quote:
Vind je? Lees eens wat werk van Leonard Euler, dat was een absolute virtuoos op het gebied van het manipuleren van oneindige reeksen en dan zie je pas echt dingen waar je perplex van staat.
quote:
Zo'n gedoe voor een vraag uit de kansrekening, dat had ik niet verwacht
.
Is toch een mooie uitdaging?
Bekijk het eens als volgt (met dank aan keesjeislief). Beschouw een reeks waarvan de termen van de gedaante
(1) (1 - p)
k+1zijn, en waarbij je k laat lopen van 2 tot ∞. Merk trouwens op dat deze reeks alleen convergent is voor |1 - p| < 1. Deze meetkundige reeks kun je gemakkelijk sommeren en daarmee uitdrukken in p. Neem nu van beide zijden van je identiteit de afgeleide naar p, dan zijn de termen van de nieuwe reeks te schrijven als:
(2) -k(1 - p)
k - (1 - p)
kDe som van de deeltermen van de gedaante (1 - p)
k kun je gemakkelijk uitdrukken in p, dit is namelijk gelijk aan de som van de termen van de gedaante (1) gedeeld door (1 - p). Met deze gegevens kun je ook de som van deeltermen van (2) van de gedaante k(1 - p)
k uitdrukken in p. Nu weer van (2) de afgeleide naar p nemen, dus de tweede afgeleide naar p van (1), en we krijgen
(3) k
2(1 - p)
k-1 + k(1 - p)
k-1We hebben al een uitdrukking in p voor de som van de termen van (3), namelijk de afgeleide naar p van de som van de termen van de gedaante (2), en aangezien de som van de deeltermen van (3) van de gedaante k(1 - p)
k-1 gelijk is aan de eerder bepaalde som van de termen van de gedaante k(1 - p)
k gedeeld door (1 - p) kunnen we met deze gegevens weer een uitdrukking in p voor de som van de deeltermen van (3) van de gedaante k
2(1 - p)
k-1 afleiden. Nu weer (3) differentiëren naar p en we krijgen een uitdrukking die we kunnen schrijven als:
(4) -k
2(k - 1)(1 - p)
k-2 - k
2(1 - p)
k-2 + k(1 - p)
k-2De som van de termen van de gedaante (4) uitgedrukt in p is bekend, want dit is de derde afgeleide van (1), en de som van de deeltermen van (4) van de gedaante k
2(1 - p)
k-2 en k(1 - p)
k-2 kunnen we weer uitdrukken in p door de eerder gevonden uitdrukkingen in p voor de sommen van termen van de gedaantes k
2(1 - p)
k-1 resp. k(1 - p)
k-1 te delen door (1 - p). En daarmee zijn we dan in staat om de som van de deeltermen van (4) van de gedaante k
2(k - 1)(1 - p)
k-2 uit te drukken in p. De gevraagde som van de reeks bestaande uit termen van de gedaante k(
k2)(1 - p)
k-2 is uiteraard de helft daarvan.
[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 24-09-2011 21:30:39 ]