abonnement Unibet Coolblue
pi_110664181
20-04-2012

Heeft Stonehenge een zusje in Zweden?



Stonehenge heeft een jonger zusje: Ales stenar in Zweden. Wetenschappers zijn er van overtuigd dat het monument een kalender is.

In 1989 werd het stenen monument ontdekt in het Zweedse landschap Skåne. Nu, 23 jaar later, zeggen wetenschappers Ales stenar te hebben ontcijferd. In een onderzoek schrijven zij dat het monument gebouwd werd als een kalender, net zoals Stonehenge. Beiden lijken gebouwd met dezelfde basale meetkunde in het achterhoofd. De overeenkomsten tussen de monumenten suggereren dat er sprake is van een Engelse invloed in het zuidelijke Scandinavië.


De opbouw van Ales stenar hangt nauw samen met de zonsopkomst en zonsondergang bij de winter- en zomerwende (blauwe pijlen). De 'cup marks' op de twee stenen (nummers acht) hangen samen met de bewegingen van de zon.

Ales stenar
Ales stenar werd volgens de onderzoekers in de late Bronstijd, tussen ongeveer 600 en 800 voor Christus, gebouwd en heeft de vorm van een 69,8 meterlang en 18,8 meter wijd schip. Het bestaat uit 57 rechtopstaande stenen. Het stenen schip is georganiseerd als een kalender die de jaarlijkse en dagelijkse bewegingen van de zon aanwijst. Het bevindt zich boven op een 40 meter hoge morene, een landvorm gevormd door een gletsjer of ijskap. Een aantal stenen zit vol ‘cup marks‘, dit zijn inkervingen die vaak op megalithische stenen werden aangebracht. Dit was erg populair tijdens de Bronstijd, maar ook tijdens de nieuwe steentijd en de vroege ijzertijd. Op twee stenen zijn de ‘cup marks‘ op de top uitgelijnd naar de bewegingen van de zon (zie afbeelding). Een eerste aanwijzing dat Ales stenar in de Bronstijd gebouwd werd, en een kalender is.

Kalender
De onderzoekers fotografeerden een jaar lang de zonsopkomst en zonsondergang op verschillende dagen en tijdstippen. Hieruit blijkt dat een dag 16 stenen telt en dat iedere steen 1,5 uur representeert. Ook ontdekte het team dat de meting van Ales stenar sterk lijkt op de Megalithic Yard. Dit is een bepaalde meting die in heel Engeland werd gebruikt tijdens de Brons- en nieuwe steentijd. Hoewel het monument de vorm van een schip heeft, zien de onderzoekers er ook andere vormen in. Zoals een rechthoek van de vier stenen genaamd nummer 8 in de afbeelding. Maar ook een cirkel door de hoeken van de rechthoek en de stenen die vanaf het midden uitlijnen naar de zonsopkomst bij de zomerwende en de zonsondergang bij de winterwende. Daarnaast is er een uitlijning te zien vanaf de zonsopkomst bij de zomerwende. De drie meetkundige tekenen hebben de wetenschappers gebruikt in hun vergelijking met Stonehenge.



De verschillende stenen lijnen allemaal uit naar een zonsopkomst of zonsondergang in verschillende jaargetijden. De equinoxen moeten de herfst en lente voorstellen.

Stonehenge
En deze vergelijking lijkt goed bewijs te zijn voor het feit dat Stonehenge er een zusje bij heeft. Want Stonehenge heeft exact de drie zelfde eigenschappen als het monument in Zweden. De rechthoek die gevormd wordt door de zogeheten Station stones, de cirkel die ook wel Aubrey Holes wordt genoemd en de lijn van de eerste zonnestralen bij de zomerwende. In de laatste afbeelding zijn twee foto’s van zowel Stonehenge als Ales stenar over elkaar heen gelegd. De cirkels overlappen elkaar perfect en de uitlijning van de eerste zonnestralen bij de zomerwende zijn identiek. “Dit kan nauwelijks toeval zijn. Het suggereert dat beide monumenten volgens de zelfde meetkundige principes zijn gebouwd. Het klinkt misschien wonderbaarlijk vanwege de afstand tussen de twee bouwwerken en het verschil in tijd. Stonehenge werd namelijk gebouwd in de nieuwe steentijd, veel eerder dan Ales stenar. Maar het is mogelijk dat er toch een grotere culturele uitwisseling is geweest tussen Engeland en Scandinavië dan voorheen werd gedacht,” schrijft Nils-Axel Mörner, de auteur van het onderzoek.


De drie meetkundige eigenschappen in Stonehenge kunnen ook gezien worden in Ales stenar.

Hoewel Mörner ervan overtuigd is dat het om een kalender gebouwd in de Bronstijd gaat, twijfelen anderen daaraan, zo meldt Livescience. Zij gebruiken onder andere doorslaggevende koolstofdateringen als argument. Volgens hen zou Ales stenar 1400 jaar geleden gebouwd zijn, aan het einde van de Scandinavische IJzertijd. Volgens Mörner is het echter overduidelijk, Ales stenar werd gebouwd in de Bronstijd als een kalender. “Beide monumenten zijn gebouwd met dezelfde meetkunde en gebruiken de Megalithic Yard als meting,” schrijft hij. “Stonehenge heeft een jonger zusje, maar zij is zo veel mooier.” De wetenschapper vindt dan ook dat Ales stenar moet worden opgenomen in de Werelderfgoedlijst.

(scientias.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_110664467
23-04-2012

Beeld van de tweeling van Cleopatra ontdekt



Eindelijk krijgt de tweeling van Cleopatra en Marcus Antonius een gezicht nu een beeld van het jongetje en meisje is opgedoken.

Een Italiaanse onderzoeker heeft in de collectie van een museum in Caïro een beeld teruggevonden dat de kinderen laat zien. Dat meldt CNR (Consiglio Nazionale delle Ricerche): een Italiaans onderzoeksinstituut.

Kinderen
“Antonius en Cleopatra hadden een tweeling en een zoon genaamd Ptolemaeus Philadelphus,” vertelt Josephine Capirotti, de Italiaanse onderzoeker die het beeld van de tweeling herontdekte. “Van de drie kinderen is slechts één afbeelding bekend en dat is een afbeelding van Cleopatra Selene II, vrouw van koning Juba II.” Haar hoofd pronkt op de achterzijde van een munt en er is een beeld van haar teruggevonden. Maar hoe haar tweelingbroertje Alexander Helios en andere broertje Ptolemaeus Philadelphus er uitzagen? Dat wisten we lang niet. Waarschijnlijk komt dat mede doordat de jongens kort leefden: na de zelfmoord van Cleopatra en Marcus Antonius zijn ze hoogstwaarschijnlijk vermoord.


Het beeld van de tweeling van Cleopatra en Marcus Antonius. Foto: Giuseppina Capriotti.

Beeld
En nu is er dus eindelijk een beeld gevonden waarop de tweeling van Cleopatra en Marcus Antonius te zien is. Het beeld is ongeveer 90 centimeter hoog en laat een jongetje en een meisje zien. De kinderen knuffelen met elkaar en worden vergezeld door twee slangen. Op het hoofd dragen de kinderen een soort schijf. Die van de jongen staat voor de zon, die van het meisje voor de maan. De stijl van het beeld doet denken aan de beelden die we ook van Cleopatra kennen. “De stijl van de figuren, in het bijzonder de hoofden, doet denken aan Grieks-Egyptische beelden,” stelt Capriotti. Het beeld lijkt ook sterk op dat van Pakhom, een Egyptische gouverneur. Waarschijnlijk is het dan ook gemaakt door Egyptische kunstenaars. Het beeld van Pakhom stamt uit de periode tussen 50 en 30 voor Christus, de tijd waarin ook de tweeling ter wereld kwam en opgroeide.

Zon en de maan
Maar hoe weten we nu zeker dat het om de kinderen van Cleopatra gaat? Allereerst vanwege de verwijzing naar de zon en de maan. “De omhelzing van de twee kinderen kan verwijzen naar de nachten met volle maan of naar de zonsverduistering die plaatsvond toen de twee kinderen van Cleopatra door Marcus Antonius als zijn kinderen erkend werden. Daarom kregen de kinderen ook de extra namen ‘Helios’ en ‘Selene’.”

Ook het feit dat het beeld een vermenging van de Griekse en Egyptische cultuur is, wijst erop dat Cleopatra er iets mee van doen heeft. Cleopatra kwam oorspronkelijk namelijk uit Griekenland. “In de Egyptische mythe wordt de maan geassocieerd met mannelijke goden, in de Grieke traditie wordt de maan juist met vrouwen geassocieerd.” Hier zien we hoe het meisje juist met de maan wordt geassocieerd. “Een synthese tussen twee grote tradities.”

(Scientias.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
  Eindredactie Frontpage / Forummod maandag 23 april 2012 @ 16:11:57 #103
168091 crew  Cobra4
mr. Dkut
pi_110678556
Herdenking Tiendaagse Veldtocht 1831 met koninklijk tintje

De veldslag van 6 augustus 1831 bij Houthalen is zaterdag in deze Belgisch-Limburgse plaats herdacht. Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Astrid van België, evenals militaire detachementen uit haar land woonden de plechtigheid bij. De Vaandelwacht en een detachement van 42 Pantserinfanteriebataljon Limburgse Jagers vertegenwoordigde de Koninklijke Landmacht.



De Maaskei, een zaterdag onthuld monument op het terrein van een vroeger observatie- en opleidingskamp, herinnert nu weer aan de gebeurtenissen van 1831. Destijds, na de val van Napoleon, werden in 1814 en 1815 de Nederlanden samengevoegd tot een land om een sterkere natie ten noorden van Frankrijk te creëren. Het zuiden scheidt zich na 15 jaar echter af van het Koninkrijk der Nederlanden en de Belgische onafhankelijkheid leidt in augustus 1831 tot een militaire confrontatie: de Tiendaagse Veldtocht.

Cort Heyligers

Tijdens deze tocht van 2 tot 12 augustus 1831 op de as Eindhoven - Hasselt speelt zich op 6 augustus tussen het Belgische Maasleger en de Nederlandse Reservedivisie van Cort Heyligers. een veldslag af bij Houthalen. Vanuit het Observatie- en Opleidingskamp te Zonhoven zorgen Belgische eenheden voor een onderbreking van de Nederlandse opmars. De onaangenaam verraste Nederlandse troepen trekken zich tijdelijke terug om later, sterker en gereorganiseerd, de opmars voort te zetten.

Gedenktekens

Familieleden van de Nederlandse gesneuvelden richtten in Houthalen in september 1831 een inmiddels gerestaureerd grafkruis op. Daarnaast getuigen nu ook 2 gedenkpanelen aan de inzet en de offers die daarbij zijn gebracht door de Belgische en de Nederlandse eenheden. De gedenktekens zijn tevens voor de burgers van Houthalen die bij de gevechten op 6 augustus 1831 het leven lieten.

Na de plechtigheden, die getuigden van verbroedering en vriendschap, kreeg Prinses Astrid een boek met een gedetailleerd beeld van de gebeurtenissen van toen.

Bron: http://www.defensie.nl/ac(...)et_koninklijk_tintje
"Any officer who goes into action without his sword is improperly dressed." - "Mad Jack" Churchill DSO MC
  Eindredactie Frontpage / Forummod woensdag 25 april 2012 @ 23:47:08 #104
168091 crew  Cobra4
mr. Dkut
pi_110798227
Comité 4 en 5 mei geschokt door kritiek CIDI

AMSTERDAM - Het Nationaal Comité 4 en 5 mei is verbijsterd door de kritiek van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) op een gedicht dat tijdens de dodenherdenking op de Dam in Amsterdam wordt voorgedragen. Het gedicht van de 15-jarige scholier Auke de Leeuw gaat over de 'foute keuze' van zijn oudoom, die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog aansloot bij de Waffen-SS.

Volgens het CIDI wordt de SS'er daarmee op eenzelfde niveau gezet als de echte slachtoffers van het nazibewind, terwijl veel SS'ers bloed aan hun handen hebben. CIDI-directeur Ronny Naftaniel vindt het niet passend om juist tijdens de dodenherdenking de gevolgen van de verkeerde keuze gelijk te stellen aan de dood van verzetshelden, Joden en andere slachtoffers van het naziregime.

Dat is „een belediging naar allen die als daadwerkelijk slachtoffer het leven lieten”, schrijft Naftaniel in een brief aan directeur Nine Nooter van het Natonaal Comité 4 en 5 mei, dat de jaarlijkse dodenherdenking organiseert.

Nooter reageerde woensdagavond verrast en noemde het teleurstellend dat ze de kritiek van het CIDI via de media moest vernemen. Ook is ze geschokt dat het CIDI het gedicht van de jongen „niet goed heeft gelezen en niet goed heeft begrepen”, alsof hij een pleidooi houdt om daders te herdenken. „Hoe fout kun je een kind begrijpen”, zei Nooter. De Leeuw vindt het belangrijk dat mensen de geschiedenis beter kennen. Hij brengt volgens Nooter juist een dilemma onder woorden door te beschrijven hoe er binnen een gezin goede en foute keuzes zijn gemaakt. Vier kinderen in het gezin van de oudoom zaten in het verzet en hebben waarschijnlijk levens gered, één kind trok naar het Oostfront, aldus Nooter.

Vooral de slachtoffers moeten op 4 mei worden herdacht, niet de daders, aldus Naftaniel. Hij waarschuwt voor een hellend vlak waarop het ook mogelijk zal zijn „om Eichmann ooit als slachtoffer te herdenken”. Die opmerking „schokt mij”, zei Nooter. Adolf Eichmann was een van de belangrijkste organisatoren van de Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Nooter wil met het CIDI in gesprek. Wat haar betreft, leest De Leeuw zijn gedicht gewoon voor op de Dam. Dat is ook de prijs die hij met zijn gedicht heeft gewonnen.

Hieronder de integrale tekst van het gedicht Foute Keuze van de 15-jarige Auke de Leeuw

Mijn naam is Auke Siebe Dirk

Ik ben vernoemd naar mijn oudoom Dirk Siebe

Een jongen die een verkeerde keuze heeft gemaakt

Koos voor een verkeerd leger

Met verkeerde idealen

Vluchtte voor de armoede

Hoopte op een beter leven

Geen weg meer terug

Als een keuze is gemaakt

Alleen een weg vooruit

Die hij niet ontlopen kan

Vechtend tegen Russen

Angst om zelf dood te gaan

Denkend aan thuis

Waar Dirk z'n toekomst nog beginnen moet

Zijn moeder is verscheurd door de oorlog

Mama van elf kinderen, waarvan vier in het verzet zitten

En een vechtend aan het oostfront

Alle elf had ze even lief

Dirk Siebe kwam nooit meer thuis

Mijn naam is Auke Siebe Dirk

Ik ben vernoemd naar Dirk Siebe

Omdat ook Dirk Siebe niet vergeten mag worden.


Bron: http://www.telegraaf.nl/b(...)_kritiek_CIDI__.html
"Any officer who goes into action without his sword is improperly dressed." - "Mad Jack" Churchill DSO MC
pi_110964229
quote:
Zeeuws-Vlaanderen was eerste met oranje wimpel

OOST-SOUBURG - De oranje wimpel die mag worden gehesen bij de Nederlandse vlag werd voor het eerst massaal in Zeeland gebruikt. Dat heeft vlaggendeskundige Jos Poels uit Doetinchem uitgezocht.
http://www.omroepzeeland.(...)-wimpel#.T56ND-2Pegw
pi_110986590
20-04-2012

Interview: Onzin over de Oudheid

Oudhistoricus Jona Lendering schreef onlangs het boek ’De klad in de klassieken", waarin hij de droevige toestand van de oudheidkunde aan Nederlandse universiteiten aan de kaak stelt. “Dat Archimedes met spiegels Romeinse oorlogsschepen in brand stak, staat niet in de bronnen en is in strijd met de natuurwetten. Dat hoort dus niet in een boek te staan. Punt uit.”

In uw recente boek, De klad in de klassieken, schrijft u dat de academische oudheidkunde een aflopende zaak is, een zinkend schip. Waarom bent u zo somber over uw eigen vakgebied?

“Er zijn twee problemen. De eerste is een grondslagencrisis. De oudheidkunde (dat wil zeggen: archeologie, oude-geschiedenis en oude talen) claimt sinds de vroege negentiende eeuw dat de Grieken, Joden en Romeinen de basis legden voor de westerse cultuur. Dan veronderstel je continuïteiten van twintig eeuwen. De sociale wetenschappen hebben die sterk geproblematiseerd. Je moet bewijzen dat een verschijnsel, dat zich in de loop der eeuwen in veel verschillende vormen heeft gemanifesteerd, een kern heeft die altijd dezelfde is gebleven. Dat is zo makkelijk nog niet maar er zijn nog legio mensen die Griekenland zonder nadenken als onze bakermat claimen.”


Antieke weergave van de heldhaftige Griekse strijder Odysseus tegen zijn vijanden.

.“Ook vergelijkingen tussen toen en nu zijn problematischer dan wel wordt aangenomen. Je kunt niet zomaar de oorlogsvoering van de homerische krijgers van de Ilias, levend in een herderscultuur, vergelijken met oorlogsvoering in de postindustriële samenleving. Men maakt dit soort vergelijkingen echter aan de lopende band.”

“Deze problematiek wordt door oudheidkundigen genegeerd. Logisch ook, want om voor subsidiëring in aanmerking te blijven komen, moet je een of andere relevantie claimen en je gaat dus niet hardop aan jezelf twijfelen. De structuur van het wetenschappelijk bedrijf heeft zo invloed op de onderzoekskeuzes. Maar in feite doe je het verleden geweld aan als je het bestudeert met ergens in je achterhoofd dat de subsidiëring niet op de tocht mag komen staan.”

“Dit werkt het tweede probleem in de hand. Er wordt teveel onwaars verteld over de oude wereld. Nu weet ik wel dat ‘de’ waarheid is geproblematiseerd, maar dat is geen excuus om er niet naar te streven. En los daarvan: sommige zaken zijn, bij elke praktische definitie van waarheid, simpelweg niet waar. Dat de Griekse ingenieur Archimedes met spiegels Romeinse oorlogsschepen in brand heeft gestoken, staat niet in de bronnen en is in strijd met de natuurwetten. Dat hoort dus niet in een boek te staan, punt uit.”

Hoe komt het dat in de Middeleeuwen en Renaissance verzonnen verhalen – zoals Archimedes’ brandspiegels – over de Oudheid nog steeds bij veel mensen als waargebeurd worden gezien?



Volgens een middeleeuwse mythe zou de Griekse uitvinder Archimedes door fel zonlicht via een spiegel te laten weerkaatsen Romeinse oorlogsschepen in brand hebben gestoken.

“Van die spiegels, dat begrijp ik ook niet. Het is in elk geval niet omdat het een onschuldige vergissing zou zijn. Wie de natuurwetten negeert, is een pseudowetenschapper. Toen onlangs in Delft een voorlichter in zijn vrije tijd vertelde te geloven in UFO’s, stelden ze daar een begeleidingscommissie in. De Nederlandse oudhistorici zijn intelligente mensen, die donders goed weten dat het slecht is voor het aanzien van het vak als een collega pseudowetenschap naar buiten brengt. Maar anders dan die Delftenaren, doen ze niets."

“Het lijkt wel of het ze niet interesseert, hoe het vakgebied naar buiten komt. Als ze al iets uitleggen, is het in de trant van ‘dit zijn de feiten, en daarmee moet u het doen’. De methode wordt nooit uitgelegd, zodat menigeen denkt dat iedereen wel een geschiedenisboek kan schrijven. Leg de methode wel uit, zou ik zeggen, en je neemt kwakhistorici als Tom Holland de wind uit de zeilen.”

“En leg vooral uit hoe de methoden hebben bijgedragen aan de Europese cultuur. De Reformatie is een gevolg van het ontstaan van de tekstkritiek; de secularisering van het wereldbeeld volgt op Scaligers studie van de antieke chronologie; we definiëren de verwantschap tussen volken aan de hand van de overeenkomsten tussen hun talen; Darwins evolutietheorie is ondenkbaar zonder de Lachmannmethode voor tekstkritiek; de Arische mythe is ontstaan door slordige lectuur van Tacitus; het liberale vooruitgangsgeloof had geen basis tot de archeologen die legden. Allemaal ondenkbaar zonder doorbraken in de oudheidkunde. Het is dus overduidelijk een relevant vakgebied.”


Het Renaissance-meesterwerk ‘De Atheense School’ van Rafael Santi. Tijdens de Renaissance ontstond er hernieuwde belangstelling voor de klassieke oudheid.

.“Maar de oudheidkundigen zwijgen helaas. Een deel van de verklaring is dat universiteiten weliswaar drie wettelijke plichten hebben – onderzoek, onderwijs, overdracht – maar dat de financiering en het toezicht zich beperken tot de eerste twee. Je krijgt geen geld voor publieksvoorlichting en het wordt ook niet gecontroleerd. En dus wordt de burger de sluitpost op de begroting.”

Wie zou precies wat moeten doen om correcte kennis van de oudheidkunde bij het publiek te verbeteren?

“Uiteindelijk draait alles om de bereidheid van de universiteiten om informatie door te geven. Dat is nu niet het geval. De academische oudheidkunde schittert bijvoorbeeld op het internet door afwezigheid, terwijl iedereen je kan vertellen dat de meeste historische kennis dáár wordt overgedragen. De Vlamingen doen dat beter, kijk maar de website van de Leuvense universiteit over de Olympische Spelen. Wie het internet negeert is alsof je nog met ganzenveer en perkament werkt terwijl de drukpers al is uitgevonden.”

Wat zou u (aankomende) studenten klassieke talen of oude geschiedenis willen meegeven?


Antieke weergave op een amfora van bokswedstrijd tijdens de Olympische Spelen in het oude Griekenland.

“Ai, een gewetensvraag! De oudheidkunde is een machtig mooi vak. Elke student zal een mooie tijd hebben, en dan na vier jaar constateren dat de docenten niet zijn toegekomen aan de wijze waarop de oudheidkundige methode Europa heeft helpen vormen. Dat is onbevredigend, maar zelf zoeken naar de kern van de zaak, betekent dat je aanloopt tegen de langstudeerboete. Dat geldt ook voor andere vakken. Wie vroeger een MO-akte (lerarenopleiding voor het voortgezet onderwijs, red.) Nederlands haalde, kon en wist meer dan een master nu."

“Het zou onterecht zijn als ik verzweeg dat het letterenonderwijs momenteel niet ver genoeg gaat en dat de student die zich wél wil verdiepen, failliet gaat. Misschien hervormt het letterenonderwijs nog, maar op dit moment zou ik iedereen een studie afraden. Ik zeg dat niet met plezier, maar het voor een student eerlijkste advies is weg te blijven.”

Maar is het ondanks dat alles niet ook gewoon een heel mooi vakgebied?

“Jazeker. We moeten alleen eens heel goed gaan nadenken over de vraag of de universiteit nog wel de beste institutionele inbedding is voor de geesteswetenschappen. Vandaar mijn boek."

“De recensies gingen meestal in op bijzaken. Dat de sociale wetenschappen tot conclusies zijn gekomen die haaks staan op de axioma’s van de oudheidkunde, dat er een wolk aan misleidende onzinverhalen rond de oudheidkunde hangt, en dat de overdracht van informatie niet wordt gecontroleerd, lijkt niemand te willen weerleggen. Dat verbaasde me.”

Als de universiteiten niet langer de juiste plaats zijn voor het beoefenen van de oudheidkunde en de geesteswetenschappen in het algemeen, hoe zou u de toekomst van uw vakgebied dan het liefst zien?



De Perzische koning Xeres voerde met zijn legers regelmatig oorlog tegen de Grieken, maar met de wortels van de huidige Europese cultuur heeft dit weinig te maken.

“In de eerste plaats moet de oudheidkunde zich opnieuw als een wetenschap presenteren. Oudheidkundigen moeten niet langer in de pers komen met trivialiteiten als ‘schoonmoedermoppen hadden ze in Athene ook al’. Het moet draaien om de theoretische bijdragen. Dán begrijpen mensen dat oudheidkunde een echte wetenschap is, dat de vaktheorie belangrijk is, dat je zonder die vakkennis geen goed historicus kunt zijn, dat niet iedereen een geschiedenisboek kan schrijven en dat de vakopleidingen ergens toe dienen. Rens Bod heeft met zijn boek De vergeten wetenschappen het werk gedaan dat al dertig jaar geleden had moeten zijn verricht."

“Verder denk ik dat er een financieringsmodel moet komen waarin de overdracht van informatie naar de samenleving – nogmaals: een wettelijke plicht – een belangrijkere plaats krijgt. Zolang in de openbare bibliotheek boeken liggen waarin staat dat het verloop van de Perzische Oorlogen van beslissend belang is geweest voor de Europese cultuur, krijgt de burger geen adequate informatie terug voor zijn belastingafdracht en is de subsidiëring van de oudheidkunde ondoelmatig.”

“En dat is niet nodig, want er valt met adequate overdracht geld te verdienen. Veel geld, want heel veel mensen zijn geïnteresseerd in de Oudheid. Zelf kan ik leven van mijn werk als popularisator. Het geld dat zij nu uitgeven aan de boeken van kwakhistorici kan ook gaan naar onze universiteiten. De investering in boeken en websites die wél goed zijn verdient zich gewoon terug.”

Jona Lendering werkt voor Livius Onderwijs. De Nederlandse onderzoeksschool van classici en oudhistorici, Oikos, onderscheidde hem in 2010 voor zijn werk als popularisator. Hij publiceerde diverse boeken. De klad in de klassieken is zijn meest recente werk.

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_110986646
23-04-2012

Mythologie in de schilderkunst

Weet jij welk verhaal de schilder vertelt?

In de 16e en 17e eeuw maakten kunstenaars veel schilderijen met mythologische onderwerpen. In eerste instantie roept dat vragen op: wat vond de kerk van deze heidense toestanden? En waren de schilderijen alleen voor de klassiek geschoolde elite? Of begreep Jan met de pet ook welk verhaal was uitgebeeld? Het blijkt dat we vandaag de dag minder in aanraking komen met klassieke mythologie dan de mensen in de 17e eeuw. De bekende mythes, die nu voornamelijk op het gymnasium worden onderwezen, kende toen bijna iedereen.

Nazaat van Hektor
Ondanks de kerstening van de heidense bevolking in Europa tijdens de vroege middeleeuwen, verdwenen de verhalen over helden en goden niet helemaal. Geleerde kerkvaders zoals Augustinus vonden het beter om de bruikbare elementen uit deze verhalen aan het nieuwe geloof te passen. Dit gold niet alleen voor Germaanse verhalen maar ook voor Romeinse. Zo kon de ongeletterde bevolking via hun eigen verhalen bekend raken met de nieuwe christelijke mores en gebruiken.

De mythes uit de Klassieke Oudheid die het meest bekend waren gebleven stamden uit de Ilias en de Odyssee van Homerus en uit de Metamorfosen van Ovidius. De teksten van Homerus, die in bewerkte versies bewaard waren gebleven, waren vooral geliefd bij Europese edelen. Hierin stonden de Trojaanse helden, die na de brand van hun vaderland over Europa waren uitgewaaierd om daar vorstenhuizen te stichten. Europese edelen claimden graag afstammelingen te zijn van deze Trojanen om hun status te vergroten. Vooral Trojaan Hektor was erg populair terwijl in oudere teksten juist zijn Griekse tegenstander Achilles de nobele held was.

De Metamorfosen van Ovidius kwam weer in de picture tijdens de Renaissance, een periode waarin weer terug werd gegrepen naar de Klassieke Oudheid. Het vrouwelijk naakt was al 1000 jaar een taboe in de kunst en de richtlijnen, waarnaar de klassieke schilders en beeldhouwers werkten, waren in de vergetelheid geraakt. De vrome kunstenaar Sandro Botticelli bracht daar rond 1486 verandering in met zijn schilderij De geboorte van Venus. De Katholieke kerk was in die tijd de grootste opdrachtgever maar dit schilderij was besteld door, waarschijnlijk, de machtige Toscaanse de’ Medici familie. Totaal buiten de kerkelijke traditie schilderde Botticelli de mooie en gracieuze Venus in volle glorie op het doek.


Geboorte van Venus door Botticelli rond 1486 Afbeelding: © Wikicommons

.Hij maakte duidelijk gebruik van anatomische studies voor het lichaam van zijn godin. Ook de ideale afmetingen, zoals beschreven in de richtlijnen van klassieke kunstenaars, had hij verwerkt. Het onderwerp van het schilderij was bij nog niet veel mensen bekend en de opdrachtgever zal daarom een liefhebber zijn geweest van de nieuwe stroming. Vanuit Italië, waar schilderijen met naakte godinnen vooral bij de edelen erg populair werden, verspreidde deze mode zich over de rest van Europa. In de Nederlanden was het schilder Jan Gossaert die begin 16e eeuw de mythologische verhalen als onderwerp voor zijn werk ging gebruiken. De schilders verbeeldden de Klassieke Oudheid zoals zij dachten dat het er uit gezien moest hebben. Belangrijk hierbij waren, naast de naakten, de klassieke architectuur met veel zuilen en de kostuums van de figuren.

Ovidius superhip
Maar de echte hype begon na het midden van de 16e eeuw. In de literatuur waren de Metamorfosen erg populair geworden onder het gewone volk. Ze verschenen niet alleen in het Latijn voor de geletterde bevolking maar ook in de volkstaal en geïllustreerd voor de rest. In deze versie van de Metamorfosen zag je een prent met een titel en een kort versje eronder. Deze tekst was geen letterlijke vertaling van Ovidius maar meer een moralistische uitleg bij de prent. De eerste geïllustreerde Metamorfosen in het Nederlands verscheen in 1557. Deze prenten bij de klassieke verhalen waren enorm populair en bij elke herdruk of nieuwe uitgave werden ze weer gebruikt. Hierdoor waren de afbeeldingen zo bekend geworden onder de mensen, dat de latere schilders uit de 17e eeuw de composities van de prenten vaak overnamen. Uitleg over het afgebeelde was dan verder niet nodig. Vandaar dat de composities van schilderijen, die dezelfde mythe uit de klassieke oudheid afbeeldden, vaak op elkaar leken.

Neem het Parisoordeel: het verhaal waarin Paris de Gouden Appel aan de mooiste godin schonk. (Dit verhaal kwam oorspronkelijk uit de Ilias maar werd in de Middeleeuwse versies van de Metamorfosen besproken.) Deze scène is maar een klein onderdeel van een langer verhaal maar ook nu nog is het bij veel mensen bekend. Dit hebben we te danken aan de schilders uit de 17e eeuw. Zij kozen voor hun schilderij vaak het moment waarbij Venus de appel krijgt of net heeft gekregen van Paris. Precies deze scène was op de prenten uit de 16e eeuw al weergegeven zodat jong en oud wist wat de schilder wilde vertellen met zijn naakte dame en haar appel. De moraal van het verhaal uiterlijke schoonheid en lust brengt de mens ten val was ook niet nieuw vanwege de tekstuele uitleg bij deze prenten. De toeschouwer wist dat het hier niet om de naakte vrouw ging maar om de les erachter. Tekstuele uitleg mocht dan niet mogelijk zijn bij schilderijen maar vanwege de kennis van de onderschriften bij de prenten was het ook niet nodig.


Venus met de gouden appel van Paris door Jan Saenredam (tussen 1580 en 1607) Afbeelding: © Wikicommons

.Gewrongen lichamen
In de 16e eeuw komt een stroming op in de schilderkunst die we nu het Maniërisme noemen. Bij deze manier van schilderen stond het lichaam centraal: de schilder gaf de naakte lichamen weer in de meest moeilijke houdingen waardoor spiermassa’s en kronkelende ledematen goed konden worden waargenomen door de toeschouwers. Het schilderen van deze naakte lichamen werd gezien als een staaltje virtuositeit van de schilders. Ze konden door middel van deze stijl aan iedereen laten zien hoe goed ze waren in hun vak. Het genre waarbinnen de schilder zijn ultieme vaardigheden kon tonen wordt de historieschilderkunst genoemd. Schilderijen uit dit genre, de historiestukken, verbeeldden scènes uit de geschiedenis. De naakte lichamen van de goden in de mythologische verhalen uit de Klassieke Oudheid, maar ook verhalen uit de bijbel, leenden zich daarom goed voor dit genre.

De historieschilderkunst was het belangrijkste genre binnen de schilderkunst van de 17e eeuw. Niet alleen vanwege de virtuoos geschilderde figuren maar ook vanwege de onontbeerlijke kennis van de geschiedenis. De Vlaamse kunstschilder Karel van Mander beschreef het genre al in zijn Schilderboeck in 1604. Hij wilde met zijn boek de schilderkunst van ambacht tot kunst verheffen. En gedegen kennis over de nieuwe en oude theorieën van het schilderen en over onderwerpen uit de Klassieke Oudheid waren daarbij noodzakelijk. Dit stond allemaal in Van Mander’s boek evenals namen van oude meesters uit de Klassieke Oudheid. En omdat de Metamorfosen van Ovidius zo populair waren, had hij de uitleg van de mythologische verhalen als bijlage aan zijn boek toegevoegd.

Mythologische onderwerpen waren dus erg belangrijk in de kunst van de 17e eeuw. De schilder kon hiermee aantonen dat hij kennis bezat over de Klassieke Oudheid en hij kon laten zien hoe goed hij het menselijk naakt kon afbeelden. Nu waren er twee soorten naakt: het erotische naakt en het historische naakt.


Anna du Pire als Granida, door Bartholomeus van der Helst (1660) Afbeelding: © wikicommons

.In het eerste geval werd de mythologie aangegrepen als excuus om een naakte vrouw te schilderen. Vaak werden deze schilderijen opgehangen in privévertrekken. De eigenaren hadden ze om aan hun vrienden te laten zien of om de sfeer in de slaapkamer wat spannender te maken: er werd zelfs gedacht dat de afbeelding van een naakte vrouw de vruchtbaarheid zou verhogen. Dit soort schilderijen kreeg een jong bruidspaar uit betere kringen nog wel eens cadeau. In sommige gevallen was het echtpaar zelf afgebeeld als klassieke goden of helden. De jonge bruid stond halfnaakt afgebeeld als de liefdesgodin Venus of een andere mythische schone. Deze schilderijen, die nu in volle glorie in musea over de hele wereld hangen, waren in de 17e eeuw niet gemaakt voor andere ogen dan die van de naaste bekenden.

De historische naakten waren minder expliciet en vaak voorzien van een christelijk moraal. De meest afgebeelde scène in Nederland (maar niet daarbuiten) komt uit het verhaal van Vertumnus, de god van de herfst. Hij bezocht in de gedaante van een oude vrouw Pomona, de godin van tuinen en boomgaarden. Hij wilde met haar trouwen maar omdat ze niets te maken wilde hebben met de liefde of met mannen, moest hij een list verzinnen. Als oude vrouw probeerde hij haar te overtuigen van de voordelen van een huwelijk.


Vertumnus en Pomona door Hendrik Goltzius, 1613 Afbeelding: © wikicommons

.Het naast elkaar plaatsen van een jonge en oude vrouw was erg populair in de schilderkunst. De schilder kon hiermee laten zien hoe kundig hij alle stadia van de menselijke huid kon uitbeelden. Dit werd gezien als een van de grootste uitdagingen voor een schilder. Daarnaast kwam de moraal om de hoek kijken: alle aardse schoonheid is vergankelijk. Afbeeldingen van deze vergankelijkheid zijn in grote getale en in veel varianten terug te vinden in de 17e eeuw. Maar door het gebruik van een jonge en oude vrouw in één schilderij is de verwijzing heel nadrukkelijk aanwezig.

Rembrandt
Bij Nederlands meest beroemde schilder uit de 17e eeuw, Rembrandt van Rijn, waren schilderijen gemaakt met een klassiek thema heel zeldzaam. Hoewel ook voor hem het historiestuk bovenaan de hiërarchie stond, schilderde hij voornamelijk stukken met een Bijbels thema. De grote uitzondering is De ontvoering van Europa uit 1632. Hij was een meester in het vastleggen van een emotioneel moment, zo ook hier. Europa klampt zich hevig geschrokken vast aan de stier (Zeus) terwijl de andere vrouwen verschrikt achteruit deinzen. .


De roof van Europa door Rembrandt, 1632 Afbeelding: © Wikicommons

.De Metamorfosen van Ovidius, die bij iedereen, geletterd of niet, bekend waren, leenden zich dus goed voor de historieschilderkunst. Hoogmoed komt ten val, zonde wordt gestraft en deugd beloond: zulke thema’s zaten vaak achter de mythologische schilderijen. Ook de overwinningsthema’s uit de Trojaanse oorlog deden het goed. Zij waren vooral geliefd bij de stadsbesturen die hadden geleden onder het Spaanse juk. Hierdoor waren ook in de stadhuizen mythologisch naakten aan de muren te vinden. Ondanks de protesten vanuit de Protestantse kerk zouden de ‘heidense’ verhalen uit de Klassieke Oudheid erg populair blijven in de 17e eeuw. Onder alle lagen van de bevolking werd genoten van de erotisch getinte naakten maar ook van het moraal erachter.

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_111027377
01-05-2012

Vies boek verraadt egoïstische Middeleeuwer



Viezigheid in boeken verraadt wat onze voorouders in de Middeleeuwen echt bezighield, zo blijkt uit Engels onderzoek.

Stel dat mensen over vijfhonderd jaar uw boekenkast terugvinden. Geven de boeken in die kast dan een goed beeld van wat u bezighield en van wie u was? Waarschijnlijk niet. Want wie zegt dat u die boeken echt heeft gelezen? Dat u ze interessant vond?

Oplossing
Wanneer we het leven van de mensen in de Middeleeuwen proberen te ontcijferen, lopen we tegen hetzelfde probleem aan. Hun boeken zijn bewaard gebleven en laten ons iets zien van de wereld van toen. Maar wat hield de Middeleeuwer echt bezig? Wetenschappers van de St. Andrews University hebben iets bedacht op dat te achterhalen. Ze zoeken in de boeken naar viezigheid. Onderzoeker Kathryn Rudy heeft een techniek ontwikkeld waarmee heel gemakkelijk is vast te stellen welke pagina’s van een boek het smerigst zijn. Men mag ervan uitgaan dat deze vieze bladzijden ook het vaakst gelezen zijn.

Egoïsten
Rudy liet de techniek los op een aantal Middeleeuwse boeken met daarin gebeden. En onze Middeleeuwse voorouders komen er niet zo heel fraai af. Zo blijken de Middeleeuwers vooral met zichzelf bezig te zijn. Gebeden waarin mensen om redding voor zichzelf konden vragen, bleken veel vaker te zijn gelezen dan gebeden waarin om redding voor anderen kon worden gezocht.

Angst
Ook getuigen de boeken van de angst voor de pest. De bladzijden met daarop een gebed aan Sint Sebastiaan waren het meest gelezen. Deze heilige werd aangeroepen in de hoop dat hij kon voorkomen dat de gelovige de pest zou krijgen.

Slaapkoppen
Uit de boeken blijkt ook dat de meeste mensen moeite hadden om het tijdens het bidden wakker te houden. In het boek staan namelijk ook gebeden die in de kleine uurtjes moesten worden uitgesproken. Maar slechts de eerste pagina’s van deze gebeden zijn vies. Blijkbaar vielen de gelovigen na enkele pagina’s al in slaap. Sterker nog: uit Rudy’s onderzoek blijkt dat de meeste mensen op ongeveer hetzelfde punt in het gebed in slaap vielen.

Rudy is ervan overtuigd dat de boeken met daarin gebeden ons een goed beeld kunnen geven van wat de mensen in de Middeleeuwen bezighield. Ze wijst erop dat religie in die tijd onlosmakelijk verbonden was met de gezondheid en relaties van de mensen.” In de eeuw voordat de drukpers kwam, bestelden mensen tienduizenden van deze boeken met deze gebeden, soms hele mooi versierde exemplaren, ook al kostten de boeken ongeveer evenveel als een huis.” De mensen lazen er vervolgens dagelijks in, vandaar dat de boeken ons redelijk goed kunnen vertellen wat mensen in het dagelijks leven bezighield.

(scientias.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_111027410
01-05-2012

Italianen financierden Engelse ontdekkingsreizen



Een Italiaanse handelaar financierde de eerste Engelse reis naar Noord-Amerika. Dat schrijft een hoogleraar in het tijdschrift Historical Research.

Giovanni Caboto (John Cabot in het Engels), een handelaar uit Venetië, ontving in April 1496 50 nobels (een gouden Engelse munt) van de Italiaanse Compagnia dei Bardi-bank, gevestigd in Londen. Hij gebruikte dit geld om zijn expedities te financieren. Deze avonturier ging op zoek gaan naar het nieuwe land, zo schrijft Dr. Francesco Guidi-Bruscoli in zijn artikel. Tijdens de zomers van 1496 en 1497 leidde Cabot – met steun van koning Hendrik VII – meerdere expedities vanuit Bristol, waarvan de tweede wereldberoemd werd. Deze expeditie resulteerde namelijk in de Europese ontdekking van Noord-Amerika.

Zoektocht
Guidi-Bruscoli vond de financiële documenten na een telefoontje van twee van zijn mede-onderzoekers. Zij waren al jaren op zoek naar onderzoeksresultaten van een overleden historicus, Dr. Alwyn Ruddock. Ruddock had een aantal bijzondere ontdekkingen gedaan over de reizen van Cabot, maar al haar aantekeningen werden vernietigd na haar dood in 2005. Zij beweerde dat Cabot werd gefinancierd door een Italiaanse bank, maar weigerde haar bron van informatie vrij te geven. Bij een bezoek aan haar huis in 2010 werd deze dan toch gevonden: in de vorm van een plaklabel op een oude schoenenkast met de woorden ‘The Bardi firm of London‘. Guidi-Bruscoli slaagde er uiteindelijk in om de locatie van het archief te achterhalen.


Giovanni Caboto (John Cabot) financierde de eerste reis naar Noord-Amerika. Bron: wikimedia commons

Het nieuwe land
Opvallend is dat in de documenten wordt gesproken over ‘het nieuwe land’. Dit suggereert dat Cabot het geld ontving om een land, waar men het bestaan al van wist, te vinden. Er kan zelfs worden gezegd dat handelaren uit Bristol Noord-Amerika al hadden ontdekt voordat Columbus dat deed. Maar Guidi-Bruscoli is voorzichtig: “Het document suggereert dat de mensen van de Bardi-bank in een eerdere ontdekking geloofden, maar we kunnen er niet zomaar van uitgaan dat deze ontdekking ook heeft plaatsgevonden”. Het is volgens hem aannemelijk dat er werd verwezen naar het mythische eiland Brasil. “Mariniers uit Bristol claimden dit eiland in het verleden gevonden te hebben. Of dit verhaal met een echte ontdekking vergeleken kan worden, is erg onzeker”. Het zou volgens Guidi-Bruscoli wel geweldig zijn om er achter te komen of de mariniers Noord-Amerika eerder ontdekten dan Columbus.

Guido-Bruscoli is erg blij met de ontdekking. Banken van Italiaanse handelaars hebben vroeger namelijk heel wat ontdekkingsreizen gefinancierd. Zo was al bekend dat zij de sleutel waren tot het succes van expedities door Portugal en Spanje. Engeland leek echter geen hulp van de Italianen te krijgen. Ook het feit dat Cabot politieke steun van de koning kreeg was bekend, maar de identiteit en motivaties van diegenen die zijn reizen financierden waren vooralsnog onbekend. Met de vondst van de documenten is er weer wat meer bekend over de ontdekkingsreizen van vroeger.

(Scientias.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_111073092
02-05-2012

Jan Frans Willems krijgt 166 jaar na zijn dood eerste biografie

Literatuurhistoricus Ludo Stynen heeft een lijvige biografie klaar van Jan Frans Willems. Deze negentiende eeuwse Vlaamse auteur speelde een belangrijke maar onderbelicht gebleven rol in het ontstaan van de Vlaamse beweging. Vlaams parlementsvoorzitter Jan Peumans en Vlaams minister-president Kris Peeters kregen het eerste exemplaar overhandigd.


Ludo Stynen © belga.

Jan Frans Willems (1793 - 1846) © Wikipedia. Willems werd geboren in 1793 in Boechout, op de eerste dag van de eerste Franse bezetting van België. Op zijn veertiende verloor zijn vader zijn job bij de gemeente Boechout omdat zijn kennis van het Frans ontoereikend was. Willems zou zijn verdere leven lang wijden aan de verdediging en het eerherstel van het Nederlands, de taal van zijn vader.

Jan Frans Willems, naar wie het latere (liberale) Willemsfonds is vernoemd, was een overtuigd orangist, die korte tijd na de onafhankelijkheid van België in onmin leefde met de Belgische overheid, wat hem een "verbanning" naar Eeklo kostte. Toch volgde na enkele jaren een verzoening.

Taalrechten
Willems zal een aanhanger worden van een op taalrechten gericht Vlaams nationalisme binnen een Belgische staat. Tekenend daarvoor is zijn bewerking in die tijd van het middeleeuwse Reinaertsepos. Willems laat zijn Belgische vaderlandsliefde blijken door dat middeleeuwse werk als Belgisch te bestempelen, wat hem belangrijke ambten en kennissen zal opleveren. Het voorwoord van datzelfde werk leest echter als een Vlaams manifest.



De "overwinning" van Willems volgt later. In 1844 wordt de "Willems-spelling" erkend als eenheidsspelling. De verscheidenheid in dialecten bemoeilijkte de strijd voor taalrechten serieus.

De bekendheid van Willems in Vlaanderen nam in de anderhalve eeuw na zijn dood sterk af. "Men zegt van Conscience dat hij zijn volk leerde lezen, maar de verdienste van Jan Frans Willems is veel groter", besluit biograaf Ludo Stynen.

"Jan Frans Willems. Vader van de Vlaamse beweging" van Ludo Stynen telt 507 pagina's en is uitgegeven bij De Bezige Bij.

(HLN)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_111073199
02-05-2012

Wond Ötzi bevat oudste bloed ooit gevonden



Wetenschappers hebben in wonden van Ötzi de oudste rode bloedcellen ooit ontdekt. Een heel bijzondere vondst.

Ötzi is de laatste jaren aan heel wat grondige onderzoeken onderworpen. Maar bloed: dat konden de wetenschappers maar niet vinden. Zo bestudeerden ze bijvoorbeeld de aorta van Ötzi, zonder resultaat. Met behulp van nanotechnologie is het nu echter toch gelukt om sporen van bloed te vinden en wel in de wonden van de bekende IJsman.

Wond
“Tot op heden was er altijd onzekerheid over hoe lang bloed kon overleven,” vertelt onderzoeker Albert Zink. “Laat staan dat we wisten hoe bloedcellen uit de kopertijd er uit zouden zien.” De onderzoekers gebruikten een bijzondere microscoop om weefsel uit de wond van Ötzi te onderzoeken. De wond had de ijsman opgelopen nadat hij door een pijl was geraakt. De microscoop maakte een 3D-beeld van het oppervlak en de onderzoekers zagen plots een afbeelding van rode bloedcellen ontstaan. De cellen hadden de vorm van een donut en zagen er dus precies hetzelfde uit als de bloedcellen die u vandaag de dag in uw lichaam heeft.

Oudste
Om er zeker van te zijn dat het echt een rode bloedcel was, bestudeerden de onderzoekers de moleculen waaruit de bloedcel was opgebouwd. Na dat onderzoek was er geen twijfel meer mogelijk: dit was bloed. En dat maakt de vondst wel heel bijzonder. De bloedcellen zijn zeker 5300 jaar oud en het bloed is dan ook veruit het oudste bloed dat wetenschappers ooit hebben teruggevonden.

Niet direct dood
En aan de hand van het bloed konden de wetenschappers zelfs een klein mysterie dat Ötzi omringt, oplossen. Ze ontdekten namelijk fibrine, een eiwit dat ervoor zorgt dat bloed stolt. “Omdat fibrine voorkomt in nieuwe wonden en daarna weer verdwijnt, kan de theorie dat Ötzi direct nadat hij door de pijl werd verwond, stierf, niet overeind blijven.”

Het onderzoek van de wetenschappers is niet alleen interessant voor historici. Ook in de huidige tijd kunnen we er ons voordeel mee doen. Zo is het tot op heden heel lastig gebleken om vast te stellen hoe lang bloed al op een plaats delict ligt. Met de techniek die de wetenschappers op Ötzi hebben losgelaten, is het wellicht mogelijk om dat toch te achterhalen.

(scientias.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
  Eindredactie Frontpage / Forummod donderdag 3 mei 2012 @ 11:18:38 #112
168091 crew  Cobra4
mr. Dkut
pi_111077274
Zoektocht naar onderzeeboot in Noordzee

Van de 6 Nederlandse onderzeeboten die tijdens patrouilles in de Tweede Wereldoorlog verloren gingen, werd alleen Hr. Ms. O-13 nooit gelokaliseerd. Nog altijd wordt gezocht naar dit vaartuig met 34-koppige bemanning.



De Koninklijke Marine en het Comité Nabestaanden Onderzeeboten 1940-1945 hopen dat gebruikers van de Noordzee alert zijn op het vinden van de O-13. Zo ontdekten sportvissers vorig jaar de eveneens vermiste onderzeeboot K XVI in de Zuid-Chinese Zee.

Operatiegebied

De O-13 vetrok op 12 juni 1940 vanuit Dundee in Schotland voor een oorlogspatrouille nabij Scandinavië, maar keerde nooit terug. Vanwege het opgedragen operatiegebied verging de O-13 waarschijnlijk in het segment dat zich bevindt tussen 56⁰25’ N en 57⁰20’ N. De Schotse kustlijn, tussen Dundee en Aberdeen, begrenst het gebied aan westzijde; aan de oostzijde ligt de grens op 006⁰ E. Hierbinnen is het gebied tussen 003⁰00’ E en 005⁰20’ E belangrijk vanwege diverse mijnenvelden.
Theorieën

Voor de ondergang van de O-13 bestaan verschillende, onbewezen, theorieën. Zo zou ze zijn vergaan op een Duits mijnenveld of door een Poolse onderzeeboot zijn overvaren omdat die haar aanzag voor Duits. Ook een technisch mankement of losdrijvende mijn kunnen de oorzaak zijn.

Bron: http://www.defensie.nl/ac(...)rzeeboot_in_Noordzee
"Any officer who goes into action without his sword is improperly dressed." - "Mad Jack" Churchill DSO MC
  Eindredactie Frontpage / Forummod donderdag 3 mei 2012 @ 16:56:44 #113
168091 crew  Cobra4
mr. Dkut
pi_111091363
Nu op 538 een live uitzending uit Auschwitz-Birkenau.

quote:
Ruuddewild.nl over Auschwitz
Omdat we nooit mogen vergeten wat er tijdens de Tweede Wereldoorlog in Auschwitz gebeurde, doet Ruud de Wild op donderdag 3 mei (een dag voor dodenherdenking) een live uitzending in en over Auschwitz. Dit wordt uiteraard geen uitzending zoals je van Ruud gewend bent.

Ruud krijgt er een rondleiding van Bob Cohen. Bob heeft 27 maanden in verschillende kampen overleefd. Hij zat 11 maanden in vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau.

Auschwitz was het grootste van alle concentratiekampen. Er werden ongeveer 1,3 miljoen mensen naartoe gedeporteerd, waarvan er ongeveer 1,1 miljoen zijn vermoord.

Er wordt uit respect geen muziek gedraaid in het kamp, de studio staat daarom buiten het concentratiekamp.

"Any officer who goes into action without his sword is improperly dressed." - "Mad Jack" Churchill DSO MC
pi_111117677
04-05-2012

"Paranoïde Hitler had messiascomplex"


© getty.

Adolf Hitler had een 'messiascomplex' en raakte naarmate de oorlog vorderde steeds meer geobsedeerd door de vermeende 'Joodse vijand'. Dat staat in een rapport over de dictator dat al in 1942 werd gemaakt door Britse experts op het gebied van propaganda en psychologische oorlogvoering.

Het onlangs herontdekte document is nu onthuld door de Universiteit van Cambridge. Het werd gemaakt in de tijd dat nazi-Duitsland de eerste militaire tegenslagen op land te verwerken kreeg. "Als reactie op tegenslagen, begon Hitler zijn aandacht te verleggen naar het thuisfront," aldus onderzoeker Scott Anthony.

De experts analyseerden destijds een radiotoespraak die Hitler had gegeven op 26 april 1942, en leidden daar vanalles uit af over diens mentale toestand. Zo zou Hitler de neiging hebben gehad de moed te verliezen als zijn ambities mislukten. De dictator zou er toen al serieus rekening hebben gehouden dat hij de oorlog zou verliezen.

Messiascomplex
Een andere conclusie was dat Hitler leed aan paranoia. Dat kwam volgens de analisten tot uiting door een zogeheten messiascomplex. Hitler dacht dat hij een uitverkoren volk leidde, dat aan een kruistocht bezig was tegen het vleesgeworden kwaad: de Joden.

Inmiddels is bekend dat nazikopstukken enkele weken voor de speech plannen maakten voor de 'Endlösung', de poging van de nazi's om alle Joden te vermoorden.

Na de oorlog is nog veel geschreven over de mentale conditie van Hitler. Tijdens de oorlog was een dergelijke analyse vrij nieuw.

(HLN)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_111117723
03-05-2012

Stonehenge was ooit een perfect auditorium



Hoe klonk geluid in Stonehenge in de hoogtijdagen van het bouwwerk? Engelse wetenschappers denken eruit te zijn.

Wie het oude Stonehenge binnenstapt, zal niet direct onder de indruk zijn van de akoestiek van het bouwwerk. De echo’s zijn zwak en van een galm is eigenlijk geen sprake. Maar het is zeer twijfelachtig of onze waarnemingen nu een goed beeld geven van hoe het ooit was, want Stonehenge is niet meer compleet. Er mist het één en ander en dat heeft invloed op de akoestiek. Om het echte geluid van Stonehenge te achterhalen, bestudeerden wetenschappers dan ook niet Stonehenge, maar een replica ervan die in Maryhill (Verenigde Staten) terug te vinden is.


Maryhill. Foto: Beth Watson (cc via Flickr.com).

Echo’s
In de replica deden de onderzoekers tal van metingen om te achterhalen hoe het zat met onder meer echo’s en galm. In het verleden zijn dergelijke onderzoeken ook in Griekse en Romeinse theaters uitgevoerd en daar was het effect zo groot dat de onderzoekers wel moesten concluderen dat ze met de akoestiek in het achterhoofd waren gebouwd. Het is onmogelijk om hetzelfde over Stonehenge te zeggen: het akoestische effect is namelijk niet zo heel groot. Maar het effect is wel zo groot dat de mensen uit die tijd het opgemerkt moeten hebben.

Galm
Zo blijkt de galm ongeveer één seconde in het bouwwerk te blijven hangen. En een ieder die de cirkel binnenstapte, moet die galm hebben opgemerkt. “De galm is overduidelijk merkbaar en werd (in die tijd, red.) mogelijk enkel op natuurlijke geologische plaatsen zoals grotten aangetroffen,” zo schrijven de onderzoekers. “Opvallend genoeg is één seconde een typische, optimale duur van de galm voor een auditorium,” zo voegen ze eraan toe. Als de galm één seconde duurt dan blijven de woorden die iemand in de cirkel uitspreekt, verstaanbaar. Duurt de galm korter of langer, dan verandert dat al. “Spraak was duidelijk hoorbaar ongeacht de positie van de spreker of de luisteraar. Dat komt ongetwijfeld door de weerkaatsende oppervlakken waar ze door omringd werden, maar ook doordat geluid in grote mate verspreid werd door de ruimtes tussen de stenen. Zo werd een al te sterke weerkaatsing voorkomen en werd de galm niet hinderlijk.”

De onderzoekers bedrijven ‘akoestische archeologie‘: een tak van wetenschap die momenteel enorm in opkomst is. Lang keken wetenschappers alleen maar naar oude bouwwerken om er meer over te weten te komen, maar verrassend genoeg blijkt geluid soms een hele nieuwe dimensie bloot te leggen

(scientias.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
  zaterdag 5 mei 2012 @ 13:35:25 #116
61891 zakjapannertje
rijksmonument
pi_111165797
quote:
A Brief History of Supply Chains by Sanjeev Sanyal - The Globalist

In ancient times, transportation technology was basic and the cost of moving goods was an important determinant of the production and distribution of a product. Thus, goods were put together close to the source of raw materials. Then, these products made their way in a largely linear chain to their end consumer.
Ancient trade routes like the Silk Road through Central Asia and the Spice Route over the Indian Ocean were mostly linear chains that took a finished product to its ultimate destination. Moreover, given the high costs, long-distance trade was limited to high-value items such as spices, weapons and luxury goods.

The production and consumption of most items was local. This meant that producer and consumer could directly communicate with each other, and the customer could specify exactly what he or she wanted. This was the world of the village weaver, potter, blacksmith and cobbler. The bulk of pre-industrial artisan manufacturing, therefore, was customized to the needs of the end consumer.

It was only in the 18th century that shipping technology improved enough to allow the large-scale functioning of an international production network. Interestingly, the first product to be put together with a truly global supply network was rum. Slave labor was imported from West Africa to the Caribbean in order to grow sugarcane (a plant originally from India). Sugarcane molasses were then shipped to New England where distilleries in Massachusetts, Rhode Island and Staten Island turned it into rum.

Some of the drink was consumed locally, but much of it was then sold in bottles and barrels in Europe and all over the Atlantic. It is said that the distillation of rum was the single biggest industry in colonial America — although its importance is now all but forgotten except in popular tales about pirates.

Shipping to the world

As the Industrial Revolution took shape in the late 18th century, production networks took on a totally different scale. The cotton industry was the center of this shift. Prior to the technological innovations of the Industrial Revolution, India was the cotton manufacturing center of the world and exported its textiles all over the world. Competition from imported cotton was a major cause of resentment for the traditional wool industry in Britain.

We have records of heated debates in Parliament in the 1600s and early 1700s about how to restrict the use of cotton. A law passed in 1699 stipulated that "all magistrates, judges, students of the universities, and all professors of the common and civil law… [must] wear gowns made of woolen manufacture." There were even laws that stipulated that corpses had to be buried wearing sheep's wool.

By the end of the 18th century, however, technological shifts dramatically changed the cotton industry. The spinning jenny patented by James Hargreaves in 1770 increased the amount of yarn spun by a worker by several orders of magnitude even as the flying shuttle revolutionized the speed of weaving the yarn into cloth. Meanwhile, the American inventor Eli Whitney invented the cotton gin that mechanized the process of separating cotton wool from the seeds.

All these changes were complimented by improvements in ship design and, by the mid-19th century, the introduction of steamships. As a result of all these innovations, a global supply network emerged that involved shipping cotton grown in the southern United States (often using slave labor) to the cotton mills in England. The finished cloth was then shipped out to the rest of the world.

Over the next century, transportation technology witnessed major breakthroughs that included the railways, trams, bicycles and the Suez Canal. By the time of World War I, we also had the Panama Canal, automobiles and even early airplanes. As a result, the cost of transporting goods dropped sharply. Ocean freight rates, for instance, fell 70% between 1840 and 1910.

The improvements in transportation also improved communications — steamships and railways could also carry letters — but there were few independent improvements in communications with the single exception of the telegraph. In other words, communications was the poor cousin of transportation until World War I.

A world with good transportation, but relatively underdeveloped communications, strongly influenced the industrial structure and supply networks of the early 20th century. Production was centralized at major transportation hubs, and Fordist production lines were used to mass manufacture goods. Vertically integrated industrial structures were needed to minimize communication gaps between various segments of the production process.

As mass manufacturing was ramped up, it was no longer possible for individual customers to specify requirements. The supply chain responded by standardizing products. Ultimately, even downstream distribution networks succumbed to standardization. This shift is best summarized by Henry Ford's famous comment, "Any customer can have a car painted any color that he wants so long as it is black." Retailing shifted in favor of large department stores that could house a large selection of standardized products, with price and variety substituting for customization.

Postwar technological changes

The Second World War witnessed the pinnacle of the Fordist production system. By 1950s, a new generation of technological changes began to alter the structure of global supply networks.

As a break from the past, communications began to influence developments independently of transportation. The telephone was patented by Alexander Graham Bell in 1876, but it would be well into the 1920s before phones were commonplace in the United States. The first transatlantic call between London and New York took place in 1926, and another two decades would pass before long-distance telephony was common in the rest of the world.

Meanwhile, transportation also went through another major innovation — containerization. Most people tend to ignore the importance of this innovation, but it was a radical idea. Until the 1950s, ships had to be manually loaded piece-by-piece. Industrial cables had to be carefully stacked next to boxes of delicate porcelain and perhaps a basket containing fruit.

This was not just time consuming, it was also very expensive. The cost of port handling accounted for almost half the transportation cost of shipping a truckload of medicine from Chicago to Nancy, France. Moreover, the system was prone to breakage and theft. It was not uncommon that the shipment got lost — and it was very difficult to trace it.

In the 1950s, entrepreneurs like Malcolm McLean began to revolutionize shipping — and logistics in general — by introducing standardized containers that could not merely be sealed and loaded into ships, but also could be seamlessly passed on to the truck and rail network. Both ships and ports were redesigned to handle containers.

Ships purchased in the early 1970s could carry four times the cargo capacity of traditional ships. Their faster speeds and turnaround time in port allowed them to make six round trips a year between Europe and the Far East, compared to three-and-a-half for the older ships.

Interestingly, western countries persisted with building old style ports well into the 1970s. They already had large existing fleets and other infrastructure from the pre-container age and could not easily adopt full containerization. Bureaucratic persistence and political pressure from port workers' unions also slowed the shift.

Thus, it was Asia that wholeheartedly adopted containerization and built large new facilities. Hong Kong and Singapore asserted themselves as major ports and clearinghouses for containerized shipping. These two ports had established themselves as the world's largest container ports by 1990 — and Asian ports continue to dominate to this day.

Communications revolution

The combination of containerization and telephones (and related technologies like the fax) caused the next shift in supply networks. Improved communications meant that it was possible to exactly specify components and products. Containerization meant that these components could be transported cheaply and be delivered "just-in-time."

In turn, this allowed the production process to be neatly modularized and contracted out. Ironically, one of the first companies to take advantage of this was the U.S.-based toy manufacturer Mattel, which used it to produce the Barbie. Despite Barbie's All-American image, the doll was produced abroad from its very inception in 1959. The earliest Barbie factories were in Japan and Taiwan, and today it is put together by a complex network spanning the world.

Although the technologies and practices related to the new supply chains originated in the United States, it was Japan that leveraged them to fundamentally change production systems. Dubbed "lean production," the Japanese production system was both more flexible as well as able to sharply reduce the need to carry inventory. It made the vertically-integrated Fordist assembly line obsolete.

Many of the elements of the new system evolved originally in the automobile industry, but they were soon being applied in other sectors too. The electronics industry turned out to be especially well-suited to the decentralized production process.

By the late 1980s, the whole world was trying to copy the Japanese system. Nonetheless, it was East Asia that best internalized the network-based production system. There were many reasons for this. First, much of the infrastructure in the region was new. In many cases, the infrastructure was specifically created to support supply chains for Japanese companies. Second, geography helped since most of the key economic hubs could be linked by sea. This was a key advantage since transportation by ship is much cheaper than by rail or road.

Third, East Asia had a very heterogeneous mix of skills and wages. This meant that different countries could specialize into different parts of the modular production chain. The addition of Southeast Asia and China's special economic zones to the supply chain meant that the production network could remain within the region even after wages began to rise in Japan, Hong Kong, Singapore, Taiwan and South Korea.

By the 1990s, much of the world's manufacturing had shifted to the new system, but the decade will be remembered for what is best described as the "Communications Revolution." Within a few short years, technologies such as mobile telephony and the internet went from being barely known to being ubiquitous. The efficiency of transportation networks also improved but, in a role reversal, these gains were now driven mostly by improvements in communications technology.

The cost of real-time international communications had been prohibitive in the 1930s and barely affordable in the 1960s, but became irrelevant by the end of the 1990s. This not only made lean manufacturing ever more efficient, but allowed the creation of international production networks in a completely new area — services.

Around 1993, the management of American Express noticed that the cost of running their credit card operations in India was significantly lower than that for comparable businesses elsewhere. So when the bank decided a year later to consolidate their finance functions in three locations around the world, India was chosen to anchor the Asia-Pacific operations. Very soon companies like British Airways and GE Capital were setting up large outsourcing units in India. Thus was born the global services outsourcing business.

Meanwhile, the efficiency gains of "just-in-time" and lean production were making their way downstream and being applied to distribution networks. One of the results of this change was the rise of hyper-markets like Walmart and Carrefour. By leveraging scale, logistics and lean inventories, they were able to bring down retail prices as well as provide consumers with unprecedented choice.

Into the cloud

The lean production model was the result of innovations in containerization and fixed-line telephony. Although production was decentralized, we are still dealing with a pyramid of rigid industrial relationships (such as the Japanese keiretsu). The communications revolution fundamentally changed this environment by making it possible for everyone to contact everyone, specify a requirement and negotiate a price. This model retained most of the advantages of lean production, but was far more flexible and adaptable. The supply chain was no longer a chain but a cloud — an evolving ecosystem where economic agents could collaborate in one sphere and complete in another.

The production of Apple's iPhone and iPad are good examples of this new production network. The iPhone is made up of inputs sourced from around the world that are then assembled together by Foxconn in China. The product never passes through an Apple facility during its production. Yet, Apple receives 66% of the price of an iPhone while Foxconn, the final assembler, receives a paltry 2.5%. Moreover, it is also worth noting that Samsung is a major supplier of the iPhone's components, even though it completes directly with Apple in the mobile phone and tablet markets.

Now watch as the distribution end of the chain also dissolves into a cloud.
http://www.theglobalist.com/storyid.aspx?StoryId=9522
  Eindredactie Frontpage / Forummod zaterdag 5 mei 2012 @ 23:28:25 #117
168091 crew  Cobra4
mr. Dkut
pi_111186595
Schilderij op meelzak uit oorlog

door Pieter Buss

VOLENDAM - De 69-jarige Kees de Boer uit Volendam deed onlangs een opzienbarende ontdekking: Het doek een olieverfschilderij van een Volendammer visser blijkt een meelzak te zijn die tijdens de bevrijding van ons land werd gebruikt voor voedseldroppings.



Foto: Emiel van Lint

Op het oog is het een doorsnee schilderij. Geen topstuk qua waarde en de maker, D.H. Melck, is ook al geen grootmeester. Maar het verhaal dat er letterlijk en figuurlijk achter schuil gaat, vindt kunstliefhebber De Boer van grote historische waarde. Nooit had de Volendammer kunnen bevroeden dat het werk dat hij ooit op een veiling kocht, een bijzondere link kent met de Tweede Wereldoorlog.

De verbazing begon al toen hij het slordige en kreukelige schilderij mooier wilde maken. ,,Aan de achterkant zat een stuk karton. Dat is natuurlijk al een beetje vreemd.'' Veel maffer werd het toen hij het karton weghaalde om het doek strakker te trekken. ,,Er zat een stuk meelzak onder met het logo van een meelfabriek in Australië. 50 Kilo of Roller Flour (flour is meel of bloem, red.) staat erop.'' De Boer, die in 1943 is geboren, maar zich logischerwijs niets meer van de oorlog kan herinneren, dook er samen met zijn zoon meteen in. Onderzoek op internet leverde interessante resultaten op. ,,We kwamen erachter dat die specifieke meelzakken zijn gebruikt bij de bevrijding van ons land in 1945. Waar ze zijn gedropt weten we niet. Misschien in het Gooi. De schilder, Melck, kwam bijvoorbeeld ook uit Hilversum. Hij kon niet rond komen van het schilderen, en maakte gebruik van de meelzak in plaats van een echt linnendoek.''

Nu hij de geschiedenis van het schilderij kent, twijfelt de Boer: ,,Moet ik nu de voor- of de achterkant laten zien? De achterkant is immers minstens zo interessant!'' En wat gaat hij er nu mee doen, da's ook al zo'n dilemma. Verkopen is in ieder geval geen optie. ,,Voorlopig laat ik het nog even thuis hangen, maar het past wellicht mooi in het Volendams Museum, waar ik al regelmatig werkzaamheden verricht. Het is toch een interessant verhaal om door te vertellen.''

Bij Veilinghuis Van Zadelhoff in Hilversum ging onlangs een werk van Melck- het schilderij De Erfgooiers- voor zo'n duizend euro onder de hamer. Veilingmeester en taxateur Ronald van Zadelhoff kijkt op van het verhaal: ,,Veel kunstenaars hebben in het verleden oude jute zakken gebruikt om op te schilderen. Dat is een normaal iets. Veel is er niet over Melck bekend. Wel dat hij reclametekenaar was en hobbyschilder, ver vóór 1927 is geboren en tijdens de oorlog fanatiek schilderde. Zo'n meelzak uit de oorlogstijd moet dan een toevalstreffer zijn geweest.''

Bron: http://www.telegraaf.nl/b(...)ak_uit_oorlog__.html
"Any officer who goes into action without his sword is improperly dressed." - "Mad Jack" Churchill DSO MC
pi_111277986
07-05-2012

Hitler gebruikte cocaïne op doktersrecept



En hij gebruikte libidoverhogende middelen. Dat en meer blijkt uit medische documenten die later deze week onder de hamer gaan.

De documenten zijn opgesteld door de dokters van Hitler. Het eerste document dat komende week wordt geveild, bevat een complete beschrijving van zijn fysieke en psychische gesteldheid. Ook zijn er röntgenfoto’s bijgesloten.


Een röntgenfoto van Adolf Hitler. Foto: via Alexander Autographs.

Extract
In het document staan tal van interessante gegevens. Zo schrijft dokter Theodore Morell dat Hitler hoogstwaarschijnlijk gemeenschap had met Eva Braun. Hij baseert die conclusie op het feit dat de Führer extracten uit de testikels van stieren ingespoten kreeg: een middel dat zijn libido moest verhogen. Ook schrijft de dokter dat Hitler last had van winderigheid en dat het probleem bijna niet onder controle te krijgen was.

Na de aanslag
Het tweede document bevat de bevindingen van dokter Erwin Giesing. Hij was ook één van Hitlers dokters en schreef dit rapport toen hij door de Amerikanen gevangen genomen was. Het rapport begint met een beschrijving van de gebeurtenissen op 20 juli 1944 toen Claus von Stauffenberg een aanslag op Hitler pleegde. Giesing beschrijft wat er daarna gebeurde. Hij werd bij Hitler geroepen om deze te verzorgen. Hitler had onder meer een bloedend rechteroor. Giesing bleef de Führer verzorgen, ook later in de bunkers.

Pilletjes
Uit zijn rapport blijkt dat Hitler aan heel wat kwaaltjes leed en ook flink wat medicijnen slikte. Zo gebruikte hij onder meer cocaïne om sinussen vrij te houden. Ook had hij last van winderigheid, waar hij pilletjes voor slikte. Van die pilletjes kreeg hij het weer aan zijn lever en maag. Uit het rapport wordt ook duidelijk dat Hitler last had van waanbeelden: hij verloor de realiteit uit het oog. Het tweede document gaat vergezeld door tekeningen van de bunker van Hitler.

Zoals gezegd worden de documenten later deze week geveild. Naar verwachting leveren ze elk tussen de 1500 en 2000 dollar op.

(scientias.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
  woensdag 9 mei 2012 @ 18:30:04 #119
61891 zakjapannertje
rijksmonument
pi_111343948
quote:
Gezocht: Vlissingers die DNA willen afstaan

VLISSINGEN - De Walcherse Archeologische Dienst zoekt tussen de 100 en 200 mannen van binnen en buiten Vlissingen die hun DNA willen afstaan voor onderzoek naar hun verre voorouders, de zogenoemde Oer-Vlissingers.
http://www.omroepzeeland.(...)afstaan#.T6qbLu2Pegw
pi_111346107
quote:
0s.gif Op dinsdag 8 mei 2012 08:27 schreef ExperimentalFrentalMental het volgende:
07-05-2012

Uit het rapport wordt ook duidelijk dat Hitler last had van waanbeelden: hij verloor de realiteit uit het oog.
Ik vind dit toch wel het meest interessante. Wat schreef de dokter hierover.
Vaak wordt Hitler voor gek en voor psychopatisch verklaard. Kan de dokter dat bevestigen ?
  woensdag 9 mei 2012 @ 19:24:46 #121
304498 Nibb-it
Dirc die maelre
pi_111346313
quote:
0s.gif Op woensdag 9 mei 2012 19:20 schreef Bluesdude het volgende:

[..]

Ik vind dit toch wel het meest interessante. Wat schreef de dokter hierover.
Vaak wordt Hitler voor gek en voor psychopatisch verklaard. Kan de dokter dat bevestigen ?
Je zult moeten afwachten tot die documenten ooit eens gepubliceerd worden (als ze dat niet al zijn). Zal helaas wel in eoa collectie verdwijnen.
pi_111366486
09-05-2012

Opgraving kan bestaan koning David bewijzen



In Israël hebben archeologen een schat aan voorwerpen ontdekt die mogelijk bewijst dat koning David echt heeft bestaan.

Zo zijn er verschillende soorten potten gevonden, gereedschap van metaal en steen en vele kunst- en rituele voorwerpen van zo’n 3000 jaar oud. Hiertoe behoren ook drie grote kamers, die deel uitmaken van een groter complex. De architectuur komt nauw overeen met die van beschrijvingen in de Bijbel van een cultus in de tijd van koning David. “Ook geven ze ons een beeld van hoe de Tempel van Salomo eruit kan hebben gezien, omdat de kamers 30 tot 40 jaar voor de bouw van de tempel tot stand kwamen,” vertelt Yosef Garfinkel, één van de archeologen in een interview met Scientias.nl.


commons.wikimedia.org

Khirbet Queiyafa
De vondst werd gedaan in Khirbet Qeiyafa, een oude stad op 30 kilometer afstand van Jeruzalem in de Elah-vallei. Vijf jaar geleden, in 2007, ontdekten archeologen de ruïnes van de stad, waarvan wordt gedacht dat het een grensstad uit de tijd van het koninkrijk Juda is. Sinds de ontdekking heeft er veel onderzoek plaatsgevonden, waarvan Yedioth Ahronoth nu de resultaten publiceert in een boek genaamd ‘Footsteps of King David in the Valley of Elah’. Volgens Garfinkel is het de eerste keer dat archeologen een stad vinden met daaromheen een stadsmuur uit de tijd van koning David. “Zelfs in Jeruzalem hebben we geen duidelijk voorbeeld van een stad uit die tijd.”

Bijbel
Volgens de Bijbelse traditie onderscheidde het volk van Israël zich van andere naties door een monopolistisch geloof te voeren en afbeeldingen van menselijke en dierlijke figuren te verbieden. De drie gevonden kamers, die werden gebruikt voor het uitvoeren van rituelen, tonen ook geen dergelijke figuren. Daarnaast maken de kamers deel uit van grotere complexen, dit maakt de ruimten anders dan die van de Filistijnse en Kanaänitische bevolking. Zij voerden hun rituelen uit in aparte gebouwen. De Bijbel beschrijft het gebruik van deze kamers in de tijd van koning David. In 2 Samuël 6 is namelijk te lezen hoe David de ark van God uit een woning in Kyriat Yearim haalde en deze naar Jeruzalem bracht. Daarnaast laat de vondst een zeer gedetailleerde architecturale stijl zien, die zich al rond de tijd van koning David had ontwikkeld. De constructie is typisch voor een koninklijke levensstijl en indiceert daarom de vestiging van een elite. De vondst versterkt de geloofwaardigheid van de Bijbel en de beschrijving van het paleis en de tempel van Salomo.


De twee gevonden schrijnen. Foto gemaakt door Yosef Garfinkel.

Schrijnen
Ook op de gevonden voorwerpen zijn geen afgebeelde mensen of dieren te zien. In totaal vonden de archeologen vijf rechtopstaande stenen, twee altaren, twee vazen en twee schrijnen; kistjes waar men kostbare spullen in opbergt. Het ene kistje is gemaakt van steen en het andere van aardewerk. De kistjes hebben de vorm van een tempel en konden gesloten worden door middel van een deur. Ook zijn zij prachtig versierd. Zo is de schrijn van aardewerk versierd met een gedetailleerde voorgevel, twee pilaren, een deur, een gordijn en drie vogels op het dak. Twee van de elementen, de twee pilaren (Yachin en Boaz) en het gordijn (Parochet) komen ook voor in de beschrijving van Salomo’s tempel. De stenen schrijn is gemaakt van kalksteen en rood geverfd. Het dak bevat een triglief: een met twee hele en twee halve verticale sleuven versierde stenen plaat als onderdeel van een Dorisch fries. Een element dat veel gezien wordt bij Griekse tempels, zoals het Parthenon in Athene. Bijzonder is dat de in steen gegraveerde triglief op het kistje het vroegst bekende voorbeeld is. Volgens Garfinkel een landmerk in de wereldarchitectuur. Een ander element op het stenen kistje is de driedubbele verschuifbare deur, een teken van vorstelijkheid en goddelijkheid in die tijd.

Bewijs
Sommige mensen geloven dat koning David een mythisch figuur was of slechts een leider van een kleine stam. Volgens Garfinkel is er nu bewijs om aan te tonen dat dit niet waar is. “Op de plek van Khirbet Queiyafa hebben wij door de jaren heen duizenden dierenbotten gevonden. Deze botten kwamen van schapen, geiten en rundvee, maar geen varkens. De voorwerpen die we hebben ontdekt, tonen ook geen menselijke of dierlijke figuren. Dit suggereert dat de bevolking van de oude stad geen varkensvlees at en ook een verbod naleefde voor het maken van gesneden beelden van mensen of dieren. Deze mensen bestudeerden dus een andere cultus dan bijvoorbeeld de Filistijnse en de Kanaänitische bevolking.”

De vondst helpt onderzoekers ook Bijbelse termen beter te begrijpen zoals de beschrijvingen van Salomo’s paleis. In de tekst staat de term Slaot, waarvan men eerst dacht dat hier de pilaren mee werden bedoeld. Nu blijkt de term eigenlijk triglief te betekenen. Ook de betekenis van het woord Sequfim is nu bekend: een driedubbele verschuifbare deur. Garfinkel is blij met de ontdekking: “Het is de eerste keer in de geschiedenis dat wij werkelijk voorwerpen hebben uit de tijd van David, die gerelateerd kunnen worden aan teksten uit de Bijbel”. In de maanden juni en juli zal het team van archeologen verder graven in Khirbet Queiyafa.

(scientias.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
  Eindredactie Frontpage / Forummod donderdag 10 mei 2012 @ 12:16:37 #123
168091 crew  Cobra4
mr. Dkut
pi_111372503
Bunker Seyss-Inquart wordt monument

AMSTERDAM - De Wassenaarse bunker van Arthur Seyss-Inquart wordt een monument. Volgens de gemeente Wassenaar is de procedure in gang gezet om er een rijksmonument van te maken.

Dat schrijft het Leidsch Dagblad donderdag. De bunker werd gebouwd als schuilkelder van Seyss-Inquart, die namens nazi-Duitsland rijkscommissaris was in Nederland in de Tweede Wereldoorlog.

Hij woonde in een huis op landgoed Clingendael en in geval van gevaar kon hij in de bunker schuilen. De bunker is gecamoufleerd als boerderij. Op de betonnen wanden zijn bakstenen geschilderd.

Bron: http://www.telegraaf.nl/b(...)ordt_monument__.html
"Any officer who goes into action without his sword is improperly dressed." - "Mad Jack" Churchill DSO MC
pi_111409356
11-05-2012

Unieke muurtekeningen van de Maya’s ontdekt



De tekeningen en calculaties bewijzen dat de Maya’s echt niet dachten dat de wereld aan het eind van 2012 zou vergaan.

Archeologen troffen de tekeningen op de muren van een huis aan. En dat is bijzonder. Het is voor het eerst dat muurtekeningen en calculaties van de Maya’s op de muren van een huis worden teruggevonden. Het huis bevindt zich in Guatemala, in een gebied waar veel archeologische opgravingen zijn gedaan: Xultún. Het huis behoorde mogelijk toe aan de secretaris van het dorp. Op de muren staan tekeningen, maar ook honderden gekrabbelde cijfers. De meeste cijfers vormen berekeningen die nauw samenhangen met de Maya-kalender. De onderzoekers beschrijven hun vondst in het blad Science.

Cycli
Ook wordt er op de muur middels hiëroglyfen naar de verschillende cycli van de Maya’s verwezen. Bijvoorbeeld de ceremoniële kalender die 260 dagen telde of de zonne-kalender die net als de onze 365 dagen telde. Dat meldt National Geographic in een persbericht. De archeologische opgravingen werden mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van de National Geographic Society. De vondst zal in het komende nummer van National Geographic groots worden uitgelicht. Onderzoeker William Saturno van de universiteit van Boston leidde de expeditie en kan zijn geluk niet op. Het is voor het eerst dat de aantekeningen van een secretaris worden teruggevonden. “Het lijkt wel een aflevering van de Big Bang Theory (een populaire tv-serie over vier nerds en hun buurvrouw, red.) waarin ze met een wiskundig probleem zitten en op de muur schrijven. Zij (de Maya’s, red.) lijken de muur als een soort schoolbord te gebruiken.”

Oostelijke muur
Op de oostelijke muur van het complex zijn menselijke figuren te zien. Maar de cijfers beheersen de muur. Ze beschrijven de verschillende fasen waar de maan doorheen gaat en ook de gang van de zon komt aan bod. De cijfers zijn met zwart geschreven. Ook zijn er rode cijfers teruggevonden: dit zijn correcties van de zwarte cijfers. Het lijkt er sterk op dat de Maya’s hun berekeningen eerst op muren maakten en pas later in boeken onderbrachten. De oostelijke muur brengt goed nieuws voor al die mensen die nog steeds bang zijn dat de aarde aan het eind van 2012 vergaat. De vondst bewijst maar weer eens dat die voorspelling – die al jaren ten onrechte aan de Maya’s wordt toegeschreven – niet klopt. “De oude Maya’s voorspelden dat de wereld door zou gaan en dat alles ook over 7000 jaar nog hetzelfde zou zijn,” vertelt Saturno in het persbericht. “Wij blijven zoeken naar het einde. De Maya’s zochten naar een garantie dat niets zou veranderen. Dat is een heel andere manier van denken.

Noordelijke muur
Op de noordelijke muur van het huis zijn afbeeldingen van een koning gevonden. Ook is er een man te zien die een pen vasthoudt. Bij zijn gezicht zijn de woorden ‘Jongere broer Obsidian’ teruggevonden. Het is niet ondenkbaar dat dit de jongere broer van de koning was en als secretaris in dit huis de muren vol krabbelde. Ook zijn er op deze muren cijfers terug te vinden waarmee de schrijver alle astronomische cycli samenbracht. Hier komen ook data voor die nog in de toekomst liggen. En ver ook: zo’n 7000 jaar in de toekomst. Ook de datum 813 na Christus komt terug. Een belangrijke datum voor de Maya’s: toen begon hun rijk af te brokkelen. Op de westelijke muur zijn ook tekeningen van mensen teruggevonden.

Dieven
De onderzoekers ontdekten de bijzondere geschriften en tekeningen op de muur dankzij dieven. De dieven zoeken – niet zelden met meer succes dan archeologen – oude gebouwen op en halen eruit wat van waarde is. Een onderzoeker volgde de sporen die zij achterlieten en belandde zo uiteindelijk in dit huis. Wat vervolgens volgde, was een race tegen de klok. Het warme, vochtige weer in dit gebied laat de krabbels op de wal snel verdwijnen. De onderzoekers benadrukken dan ook dat het eigenlijk een wonder is dat de tekeningen überhaupt bewaard zijn gebleven.

Actueel
Hoewel de beschaving van de oude Maya’s al honderden jaren is verdwenen, is het volk momenteel actueler dan ooit. Dat komt door een mythe die de afgelopen jaren is ontstaan. Volgens deze mythe voorspelden de Maya’s dat de aarde in 2012 zou vergaan. De mythe is gebaseerd op een Maya-kalender die ophoudt. Deskundigen stelden al vlot vast dat daar niets van klopte: de Maya’s geloofden in cycli. Een kalender die ophield, begon in hun visie gewoon weer opnieuw. Deze vondst onderschrijft dat dus.

In de negende eeuw begon de grote beschaving van de Maya’s af te brokkelen. Wat uiteindelijk de ondergang van de Maya’s veroorzaakte, is nog altijd onduidelijk. Waarschijnlijk een combinatie van droogte en sociale onrust. Nog regelmatig worden sporen van de Maya’s terug gevonden. En inmiddels zijn ze niet alleen beroemd vanwege hun kalender, maar ook vanwege hun indrukwekkende astronomische kennis, hun kunst (met een hoofdrol voor het Maya-blauw), hun bijzondere cijfersysteem en hun vele goden.

(scientias.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_111569067
15-05-2012

Oudste muurtekeningen van Europa ontdekt



Wetenschappers hebben in het zuiden van Frankrijk één van de eerste vormen van muurtekeningen ontdekt.

De muurtekeningen zijn ongeveer 37.000 jaar oud en het werk van de Aurignacien-cultuur. “De eerste Aurignacien-mensen functioneerden min of meer net zo als de mensen vandaag de dag,” vertelt onderzoeker Randall White in een persbericht. “Ze hadden relatief complexe sociale identiteiten die ze communiceerden door persoonlijke versieringen en ze maakten beelden en afbeeldingen.”

Kalksteen
De gevonden kunst bevindt zich op een kalkstenen blok. Dat blok werd in 2007 al in een grot waar de Aurignacien-mensen leefden, teruggevonden. Het blok vormde ooit het plafond van de grot en bevond zich zeker op zo’n twee meter hoogte. Het is versierd met afbeeldingen van onder meer dieren.


Enkele fragmenten van de tekeningen. Foto: Raphaëlle Bourrillon (via NYU.edu).

Dagelijks leven
Niet alleen de ouderdom van deze vondst, maar ook de plaats ervan is heel bijzonder. De mensen leefden in deze grot en de kunst maakte blijkbaar deel uit van dat dagelijkse leven. “De kunst lijkt ietsje ouder te zijn dan de beroemde schilderingen in de Grotte Chauvet in het zuidoosten van Frankrijk, maar in tegenstellingen tot de Chauvet-schilderingen en etsen die zich diep onder de grond en ver van de woonplaats bevinden, worden deze (nieuwe, red.) schilderingen geassocieerd met het alledaagse leven.” De schilderingen bevinden zich dicht bij het vuur dat de mensen ooit maakten, hun gereedschappen en de plaats waar ze die gereedschappen vervaardigden.

De muurtekeningen zijn voor zover nu bekend waarschijnlijk de oudste muurtekeningen van Europa. Eerder zijn wel muurtekeningen uit ongeveer dezelfde periode in Italië, Duitsland en een ander deel van Frankrijk aangetroffen. De oude muurtekeningen kunnen ons dan ook veel meer vertellen over het leven van de mensen die tienduizenden jaren geleden in Europa leefden. Het volledige onderzoek naar de tekeningen is verschenen in het blad Proceedings of the National Academy of Sciences.

(scientias.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')