Startbrief Hillen is fopspeen: militairen nog langer in martelende onzekerheid We hadden goede hoop dat de langverwachte ‘Startbrief’ van minister Hillen d.d. 1 augustus eindelijk uitsluitsel zou geven over concrete gevolgen van de bezuinigingen van 1 miljard euro voor het defensiepersoneel. Niets blijkt minder waar. De Startbrief is volgens AFMP/FNV-voorzitter Wim van den Burg een beroerd begin omdat het alleen maar financiële kaders aangeeft maar totaal geen duidelijkheid geeft over de directe consequenties voor defensiemedewerkers, die dus nog langer in martelende onzekerheid wordt gelaten. “Het is een ‘Gij zult,’ waarbij de winkel open blijft en alles door blijft gaan, terwijl die winkel wel totaal op zijn kop wordt gezet.” Het is volgens de voorzitter twijfelachtig of missies straks nog wel op hetzelfde hoge niveau doorgezet kunnen worden, omdat het maar de vraag is of er na de bezuinigingen voldoende kwaliteit en kwantiteit overblijft. Veel zorgen maken we ons vooral over het verder snijden in opleidingen. Hillen wil meer samenwerken met de bondgenoten maar schrapt tegelijkertijd in het functiebestand bestemd voor die internationale samenwerking. Kennelijk denkt Hillen dat hij het financiele probleem voor Defensie kan neerleggen bij onze buitenlandse bondgenoten, maar die zien ons al aankomen.”
Hillen kan volgens Van den Burg voor een belangrijk deel van het personeel pas in 2016 de beloofde zekerheid geven. “In 2016 zouden volgens de Startbrief organisatie, personeel en financiën, die we vaak afkorten tot O.P.F., in evenwicht moeten zijn. Maar aangezien nu alleen geld bepalend is, zou ik liever spreken van FOP. Het is volstrekt onduidelijk of datgene wat aan geld overblijft op basis van die financiële randvoorwaarden voldoende is om alle taken uit te voeren. Het aantal functies dat volgens de numerus fixus moet verdwijnen mag dan duidelijk zijn, maar dat zegt nog niets over de consequenties voor de individuele medewerkers.”
Onmogelijke opgave
Personeel & Organisatie staat volgens Van den Burg voor ´een schier onmogelijke opgave om in de komende reorganisatietrajecten een belangrijke ondersteunende rol te spelen’, te meer omdat P&O zelf ook op de pijnbank van Hillen wordt vastgenageld. Daarnaast moet bij de Staven eenderde van de medewerkers weg. “Dat leidt allemaal tot onduidelijkheid wat dat precies betekent voor de personeelsleden.” Bij het opheffen van een tankbataljon is het meteen helder wat het betekent, maar als het gaat om het snijden en staven en ondersteunende diensten roept zo’n mededeling alleen maar meer vragen op. Verder moet het voornemen een zakgeldmaatregel voor alle officieren in te voeren met een korreltje zout worden genomen omdat wij als bonden daar nooit mee zullen instemmen. Zorgelijk is verder de mededeling dat het SBK conservatief is begroot, volgens Hillen moet het een tandje minder, terwijl er voor het sociaal beleidskader juist extra middelen nodig zijn om bijvoorbeeld oudere militairen in hogere rangen bij zowel de officieren als onderofficieren een sociaal verantwoord vangnet te bieden. Je kunt mensen niet zomaar zonder perspectief op straat zetten.
Slecht en onverstandig
Daarnaast “noemt Van den Burg het ‘buitengewoon onverstandig dat er geen rekening is gehouden met de ook bij Defensie snel toenemende vergrijzing.’ “Terwijl als je de personele gevolgen van de bezuinigingen over een langere termijn zou uitsmeren, dit veel personele gevolgen op korte en langere termijn zou ondervangen. Het is jammer dat de Tweede Kamer steun geeft aan Hillen’s maatregelen, die we niet alleen slecht maar ook vanuit veiligheidsperspectief buitengewoon onverstandig vinden. De Startbrief is niets anders dan een uitwerking van de beleidsbrief, waarmee de minister de problemen op het bordje van de Secretaris General legt, die het op zijn beurt op de bordjes van de commandanten legt.” Het is al met al volkomen onbegrijpelijk dat niet beter is gekeken naar de wijze waarop taken en middelen in balans kunnen worden gebracht. We kunnen er namelijk niet op rekenen dat het doorschuiven van de hete aardappel over de taakdiscussie ertoe leidt dat de soep minder heet gegeten wordt. Was het maar waar.
AFMP