19 schreef Mathemaat het volgende:
[..]
Je kunt a^6=-b^6 gewoon opschrijven als (a/b)^6=-1 en dit oplossen. Dan kun je a^6+b^6 opschrijven als het product van al zijn complexe nulpunten, dit kan vanwege de hoofdstelling van de algebra. Je kunt sommige van die factoren met elkaar vermenigvuldigen en dan vind je ook de uitdrukking die je zocht.
Zo kun jij bijvoorbeeld vinden dat:
Nice, ik kom bij gebruik maken van de techniek in post #141 uit op ,quote:Op donderdag 25 juli 2013 13:19 schreef Mathemaat het volgende:
[..]
Je kunt a^6=-b^6 gewoon opschrijven als (a/b)^6=-1 en dit oplossen. Dan kun je a^6+b^6 opschrijven als het product van al zijn complexe nulpunten, dit kan vanwege de hoofdstelling van de algebra. Je kunt sommige van die factoren met elkaar vermenigvuldigen en dan vind je ook de uitdrukking die je zocht.
Zo kun jij bijvoorbeeld vinden dat:
Nee, je maakt een tekenfout. De oplossing van Mathemaat klopt wel. Je zou moeten vindenquote:Op donderdag 25 juli 2013 22:18 schreef VanishedEntity het volgende:
[..]
Nice, ik kom bij gebruik maken van de techniek in post #141 uit op ,
wat natuurlijk hetzelfde is.
Dammit... Foiled by sign swapping againquote:Op donderdag 25 juli 2013 23:42 schreef Riparius het volgende:
[..]
Nee, je maakt een tekenfout. De oplossing van Mathemaat klopt wel. Je zou moeten vinden
Die opmerking was natuurlijk niet aan jou persoonlijk gericht. Vroeger werd er op school veel meer aandacht besteed aan het verwerven van goede algebraïsche vaardigheden. Dat kun je goed zien als je oude algebra boekjes bekijkt, bijvoorbeeld op de site van het Nederlands schoolmuseum. Toen was algebra ook een apart schoolvak. Tegenwoordig vindt men die vaardigheden niet meer zo nodig, maar ten onrechte: bij veel vervolgopleidingen heb je het gewoon nodig, en ook als je wat verder wil met wiskunde is het onmisbaar.quote:Op donderdag 25 juli 2013 10:53 schreef randomo het volgende:
[..]
Ik dacht al dat je iets dergelijks zou zeggen
Ik realiseer me dat dit stof is die ik me nooit helemaal eigen heb gemaakt, en dat was ook niet nodig: voor wiskunde heb ik zonder moeite prima cijfers gehaald op de middelbare school. Als ik nu wat minder elementaire wiskunde probeer te doen (bijvoorbeeld die Putnam problemen waar ik laatst al wat over gepost heb) loop ik wel vaak tegen dit soort dingen aan.
Het is veel eenvoudiger dan het er op het eerste gezicht uitziet. Dit is een kleine variatie op de oeroude Babylonische truc (zie hier) om een rechthoek te transformeren tot een L-vorm die bestaat uit een vierkant waaraan in één hoek een kleiner vierkant ontbreekt.quote:Ik doelde overigens niet specifiek de identiteiten op die pagina hoewel
[ afbeelding ]
toch wel een beetje weergeeft wat ik bedoel. Hoewel ik zelf een lichte aversie heb tegen mensen die bij elke identiteit roepen dat het magie is, heb ik bij sommige identiteiten datzelfde gevoel ook wel een beetje. Ik bedoel maar: ik kan de formule controleren en zo begrijpen dat de formule klopt, maar als ik de opdracht had om een derdemacht te schrijven als het verschil van twee kwadraten, denk ik niet dat ik met die identiteit op de proppen zou kunnen komen.
Inderdaad.quote:[..]
Dit geldt overigens alleen voor oneven n
En ik begrijp niet helemaal hoe je (a/b)^5 = -1 oplost in C Waar ik overigens het gevoel heb dat ik dit wel zou moeten kunnen.quote:Op donderdag 25 juli 2013 13:19 schreef Mathemaat het volgende:
[..]
Je kunt a^6=-b^6 gewoon opschrijven als (a/b)^6=-1 en dit oplossen. Dan kun je a^6+b^6 opschrijven als het product van al zijn complexe nulpunten, dit kan vanwege de hoofdstelling van de algebra. Je kunt sommige van die factoren met elkaar vermenigvuldigen en dan vind je ook de uitdrukking die je zocht.
Zo kun jij bijvoorbeeld vinden dat:
Zoals inmiddels duidelijk is kun je a5 + b5 ontbinden door a/b = z oftewel a = bz te substitueren, zodatquote:Op vrijdag 26 juli 2013 00:25 schreef Amoeba het volgende:
Riparius, nu de oplossing van de opgave bekend is zou ik wel eens willen weten welk merkwaardig product in aanmerking komt om a^4 - a^3b +(ab)^2 - ab^3 + b^4 te ontbinden. Ik heb verleden nacht daar mijn hoofd over gebroken, maar ik zie het niet.
Substitutie van a/b = z oftewel a = bz geeftquote:Op vrijdag 26 juli 2013 00:28 schreef Amoeba het volgende:
[..]
En ik begrijp niet helemaal hoe je (a/b)^5 = -1 oplost in C Waar ik overigens het gevoel heb dat ik dit wel zou moeten kunnen.
quote:Op vrijdag 26 juli 2013 04:12 schreef Riparius het volgende:
[..]De 2 hoofdstukken die ik heb gehad over complexe getallen beschreven inderdaad de formule van de Moive en de formule van Euler, vandaar dat ik die e-machten (met wat moeite) ook had weten te produceren. Daarnaast wat rekenen met complexe getallen i.c.m. de natuurkunde, recursieve formules etc. Ik vind het uitermate storend dat mijn geheugen niet beter in staat is om die technieken wat beter te onthouden dan half.SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Het oplossen van een vierdegraadsvergelijking hebben we echter niet behandeld. Het hoofdstuk bleef beperkt tot het oplossen van een gereduceerde kubische vergelijking, en incidenteel een kubische vergelijking, door middel van een geschikte substitutie. Volgens mij heb je me inderdaad ooit iets uitgelegd over wederkerige vergelijkingen toen we het probleem behandelden van die bol met een doorsnede a waarbij beide stukken die samen een halve bol vormden een gelijke inhoud hebben. Dat is alweer 'n poosje geleden, maar dat was deze post:SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Wat betreft de techniek van het kwadraatafsplitsen, dit lijkt me nou een typisch gevalletje oefening baart kunst. Het ongeoefende oog ziet de juiste aanpak van zo'n probleem nu eenmaal minder snel..Fervent tegenstander van het korps lasergamers.
Jouw dk -tjes zitten niet allemaal in (1,12)quote:Op zaterdag 27 juli 2013 00:50 schreef randomo het volgende:
Even wat heel anders. Ik probeerde deze opgave te maken:
Laat d1 t/m d12 reële getallen in het open interval (1, 12) zijn. Laat zien dat er verschillende indices i, j, k bestaan zodat di, dj en dk de lengtes van de zijden van een 'acute triangle' (een driehoek waarvan alle hoeken minder dan 90 graden zijn) zijn.
Ik stelde vervolgens de voorwaarden op dat drie gegeven reële getallen de lengtes van de zijden van een 'acute triangle' zijn. Neem c ≥ b ≥ a. Dan is a2 + b2 > c2 een belangrijke voorwaarde, maar er moet ook gelden dat c < a + b, anders is er geen sprake van een driehoek.
Neem nu dk = 1012-k, met 1 ≤ k ≤ 12 Volgens mij bestaat er dan geen driehoek waarvan de zijden gelijk zijn aan een drietal van deze dk's.
De dk's worden dus steeds een factor 10 groter. Het is niet mogelijk een driehoek te tekenen met zijden van lengte a, b en c zodat c > 10b en b > 10a.
In het antwoord wordt de voorwaarde a + b > c helemaal niet genoemd.
Ik heb de vraag hier vandaan en de antwoorden hier.
Begrijp ik iets niet of klopt de vraag niet? Dat zou me nogal verbazen, het is best wel een prestigieuze wedstrijd had ik het idee.
Nee, maar dat is ook niet nodig, want als je c ≥ b ≥ a > 0 hebt en tevens c2 < a2 + b2, dan is ook c2 < (a + b)2 aangezien a2 + b2 < (a + b)2 en dus c < a + b. Handig hè, die merkwaardige producten?quote:Op zaterdag 27 juli 2013 00:50 schreef randomo het volgende:
In het antwoord wordt de voorwaarde a + b > c helemaal niet genoemd.
Ik begrijp de relatie tussen de vraag en het antwoord niet. M.i. bewijst het antwoord iets anders dan er gevraagd wordt.quote:Ik heb de vraag hier vandaan en de antwoorden hier.
Begrijp ik iets niet of klopt de vraag niet? Dat zou me nogal verbazen, het is best wel een prestigieuze wedstrijd had ik het idee.
Er is een i<= 10 zodat ofwelquote:Op zaterdag 27 juli 2013 01:17 schreef Riparius het volgende:
Ik begrijp de relatie tussen de vraag en het antwoord niet. M.i. bewijst het antwoord iets anders dan er gevraagd wordt.
O, god, wat ben ik dom bezig Misschien moet ik eerst maar leren lezen voor ik wiskunde probeer...quote:Op zaterdag 27 juli 2013 01:15 schreef thenxero het volgende:
[..]
Jouw dk -tjes zitten niet allemaal in (1,12)
Je hebt een punt jaquote:Op zaterdag 27 juli 2013 01:17 schreef Riparius het volgende:
[..]
Nee, maar dat is ook niet nodig, want als je c ≥ b ≥ a > 0 hebt en tevens c2 < a2 + b2, dan is ook c2 < (a + b)2 aangezien a2 + b2 < (a + b)2 en dus c < a + b. Handig hè, die merkwaardige producten?
Ah, ik geloof dat ik het nu zie. Het is een bewijs uit het ongerijmde. Als er geen drietal waarden di dj dk op het open interval (1,12) zou zijn die de zijden van een scherpe driehoek vormen, dan moet je hebben di+2² ≥ di² + di+1² voor 1 ≤ i ≤ 10 en dan heb je d12² ≥ 144·d1² en dat is in tegenspraak met 1 < d1 ≤ d12 < 12, QED.quote:Op zaterdag 27 juli 2013 01:25 schreef thenxero het volgende:
[..]
Er is een i<= 10 zodat ofwel
di+2² < di² + di+1²
en je dus een acute triangle hebt, ofwel krijg je tegenspraak met het feit dat alle dk'tjes in (1,12) zitten.
5050/2525 = (502/25)25 = (2500/25)25 = 10025quote:Op zaterdag 27 juli 2013 15:03 schreef wiskundenoob het volgende:
50 50 / 25 25 = 100 25
Hoe kom je aan 100?
Waaraan is 8 8 gelijk?
Derde macht van 4 4
Waarom?
Waaraan is 8^8 gelijk?quote:Op zaterdag 27 juli 2013 15:11 schreef Amoeba het volgende:
[..]
5050/2525 = (502/25)25 = (2500/25)25 = 10025
De rest van je vragen is uiterst wazig.
Je hebt de rekenregels voor machten nodig.
Ofwel (ap)q = apq
En:
ap/bp =(a/b)p
Je zou kunnen gebruiken dat 8 = 23 en 4
Lees je wel wat ik zeg? Ga het eens uitrekenen dan.quote:Op zaterdag 27 juli 2013 15:28 schreef wiskundenoob het volgende:
[..]
Waaraan is 8^8 gelijk?
a. de tweede macht van 4^4
b. de derde macht van 4^4
c. de vierde macht van 4^4
d. de achtste macht van 4^4
e. de zestiende macht van 4^4
Dit kan je dus gewoon invoeren in wolfram alpha of zelfs google. Ik moet zeggen dat mijn vraag gister ook niet van veel inzicht getuigde, maar iets intypen in google bespaart zowel jou als de mensen die reageren op je posts moeite.quote:Op zaterdag 27 juli 2013 15:28 schreef wiskundenoob het volgende:
[..]
Waaraan is 8^8 gelijk?
a. de tweede macht van 4^4
b. de derde macht van 4^4
c. de vierde macht van 4^4
d. de achtste macht van 4^4
e. de zestiende macht van 4^4
Nee dit is geen constructieve kritiek. Wiskundenoob (toepasselijke naam..) moet duidelijk leren hoe hij dit soort problemen aanpakt, en dus inzicht in de wiskunde verkrijgen. Iets simpel invoeren in WolframAlpha of Google lijkt wel heel veel op het gebruiken van de (door Riparius) zo verfoeide grafische rekenmachine. Verder voeg je m.i. wel degelijk wat toe aan het topic, dus zeer welkom.quote:Op zaterdag 27 juli 2013 17:49 schreef randomo het volgende:
[..]
Dit kan je dus gewoon invoeren in wolfram alpha of zelfs google. Ik moet zeggen dat mijn vraag gister ook niet van veel inzicht getuigde, maar iets intypen in google bespaart zowel jou als de mensen die reageren op je posts moeite.
Alleen als de formule luidt y = x, dan maakt het niets uit. Anders wel.quote:Op zaterdag 27 juli 2013 21:10 schreef Rezania het volgende:
Als je een vlakdeel hebt dat wordt ingesloten door een grafiek, de x-as en de y-as, en je wil de inhoud weten als je het om een as wentelt, dan maakt het toch niet uit om welke as je hem wentelt? Of denk ik nou te simpel?
Het probleem is niet dat je te simpel denkt maar dat je er kennelijk helemaal niet over na hebt gedacht. Beschouw het vlakdeel begrensd door de positieve x-as, de positieve y-as, en de rechte lijn met vergelijking y = −2x + 1. Deze lijn snijdt de x-as in het punt (½; 0) en de y-as in het punt (0; 1). Bij wenteling van dit vlakdeel om de x-as krijg je een kegel waarvan de straal r van het grondvlak gelijk is aan 1 en de hoogte h gelijk is aan ½. Maar bij wenteling om de y-as krijg je een kegel met r = ½ en h = 1. De vraag is dan of jij denkt dat deze kegels dezelfde inhoud hebben?quote:Op zaterdag 27 juli 2013 21:10 schreef Rezania het volgende:
Als je een vlakdeel hebt dat wordt ingesloten door een grafiek, de x-as en de y-as, en je wil de inhoud weten als je het om een as wentelt, dan maakt het toch niet uit om welke as je hem wentelt? Of denk ik nou te simpel?
Wat denk je van het vlakdeel begrensd door de positieve x-as, de positieve y-as, en de curve met vergelijking x2 + y2 = 1 ?quote:Op zaterdag 27 juli 2013 21:40 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Alleen als de formule luidt y = x, dan maakt het niets uit. Anders wel.
Kutquote:Op zondag 28 juli 2013 00:26 schreef Riparius het volgende:
[..]
Wat denk je van het vlakdeel begrensd door de positieve x-as, de positieve y-as, en de curve met vergelijking x2 + y2 = 1 ?
Nee, natuurlijk niet, want r² leveren andere waardes op. Je hebt gelijk. Ik denk dat ik al weet waar het fout ging, ik moest een vlakdeel om de y-as wentelen waarbij de 'straal' die delta x geeft gelijk was aan de 'straal' die delta y gaf.quote:Op zondag 28 juli 2013 00:24 schreef Riparius het volgende:
[..]
Het probleem is niet dat je te simpel denkt maar dat je er kennelijk helemaal niet over na hebt gedacht. Beschouw het vlakdeel begrensd door de positieve x-as, de positieve y-as, en de rechte lijn met vergelijking y = −2x + 1. Deze lijn snijdt de x-as in het punt (½; 0) en de y-as in het punt (0; 1). Bij wenteling van dit vlakdeel om de x-as krijg je een kegel waarvan de straal r van het grondvlak gelijk is aan 1 en de hoogte h gelijk is aan ½. Maar bij wenteling om de y-as krijg je een kegel met r = ½ en h = 1. De vraag is dan of jij denkt dat deze kegels dezelfde inhoud hebben?
Nee. Je bedoelt dat de grafiek spiegelsymmetrisch is t.o.v. de lijn y = x. Het hoeft niet eens een grafiek van een functie te zijn, denk bijvoorbeeld aan twee rechte lijnstukken tussen de punten (1; 0) en (1; 1) en tussen de punten (0; 1) en (1; 1).quote:Op zondag 28 juli 2013 00:27 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Kut
Enfin, je snapt wat ik bedoel TS. Enkel bij functies die symmetrisch zijn in y = x. Zeg ik dit juist Riparius?
Ah ja. Ik had al het idee dat 't niet helemaal klopte wat ik zei, maar dat bedoelde ik inderdaad.quote:Op zondag 28 juli 2013 00:33 schreef Riparius het volgende:
[..]
Nee. Je bedoelt dat de grafiek spiegelsymmetrisch is t.o.v. de lijn y = x. Het hoeft niet eens een grafiek van een functie te zijn, denk bijvoorbeeld aan twee rechte lijnstukken tussen de punten (1; 0) en (1;1) en tussen de punten (0; 1) en (1; 1).
Dat klopt, maar dan stelt hij de verkeerde vragen. Het antwoord op zijn vraag is makkelijk met een rekenmachine of iets dergelijks te controleren, maar inzicht in het rekenen met machten zal hij daar niet van krijgen.quote:Op zaterdag 27 juli 2013 18:37 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Nee dit is geen constructieve kritiek. Wiskundenoob (toepasselijke naam..) moet duidelijk leren hoe hij dit soort problemen aanpakt, en dus inzicht in de wiskunde verkrijgen. Iets simpel invoeren in WolframAlpha of Google lijkt wel heel veel op het gebruiken van de (door Riparius) zo verfoeide grafische rekenmachine. Verder voeg je m.i. wel degelijk wat toe aan het topic, dus zeer welkom.
De grafiek hoeft zelfs niet spiegelsymmetrisch t.o.v. y=x te zijn om het wentelen om de x en y-as tot dezelfde inhoud te laten leiden.quote:Op zondag 28 juli 2013 00:33 schreef Riparius het volgende:
[..]
Nee. Je bedoelt dat de grafiek spiegelsymmetrisch is t.o.v. de lijn y = x. Het hoeft niet eens een grafiek van een functie te zijn, denk bijvoorbeeld aan twee rechte lijnstukken tussen de punten (1; 0) en (1; 1) en tussen de punten (0; 1) en (1; 1).
Dat is juist, spiegelsymmetrie van het vlakdeel t.o.v. de lijn y = x is een voldoende maar geen noodzakelijke voorwaarde voor gelijke volumina van de omwentelingslichamen bij wenteling om de x-as resp. de y-as. In jouw voorbeeld ligt echter het zwaartepunt (1½; 1½) van het vlakdeel wel degelijk op de lijn y = x, zodat volgens het tweede theorema van Pappus-Guldin de volumina bij wenteling om de x-as resp. de y-as gelijk moeten zijn. De oppervlakte van je vlakdeel is 6 en het zwaartepunt beschijft bij wenteling om de x-as of de y-as een cirkel met omtrek 3π, zodat het volume in beide gevallen inderdaad 6·3π = 18π bedraagt. De ligging van het zwaartepunt van het vlakdeel op de lijn y = x is zowel een noodzakelijke als een voldoende voorwaarde voor gelijke volumina van de omwentelingslichamen bij wenteling om de x-as resp. de y-as, en aan deze voorwaarde is uiteraard voldaan bij een vlakdeel dat spiegelsymmetrisch is t.o.v. de lijn y = x, aangezien het zwaartepunt op de symmetrie-as ligt.quote:Op zondag 28 juli 2013 14:56 schreef thenxero het volgende:
[..]
De grafiek hoeft zelfs niet spiegelsymmetrisch t.o.v. y=x te zijn om het wentelen om de x en y-as tot dezelfde inhoud te laten leiden.
Beschouw bijvoorbeeld de twee rechthoeken met als hoekpunten
(0,0), (0,1), (3,0), (3,1) en (0,2), (0,3), (3,2), (3,3).
Wentelen om de x-as en y-as geeft beide een inhoud van 18 pi, maar het is niet spiegelsymmetrisch in y=x.
Je ziet toch dat ik het exact aan kan tonen zonder gebruik van een calculator. Dan snap ik even niet waarom dit geen inzicht verschaft in het rekenen met machten.quote:Op zondag 28 juli 2013 11:19 schreef randomo het volgende:
[..]
Dat klopt, maar dan stelt hij de verkeerde vragen. Het antwoord op zijn vraag is makkelijk met een rekenmachine of iets dergelijks te controleren, maar inzicht in het rekenen met machten zal hij daar niet van krijgen.
Didactiek is ook een vak. Uiteraard is je herleiding hierboven correct, maar het is de vraag hoeveel hij hier van opsteekt gezien zijn 'voorkennis' en track record van zijn eerdere posts in dit topic.quote:Op maandag 29 juli 2013 18:39 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Je ziet toch dat ik het exact aan kan tonen zonder gebruik van een calculator. Dan snap ik even niet waarom dit geen inzicht verschaft in het rekenen met machten.
Ik begrijp echt niet waarover je het hebt. Welke eigenschappen e) t/m h) ?quote:Op maandag 29 juli 2013 19:22 schreef Amoeba het volgende:
Je hebt gelijk.
Anders gezegd, ook de vermenigvuldiging is commutatief en associatief, terwijl de eigenschappen e)
tot en met h) impliceren dat C \ {0} ten aanzien van de vermenigvuldiging een commutatieve groep
vormt.
Ik kan C \ {0} niet herleiden naar begrijpbare Nederlandse taal. Verder snap ik wel dat bewerkingen in C associatief en communicatief zijn.
Pagina 60 van dat dictaat van Duistermaat wat je me stuurde.quote:Op maandag 29 juli 2013 19:28 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik begrijp echt niet waarover je het hebt. Welke eigenschappen e) t/m h) ?
Ah zo. De gegeven rekenregels zijn allemaal af te leiden uit de definitie van een complex getal als een geordend paar reële getallen en de daarbij gedefinieerde optelling en vermenigvuldiging van deze geordende paren.quote:Op maandag 29 juli 2013 19:29 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Pagina 60 van dat dictaat van Duistermaat wat je me stuurde.
Voor een eenvoudige inleiding in de lineaire algebra zou je dit dictaat kunnen gebruiken, dan leer je ook iets over matrices, inclusief oefeningen. Maar ik denk dat je dit voor een beetje complexe functietheorie niet nodig hebt, hoewel inzicht in de meetkundige interpretatie van een vermenigvuldiging met een complex getal als een draaistrekking in het complexe vlak wel essentieel is. Je kunt complexe getallen ook formeel introduceren als bepaalde 2 × 2 matrices, zoals in het dictaat is te zien. Maar ook zonder matrices is gemakkelijk in te zien dat een vermenigvuldiging metquote:Op maandag 29 juli 2013 19:50 schreef Amoeba het volgende:
Ja dat kan ik wel volgen. Wederom bedankt.
Ik zal nog wel vaker problemen hebben met notaties die ik nog niet ken. 't Volgende wat problemen op gaat leveren is dat matrices nooit behandeld zijn bij mij op het vwo, iets wat ik persoonlijk als vervelend ervaar.
Heb jij toevallig ergens een schoolboekje waarin op vwo-manier die matrices goed beschreven staan, inclusief de bijbehorende iteratieve oefeningen?
De inleiding klinkt veelbelovend. Dan ga ik me maar in LinAlg A verdiepen en complexe functietheorie. En ga me niet meer aanbieden, ik ga nu eerst hier m'n tanden inzetten.quote:Op maandag 29 juli 2013 20:08 schreef Riparius het volgende:
[..]
Voor een eenvoudige inleiding in de lineaire algebra zou je dit dictaat kunnen gebruiken, dan leer je ook iets over matrices, inclusief oefeningen. Maar ik denk dat je dit voor een beetje complexe functietheorie niet nodig hebt, hoewel inzicht in de meetkundige interpretatie van een vermenigvuldiging met een complex getal als een draaistrekking in het complexe vlak wel essentieel is. Je kunt complexe getallen ook formeel introduceren als bepaalde 2 × 2 matrices, zoals in het dictaat is te zien. Maar ook zonder matrices is gemakkelijk in te zien dat een vermenigvuldiging met
cos φ + i·sin φ
in het complexe vlak beantwoordt aan een rotatie om de oorsprong over een hoek φ.
Welk dictaat van complexe functietheorie lees je? Ik heb daar nooit een vak in gevolgd en daar heb ik af en toe last van .quote:Op dinsdag 30 juli 2013 00:03 schreef Amoeba het volgende:
[..]
De inleiding klinkt veelbelovend. Dan ga ik me maar in LinAlg A verdiepen en complexe functietheorie. En ga me niet meer aanbieden, ik ga nu eerst hier m'n tanden inzetten.
Riparius stuurde mij dit:quote:Op dinsdag 30 juli 2013 00:21 schreef thenxero het volgende:
[..]
Welk dictaat van complexe functietheorie lees je? Ik heb daar nooit een vak in gevolgd en daar heb ik af en toe last van .
quote:Ik zie dat je kennelijk op zoek bent geweest naar een bewijs van de hoofdstelling van de algebra (elk niet constant polynoom in één variable met complexe coëfficiënten heeft tenminste één nulpunt in C) en dat je daarbij uit was gekomen bij de stelling van Liouville waarvan je het bewijs niet begrijpt. Dat is ook niet zo'n wonder als je niets van complexe functietheorie weet: voor het bewijs van de stelling van Liouville heb je de integraalstelling van Cauchy nodig. Voor de allereerste beginselen van de complexe functietheorie zou je eens kunnen beginnen met dit dictaat:
http://www.staff.science.uu.nl/~ban00101/funcr2012/fr_2012.pdf
Hoofdstuk vier geeft wat hoofdzaken van de complexe functietheorie in kort bestek, inclusief een bewijs van de hoofdstelling van de algebra, maar dan ietsje anders.
Riparius
Dat ziet er wel uit als een degelijke basis. Waarom begin je trouwens niet met gewone analyse, of heb je dat al gedaan?quote:
Nope. Momenteel probeer ik verwoed de intro van Money van Pink Floyd te leren op mijn Stratocaster, en dat gaat vrij aardig. Daarnaast probeer ik me te focussen op Lineaire Algebra.quote:Op dinsdag 30 juli 2013 00:39 schreef thenxero het volgende:
[..]
Dat ziet er wel uit als een degelijke basis. Waarom begin je trouwens niet met gewone analyse, of heb je dat al gedaan?
Ok, maar analyse is wel vereiste voorkennis om alles te kunnen snappen. Complexe analyse in Utrecht is dan ook een tweedejaarsvak (en analyse eerstejaars). Dus als je iets met analyse gaat doen, zou ik hiermee beginnen http://www.staff.science.uu.nl/~ban00101/lecnotes/inlan2011.pdf . Daar ben je ook al even zoet mee. Je kan je natuurlijk ook gewoon op lial focussen.quote:Op dinsdag 30 juli 2013 00:42 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Nope. Momenteel probeer ik verwoed de intro van Money van Pink Floyd te leren op mijn Stratocaster, en dat gaat vrij aardig. Daarnaast probeer ik me te focussen op Lineaire Algebra.
Ik denk dat je niet zomaar moet beginnen met hoofdstuk 4 in het dictaat van Duistermaat, want dan mis je teveel voorkennis. Wat dat betreft is het advies van thenxero om te beginnen met het dictaat Inleiding Analyse van Van den Ban heel terecht. Als je al een goede ondergrond in (reële) analyse hebt zou je toch kunnen beginnen met Duistermaat, maar dan wel met hoofdstuk 1. Het dictaat Lineaire Algebra is inderdaad het eenvoudigst om mee te beginnen, maar voor de beide Analyse dictaten heb je eigenlijk maar heel weinig lineaire algebra nodig.quote:Op dinsdag 30 juli 2013 01:56 schreef Amoeba het volgende:
Shit is getting complicated. Ik start even met Lineaire Algebra.
Daar begin ik dan ook maar mee. Ik kan naderhand ook nog altijd overschakelen op analyse, wat ik denk ik leuker ga vinden.quote:Op dinsdag 30 juli 2013 02:29 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik denk dat je niet zomaar moet beginnen met hoofdstuk 4 in het dictaat van Duistermaat, want dan mis je teveel voorkennis. Wat dat betreft is het advies van thenxero om te beginnen met het dictaat Inleiding Analyse van Van den Ban heel terecht. Als je al een goede ondergrond in (reële) analyse hebt zou je toch kunnen beginnen met Duistermaat, maar dan wel met hoofdstuk 1. Het dictaat Lineaire Algebra is inderdaad het eenvoudigst om mee te beginnen, maar voor de beide Analyse dictaten heb je eigenlijk maar heel weinig lineaire algebra nodig.
Ja, hoewel je het dictaat Lineaire Algebra van Beukers vast ook wel interessant gaat vinden. Al na het eerste hoofdstuk begrijp je dan wat meer van vectoren, en dat is wel nodig, want ik heb gemerkt dat je daar niet veel van af weet, terwijl dat toch gewoon VWO stof zou moeten zijn. Dan zul je mijn PDF met het bewijs van de additietheorema's voor cos(α + β) en sin(α + β) of bijvoorbeeld deze afleiding van de formules voor het beeldpunt (x'; y') van (x; y) bij een rotatie om de oorsprong ook wel beter begrijpen.quote:Op dinsdag 30 juli 2013 02:47 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Daar begin ik dan ook maar mee. Ik kan naderhand ook nog altijd overschakelen op analyse, wat ik denk ik leuker ga vinden.
Ja. Heb je nog wel eens naar een vervangende motor gezocht?quote:Voor jou persoonlijk heb ik ook nog wat. Ik ga mijn Thorens inwisselen voor een Marlux MX-66. Ook belt-drive, maar wel een volautomaat. Zoals je ongetwijfeld in je geheugen hebt opgeslagen begon het motortje van mijn Thorens wat op leeftijd te raken.
Prima ding, maar de arm was ietwat aan de zware kant, dus liever geen elementen met een al te hoge compliantie gebruiken.quote:Daarnaast is die Marlux gewoon zuivere kwaliteit.
Nee, de constantheid van het toerental is het probleem niet, de nauwkeurigheid wordt bepaald door de nauwkeurigheid van de lichtnetfrequentie en die nauwkeurigheid is heel hoog. Maar een elektromotor kan nooit absoluut gelijkmatig (met een constante hoeksnelheid) draaien, en dat heeft een nadelige invloed op de geluidskwaliteit. Bij snaaraandrijving zorgt de massa(traagheid) van het draaiplateau voor een gelijkmatigere rotatie. Een tweede voordeel van snaaraandrijving is de veel betere akoustische ontkoppeling van het draaiplateau ten opzichte van de rest van de draaitafel. Bij een direct aangedreven draaitafel heb je al gauw akoustische terugkoppeling bij weergave via luidsprekers in dezelfde ruimte, en ook dat is nadelig voor de geluidskwaliteit.quote:Je hebt nu dus twee soorten draaitafels qua aandrijving, direct en belt-drive. Ik hoor vaak dat de wisselspanning van 50 Hz ervoor zorgt dat een direct een minder constant toerental haalt dan een belt-drive. Zit hier een kern van waarheid in?
Stel je hebt een driehoek met hoekpunten A, B en C. Dan is de a de vector van de oorsprong naar hoekpunt A, b de vector van de oorsprong naar B en c de vector van de oorsprong naar C.quote:Op dinsdag 30 juli 2013 16:11 schreef Amoeba het volgende:
(a+b+c)/3 = b + 2((a+c)/2-b)/3 (Pagina 7 http://www.staff.science.uu.nl/~beuke106/linalg/linalg.pdf)
Dit laat zien dat Z op de zwaartelijn door B en de lijn AC ligt. Wanneer we het rechterdeel van de vergelijking beschouwen, merk ik dan juist op dat de term b hier de steunvector aangeeft, en de term 2((a+c)/2-b)/3 hier de richtingsvector? Ik snap alleen even niet hoe ze aan deze richtingsvector komen.
Gebruik bij voorkeur vet gedrukte kleine letters om vectoren goed te onderscheiden van bijvoorbeeld scalaire grootheden. Je hebtquote:Op dinsdag 30 juli 2013 16:11 schreef Amoeba het volgende:
(a+b+c)/3 = b + 2((a+c)/2-b)/3 (Pagina 7 http://www.staff.science.uu.nl/~beuke106/linalg/linalg.pdf)
Dit laat zien dat Z op de zwaartelijn door B en de lijn AC ligt. Wanneer we het rechterdeel van de vergelijking beschouwen, merk ik dan juist op dat de term b hier de steunvector aangeeft, en de term 2((a+c)/2-b)/3 hier de richtingsvector? Ik snap alleen even niet hoe ze aan deze richtingsvector komen.
Je ziet dat het werken met vectoren an sich voordelen kan hebben boven het werken met vectoren in R2 als geordende paren reële getallen: de formules blijven overzichtelijker en je hebt veel minder rekenwerk.quote:Op dinsdag 30 juli 2013 18:08 schreef Amoeba het volgende:
Ik heb ooit bewezen dmv formules van lijnen opstellen dat die punten op de rechte van Euler liggen, dat was een opgave bij wiskunde D. In dat hoofdstuk kregen we vectoren geïntroduceerd als sets getallen. De begrippen richtings- en steunvector waren mij dan ook niet onbekend.
Dat heb ik wél toegelicht: in elk van de drie vectorvoorstellingen voor de zwaartelijnen za, zb en zc levert de waarde λ = ⅔ de vector ⅓(a + b + c) zodat het eindpunt van deze vector dus op alle drie de zwaartelijnen ligt.quote:Dan rest mij alleen de vraag, niemand licht dat nader toe, waarom = 2/3 het zwaartepunt geeft..
Nee.quote:Op woensdag 31 juli 2013 21:00 schreef DefinitionX het volgende:
Mag je uberhaupt die 5 in het begin naar 0 stellen? Ik weet dat als je F(x) = ax + b differentiert je b=0 mag stellen, maar het gaat om hier vermenigvuldigen.
Nee, dit is niet goed, en ik zie ook niet hoe je hierbij komt. Dat mag je me eens haarfijn uitleggen, want ik ben altijd geïnteresseerd in dat soort kromme gedachten.quote:Op woensdag 31 juli 2013 21:00 schreef DefinitionX het volgende:
Kan iemand vertellen of ik hier de afgeleide goed bereken?
F(x)= 5 * 3e machtswortel 5x
F'(x)=1/(3* 3e machtswortel x kwadraat)
Dit geeft al aan dat je totaal niet begrijpt wat differentiëren inhoudt. Er is geen sprake van dat je iets zomaar gelijk aan nul mag stellen. Ook constanten niet. De afgeleide van een constante is weliswaar nul, maar dat betekent helemaal niet dat je die constante door nul vervangt.quote:Mag je uberhaupt die 5 in het begin naar 0 stellen? Ik weet dat als je F(x) = ax + b differentieert je b=0 mag stellen, maar het gaat om hier vermenigvuldigen.
Nee.quote:Edit:
Volgens mij moet het zijn:
F'(x)=5/3 3e machtswortel 5x
Ik snap niet echt wat je hier doet, het zou handiger zijn als jequote:Op woensdag 31 juli 2013 21:49 schreef DefinitionX het volgende:
Super bedankt Viezze!
Ik krijg nu als eindantwoord: 25 gedeeld door 3 * 3e machtswortel x kwadraat.
Want
h'x=5*1/3 x^-2/3
=5/3 * x^-2/3
= 5/3 * 1/3emachtswortel x kwadraat
= 5/(3 * 3e machtswortel x kwadraat)
* g(x) = 25 gedeeld door (3 * 3e machtswortel x kwadraat)
Is dit correct?
dit advies opvolgtquote:Op woensdag 31 juli 2013 21:50 schreef Riparius het volgende:
Gebruik trouwens superscript voor exponenten en worteltekens, dit is wel erg moeizaam leesbaar en werkt mede daardoor fouten en onbegrip in de hand.
Hoe ik daar bij ben gekomen? Door van iets uit te gaan wat niet klopt. Ik dacht namelijk dat je de 5 in mijn eerste functie aan 0 kon stellen. Toen ben ik dus op dat antwoord gekomen.quote:Op woensdag 31 juli 2013 21:50 schreef Riparius het volgende:
[..]
Nee, dit is niet goed, en ik zie ook niet hoe je hierbij komt. Dat mag je me eens haarfijn uitleggen, want ik ben altijd geïnteresseerd in dat soort kromme gedachten.
Gebruik trouwens superscript voor exponenten en worteltekens, dit is wel erg moeizaam leesbaar en werkt mede daardoor fouten en onbegrip in de hand.
[..]
Dit geeft al aan dat je totaal niet begrijpt wat differentiëren inhoudt. Er is geen sprake van dat je iets zomaar gelijk aan nul mag stellen. Ook constanten niet. De afgeleide van een constante is weliswaar nul, maar dat betekent helemaal niet dat je die constante door nul vervangt.
[..]
Nee.
Welk boek gebruik je eigenlijk? Een tijdje geleden had ik je dit boek aangeraden omdat je zei je voor te willen bereiden op de Vlaamse toelatingsexamens, maar uit dit boek zul je bovenstaande rare ideeën over differentiëren toch wel niet hebben opgepikt ...
Nee. Stop je functie gewoon even in WolframAlpha, dat bespaart een hoop nutteloze posts met verkeerde antwoorden.quote:Op woensdag 31 juli 2013 21:49 schreef DefinitionX het volgende:
Ik krijg nu als eindantwoord: 25 gedeeld door 3 * 3e machtswortel x kwadraat.
Is dit correct?
Je hebt de productregel of de kettingregel hier helemaal niet nodig. Je hebt namelijkquote:Op woensdag 31 juli 2013 21:56 schreef DefinitionX het volgende:
[..]
Ik twijfelde eerst of ik uberhaupt de productregel mocht toepassen, want ik dacht, 'he, dan is f'(x)=0, en dat kan niet' en toen heb ik niet meer gedacht aan de productregel. Totdat Viezze het had uitgelegd en ik weer verder kon.
Ga nu eerst maar eens dat boek goed bestuderen, dan krijg je een beter beeld dan zo maar hap snap wat opgaven proberen waar je nog niet aan toe bent.quote:Op woensdag 31 juli 2013 23:11 schreef DefinitionX het volgende:
Ik heb ook gegoogled, maar niets gevonden.
Nu heb ik de regel, maar ik weet niet waarom het zo is.
Thanks btw.
Complexe analyse in Utrecht is juist een derdejaarsvakquote:Op dinsdag 30 juli 2013 01:08 schreef thenxero het volgende:
[..]
Ok, maar analyse is wel vereiste voorkennis om alles te kunnen snappen. Complexe analyse in Utrecht is dan ook een tweedejaarsvak (en analyse eerstejaars). Dus als je iets met analyse gaat doen, zou ik hiermee beginnen http://www.staff.science.uu.nl/~ban00101/lecnotes/inlan2011.pdf . Daar ben je ook al even zoet mee. Je kan je natuurlijk ook gewoon op lial focussen.
Nog ergerquote:Op donderdag 1 augustus 2013 14:48 schreef Mathemaat het volgende:
[..]
Complexe analyse in Utrecht is juist een derdejaarsvak
Gewoon eerst met lineare algebra van Beukers beginnen en daarna pas met inleidend analyse van van den Ban.quote:Op dinsdag 30 juli 2013 01:56 schreef Amoeba het volgende:
Shit is getting complicated. Ik start even met Lineaire Algebra.
Zoals het boek al zegt, ze voeren een staartdeling uit. Dit werd eeuwenlang gewoon geleerd op de lagere school en in de rest van de beschaafde wereld gebeurt dat nog steeds, alleen in Nederland niet. Kijk even in Wikipedia voor uitleg.quote:Op vrijdag 2 augustus 2013 19:04 schreef DefinitionX het volgende:
Wacht....Ik zie het geloof ik. Ze vermenigvuldigen steeds eerst 3 met 2, met 0 en dan weer 7, zo krijg je 621. Dan doen ze dat met 1 en krijg je 207 en dan weer met 3 en dan krijg je 621. Ik vind de notatie zelf een beetje verwarrend.
3 = -621
1 = -207
3 = -621
Echter, hoe zijn ze dan aan het rekenen?
Ik zal er naar kijken!quote:Op vrijdag 2 augustus 2013 19:14 schreef Riparius het volgende:
[..]
Zoals het boek al zegt, ze voeren een staartdeling uit. Dit werd eeuwenlang gewoon geleerd op de lagere school en in de rest van de beschaafde wereld gebeurt dat nog steeds, alleen in Nederland niet. Kijk even in Wikipedia voor uitleg.
Nou nee hoor, ze laten niets weg bij de uitwerking en je moet er ook niets bij fantaseren, zo werkt rekenkunde niet.quote:Op vrijdag 2 augustus 2013 19:18 schreef DefinitionX het volgende:
[..]
Ik zal er naar kijken!
Echter, ik snap al (deels) wat het boek aan het doen is. In de staartdeling in het voorbeeld laten ze getallen weg, en die getallen moet je erbij fantaseren op de lege plekken in het voorbeeld.
Het is niet grappig meer als je weet hoe waar het is.quote:Trouwens, lol over wat je zegt over 'rest van de beschaafde wereld'. Hehe.
Oudere onderwijzer waarschijnlijk die zich geen moer aantrok van wat hij volgens het boekje moest onderwijzen. En bedenk dat de stagiaires van vandaag de onderwijzers en onderwijzeressen van morgen zijn. Zie ook hier.quote:Op vrijdag 2 augustus 2013 21:01 schreef thenxero het volgende:
Ik kreeg op de basisschool gewoon staartdelingen hoor. Alleen de stagiaires konden het niet .
Ja, want R^n kan worden opgebouwd uit n orthogonale eenheidsvectoren van lengte n.quote:Op zaterdag 3 augustus 2013 18:07 schreef Amoeba het volgende:
Ik heb het juist dat Rn ook een n-dimensionale vectorruimte vertegenwoordigd?
Rn is zelf strikt genomen nog geen vectorruimte. Pas als je optelling en vermenigvuldiging met een scalair definieert voor de elementen van Rn, op zo'n manier dat er aan een aantal axioma's is voldaan.quote:Op zaterdag 3 augustus 2013 18:07 schreef Amoeba het volgende:
Ik heb het juist dat Rn ook een n-dimensionale vectorruimte vertegenwoordigd?
Ik kan nauwelijks lezen wat je opschrijft, je zult toch iets duidelijker moeten schrijven. En gebruik geen hoofdletter F voor een functie f, aangezien F meestal wordt gebruikt om een primitieve van f aan te duiden.quote:Op zaterdag 3 augustus 2013 19:34 schreef DefinitionX het volgende:
[ afbeelding ]
Kan iemand controleren of het bovenstaande klopt? Wolframalpha zegt iets anders, maar ik denk dat w-alpha het aan het vereenvoudigen is, wat mij niet lukt.
Ja dat bedoel ik. Ik ga proberen netter te schrijven en opnieuw te posten.quote:Op zaterdag 3 augustus 2013 19:44 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik kan nauwelijks lezen wat je opschrijft, je zult toch iets duidelijker moeten schrijven. En gebruik geen hoofdletter F voor een functie f, aangezien F meestal wordt gebruikt om een primitieve van f aan te duiden.
Bedoel je nu
f(x) = 6·4√(6x)
?
Goed. Ik zie dat je in de veronderstelling verkeert dat je de productregel moet gebruiken om de afgeleide van f(x) te bepalen, maar dat is niet zo. Je kunt hier twee rekenregels gebruiken. Om te beginnen is een wortel uit een product gelijk aan het product van de wortels van de factoren van dat product, mits deze factoren niet negatief zijn. Dus hebben we hierquote:Op zaterdag 3 augustus 2013 20:01 schreef DefinitionX het volgende:
[..]
Ja dat bedoel ik. Ik ga proberen netter te schrijven en opnieuw te posten.
Ga ook eens proberen op te letten?quote:Op zaterdag 3 augustus 2013 20:01 schreef DefinitionX het volgende:
[..]
Ja dat bedoel ik. Ik ga proberen netter te schrijven en opnieuw te posten.
Uitgaande van bovenstaande constateer ik dus dat ditquote:Op woensdag 31 juli 2013 22:07 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je hebt de productregel of de kettingregel hier helemaal niet nodig. Je hebt namelijk
5·∛(5x) = 5·∛5·x1/3
Die 5·∛5 is een constante, en aangezien d(c·f(x))/dx = c·d(f(x))/dx hoef je dus alleen nog te weten hoe je x1/3 differentieert, en dat gaat via de bekende regel
d(xn)/dx = n·xn−1
die ook voor gebroken waarden van n geldt.
een beetje overdreven is.quote:Op woensdag 31 juli 2013 22:18 schreef DefinitionX het volgende:
Riparius, je bent een harde, maar ik snap het nu wel!
Uber uber bedankt!
Dude, dat ik het niet meteen snap betekent nog niet dat ik niet aan het opletten ben. Ik zie het gewoon niet meteen zo goed als jij en andere......Ik heb nooit gezegd dat ik goed ben in wiskunde, maar ik sta open om te leren.quote:Op zaterdag 3 augustus 2013 20:34 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Ga ook eens proberen op te letten?
Wat Riparius hierboven vertelt heeft hij een paar dagen geleden als eens eerder uitgelegd, om precies te zijn hier:
[..]
Uitgaande van bovenstaande constateer ik dus dat dit
[..]
een beetje overdreven is.
Yes sir.quote:Op zaterdag 3 augustus 2013 20:53 schreef Riparius het volgende:
[..]
Zie je nu ook hoe je mijn uitkomst kunt herleiden tot de uitkomst die WolframAlpha geeft?
Ik zag al dat je jezelf tegensprak.quote:Op zaterdag 3 augustus 2013 20:57 schreef DefinitionX het volgende:
[..]
Yes sir.
Alleen, kun jij misschien uitleggen hoe w-alpha het antwoord vereenvoudigt?
http://www.wolframalpha.com/input/?i=derive+6*%286x%29^1%2F4
Edit:
Ik bedoelde nee.....
Het is niet expliciet wortels splitsen.quote:Op zaterdag 3 augustus 2013 21:22 schreef DefinitionX het volgende:
Ik zag op het laatste moment, voor je post dus, wat ze deden met het splitsen van de wortels (waarschijnlijk verkeerde benaming), maar wat je deed met die 2, dat is nieuw voor mij. Ik weet dat 2^3/4·2^1/4 = 2, maar dat je het op die manier kon gebruiken niet. Weer wat geleerd.
Trouwens, bedankt dat je zoveel geduld hebt met me, en dat geldt voor iedereen op het fok beta. Kijk, ik kan nu opgeven en dan zeggen 'ja het was te moeilijk, ga ik toch niet snappen', maar dat is de verkeerde mentaliteit.
Ik had laatst een gedachte: wat als ik ipv wiskunde als een blok zie dat ik verder moet duwen om te komen waar ik wil, het ga behandelen als iets dat me mentaal helpt en ook in de toekomst zeer van pas gaat komen.
Nu zit ik niet meer met 'x uur per dag beta', maar meer 'dit leren is behalve voor die toets gewoon interessant om te weten'. Met zo'n houding gaat het ook veel makkelijker en is het bovendien leuker.
Genoeg gekletst, de boeken weer in. :p
Een logaritme is in feite een exponent, want glog a is gedefinieerd als de exponent waartoe je het grondtal g moet verheffen om a te krijgen. Dusquote:Op zondag 4 augustus 2013 21:37 schreef DefinitionX het volgende:
Vanaf 1:46
In de eerste opgave die hij behandelt neemt hij de logaritme van wat er links staat en wat er rechts staat (vanaf tijdstip 1:46 zie je dat), maar ik heb alles wat links en rechts staat een exponent gemaakt van 10. Zo krijg ik hetzelfde antwoord. Kan het allebei?
Dit is wat ik gedaan heb:quote:Op zondag 4 augustus 2013 22:00 schreef Riparius het volgende:
[..]
Een logaritme is in feite een exponent, want glog a is gedefinieerd als de exponent waartoe je het grondtal g moet verheffen om a te krijgen. Dus
glog a = b
is equivalent met
gb = a
Je vraag is verder niet duidelijk genoeg, want ik kan uit je beschrijving niet opmaken of je het correct opschrijft. Dat zul je dus eerst moeten laten zien.
Als we hebben
10log(S4/R2) = 1
dan is dit conform de definitie van de logaritme equivalent met
101 = S4/R2
en dus
S4 = 10·R2
De man in de video herschrijft eerst 1 als 10log 10 en maakt dan gebruik van het feit dat
glog a = glog b
equivalent is met
a = b
mits a en b beide positieve grootheden zijn.
Wat je hier doet is correct, afgezien van de verschrijving S4 voor S4.quote:Op zondag 4 augustus 2013 22:41 schreef DefinitionX het volgende:
[..]
Dit is wat ik gedaan heb:
[ afbeelding ]
Is dat ook correct? Ik hoop dat het duidelijk geschreven is.
En ik weet (met dank aan Riparius) dat het antwoord hier staat (vraag A2), maar ik wil liever niet het antwoord bekijken. Ik weet niet of het mogelijk is, maar zou iemand me een tip kunnen geven?quote:For what pairs (a, b) of positive real numbers does the improper integral
converge?
Probeer eens eerste orde Taylorbenaderingen te gebruiken van .quote:Op donderdag 8 augustus 2013 12:40 schreef randomo het volgende:
Hoi, ik heb een beetje aparte vraag. Ik probeer deze vraag op te lossen:
[..]
En ik weet (met dank aan Riparius) dat het antwoord hier staat (vraag A2), maar ik wil liever niet het antwoord bekijken. Ik weet niet of het mogelijk is, maar zou iemand me een tip kunnen geven?
Je zult er wel meer dan even over na moeten denkenquote:Op donderdag 8 augustus 2013 22:27 schreef randomo het volgende:
Thanks, ik kijk vanavond nog even, ik laat nog wel even weten of ik er uitgekomen ben (of denk er uitgekomen te zijn, ik trek soms nog wel eens te snel conclusies )
Ja. Ik bedacht net dat ik er echt nog geen zak van begrijp, ik heb geen idee hoe te beginnenquote:Op vrijdag 9 augustus 2013 00:16 schreef thenxero het volgende:
[..]
Je zult er wel meer dan even over na moeten denken
Je zou kunnen beginnen met de opgave correct weer te geven. Je hebt de integratiegrenzen vergeten aan te geven. Het is de bedoeling te integreren over [b, ∞).quote:Op donderdag 8 augustus 2013 12:40 schreef randomo het volgende:
Hoi, ik heb een beetje aparte vraag. Ik probeer deze vraag op te lossen:
[..]
En ik weet (met dank aan Riparius) dat het antwoord hier staat (vraag A2), maar ik wil liever niet het antwoord bekijken. Ik weet niet of het mogelijk is, maar zou iemand me een tip kunnen geven?
Haha, een echte Riparius-reactie. Je hebt gelijk ja, excuses van de integraal (hoewel je zou kunnen zeggen dat de integraal genomen moet worden over het domein waar de integrand 'geldig is', maar goed, dat is dan meer bij toeval, en je zou dan ook een complexe integraal kunnen bedoelen...).quote:Op vrijdag 9 augustus 2013 03:30 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je zou kunnen beginnen met de opgave correct weer te geven. Je hebt de integratiegrenzen vergeten aan te geven. Het is de bedoeling te integreren over [b, ∞).
Verder vraag ik me af waarom je zo graag tips wil hebben, het is toch de bedoeling om de Putnam opgaven zelf op te lossen. Als een opgave alleen met tips van anderen op kunt lossen, dan kun je achteraf niet zeggen dat je zelf een oplossing hebt gevonden, want dan houd je alleen maar jezelf voor de gek.
Als je het hebt over een oneigenlijke integraal, dan is dat een definiete integraal en dan moet je dus de integratiegrenzen aangeven.quote:Op vrijdag 9 augustus 2013 12:51 schreef randomo het volgende:
[..]
Haha, een echte Riparius-reactie. Je hebt gelijk ja, excuses van de integraal (hoewel je zou kunnen zeggen dat de integraal genomen moet worden over het domein waar de integrand 'geldig is', maar goed, dat is dan meer bij toeval, en je zou dan ook een complexe integraal kunnen bedoelen...).
Tja, de vraag is wat voor tips je eigenlijk verwacht als je een uitgewerkte oplossing er al meteen bij geeft. Je wil niet zelf naar de uitwerking kijken maar kennelijk wel dat iemand je al een stukje van de uitwerking waar je zelf niet naar wil kijken verklapt. Dat is hypocriet.quote:Ik moet zeggen dat ik sowieso de hoop al heb opgegeven om deze nog te op te lossen, maar gelijk naar de antwoorden kijken vind ik ook weer zoiets Ik kan het blijkbaar moeilijk verkroppen dat ik de opgave niet op kan lossen (vooral ook omdat het A2 is, en meestal zijn de eerste opgaven juist vrij makkelijk).
Ik zie niet zo goed hoe dat hypocriet is, en ik snap verder het probleem niet zo.quote:Op vrijdag 9 augustus 2013 17:12 schreef Riparius het volgende:
[..]
Tja, de vraag is wat voor tips je eigenlijk verwacht als een uitgewerkte oplossing er al meteen bij geeft. Je wil niet zelf naar de uitwerking kijken maar kennelijk wel dat iemand je al een stukje van de uitwerking waar je zelf niet naar wil kijken verklapt. Dat is hypocriet.
Dom, maar ik had dat niet ingezien! Het lijkt wel of mijn hersenen niet meer meewerken zodra ik een calculusprobleem zie Dank voor de tip!quote:Interessanter zijn dan tips voor alternatieve oplossingen. Je kunt gemakkelijk laten zien dat de integrand voor x → ∞ asymptotisch nadert tot (√(a/2) − √(b/2))·x−1/4 zodat het evident is dat de integraal niet kan convergeren voor a ≠ b. Maar dan moet je uiteraard nog steeds aantonen dat de integraal wel convergeert voor a = b.
Daar heb ik wel aan gedacht, en dat viel een beetje tegen. Maar ik moet bekennen dat ik dat niet heel lang geprobeerd heb, dus het kan zijn dat ik iets over het hoofd heb gezien.quote:Op vrijdag 9 augustus 2013 01:45 schreef VanishedEntity het volgende:
Heb je al geprobeerd die wortels te rationaliseren? Dit riekt aan alle kanten naar een probleem dat met worteltruuk
√a + √b = (√a + √b)*(√a - √b)/(√a - √b) opgelost dient te worden.
Ik heb van je rode lijn de x-as gemaakt en de hokjes 1 op 1quote:Op zaterdag 10 augustus 2013 02:49 schreef jeroen25 het volgende:
Ik ben op zoek naar een geschikte functie/formule.
Heeft iemand tips voor wat ik wel zou kunnen gebruiken?
Wat jij wil heet interpoleren, en er zijn heel veel verschillende manieren om dit te doen. Welke het meest geschikt is hangt een beetje af van de context, als je echt alleen maar een wat vloeiendere curve wil zou ik vooral een eenvoudige manier gebruiken.quote:Op zaterdag 10 augustus 2013 02:49 schreef jeroen25 het volgende:
Ik ben op zoek naar een geschikte functie/formule.
Zie onderstaand plaatje:
[ afbeelding ]
Ik ben op zoek naar een formule y = f(x, c)
De blauwe lijn is de curve van de functie.
Deze bestaat nu uit twee lijnstukken en een hoek maar ik wil dat deze vloeiender wordt.
X en y spreken voor zich, beiden gaan van -1 tot 1.
c is gekoppeld aan de rode as en gaat ook van -1 tot 1.
Je kunt zien dat als c=0 de relatie tussen x en y lineair is.
Naarmate c naar -1 of 1 gaat wordt de relatie tussen x en y steeds minder lineair en is er eerst een zeer steile curve die later afvlakt. (of andersom)
Als c -1 of 1 is dan is de blauwe curve extreem gebogen met extreem steile en extreem vlakke helften.
Wanneer dit in twee delen gaat dan is het makkelijk te doen, er zijn dan twee lineaire verbanden waartussen je moet kiezen.
Maar ik ben dus op zoek naar een functie die dit veel vloeiender doet waarbij de blauwe lijn tov de rode as symmetrisch is.
Tevens moet de blauwe lijn binnen het vak -1<x<1 en -1<y<1 blijven.
ik heb wat gespeeld met exponentiële functies maar die waren net niet wat ik zocht.
Heeft iemand tips voor wat ik wel zou kunnen gebruiken?
Je zou een kwart van een superellips kunnen gebruiken.quote:Op zaterdag 10 augustus 2013 02:49 schreef jeroen25 het volgende:
Ik ben op zoek naar een geschikte functie/formule.
Zie onderstaand plaatje:
[ afbeelding ]
Ik ben op zoek naar een formule y = f(x, c)
Wanneer dit in twee delen gaat dan is het makkelijk te doen, er zijn dan twee lineaire verbanden waartussen je moet kiezen.
Maar ik ben dus op zoek naar een functie die dit veel vloeiender doet waarbij de blauwe lijn tov de rode as symmetrisch is.
Tevens moet de blauwe lijn binnen het vak -1<x<1 en -1<y<1 blijven.
ik heb wat gespeeld met exponentiële functies maar die waren net niet wat ik zocht.
Heeft iemand tips voor wat ik wel zou kunnen gebruiken?
Er zit een fout in je tekst. De polen van de rationale functie in je boek zijn de nulpunten van het polynoom x2(x + 1) in de noemer van het quotiënt. De pool x = 0 heeft multipliciteit 2 maar de pool x = −1 heeft multipliciteit 1.quote:Op zondag 11 augustus 2013 22:56 schreef DefinitionX het volgende:
[ afbeelding ]
Is de multipliciteit van beide polen 2 omdat een term in de noemer macht 2 heeft (ik bedoel x^2 in de noemer)?
Men zegt dat een polynoom P(x) in een variabele x een nulpunt x = x0 met multipliciteit m heeft als P(x) een factor (x − x0)m bevat, maar geen factor (x − x0)m+1. De multipliciteit van een nulpunt x = x0 van een polynoom P(x) is dus precies het aantal factoren (x − x0) dat P(x) bevat.quote:Waarom is de multipliciteit van de wortel van de veeltermbreuk 1? Ik heb een vermoeden dat het komt omdat je geen ^2 kunt vinden voor die wortel (bijvoorbeeld in de teller zie je 2 termen, maar voor geen van beide termen gaat de macht tot 2).
Dankje Riparius, met dat laatste ben ik wel wat bekend.quote:Op maandag 12 augustus 2013 02:48 schreef Riparius het volgende:
[..]
Er zit een fout in je tekst. De polen van de rationale functie in je boek zijn de nulpunten van het polynoom x2(x + 1) in de noemer van het quotiënt. De pool x = 0 heeft multipliciteit 2 maar de pool x = −1 heeft multipliciteit 1.
[..]
Men zegt dat een polynoom P(x) in een variabele x een nulpunt x = x0 met multipliciteit m heeft als P(x) een factor (x − x0)m bevat, maar geen factor (x − x0)m+1. De multipliciteit van een nulpunt x = x0 van een polynoom P(x) is dus precies het aantal factoren (x − x0) dat P(x) bevat.
Ik neem aan dat je op de hoogte bent met de stelling dat een polynoom P(x) een nulpunt x = x0 heeft dan en slechts dan als P(x) een factor (x − x0) bevat.
Als je wil kijken of een polynoom waarvan de coëfficiënt van de hoogste macht gelijk is aan 1 gehele getallen als nulpunten heeft, dan hoef je alleen de delers van de constante term te testen, afgezien van het teken. Hier is de coëfficiënt van de hoogste macht x5 inderdaad 1, en de constante term −2, en dan hoef je alleen +1, −1, +2 en −2 te testen.quote:Op maandag 12 augustus 2013 02:59 schreef DefinitionX het volgende:
[..]
Dankje Riparius, met dat laatste ben ik wel wat bekend.
Trouwens, ik had vandaag deze veelterm om in factoren te ontbinden:
http://www.wolframalpha.com/input/?i=x^5-2x^4-2x^3%2B4x^2%2Bx-2
Ik had x=-1 gevonden door gebruik te maken van (som oneven coefficienten van machten van x) = (som even coefficienten van machten van x). Ik had x=2 gevonden door het gewoon te proberen. Daarna wist ik het niet meer en gekeken wat w-alpha zegt. Ik zie nu opeens hoe x=1 gevonden is, dus dat is duidelijk.
Echter, hoe kun je herkennen dat (x+1) en (x-1) beide twee keer als factor voorkomen van de veelterm? Oftewel, hoe weet je dat beide multipliciteit van 2 hebben?
Daarbij, die x=2 was een gok, het had net zo goed wat anders kunnen zijn bij een andere veelterm, hoe zou ik daar dan achter kunnen komen?
Die Newton regel ga ik vandaag proberen. Dank je.quote:Op maandag 12 augustus 2013 07:57 schreef Amoeba het volgende:
http://en.m.wikipedia.org/wiki/Newton%E2%80%93Raphson_method
Het bewijs is wat lastig (voor mij), maar toch zeker geen verspilde tijd.
SES / 3de machtswortel berekenen met rekenmachine zonder ^ toetsquote:Op maandag 12 augustus 2013 17:31 schreef DefinitionX het volgende:
Dank je Riparius! Het is weer wat helder. Ik ga nog wat spelen ermee zodat ik in het begin (x-1)(rest van term)=veeltermbreuk heb.
[..]
Die Newton regel ga ik vandaag proberen. Dank je.
Ik zou zeggen Y(x)². Je zou met Y²(x) ook het volgende kunnen bedoelen:quote:Op dinsdag 13 augustus 2013 13:14 schreef Bram_van_Loon het volgende:
Notatievraagje. Stel ik heb een funcie Y met parameter x en ik kwadrateer die. Wat is dan de betere notatie (als een van de twee beter is)? Y²(x) of Y(x)²
Het is niet hetzelfde.quote:Op woensdag 14 augustus 2013 02:01 schreef Bram_van_Loon het volgende:
Wat is er mis met het woord parameter?
Het argument van een functie noem je standaard een variabele. Zoals Amoeba aangaf, als in die functie nog een onbekende constante zit, dan noem je dat vaak een 'parameter' (of gewoon 'constante'). (Ik heb nog even gegoogeld, maar ik vind geen echte definities, maar alleen voorbeelden. Het is dus wel discutabel...)quote:Op woensdag 14 augustus 2013 02:01 schreef Bram_van_Loon het volgende:
Wat is er mis met het woord parameter?
Dus, x en y zijn hier zowel functies als variabelen, en t is zowel variabele als parameter?quote:Op woensdag 14 augustus 2013 07:08 schreef thenxero het volgende:
[..]
Het argument van een functie noem je standaard een variabele. Zoals Amoeba aangaf, als in die functie nog een onbekende constante zit, dan noem je dat vaak een 'parameter' (of gewoon 'constante'). (Ik heb nog even gegoogeld, maar ik vind geen echte definities, maar alleen voorbeelden. Het is dus wel discutabel...)
Het wordt pas wat duidelijker met een simpel praktisch voorbeeld. Stel dat je een verband zoekt tussen tijd en afgelegde weg van een object dat met een constante snelheid beweegt. Je weet dat je een formule van de vorm fa(t)=a*t is. Op het moment dat de snelheid bekend is, weet je wat de waarde van a is, en weet je op iedere t de afgelegde weg y. Hier is a de parameter, en t de variabele.
Maar ik moet toegeven dat het verschil heel subtiel is. Als ik schrijf ft(a)=a*t, dan zou a opeens wel een variabele worden en t een parameter, terwijl het in feite dezelfde functie is. Deze notatie ligt echter meer voor de hand als je je experiment gaat evalueren op een nog onbekend tijdstip t, terwijl je geïnteresseerd bent in de afgelegde weg naargelang je de snelheid varieert.
En om het nog een beetje verwarrender te maken, je hebt ook de zogenaamde "parametervoorstelling", waar bijvoorbeeld de x en y-coördinaat een functie zijn van de tijd. Zoek de parameter in
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |