TIEN GEBODENErik de Jong (Spijkenisse, 1961), beter bekend als Spinvis, is muzikant. In 2002 kwam zijn debuutalbum uit. ‘Smalfilm’ en ‘Bagagedrager’ werden kleine hits. Tot en met 29 april toert Spinvis langs de theaters met het theaterconcert ‘Trein/Vuur/Dageraad’. Op 28 april verschijnt zijn gelijknamige, nieuwe cd.
I Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben
“Dat alles bestaat. Dat wij hier nu zitten, in het Centraal station van Utrecht, in deze zelfgemaakte wereld, en een gesprek voeren in onze zelfgemaakte taal: dat is voor mij het grote wonder.
De vraag waartoe wij hier op aarde zijn, is waarschijnlijk te complex voor onze geest - misschien kúnnen we dat niet eens begrijpen - maar als ik er dan toch een gooi naar moet doen, zou ik zeggen dat ik eerder geloof in eindeloze reeksen van oorzaak en gevolg dan in het sturende karakter van een of andere hogere entiteit.”
II Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enige gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is
“Ik schrijf over situaties waar ik later het centrum uitsnijd zodat je uiteindelijk alleen de aanwijzingen overhoudt. Op die manier kun je als luisteraar je eigen invulling aan een liedje geven. Dat is volgens mij ook de essentie van dit gebod. Het geloof in een gesneden beeld is beperkend en misleidend.
Ik schrijf over situaties waar ik later het centrum uitsnijd zodat je alleen de aanwijzingen overhoudt.
In wetenschappelijke kringen leidt het vaak tot denkfouten; cijfers en feiten die niet in een bepaald model passen, worden genegeerd. Ik snap het wel: we begrijpen de wereld nu eenmaal beter als we naar een Mercator-kaart kijken, maar we leven in de werkelijkheid op een globe die eindeloos rondjes draait in een reusachtig universum. Onbegrijpelijk, ja, maar toch ook oneindig veel mooier?”
III Gij zult de naam van de Here, uw God, niet ijdel gebruiken
“Mensen zijn héél graag gekwetst, denk ik wel eens. ‘Ik ben gekwetst, dus ik besta.’ Ik ben er nooit op uit om te provoceren - ik wil juist lief zijn, ik ben een ontzettende softie wat dat betreft - maar als iemand toch aanstoot neemt aan teksten die volgens hem of haar godslasterlijk zijn, dan is dat niet echt mijn probleem.
We leven in het land waar het theaterlied per definitie een afgetekende inhoud heeft; iets tegen oorlog of over de liefde. Ik verzet me tegen die traditie. Ik word veel meer geïnspireerd door het surrealisme en het impressionisme van de Zuid-Europese poëzie en muziek.
Het gaat mij niet om de teksten alleen, maar om het hele bouwwerk: de melodie, het arrangement, het geluid, de manier waarop je zingt, de klank, het binnenrijm, noem maar op. Ik wil een bepaald levensgevoel uitdrukken. Vaak is het melancholie, al probeer ik dat nou juist een beetje weg te drukken omdat het als vanzelf al naar boven komt. Ik bén een melancholicus; ik moet ervoor waken dat wat ik maak niet te pathetisch wordt.”
IV Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt, zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; maar de zevende dag is de sabbat van de Here uw God, dan zult gij geen werk doen
“Achteraf moet ik vaak constateren dat ik iets, bijvoorbeeld een cd maken, veel sneller had kunnen doen, maar blijkbaar heb ik al die kronkelige zijpaden, al die malle dwaalsporen en doodlopende weggetjes, nodig om daar te komen waar ik moet zijn. Ik ben niet lui, maar wel langzaam. Dat komt misschien ook doordat ik erg kan genieten van het maken zelf. Een God in mijn eigen tuin. Daar waar alles nog stil, rustig en van mij is.”
School afmaken? Niet belangrijk. Als je maar gelukkig bent
Erik de Jong
V Eer uw vader en uw moeder
“We woonden hier vlakbij, in de Willemstraat. Mijn ouders waren links, Humanisten, PSP’ers, activisten. Ons huis was ook een soort opvangadres van het JAC (Jongeren Advies Centrum, AV) waardoor we altijd mensen over de vloer hadden.
Vaak zaten er, als ik thuiskwam van school, wel twintig mensen aan de lange keukentafel van wie ik er hooguit vijf kende. Ik probeerde ze weg te denken - ze zijn er niet, ik zit hier alleen met mijn vader, moeder, broer en twee zusjes - of ging muziek maken om zo een plek voor mezelf te creëren.
We werden vrij gelaten. Er was ‘experimentele’ kinderopvang, zonder toezicht, en toen we naar school gingen was er niemand die erop aandrong om huiswerk te maken of voor een examen te leren. School afmaken? Niet belangrijk. Als je maar gelukkig bent.
Voor ons pakte het goed uit, we zijn allemaal goed terechtgekomen, maar ik ken ook generatiegenoten die zich met die vrijheid geen raad wisten en er aan onderdoor zijn gegaan. Misschien waren zij, met een beetje meer discipline, wel leuke, geslaagde mensen geworden. In plaats van junkies.
Ik heb van dichtbij meegemaakt hoe het idealistische mensbeeld van mijn ouders langzaam afbrokkelde. Stonden ze eerst nog te zwaaien met het Rode Boekje, later moesten ze toch inzien dat Mao een van de grootste misdadigers uit de wereldgeschiedenis is geweest.
De vrouwenemancipatie waar mijn vader al in ’65 een groot voorstander van was (hij liep in die tijd, met z’n enorme baard, achter de kinderwagen) was eerst een strijd voor de gelijkheid van mannen en vrouwen, maar nam begin jaren tachtig religieuze vormen aan waarbij de Vrouwencafé’s als kerken dienden. Toen hij op een dag een pak stencils bij het Vrouwencafé op de Oude Gracht wilde afgeven, mocht hij niet naar binnen. Omdat hij een man was. Ik zie nog voor me hoe teleurgesteld mijn vader was...
Ja, natuurlijk houdt het naderend afscheid me bezig. Het is onvermijdelijk.
Beetje bij beetje werden mijn ouders met de grotere werkelijkheid geconfronteerd. Ze hebben zich hernomen, aangepast, maar zijn hun idealistische inslag nooit kwijtgeraakt. Dat is ook de instelling die ik heb meekregen. Empathisch zijn, begrip tonen, niet te snel oordelen: allemaal eigenschappen die nu in een kwaad daglicht staan (theedrinkende wegkijkers!), maar ik ben ervan overtuigd dat het de enige manier is om een samenleving draaiende te houden.
Mijn ouders wonen nu in Duitsland. Mijn vader heeft één been en één long, kan niet zonder zijn zuurstoffles, maar hij is erg gelukkig. Ik denk dat hij terugkijkt op een goed leven. Hij was wiskundeleraar. Voor hem was het doorgeven van kennis het allerbelangrijkst en dat heeft hij met veel zorg en liefde gedaan. En nu houdt hij met diezelfde overgave zijn tuintje bij.
Ja, natuurlijk houdt het naderend afscheid me bezig. Het is onvermijdelijk. En het gaat erg veel pijn doen... maar het is normaal, het hoort erbij. Eigenlijk neem ik al een leven lang afscheid. Ik kan me herinneren dat ik als kind al een sneeuwvlokje probeerde te volgen: in de lucht, op de grond, kleiner, kleiner tot het voorgoed verdwenen was.”
VI Gij zult niet doodslaan
“Of het mag moet een rechter uitmaken, maar ik kan me heel goed voorstellen dat ik in een situatie kom waarin ik een ander uit zelfverdediging zal doodslaan.
Iemand met voorbedachte rade uitschakelen om erger te voorkomen, een Volkertje van der G. doen, vind ik volkomen abject. Hard line pacifisten kunnen, gek genoeg, heel agressief zijn. Ik begrijp de boodschap wel, maar als het puntje bij het paaltje komt - en het puntje komt áltijd bij het paaltje - dan is het behoorlijk onzinnig om zo radicaal de geweldloosheid te prediken.”
Hoe verleidelijk is het als een vrouw zich aanbiedt zonder dat je er je best voor hebt hoeven doen?
VII Gij zult niet echtbreken
“Zet een eenogige dwerg onder een lampje op het podium en je zult zien dat ook hij ineens woest aantrekkelijk wordt gevonden. Elk vak waarin spanning een rol speelt, waar met veel dynamiek naar een hoogtepunt wordt toegewerkt, heeft die uitwerking op mensen.
Seksualiteit, erotiek, of hoe je het ook wilt noemen, hoort erbij en ja, ik vind het leuk dat ik sinds ik optreed meer aandacht van vrouwen heb, maar hee, ik ben een oude man! Ik heb een vrouw en twee zonen, geen enkele behoefte om aan de verleiding toe te geven. Bovendien: hoe verleidelijk is het eigenlijk als een vrouw zich aanbiedt zonder dat je er je best voor hebt hoeven doen?”
VIII Gij zult niet stelen
“In de popmuziek, en dat zal in de literatuur en in de poëzie niet anders zijn, begin je altijd met stelen. Alles is bruikbaar. Zo is ‘Bagagedrager’ ook ontstaan. Ik hoorde Fly Like An Eagle’ van The Steve Miller Band, zo’n lekker lang nummer met van die nauwelijks veranderende akkoordenschema’s, op de radio en ik besloot ook zoiets te gaan maken. Dat wat je pikt, werkt als katalysator.
Je kunt het wel overnemen, maar uiteindelijk zal het toch als een Fremdkörper worden afgestoten. Het is niet van jou, je had het alleen maar nodig om er iets omheen te kunnen bouwen.”
IX Gij zult geen valse getuigenissen spreken tegen uw naaste
“Het heeft wel even geduurd voordat ik eerlijk durfde zijn. Dat wil zeggen: voordat ik mezelf, in al mijn lelijkheid, durfde te laten zien. Vroeger speelde ik drums in een punkband, veilig achter een muurtje van trommels. Later gebruikte ik voor de muziek die ik in mijn eentje, thuis op zolder, maakte de stemmen van anderen, gewoon omdat ik die van mezelf niet mooi genoeg vond.
Ik werkte in een fabriek en liet daar af en toe een demo aan mijn collega’s horen. ‘Best goed’, zeiden ze dan. Uiteindelijk heb ik de sprong gewaagd. In heb begin voelde ik me als een naaktslak op het grindpad. Moet je je voorstellen: de geheime binnenwereld, die je jarenlang hebt gekoesterd, wordt ineens in het felle tl-licht gezet.
Hier ben ik, met mijn matige zangstem en mijn gekke danspasjes, en ik kan het net zo goed
Erik de Jong
Waarom ik dat dan wilde? Tja, gewoon, ambitie? Ik wist dat ik ergens goed in was, maar het duurde even voordat ik het de wereld durfde te laten weten. Je hebt gelijk: het zou best kunnen dat die ‘zo lang je maar gelukkig bent’-opvoeding hier ook een rol in heeft gespeeld. Misschien is mijn drang om te excelleren daardoor wel groter dan normaal.
Hier ben ik, met mijn matige zangstem en mijn gekke danspasjes, en ik kan het net zo goed, of misschien zelfs beter dan de artiesten die ik tijdens de nachtdienst op Sky Radio hoor. Ik had een lange aanloop nodig. Dat is helemaal niet erg. Ik ben altijd met plezier naar de fabriek gegaan, maar de druk nam wel toe; het móést er uit.
Langzaam maar zeker won ik aan zelfvertrouwen en geduld, maar ik ben ook wel dingen kwijtgeraakt. Eerst kwam alles spelenderwijs tot stand, tegenwoordig ben ik me overal van bewust. Dit is nu eenmaal het pad, ik ben niet minder waarachtig dan vroeger, maar toch: soms zou ik wel weer de naaktslak willen zijn die ik ooit was.
Erik de Jong in 2006 nadat Spinvis de popprijs van het jaarlijkse popfestival Noorderslag heeft gewonnen.
In de sector eerlijkheid heb ik nog een ander voorbeeld voor je; een gebeurtenis waar ik behoorlijk veel last van heb gehad. Ik had zo lang met de vorige band gespeeld dat we uiteindelijk allemaal vrienden waren geworden. Ik voelde al een tijdje dat ik moest stoppen om weer vooruit te kunnen komen.
Ik was hongerig naar nieuwe geluiden, nieuwe gezichten, andere wegen. Dus moest ik mensen gaan ontslaan. Het was als een verliefdheid die over was gegaan. Sommigen voelden zich dan ook gedumpt. Heel, heel erg pijnlijk. Om te voorkomen dat ik nog een keer zoiets moet meemaken heb ik nu bij aanvang van de samenwerking al duidelijk gemaakt dat het voor een bepaalde periode is. Dat wist ik die eerste keer ook al, maar ik had het blijkbaar niet duidelijk genoeg gezegd.”
X Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is
“Een van mijn beste vrienden is schrijver. We groeiden samen op, hij zag het gebeuren hoe ik steeds succesvoller werd terwijl de aandacht en waardering voor zijn werk nogal wisselend was. Toch heb ik hem nooit op enige vorm van jaloezie kunnen betrappen. Het is om die reden ook erg fijn om met hem om te gaan.
Ik heb helaas al de leeftijd van iemand die keuzes moet maken. Niet alles gaat meer lukken
Erik de Jong
Hij vindt het leuk om naar mijn optredens te komen, hij is eerlijk en oprecht. Dat is heerlijk hoor, want je wil niet weten hoe cynisch die omgeving kan zijn; je leert sommige complimenten te wantrouwen en een beetje afstand te nemen als iemand te nadrukkelijk om aandacht vraagt.
Ik ben zelf ook geen jaloers iemand, of ja, ik denk weleens: jammer dat ik dat liedje niet heb geschreven, maar ik gun iedereen zijn of haar succes. De meeste bewondering heb ik voor de autonome kunstenaar die zich afsluit voor de buitenwereld, aan één ding werkt, zoekt en zoekt en zo steeds verder afdaalt in zichzelf... Bij mij gebeurt eigenlijk het omgekeerde.
Ik wil nog zoveel dingen doen: musiceren, optreden, toneelstukken schrijven, een grote film maken. en daar heel lang over doen, maar ik heb helaas al de leeftijd van iemand die keuzes moet maken. Niet alles gaat meer lukken. Van de dingen die ik nog wél kan doen, staat het verlangen om met mijn publiek oud te worden bovenaan.
Weet je dat er mensen van 17, 18 jaar zijn die mijn muziek via hun ouders hebben leren kennen? Vorig jaar was ik voor een uitzending van RTV Utrecht terug in mijn ouderlijk huis in de Willemstraat en wat zie ik daar in de platenkast staan? Drie cd’s van Spinvis. Dertig jaar later! Over melancholie gesproken... Ach ja, kon ik maar 400 worden. Onsterfelijk? Nee, dat lijkt me niks. Ik zou de dood voor geen goud willen missen.”