Bob Dylan maakte een meesterwerk, zowel tekstueel als muzikaal, schrijft Volkskrant-muziekjournalist Gijsbert Kamer. .
Tempest - Bob Dylan
..Bob Dylan (71) begint zijn 35ste studio-album Tempest met een eenvoudig wijsje, dat een liedje uit de jaren dertig had kunnen zijn van bijvoorbeeld Jimmie Rodgers. De muziek lijkt van ver te komen, maar dan dendert de band richting luisteraar en zingt Dylan met zijn met de jaren steeds pregnanter kraaiende stem 'Can you hear that Duquesne Whistle blowin, blowin' like it's gonna sweep my world away'.
Duquesne (spreek uit 'doe keen') Whistle is een klassieke treinballade waarvan de Amerikaanse liedcultuur vergeven is, en het zet de toon voor wat er het komende uur in het verschiet ligt. Tien nummers bevat de plaat Tempest, met het veertien minuten durende titelnummer als langste, en tekstueel knapste (45 coupletten, geen refrein) meesterproef.
Tien nummers waarin moord, doodslag, boete en vergelding de grote thema's zijn die door Dylan bijtend maar zeker niet zonder humor en (zelf)spot worden bezongen, op een manier die sinds Love & Theft (2001) steeds meer indruk is gaan maken.
Op dit album, op Modern Times (2006) en op Together Through Life (2009) leek Dylan eindelijk weer met het plezier en de urgentie te zingen die zijn klassieke werk uit de jaren zestig kenmerken. Waar hij op zijn platen uit de jaren tachtig en negentig meestal klonk alsof hij het niet eens kon worden met zijn band en zich in de studio ongemakkelijk voelde, veranderde dit met het album Time Out Of Mind (1997), waarop producer Jim Dickinson het beste uit hem wist te halen.
De platen die daarop volgden, om te beginnen met het muzikaal ijzersterke Love & Theft, lieten een Dylan horen die er in elk geval weer lol in had, wat zich ook vertaalde in betere teksten. Soms echter klonk Dylan op die platen nog wat te gemakzuchtig en waren zijn muzikale verwijzingen naar oude blues en country wat te plat.
Op Tempest kiest Dylan met zijn band, voor een groot deel bestaande uit de muzikanten met wie hij al jaren op tournee is met zijn Never Ending World Tour, nooit voor de gemakkelijkste weg. .
1962Geen noot, geen akkoord en geen melodie is nieuw; Dylan wijkt opnieuw geen moment af van vertrouwde blues en rock 'n rollschema's maar hij rangschikt alles zo wonderbaarlijk dat elk liedje een unieke frisheid uitstraalt.
Natuurlijk, de Muddy Waters-blues in Narrow Way en Early Roman Kings is uit duizenden te herkennen, maar ze wordt met een gedrevenheid gespeeld die de meeste hedendaagse blues ontbeert.
Eindelijk zijn de nummers eens met zorg gearrangeerd en valt op hoe essentieel de accordeon van Los Lobos' David Hidalgo klinkt in Early Roman Kings. Een liedje waarin Dylan heerlijk speelt met beelden en figuren uit heden en verleden ('The meddlers and the peddlers, they buy and they sell/they destroyed your city, they'll destroy you as well.')
Schitterend ook hoe Dylan in een van zijn mooiste melodielijnen in decennia, Tin Angel, drie geliefden in een driehoeksverhouding aan hun einde helpt. Met in dat nummer verwijzingen naar oude 'murder ballads' als Henry Lee.
Dan moet het meesterlijke slot nog komen. Op Tempest bezingt Dylan het zinken van de Titanic en gaandeweg de 45 coupletten, waarin zowel naar de beroemde film als naar het stokoude liedje van The Carter Family wordt verwezen, bekruipt je het gevoel dat Dylan alvast de ondergang van de wereld beschrijft.
Tijd om op adem te komen na dit doemscenario is er niet, want Roll on John is al even verbijsterend. Een ode aan John Lennon, zo direct als Dylan hoogst zelden bestaande personen heeft toegezongen. Dylan zingt 'I read the news today, oh boy', uit A Day In A Life van The Beatles en hij lijkt nog altijd aangedaan. Alsof hij dat andere popicoon uit de jaren zestig meer mist dan ooit.
Bob Dylan heeft veel van zijn roemruchte muzikale tijdgenoten overleefd, hij maakt met Tempest een van zijn allerbeste platen, zowel tekstueel als muzikaal, en hij lijkt het te betreuren dat Lennon er niet meer is om er notie van te nemen.
Dylan voelt zich in de steek gelaten, maar gelukkig is Lennons muziek er nog: 'Shine a light, move it on, you burned so bright roll on John' klinkt het in het laatste, voor Dylans doen verrassend pakkende refreintje.
Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !