Maartje Wortel stopt met columns op nrc.nl
Amsterdam, 4 maart 2013
Maartje Wortel heeft haar laatste letter geschreven op de website van NRC Handelsblad. Propria Cures vraagt M. Port, auteur van 'Als je me nog één keer aankijkt snijd ik je keel door' en onderdeel van nieuwe schrijversgeneratie 'De onverschillige alcoholisten', om zijn mening.
Meneer Port, een groot verlies?
Ik denk dat iemand die de opleiding Beeld & Taal aan de Rietveld Academie heeft gevolgd sowieso niet serieus moet worden genomen.
Dat is wel straf gesteld.
Ik probeerde nog vriendelijk te zijn, die stukjes waren natuurlijk niet best. Maar nog altijd beter dan Sophie van der Stap, uiteraard.
Het is niet de eerste keer dat ze stopt bij NRC.
Dat klopt, ze schreef tot februari 2010 dagelijks een column voor NRC Next. Toen werd ze ontslagen. Aaf was terug van zwangerschapsverlof, hoewel dat misschien meer zegt over NRC Next.
Het klinkt alsof u haar wel gevolgd hebt.
Natuurlijk! Ze is nogal een voorbeeld voor meisjes die Nederlands studeren, dan ontkom je er niet aan. Sommige mensen kijken Amerikaanse sitcoms om te lachen, als ik wil lachen kijk ik het NOS Journaal of lees ik Maartje Wortel.
Hebt u nog een advies voor mevrouw Wortel?
Je moet werken voor je geld.
Dankuwel.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
De laatste column:
[...]
“Hoe lang ga je eigenlijk nog door met de column op nrc.nl?”
“Ik stop ermee”, zei ik.
“Echt?”
“Ja, het is waar.”
“Dat lijkt me ook beter. Ik vind ze niet zo goed.”
“Oké”, zei ik.
“Je vergooit je talent”, zei zij.
“Oké”, zei ik opnieuw. Ik dacht aan alles wat ik ooit vergooid had en aan de twijfel en aan de tijd en aan ophangen en ondertussen speelde op de achtergrond een liedje van Willy Mason. Hij zong: When we fall we make room for another, when we fall then we know eachother.
Dat van dat liedje is uiteraard niet waar, maar ik hou van het dramatische effect. Ook als het niet werkt in deze context; ik kan het op zijn minst proberen; ik heb het geprobeerd.
“Steeds als ik je columns lees ben ik een beetje teleurgesteld in je.”
Eigenlijk moest ik weg, ik had nogal haast, maar ik bleef naar haar luisteren.
“In het echt ben je veel leuker namelijk”, zei ze.
“Ja”, zei ik. “Nou, ik stop er dus mee.”
“Dat lijkt me een goed besluit.”
Beste lezers, bedankt voor het lezen van mijn columns en voor de berichten die jullie mij stuurden. Mochten jullie ook teleurgesteld in me zijn: in het echt ben ik leuker, al is dat ook niet waar ben ik bang.