Hoppa! Het verslag:
Op maandagochtend 8 juli begon ons avontuur. Met ons toonbeeld van goede smaak en ingetogenheid zetten wij in alle vroegte de tocht naar Hardenberg in. Aldaar werd gecontroleerd of onze papieren in orde waren en of we de verplichte meuk in de auto hadden liggen. Toen dat achter de rug was mochten we wat rondstrunen en enkele van de andere creaties bekijken, om even later te starten. De opdracht voor de eerste dag bestond eruit de juiste plaatsnamen uit raadsels te ontdekken, bij die plaatsen langs te gaan en het plaatsnaambord op de foto te zetten. Even flink internetten dus in Nederland, alvorens de grens over te gaan. Ter voorbereiding had ik de landkaarten van alle landen waar we doorheen zouden rijden alvast op mijn telefoon gezet, zodat we die als GPS konden gebruiken. Helaas bleken beide laders die ik mee had niet heel goed te werken, en na het foto’s maken en internetten was mijn batterij al vrij leeg. Nu is Duitsland vrij groot en dus vrij makkelijk te vinden, maar daarna was het wat lastiger om de juiste weg naar Mengen in te slaan. Mijn beide teamgenoten hadden een iPhone met GPS via internet, maar nog geen buitenlandbundel. Wat dat betreft was het dus niet erg om per ongeluk weer in Nederland uit te komen. Eenmaal daar sloegen we de weg naar Duitsland weer in, waar het eerste technische probleem zich voordeed. De Thunderbird is een auto met automaat, maar het exemplaar dat wij hadden hield er niet heel erg van om lang stil te staan in Drive. Daarbij kon de motor afslaan. Niets aan de hand, even in Neutraal zetten en het bleef allemaal wel draaien. Maar dan moet de pook van de automaat wel te verzetten zijn, en dat was niet langer het geval... we hadden dus een auto die af kon slaan in Drive, die ook niet meer uit Drive gehaald kon worden en die kan starten nog weggeduwd kan worden in Drive. Kortgezegd: als de auto zou afslaan hadden we geen mogelijkheid meer om nog weg te komen. Geen prettige gedachte op de ringweg van een grote stad, waar we dit probleem hadden. Noodgedwongen dus iets assertiever gereden dan normaal (met wat getoeter naar ons toe) en op een rustige plek uitgezocht wat er aan de hand was. Een stukje plastic was afgebroken en zat nu in de weg. Plastic weg, probleem weg. Hoezee!
Nadat we voor de zekerheid nog maar een keer de grens over waren gegaan konden we op pad richting de juiste steden. Nadat we hier en daar foto’s hebben gemaakt kwamen we bij Frankfurt, voor de vijfde en laatste foto van de dag. R. had net zijn eerste etappe gereden en de auto weggezet op een parallelweg. Even een foto maken en terug richting de auto, waarbij er verwarring ontstond over wie de sleutel had. Niemand, bleek het antwoord te zijn. R. was er niet aan gewend de sleutels uit het contact te halen, terwijl ik niet gewend ben dat iemand dat niet doet en voor de zekerheid de centrale vergrendeling had gebruikt om de deuren dicht te doen. De sleutel bevond zich dus aan de verkeerde kant van de deur, en we konden op dat moment niet verder. Na even overwogen te hebben om een ruitje in te tikken besloten we toch maar de pechhulp in te schakelen, al geven die officieel gezien geen dekking tijdens zulke tochten. Gelukkig werd daar niet naar gevraagd en na een hoop gedoe om de precieze locatie door te geven kregen we het bericht dat we binnen twee uur geholpen zouden worden. Althans, dat was de bedoeling.
We hadden een lelijkere plek kunnen treffen om lang stil te staan naast een gesloten auto. We stonden vlakbij een bos en een soort meertje of rivier, waar zo nu en dan wat langs kwam varen. Iets verder naar voren stond een paarse Ford Escort station. Die auto had geen nummerplaten meer, de achterruit was aan gruzelementen en er zat een sticker op het raam met de mededeling dat het niet de bedoeling was om daar een auto te dumpen. Ook lag er een stuk ijzerdraad, waarmee we in elk geval konden proberen om onze eigen auto open te breken op de manier die in films altijd zo gemakkelijk gaat. Nou, dat valt flink tegen in het echte leven. Onderweg kwamen er regelmatig mensen voorbij, maar niemand vroeg waarom wij met zijn drieën bezig waren met een zielige poging om een auto open te breken. De enige opmerking die naar voren kwam, was of we lekker aan het vissen waren.
Na geruime tijd wachten kwam dan onze reddende engel van de ADAC, een soort Duitse ANWB. De man (uiteraard met snor) had aan twee opblaasbare boterhamzakken genoeg om de deur op een kier te krijgen en met een grote fonduevork was de deur vrij snel open. Hoezee! Nog even een papiertje tekenen en we konden weer verder. Ondertussen liep het tegen elf uur ‘s avonds, en bleek de finish nog meer dan 350 kilometer bij ons vandaan te zijn. Vroeg gaan slapen konden we dus wel vergeten...
Eenmaal in de buurt van het juiste plaatsje had de iPhone-GPS geen idee waar het kleine vliegveld lag waar we ons moesten melden. We werden over niet bestaande straten gestuurd en na het missen van een afslag was de beste route volgens de stotterende man in de telefoon om een onverharde en onverlichte weg bergop te nemen. Niet het soort route dat ik zou aanraden, maar vooruit. Na een hoop gedoe vonden we dan eindelijk de juiste locatie, en konden we rond half vier in de nacht onze tent opzetten, waarbij het de bedoeling was om slechts vier uur later alweer alles in te pakken en koers te zetten richting Italië.
De weg naar Italië leidde ons door Zwitserland, waarbij die oplichters erop staan dat je een vignet aanschaft om door het land te mogen rijden. Die dingen zijn minimaal een jaar geldig en kosten ruim 30 euro, ook al zouden we er nog niet eens 24 uur doorbrengen. De route was mooi, het weer iets minder. In een van de heftigste stortbuien die ik dit jaar heb meegemaakt besloten beide ruitenwissers dat keurig recht in het gareel staan maar voor saaie sukkels is, en dat een interessante zwabber de nodige jeu zou toevoegen aan het geheel. Zelf was ik het daar minder mee eens, en heb bij de eerst mogelijke gelegenheid gelijk de tape ter hand genomen en de wissers ervan overtuigd dat dit niet het moment was om hun individualiteit aan te tonen.
Italië is overigens ook niet het meest geschikte land om de GPS van de iPhone te gebruiken. Het programma stond erop dat we een afslag namen die eindigde in een T-splitsing. Rechtsaf was niet toegestaan, dus dan maar linksaf een toch wel erg smal straatje in. Nadere inspectie leerde dat het erg smalle straatje eigenlijk een fietspad was, met een greppel aan beide kanten. Uit ervaring kan ik nu mededelen dat een Thunderbird vrijwel exact even breed is als een Italiaans fietspad en dat het met zorgvuldig rijden mogelijk is heelhuids aan de andere kant uit te komen. Na nog wat zoeken kwamen we aan op de finishlocatie, dit keer zelfs voor middernacht! De weg ernaar toe was niet heel makkelijk, want er liepen allerlei Italianen in de weg die kwamen kijken wat die gekke Hollandesi in vredesnaam aan het uitspoken waren. Nu blijken zij het totaal niet nodig te vinden om naast de weg te gaan lopen in plaats van erop, ook niet wanneer er een auto aankomt. En wanneer ze zelf in een auto zitten is het blijkbaar nergens voor nodig om het groot licht uit te doen. Vrij irritant, maar we zijn er gekomen.
Op dag drie zetten we de tocht in naar het vierde buitenland waar we doorheen zouden komen: Frankrijk. De organisatie had niet overdreven over het muggengevaar, want het stikte van die beesten. Het was een dag zonder al te grote problemen bij mijn team, dus snel door naar dag vier. De finishbestemming: Andorra. Het magische land waar je benzine kan kopen voor 1,27 per liter en waar je per ongeluk een salade met kipingewanden besteld. Volgens de Engelstalige menukaart ging het om gizzard, wat een tweede soort maag schijnt te zijn. De smaak is overigens niet heel verkeerd: het was vooral het idee dat me tegenstond, maar ik heb keurig mijn bordje leeggegeten. Ook in Andorra kreeg ik een cadeautje van een bevriend team: een flesje whisky met het bescheiden prijskaartje van 18 euro en een inhoud van maar liefst 4,5 liter. Dat vroeg natuurlijk om een cadeau terug, en na even zoeken kwam ik voor iets meer dan 3 euro een fles tegen met een vrij bescheiden etiket. Op een blauwe ondergrond stond de tekst ‘Alcohol 96’. Op het label op de achterkant werd bevestigd dat het inderdaad om een drank ging met 96% alcohol, en een waarschuwing dat de inhoud zeer licht ontvlambaar is. Zulke drank is eigenlijk bedoeld om te gebruiken voor zelfgemaakte limoncello en dergelijke, maar is ook gemengd met DubbelFrisss zeer goed te doen. Of puur, maar dan moet je het langzaam drinken
Na Andorra werd de route ingezet naar de finish in Barcelona. De Thunderbird is met zijn V8 meer dan capabel genoeg om met een prettige vaart de bergen over te komen, en de automatische airco hield het binnen heerlijk koel. Klein puntje van zorg was de temperatuurmeter voor de koelvloeistof, die bij een beklimming toch wel erg richting het rode gedeelte kwam. Bergaf rijden gaf voldoende koeling, en dus zijn we ook de Pyreneeën zonder problemen overgekomen.
Helaas zijn we op de bergweg wel de speaker van onze sirene verloren. Daardoor konden we geen irritante sirenes of dierengeluiden meer afspelen, wat toch wel jammer was. Het heeft wel wat om met zo’n auto al miauwend door een stadje te rijden, met andere versierde herriemakers voor en achter je. Later die dag was de finish en de prijsuitreiking en was de Carbagerun afgelopen. Wij hadden echter besloten nog even te blijven, en hadden daartoe een hotel geboekt in het plaatsje Castelldefels. Dat hotel was populair bij de Runners, want er stonden meerdere van die auto’s in de garage. Helaas doen de meeste teams mee met nogal grote auto’s, waardoor de beperkte ruimte nog verder verminderd werd. De garage was er niet echt op gebouwd om overweg te kunnen met auto’s van een meter of vijf in lengte, en dus heeft de Bird daar een kleine restyling ondergaan en zijn territorium afgebakend. Anders gezegd zit er nu een deuk in en iets minder lak op dan toen we vertrokken (niet mijn schuld!)
Eenmaal in Barcelona hebben we lekker de toerist uitgehangen en een paar van de must-sees bekeken, zoals de Sagrada Familia. Een kerk naar ontwerp van Gaudi, waarvan de bouw twee eeuwen geleden is begonnen en nog lang niet is afgerond, en waarbij de audiogids in de bus zei dat het de bedoeling was dat er nog veel meer torens bij zouden komen. Om dat te realiseren was de bouw wel afhankelijk van vrijwillige donaties, onder andere van toeristen. Mijn theorie is dat ze helemaal niet van plan zijn het gebouw af te maken, maar gewoon een goede manier hebben gevonden om toeristen geld uit de zak te kloppen.
Al met al heeft die Gaudi nogal wat ontwerpen gemaakt die niet zouden misstaan in de Efteling. Na het toeristeren in Barcelona zijn we op zondag begonnen aan de terugweg, met nog een overnachting in Frankrijk als extra stop. De aanwezige gasten op de familiecamping leken nogal verbaasd plotseling drie gasten in een asobak met tijgerstrepen te zien, wat ons er weer aan herinnerde dat het toch best een opvallende auto is. Die herinnering kwam eerder al van de vele mensen die ons vroegen of ze de auto op de foto mochten zetten, of wilden weten waar we in hemelsnaam mee bezig waren. Maandagavond laat was het avontuur dan echt ten einde, en waren we allemaal weer veilig thuis in Leeuwarden.
Van de 548 auto’s die aanwezig waren op de start heeft het overgrote deel de finish gehaald, al dan niet met problemen. Alles bij elkaar waren er 35 uitvallers, waarvan sommigen met vervangend vervoer de weg konden vervolgen. Ongetwijfeld hebben veel teams wel een probleem gehad onderweg, maar ik heb niet al te veel van die sterke verhalen meegekregen. In vergelijking met vorig jaar viel het bij mij alleszins mee: de auto wilde dit keer sneller starten, had vaker zin om te reageren op het gaspedaal, de motorkoeling werkte en er zijn geen vitale onderdelen op de snelweg voor zichzelf begonnen. Reputatie van automerken alleen zegt dus niet alles, want die van Subaru is toch wel hoger dan van Amerikaanse Fords. Al met al was het weer een mooi avontuur, en wat mij betreft zeker voor herhaling vatbaar.