29-08-2007
Vier op de tien vogels op Rode Lijst
Veertig procent van de Nederlandse broedvogels staat op de Rode Lijst. De meeste daarvan zijn soorten van het boerenland. Dat meldt Vogelbalans 2007, een rapport dat onlangs werd gepresenteerd door de Vogelbescherming en onderzoeksinstituut SOVON.
Op dit moment staan 78 soorten op de Rode Lijst van Nederlandse Broedvogels. Die soorten zijn in ons land met uitsterven bedreigd. Dat is maar liefst veertig procent van de 175 in Nederland broedende soorten. Voor verschillende soorten, zoals kemphaan, kuifleeuwerik en grauwe gors, is het tij waarschijnlijk niet meer te keren. Zij staan volgens Vogelbalans 2007 op het punt uit ons land te verdwijnen.
Kemphaan
Landbouw in ontwikkeling
De laatste jaren gaat het vooral slecht met de soorten van het boerenland. Wel zestig procent van de soorten op de lijst broedt in die gebieden. De op het boerenland broedende grutto, de gele kwikstaart en de veldleeuwerik zijn nieuwkomers op de Rode Lijst. Van die laatste is nog maar tien procent over van het aantal eind jaren zeventig.
Het land wordt steeds vaker gemaaid. Dit maaien kan vogelnesten verwoesten.
Boerenlandvogels hebben last van de ontwikkelingen in de landbouw. Voorheen konden ze tot wel drie keer per seizoen broeden. Door de intensieve akkerbouw van nu, waarbij meerdere keren per jaar gemaaid wordt, is dat vaak nog maar één keer.
Boel onderzoekers
Vogelbalans is een jaarlijkse inventarisatie van de vogelstand in Nederland door Vogelbescherming Nederland en SOVON Vogelonderzoek Nederland. Zon 7000 vrijwilligers verzamelen de gegevens voor het onderzoek.
Stikstof
Daarnaast speelt klimaatverandering een belangrijke rol bij het afnemen van de soortenstand. Een vogel als de duinpieper, niet meer in Nederland gesignaleerd sinds 2006, is voor zijn overleving en voortplanting afhankelijk van schrale gebieden, zoals zandverstuivingen. De laatste jaren zijn er in ons land steeds minder van dat soort gronden te vinden. Vogelbalans 2007 wijt die trend aan de toename van de hoeveelheid stikstof in de grond.
Stikstof is een belangrijke voedingsbron voor planten. Het is een bestanddeel van aminozuren en dus van de eiwitten waaruit planten opgebouwd zijn. Als gevolg van de industrialisering is veel meer stikstof in de lucht gekomen en neergeslagen in de grond. Planten in schrale gebieden profiteren daarvan. Ook de hoeveelheden koolstofdioxide en hogere temperaturen zullen in de nabije toekomst een rol gaan spelen.
De mussen passen niet meer bij het dak
Het klinkt misschien vreemd, maar ook de doodgewone huismus staat op de Rode Lijst. Inderdaad vliegen er nog steeds tussen de 0,5 en 1 miljoen mussen in Nederland rond. Na de merel is de soort zelfs de meest voorkomende vogelsoort in ons land. Waarom dan toch op de lijst? Dat is vanwege de enorme afname in de afgelopen jaren. Sinds 1990 halveerde het aantal. De oorzaak daarvan ligt voor een groot deel bij de manier waarop daken van huizen tegenwoordig gemaakt worden. Veel pannendaken verdwijnen. Platte daken bieden de huismus geen bescherming.
Zachte winters
Maar van sommige vogelsoorten zijn de hoeveelheden in Nederland toegenomen. Bij een aantal kwam dat juist ook door klimaatverandering, zoals bij sommige watervogels en zuidelijke broedvogels. De ijsvogel en de roerdomp, voorheen Rode Lijst soorten, profiteerden van de zachte winters. Wel loopt de roerdomp nu weer het gevaar te verdwijnen als de moerasgebieden waarin hij leeft opdrogen.
Ooievaars bij een nest
Ook bescherming heeft er toe geleid dat enkele soorten van de Rode Lijst af konden. De ooievaar en de lepelaar zijn daar voorbeelden van. Door herintroductie is de ooievaar in Nederland weer terug op een voor Vogelbalans acceptabel niveau.
(Kennislink)