quote:
Op zaterdag 7 mei 2011 18:29 schreef Bram_van_Loon het volgende:@Riparius
[..]
Je zou mij er plezier mee doen als je hier nog eens het bewijs zou plaatsen, of door een link te geven of door plaatjes in te scannen of met Paint of iets dergelijks zelf een bewijs te tekenen. Als je er eens tijd voor hebt natuurlijk.
Het maken van een mooi plaatje (niet met Paint maar met iets als Cabri) laat ik graag aan anderen over omdat het prepareren van deze post mij al voldoende tijd kost, maar ook zonder plaatje zal het hopelijk duidelijk zijn. Vreemd genoeg kan ik nergens op het web een goede uiteenzetting vinden van het bewijs dat mij voor ogen staat.
Eerst wat inleidende opmerkingen over vectoren en de definitie van de sinus en cosinus aan de hand van de eenheidscirkel.
Kiezen we een punt O in het platte vlak en twee vectoren OA =
a en OB =
b die geen van beide de nulvector zijn en niet in elkaars verlengde liggen, dan kunnen we elke willekeurige andere vector OP =
p in dat platte vlak uitdrukken als een lineaire combinatie van
a en
b, en wel op een eenduidige manier. Er is dan precies één geordend paar reële getallen (λ;μ) zodanig dat:
(1)
p = λ∙
a + μ∙
bWe noemen de set {
a,
b} nu een basis voor de vectorruimte bestaande uit alle vectoren in het platte vlak. Het geordende paar (λ;μ) noemen we dan de
coördinaten van vector
p ten opzichte van de basis {
a,
b}.
Hebben we al een assenstelsel met cartesische coördinaten, dan vormen de vectoren met lengte één langs de positieve x-as resp. de positieve y-as de vectorbasis voor deze coördinaten. Aangezien deze vectoren een lengte één hebben spreken we van eenheidsvectoren en duiden we deze aan met
ex resp.
ey. De vectorbasis {
ex ,
ey} wordt ook wel een orthonormale basis genoemd omdat de beide vectoren niet alleen een lengte één hebben maar tevens loodrecht op elkaar staan. Merk nog op dat de oriëntatie van het paar {
ex,
ey} zodanig is dat de eerste vector
ex bij een rotatie over 90 graden in positieve zin (i.e.
tegen de wijzers van de klok in) overgaat in de tweede vector
ey.
Bij een elementaire behandeling worden de sinus en cosinus van een hoek in eerste instantie geïntroduceerd als verhoudingen tussen de rechthoekszijden en de schuine zijde (hypotenusa) in een rechthoekige driehoek. Aangezien de lengten van overeenkomstige zijden van gelijkvormige driehoeken evenredig met elkaar zijn, hangen deze verhoudingen uitsluitend af van de hoeken van de rechthoekige driehoek. De aldus geïntroduceerde begrippen sinus en cosinus hebben echter uitsluitend betekenis voor scherpe hoeken.
De zogeheten eenheidscirkel (een cirkel met middelpunt in de oorsprong van een cartesisch assenstelsel en met een straal één) maakt het nu mogelijk de begrippen sinus en cosinus uit te breiden naar willekeurige hoeken (rotaties), zowel in positieve zin (tegen de wijzers van de klok in) als in negatieve zin (met de wijzers van de klok mee).
Kiezen we een willekeurig punt P(x
P; y
P) op de eenheidscirkel, maar dan wel in het eerste kwadrant, en laten we vanuit P een loodlijn neer op de x-as, en noemen we het voetpunt van deze loodlijn Q, dan is driehoek OPQ een rechthoekige driehoek met een rechte hoek in hoekpunt Q en een hypotenusa OP.
Noemen we hoek QOP α, dan is de sinus van hoek α gelijk aan de overstaande rechthoekszijde QP gedeeld door de schuine zijde OP, dus:
(2) sin α = sin ∠QOP = QP : OP = y
P : 1 = y
PEn de cosinus van hoek α is gelijk aan de aanliggende rechthoekszijde OQ gedeeld door de schuine zijde OP, dus:
(3) cos α = cos ∠QOP = OQ : OP = x
P : 1 = x
PWe zien nu dat cos α en sin α gelijk zijn aan de coördinaten x
P resp. y
P van het punt P(x
P;y
P). Dit is uiteraard niet verrassend maar een direct gevolg van het feit dat de straal van de gekozen cirkel, en daarmee de lengte van de hypotenusa OP van driehoek OPQ, gelijk is aan één. Maar dit biedt wel een mogelijkheid om cos α en sin α betekenis te geven voor een willekeurige hoek (rotatie) α zowel in positieve als in negatieve zin.
Aangezien ∠QOP = α gaat het punt met coördinaten (1;0) over in punt P(x
P;y
P) bij een rotatie rond de oorprong over een hoek α. We kunnen nu
afspreken (definiëren) dat we ook bij een rotatie om de oorsprong van punt (1;0) over een
willekeurige hoek α de coördinaten x
P en y
P van het beeldpunt P(x
P;y
P) zullen beschouwen als de cosinus resp. de sinus van α. Anders gezegd, het punt met coördinaten (1;0) gaat bij een rotatie om de oorsprong over een willekeurige hoek α over in het punt met de coördinaten (cos α ; sin α).
Dan nu het bewijs van de additietheorema's. Het punt met coordinaten (1;0) is het eindpunt van de eenheidvector
ex, en dus kunnen we het beeldpunt (cos α ; sin α) van (1;0) bij rotatie over een hoek α opvatten als het eindpunt van een vector
ex' die het beeld is van vector
ex bij een rotatie over een hoek α. Aldus hebben we:
(4)
ex' = cos α∙
ex + sin α∙
eyNu gaat bij rotatie om de oorsprong over een (willekeurige) hoek α niet alleen de eenheidsvector
ex over in een beeldvector
ex', maar evenzo gaat de eenheidsvector
ey over in een vector
ey', zodat we kunnen zeggen dat de vectorbasis {
ex,
ey} bij rotatie over een hoek α overgaat in de (eveneens orthonormale) vectorbasis {
ex',
ey'}.
Nu hebben we middels (4) vector
ex' uitgedrukt als een lineaire combinatie van
ex en
ey, maar we kunnen ook
ey' uitdrukken in
ex en
ey. Dit gaat als volgt.
Bij rotatie om de oorsprong over een hoek van 90 graden tegen de wijzers van de klok in (i.e. in positieve zin) gaat vector
ex over in vector
ey en gaat vector
ey over in vector
-ex. Aldus kunnen we zeggen dat de vectorbasis {
ex,
ey} bij rotatie over 90 graden in positieve zin overgaat in de (eveneens orthonormale) vectorbasis {
ey,
-ex}. Kiezen we nu {
ey,
-ex} als basis waarbij de eerste vector
ey van deze basis bij een rotatie over een hoek α overgaat in een beeldvector
ey', dan geldt dus analoog aan (4) en conform de definitie van de cosinus en de sinus:
(5)
ey' = cos α∙
ey + sin α∙(
-ex)
En aangezien sin α∙(
-ex) = -sin α∙
ex kunnen we hiervoor ook schrijven:
(6)
ey' = cos α∙
ey - sin α∙
exRoteren we vervolgens vector
ex' over een (willekeurige) hoek β en noemen we het beeld van
ex' bij deze rotatie
ex'', dan kunnen we
ex'' op twee verschillende manieren uitdrukken in
ex en
ey.
Om te beginnen kunnen we bedenken dat
ex' het beeld is van
ex bij rotatie over een hoek α en dat
ex'' weer het beeld is van
ex' bij rotatie over een hoek β. Aldus is
ex'' het beeld van
ex bij rotatie over een hoek α+β, zodat naar analogie van (4) en in overeenstemming met de definitie van cosinus en sinus geldt:
(7)
ex'' = cos(α+β)∙
ex + sin(α+β)∙
eyWe kunnen echter
ex'' ook uitdrukken in de vectorbasis {
ex',
ey'}. Aangezien de eerste vector
ex' van deze basis bij rotatie over een hoek β overgaat in
ex'' geldt naar analogie van (4) en in overeenstemming met de definitie van cosinus en sinus:
(8)
ex'' = cos β∙
ex' + sin β∙
ey'Maar nu hadden we
ex' en
ey' al uitgedrukt in
ex en
ey. Substitutie van (4) en (6) in (8) levert:
(9)
ex'' = cos β∙(cos α∙
ex + sin α∙
ey) + sin β∙(cos α∙
ey - sin α∙
ex)
Uitwerken van het rechterlid van (9) en hergroeperen van de termen met
ex en
ey geeft:
(10)
ex'' = (cos α∙cos β - sin α∙sin β)∙
ex + (sin α∙cos β + cos α∙sin β)∙
eyNu weten we echter dat elke vector, en dus ook
ex'', op precies één manier is uit te drukken als een lineaire combinatie van de basisvectoren {
ex,
ey}. Uit (7) en (10) volgt dus:
(11a) cos(α+β) = cos α∙cos β - sin α∙sin β
(11b) sin(α+β) = sin α∙cos β + cos α∙sin β
QEDToegift: aangezien (11a) en (11b) gelden voor willekeurige rotaties in zowel positieve als negatieve zin en aangezien α-β = α+(-β) geldt ook:
(11a) cos(α-β) = cos α∙cos(-β) - sin α∙sin(-β)
(11b) sin(α-β) = sin α∙cos(-β) + cos α∙sin(-β)
Een rotatie van het punt (1;0) over een hoek -β is equivalent met een rotatie van het punt (1;0) over een hoek β gevolgd door een spiegeling in de x-as. En aangezien bij spiegeling in de x-as een punt met coördinaten (x
P;y
P) overgaat in een punt met coördinaten (x
P;-y
P) volgt dat geldt:
(12) cos(-β) = cos β en sin(-β) = -sin β
Substitutie van (12) in (11a) en (11b) levert dan:
(13a) cos(α-β) = cos α∙cos β + sin α∙sin β
(13b) sin(α-β) = sin α∙cos β - cos α∙sin β
[ Bericht 0% gewijzigd door Riparius op 09-05-2011 14:49:55 ]