1 (NL/BE) VN Transportbataljon en 1(NL/BE) VN Logistiek en TransportbataljonDe regeringen van Nederland en Belgi gaven, vooruitlopend op een formeel verzoek van de secretaris-generaal, te kennen in het kader van resolutie 776 een gezamenlijke transporteenheid van 560 militairen naar Bosni-Herzegovina te zullen sturen.
De eenheid zou de ruggengraat van de humanitaire hulpverlening van UNPROFOR in Bosni gaan vormen. Het bataljon was opgebouwd uit twee Nederlandse transport compagnien elk 170 man sterk, en een Belgische transportcompagnie, 100 militairen sterk. Nederland leverde ook de staf, staf- en verzorgingscompagnie (SSV-compagnie) van 120 militairen.
De Belgische compagnie kon beschikken over 25 vrachtwagens, de Nederlanders namen 40 tientonners en 24 viertonners mee. De Nederlanders roteerden in tegenstelling tot de Belgen niet als compleet contigent maar, in groepen van 150 personen, vooral om de continuteit in kennis en ervaring te waarborgen. Alvorens de hoofdmacht van het Nederlandse deel van het transportbataljon op 7 en 10 november vertrok, waren 160 kwartiermakers hen voorgegaan. De vier compagnien werden op drie locaties ondergebracht. De ssv- en A-compagnie vlogen naar Split om daar het rollend materieel en de overige uitrustingstukken te ontschepen en op 16 november door te reizen naar twee kampen in de in Centraal Bosni gelegen Bosnisch-Kroatische stad Busovaca. (
http://nl.wikipedia.org/wiki/Busovaca)
De kampementen werden regelmatig door afzwaaiende projectielen getroffen. Bovendien moest het transport bataljon onder zeer riskante omstandigheden operatie
Life Line uitvoeren, met als doel de ergste humanitaire nood in Bosni te lenigen. Konvooiritten naar de nabijgelegen plaatsen Zenica en Travnik waren levensgevaarlijk vanwege het onder de strijdende partijen populaire banden schieten, terwijl de konvooien de strategisch gelegen stad Gornji Vakuf vanwege de sluipschutters alleen op zeer hoge snelheid konden doorkruisen. Bij de beschieting van een Nederlands konvooi ten zuiden van Novi Travnik op 25 oktober 1993 vielen zeven gewonden, van wie vier ernstig.
De cabines van de vrachtwagens kregen korte tijd ter bescherming van de chauffeur en bijrijders een stalen bepantsering, wat de bijnaam Mad Max opleverde. De dreiging in Centraal- Bosnie verminderde aanzienlijk toen de Moslims en Kroaten op 23 februari 1994 een staakt-het-vuren sloten en in mei de Moslim- Kroatische Federatie vormden. Het transportbataljon had twee jaar na aankomst in Bosni ruim honderdduizend ton goederen vervoerd.
Film over de missie van Rotatie T 13 (1994/1995)Het aanbod van hulpgoederen door de United Nations High Commisioner for Refugees (UNHCR) nam eind 1994 sterk af, waardoor het bataljon met een transportcompagnie minder toe kon.
Het Nederlandse Ministerie van Defensie besloot B-compagnie uit Santici terug te trekken en het resterende deel van het transportbataljon met het Support command in Lukavac samen te voegen tot 1 (NL/BE) VN LogTbat (logistiek en transport bataljon).
Een bevoorradings- en een herstelcompagnie namen de plaats in van B- compagnie en de Belgen in Santici. De Belgische compagnie werd bij de A- compagnie in Busovaca gelegerd.
De ssv-cie bleef in Hotel Nunspeet. De reorganisatie kreeg eind maart 1995 haar beslag. Het vredesakkoord van Parijs van 14 december 1995 luidde het einde in van UNPROFOR in Bosni en de komst van IFOR in. IFOR erfde LogTbat, minus de Belgen van UNPROFOR.
[ Bericht 1% gewijzigd door Clan op 11-11-2011 19:01:12 ]