quote:
Met een Klokhuis-achtig enthousiasme duiken Erik Dijkstra en Frank Evenblij in de meest uiteenlopende sporten, schrijft columnist Martijn Simons. 'Ze hebben een jongensachtige bravoure, een - weliswaar gecultiveerde - houding die zegt: ach, dat doen wij ook wel even.' .
Sterker nog, iets ogenschijnlijk simpels als een bobslee aanduwen blijkt zo moeilijk dat je thuis onvermijdelijk denkt: verdomme, dat is toch wel een fascinerende sport'String Theory' een essay van de Amerikaanse auteur David Foster Wallace, is wat mij betreft het beste dat er ooit over tennis is geschreven. Wallace, die zelf in zijn jeugd een niet onverdienstelijke tennisser was, legt daarin onder meer uit (het is echt fantastisch en hier te vinden) dat hij alleen ten volle de kunst van het perfecte tennis kan waarderen, omdat hij zelf zoveel uren op de baan heeft doorgebracht.
Niet lang daarna zag ik een aflevering van Bureau Sport (VARA).
Het programma kent verschillende onderdelen: er is een quiz, er is de column van Youp, er is de 'man in het pak', een onherkenbare man die beroemde sportfragmenten uitbeeldt. Ja, die zijn er allemaal, en die zijn best aardig, maar daar is het natuurlijk niet om te doen.
Het absolute hoogtepunt van elke uitzending is het item waarin presentatoren en fulltime sportliefhebbers Erik Dijkstra en Frank Evenblij zelf een trainingspak aantrekken en een sportclub opzoeken, om er achter te komen wat Wallace bedoelt.
Dijkstra en Evenblij bewandelen in omgekeerde richting dezelfde weg als David Foster Wallace. Niet omdat ze zelf heel veel gesport hebben, weten ze hoe moeilijk alles is en hoeveel training en toewijding het vereist, maar doordat ze in al hun onervarenheid allerlei sporten uitproberen, groeit het ontzag voor de professional. Ook bij de kijker.
Klokhuis-achtig enthousiasme
Dat gaat zo: met een Klokhuis-achtig enthousiasme duiken de twee in de meest uiteenlopende sporten. Alles nemen ze ogenschijnlijk even serieus. Ze hebben een jongensachtige bravoure, een - weliswaar gecultiveerde - houding die zegt: ach, dat doen wij ook wel even. Of het nu gaat om BMX'en, curling, korfbal, grensrechteren bij voetbal, bobsleeën, wat dan ook: telkens denken de heren het klusje wel even te klaren. En telkens blijkt het toch niet zo eenvoudig te zijn. Sterker nog, iets ogenschijnlijk simpels als een bobslee aanduwen blijkt zo moeilijk dat je thuis onvermijdelijk denkt: verdomme, dat is toch wel een fascinerende sport.
Het allermooiste fragment is dat waarin Dijkstra en Evenblij een potje curling doen. Je weet wel, die lullige sport met die bezems. Dat is een stuk minder lullig dan je denkt. Om te beginnen: blijf maar eens staan op dat spekgladde ijs. En probeer dan tegelijkertijd eens te bezemen, en dan ook nog precies goed. Behalve hilarische televisie - Frank Evenblij met een bezem op een curlingbaan is goud waard - is het vooral de slotopmerking die veelzeggend is. Na elke afgang volgt het nederige commentaar: 'Ik vond het toch moeilijker dan ik had gedacht.'
Het enige nadeel van de serie is dat op een gegeven moment, het is niet anders, alle sporten op zijn. Maar wat mij betreft beginnen de heren dan gewoon weer opnieuw, want Frank Evenblij op een curlingbaan, daar kan ik oneindig vaak naar kijken.
Martijn Simons is schrijver en columnist voor Volkskrant.nl.
Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !