15-09-2012
Boekenspecial Tweede Wereldoorlog Ook anno 2012 blijft de Tweede Wereldoorlog een onuitputtelijke bron van boeiende historische verhalen en nieuwe inzichten. De periode 1939 – 1945 is dan ook een geliefd onderwerp bij schrijvers en liefhebbers van geschiedenisboeken. De volgende recente oorlogsboeken zijn volgens de Kennislink-redactie Geschiedenis & Archeologie zeker het lezen waard.
Afbeelding: © Uitgeverij Ambo/Anthos
Anthony Beevor – De Tweede Wereldoorlog
Door Maarten Muns
‘Als we Amerikanen zijn’, schreef de Amerikaanse journaliste Anne Applebaum, ‘denken we dat de ’de Oorlog’ een gebeurtenis is die in 1941 met Pearl Harbor begon en in 1945 met de atoombom eindigde. Als we Britten zijn, denken we aan de Blitz van 1940 en de bevrijding van concentratiekamp Bergen-Belsen. Als we Nederlanders zijn denken we aan Anne Frank. Zelfs als we Duitsers zijn, kennen we slechts een deel van het hele verhaal.’
In De Tweede Wereldoorlog doet de beroemde Britse militair historicus Anthony Beevor een poging dat hele verhaal te vertellen. Beevor schreef al eerder prachtige boeken over keerpunten in de Tweede Wereldoorlog, zoals de Slag om Stalingrad, D-Day en de Slag om Berlijn. Beevor werd daarom vaak een ‘expert op het gebied van de oorlog’ genoemd. ‘Ik voelde me altijd een beetje een bedrieger als iemand dat weer eens zei. Ik wist weliswaar veel van bepaalde aspecten, maar van de oorlog als geheel wist ik te weinig. Daar moest maar eens verandering in komen’, zei Beevor in een interview met NRC Handelsblad.
De oorlog begon volgens Beevor niet met de Duitse veldtocht tegen Polen, maar al enkele maanden eerder met een veldslag tussen de Sovjet-Unie en Japan in het uiterste oosten van Mongolië. De slag bij Halhin-Gol werd gewonnen door de Russen. Japan richtte de blik hierna op de verovering van China en de westerse koloniën in Azië. Omdat de Japanse dreiging geweken was, kon Sovjetdictator Stalin zich op het Westen richten. Tijdens de oorlog hing alles met alles samen, wil Beevor maar zeggen.
Beevor beschrijft de Tweede Wereldoorlog dan ook primair als een militair conflict. Wat gebeurde er op de slagvelden, hoe bepaalden de generaals hun strategie. Niet alleen in Europa, maar ook in China, op de Atlantische Oceaan of in de Birmese Jungle. Beevor beschrijft de strategieën en tactieken behoorlijk uitputtend, maar gelukkig laat hij ook ruimte voor sprekende anekdotes uit het leven van de geteisterde burgerbevolking, die er achter het prikkeldraad het beste van probeerden te maken. Ook schroomt Beevor niet in detail de dagelijkse gang van zaken in vernietigingskampen als Treblinka of Sobibor te beschrijven.
Die afwisseling maakt het werk van Beevor een compleet en overzichtelijk, maar bij vlagen gruwelijk verhaal. De wreedheid van het conflict druipt van veel bladzijdes af. Iedereen die een compleet beeld wil van de grootste catastrofe die de mensheid ooit veroorzaakte, is bij Beevor aan het juiste adres.
Afbeelding: © uitgeverij Boom
Bart van der Boom – ‘Wij weten niets van hun lot’
Gewone Nederlanders en de Holocaust
Door Marjolein Overmeer
Dit boek leest als een protest. Een protest tegen de huidige tendens in de geschiedschrijving waarin de gewone Nederlander als onverschillige omstander niet veel beter was dan de moordende SS’er.
De historici die in de jaren ’50 en ’60 over de Jodenvervolging schreven, waren het er over eens dat de gewone Nederlander niet wist wat hun Joodse medeburgers stond te wachten in het Oosten. Naarmate de jaren vorderde werd deze visie steeds minder geloofd. Dit resulteerde in de schuldige en antisemitische omstander als het andere uiterste in 2006. Bart van de Boom wil met zijn onderzoek aantonen dat de vroegste schrijvers over de Holocaust het wel bij het echte eind hadden. Hiervoor heeft hij 164 dagboeken van Joden en niet-Joden, geletterd en ongeletterd, als bron gebruikt.
Nederlanders, Jood of niet, dachten zo lang de oorlog duurde dat de Joden in Polen zouden gaan werken. Dit zou zwaar worden maar de overlevingskansen achtte men hoger dan die bij onderduiken. Dan opgepakt worden betekende het einde, zo dreigden de Duitsers. Deze gedachtegang verklaart het geringe aantal onderduikers, het afwijzen van schuilplekken en het grote aantal Joden dat zich meldde voor transport. Meewerken was veiliger en op de lange termijn verstandiger dan protest, voor Joden en voor niet-Joden. En zo lang zou die oorlog niet meer duren, dacht iedereen bij het begin van de deportaties in de zomer van 1942.
De Duitsers hadden arbeiders nodig dus het idee dat alle Joden direct bij aankomst zouden worden vermoord, kwam niet eens bij de mensen op. En als nieuws over de moord op Joden de illegale pers bereikte, wisten de Nederlanders niet wat ze er van moesten denken. Veel dagboeklezers klaagden over het gebrek aan betrouwbaar nieuws. Moordfabrieken op massale schaal waren nooit eerder voorgekomen in de geschiedenis en de weinige klokkenluiders die hier over vertelden werden niet geloofd. Ook niet door de geallieerden, die de meeste ‘geruchten’ binnenkregen.
Daarnaast dachten Joden en niet-Joden dat de discriminerende maatregelen voor alle Nederlanders zouden gaan gelden. De Joden waren alleen eerst aan de beurt omdat de Duitsers een hekel aan hen hadden, wat Nederlanders verschrikkelijk en barbaars vonden. Eerst moesten Joden hun radio en fiets inleveren en daarna de Nederlander. Eerst moesten de Joden in Polen gaan werken en vervolgens de Nederlandse mannen vanwege de instelling van de Arbeidsinzet. Dat de doelen van de laatste twee soorten ‘deportaties’ totaal verschillend waren, daar ging niemand van uit. De door de Duitsers gehandhaafde geheimhouding van de Holocaust, om verzet tegen te gaan, werkte.
Het boek komt door de vele dagboekfragmenten tot leven. De inhoud hiervan ondersteunt de argumentatie van Van der Boom. De gewone Nederlander wist niet dat zijn Joodse landgenoot, waar hij wel degelijk mee meeleefde, de onvermijdelijke dood in de gaskamer tegemoet ging. Van der Boom duikt in de oorlogstijd in plaats van er later op terug te kijken en te oordelen. Het boek verklaart alleen niet waarom andere Europese landen na de oorlog procentueel een stuk minder Joodse slachtoffers hadden te betreuren.
Afbeelding: © Uitgeverij Contact
Bas Kromhout – De Voorman. Henk Feldmeijer en de Nederlandse SS
Door Maarten Muns
Tijdens de bezettingstijd in Nederland had je verschillende soorten collaborateurs die meehielpen ons land aan de Duitsers over te leveren. De belangrijkste tegenstelling was die tussen de aanhang van NSB-leider Anton Mussert, die Nederland onafhankelijk van Duitsland op nationaal-socialistische leest wilde schoeien en Meinout Rost-van Tonningen, die Nederland het liefst zag opgaan in een Groot-Germaans Rijk. Dat laatste wilden Nazi-kopstukken als Heinrich Himmler en Adolf Hitler zelf ook.
Bas Kromhout schreef een biografie, waarop hij onlangs zelfs promoveerde, van een veel minder bekende collaborateur. Henk Feldmeijer had grofweg dezelfde ideeën als Rost-van Tonningen, maar stond hoger in de nazi-pikorde. Hij was door Himmler uitverkoren om een Nederlandse afdeling van de SS op te richten om Nederland te nazificeren. Kromhout zet Feldmeijer neer als een radicale en rechtgeaarde nazi, die qua fanatisme niets onderdeed voor zijn collega’s uit het Derde Rijk.
Zo vertrok Feldmeijer als ‘rechtgeaarde SS-man’ in 1941 naar het Oostfront, om te strijden tegen de bolsjewistische aartsvijand. Daar is hij getuige van de ondergang van de Duitse Wehrmacht bij Stalingrad. ‘De les van het front’ maakte een onuitwisbare indruk op Feldmeijer. Vanaf dat moment was de stijd van het nationaal-socialisme een alles-of-niets-strijd. Die overtuiging leidde ertoe dat hij na terugkeer in Nederland moordpartijen op verzetsmensen begon te coördineren.
Naast historicus is Kromhout vooral ook journalist. Hij heeft weinig op met de veronderstelling dat een academisch proefschrift per definitie saai moet zijn. Dat is te merken aan de spekende manier waarop hij het leven van zijn hoofdpersoon en de bijbehorende tijdgeest beschrijft. De Voorman geeft dan ook een levendige kijk in het leven en de radicalisering van een van Neerlands’ belangrijkste collaborateurs.
(Kennislink)