abonnement Unibet Coolblue
pi_84656874
07-08-2007

Extreem weer laat wereldwijd records sneuvelen

Grote delen van de wereld hebben vanaf het begin van het jaar te maken gehad met extreme weersomstandigheden waaronder overstromingen, hittegolven, stormen en periodes van ongewone kou. Bovendien was de wereldwijde landtemperatuur tussen januari en april nog nooit zo hoog, maakte de Wereld Meteorologische Organisatie dinsdag in een verklaring bekend.

Europa
Boven land was het in januari 1,89 graden en in april 1,37 graden warmer dan normaal, aldus de VN-organisatie. In Europa lagen de temperaturen in april gemiddeld zelfs vier graden Celsius boven het gemiddelde.

Ook in ons land sneuvelden dit voorjaar de records. Januari was de zachtste januarimaand ooit en april was warmer, zonniger en droger dan ooit tevoren.

Overstromingen
Op het lijstje van de WMO staan onder meer de ongewoon zware moessonregens in Zuid-Azië en de recente hevige regenval en overstromingen in Engeland. Zuid-Europa ging deze zomer gebukt onder ongewone hittegolven, terwijl in Zuid-Afrika en Argentinië extreem veel sneeuw viel.

Arabische Zee
In juni werd voor het eerst een tropische cycloon waargenomen in de Arabische Zee. Het natuurgeweld eiste in Oman en Iran vijftig levens. Op de stranden van de Malediven en Indonesië richtten ongewoon hoge golven veel schade aan.

De weersextremen komen overeen met de voorspellingen die de klimaatcommissie IPCC van de Verenigde Naties dit voorjaar deed. Of dit najaar ook veel uitschieters zal laten zien is volgens WMO-wetenschapper Omar Baddour nog niet duidelijk. „Het is erg moeilijk om voorspellingen te doen over de rest van het jaar.” (anp/hln)

(HLN)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84656891
10-08-2007

Temperatuur vanaf 2010 vaker hoger
Nieuw klimaatmodel

De helft van de jaren direct na 2009 wordt gemiddeld warmer dan 1989, het wereldwijd warmste jaar dat ooit is geregistreerd. Dat schrijven onderzoekers vandaag in het wetenschappelijke tijdschrift Science.

De Britse klimaatonderzoekers maakten als eersten een redelijk goed klimaatmodel dat het klimaat de komende tien jaar voorspelt. Dit tienjaarsmodel is bijzonder omdat het uitgebreid rekening houdt met natuurlijke variatie in het klimaat. Andere klimaatmodellen doen dat niet.

Dalende en stijgende temperaturen door natuurlijke variatie zijn – over een paar jaar gemeten – altijd groter dan de temperatuurverandering door het broeikaseffect. De opwarming door broeikaseffect is hoogstwaarschijnlijk het gevolg van de door mensen veroorzaakte CO2-verhoging in de atmosfeer.

In 2014, voorspelt het tienjaarsmodel, is de gemiddelde temperatuur op de wereld 0,3 graad hoger dan in 2004. En het is 95 procent waarschijnlijk dat de verhoging tussen de 0,1 tot 0,5 graad uitvalt. Tot 2009 dempen de verkoelende effecten van oceaanstromingen het toenemende broeikaseffect, zegt DePreSys. De naam is een afkorting van Decadal Climate Prediction System.

De tot nu toe gangbare klimaatmodellen voorspellen het klimaat tot tientallen jaren in de toekomst, maar zijn onzeker voor de korte termijn. Het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) bijvoorbeeld publiceerde dit voorjaar dat aan het eind van deze eeuw de gemiddelde wereldtemperatuur 1,8 tot 4,0 graad hoger zal zijn. Die klimaatmodellen houden geen rekening met de natuurlijke variatie die binnen een decennium zo belangrijk is.

Een decennium is echter, schrijven de onderzoekers in hun artikel in Science, ‘een belangrijke planningshorizon voor aanpassingen aan de infrastructuur, voor verzekeraars, energiepolitiek en zakelijke ontwikkelingen.’

Onder natuurlijke variatie verstaan de klimatologen bijvoorbeeld de wekelijkse tot maandelijkse, met elkaar verband houdende wisselende luchtdrukverschillen bij IJsland en de Azoren. Die is bekend als de Noord-Atlantische Oscillatie (NAO). De grootte van het verschil bepaalt de richting van de straalstroom die van grote invloed is op het weer in Europa, vooral ’s winters. Die NAO heeft echter niet alleen een wekelijkse maar ook een meerjarige variatie, werd de afgelopen jaren duidelijk.

Tot de natuurlijke variatie hoort ook de langjarige cyclus van El Niño, een verandering in de circulatie in vooral het tropische gedeelte van de Grote Oceaan die wereldwijd – maar minder in Europa – invloed heeft op temperatuur en regenval. Andere variaties in oceaanstromingen, zoals de Atlantische Multidecade Oscillatie (AMO) en de Interdecade Pacifische Oscillatie, zijn de afgelopen jaren beter voorspelbaar geworden.

De onderzoekers van het Hadley Centre for Climate Prediction and Research in het Britse Exeter die de decenniumvoorspeller ontwikkelen, gebruikten in principe de klimaatmodellen van het IPCC en bouwden daar gegevens over de natuurlijke variatie in. Zij testten hun model door voorspellingen te doen voor reeds voorbije decennia (hindcasts) en die te vergelijken met de werkelijke uitkomsten.

(nrc)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84656905
17-08-2007

Wereldrecord ijssmelten gebroken!

Op 15 augustus is er een wereldrecord gebroken en was de oppervlakte van het zee ijs op de noordpool kleiner dan ooit. Dat wil zeggen, kleiner dan ooit door mensen gemeten. Maar hoe zit het nou eigenlijk met het ijs op de noordpool? Smelt het inderdaad steeds sneller af? En wat voor gevolgen heeft het afsmelten van het zee ijs eigenlijk nog meer?

De Russen zijn een race om de grondstoffen in de zeebodem van de pool begonnen. Tegelijkertijd bereiden de Canadezen zich voor op een robbertje bekvechten met de Amerikanen over wie de zeggenschap krijgt over de zeeroute van Europa naar Azië langs de noordkust van Canada en Alaska. De aanleiding hiervoor is dat het zee ijs op de noordpool aan het afsmelten is.

Op zich is het niets bijzonder dat er zee ijs op de polen smelt. Er smelt elke zomer zee ijs af terwijl het ijs in de winter aangroeit. Op de noordpool smelt er ’s zomers echter steeds iets meer ijs af dan er in de winter bijkomt. Het Amerikaanse National Snow and Ice Data Center heeft grafiekjes gemaakt van de toename of afname van de hoeveelheid zee ijs op de Noord- en de zuidpool ten opzichte van de gemiddelde ijsbedekking in de periode 1979 – 2000.



De toename of afname van de hoeveelheid zee ijs op de Noordpool ten opzichte van de gemiddelde ijsbedekking in de periode 1979 – 2000.



De toename of afname van de hoeveelheid zee ijs op de zuidpool ten opzichte van de gemiddelde ijsbedekking in de periode 1979 – 2000.


Je ziet een duidelijke golfbeweging van wat meer ijs dan gemiddeld in het ene jaar en wat minder dan gemiddeld in het andere jaar. Op de zuidpool is die beweging in evenwicht, maar op de noordpool worden de afwijkingen naar beneden steeds groter, terwijl de afwijkingen naar boven steeds kleiner worden. Het verdwijnen van het ijs is dus kennelijk niet meer in balans met het aangroeien ervan.

Ook Japanse onderzoekers van het Japan Aerospace Exploration Agency houden zich met het zee ijs op de noordpool bezig. Zij zijn degene die onlangs meldden dat op 15 augustus 2007 het record van het minste zee ijs op de noordpool is gebroken. Het vorige record werd in 2005 gehaald, op het hoogtepunt van de zomersmelt half september. Het op 15 augustus van dit jaar gevestigde record zal dus niet lang stand houden, want het smelten gaat ondertussen gewoon nog een paar weken door.



De Japanse onderzoekers baseren zich o.a. op metingen in de afgelopen vijf jaar met een sensor aan boord van de Amerikaanse Aqua satelliet. De sensor is een Advanced Microwave Scanning Radiometer (AMSR-E) die de bedekking van het zee ijs, de temperatuur van de oceaan, de hoeveelheid waterdamp en de neerslag meet op basis van zwakke radiogolven van de Aarde. Het voordeel is dat je met deze methode geen last hebt van bijvoorbeeld bewolking.

Met de AMSR-E gegevens hebben de onderzoekers een grote database gemaakt waarin je van elke willekeurige dag in de afgelopen vijf jaar de verspreiding van het zee ijs op de noordpool kunt zien. De afbeeldingen hieronder komen uit die database en laten telkens het zee ijs op de noordpool op 16 augustus zien in de periode 2002 tot nu.



Je ziet duidelijk dat het ijs elk jaar een stukje kleiner is geworden. Maar wat nog belangrijker is, is dat de onderzoekers concluderen dat het ijs sneller smelt dan de modellen van bijvoorbeeld het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) voorspellen.

Hiervoor zijn volgens de Japanners verschillende oorzaken. Zo kan ijs dat aan de kust ligt, zich minder vrij bewegen dan ijs op open zee. Doordat het ijs zich steeds verder van de kust van Siberië en Canada terugtrekt, kunnen grote stukken gemakkelijker afdrijven naar lagere breedtegraden waar de zee warmer is en het ijs sneller smelt. Daarnaast betekenen grotere stukken ijs-vrije poolzee dat het water meer zonnewarmte kan opnemen en warmer wordt. Dit versnelt vervolgens weer het afsmelten van het resterende ijs.

Effecten van afsmelting
Dit is natuurlijk allemaal leuk en aardig, maar wat voor gevolgen heeft het afsmelten van het zee ijs op de noordpool eigenlijk nog meer? Het eerste waar je aan denkt bij het smelten van grote ijsmassa’s is een stijging van de zeespiegel. Gelukkig hoeven we daarvoor in dit geval niet direct bang te zijn. Alleen afsmeltend landijs zorgt voor een zeespiegelstijging. Als landijs afsmelt, wordt namelijk water dat eerst op het land lag aan de zee toegevoegd. Zee ijs is al een onderdeel van de zee. Het water ondergaat alleen een fase overgang, er komt geen water in de zee bij.



Het afsmelten van het zee ijs heeft echter wel een ander effect. Zonlicht wordt namelijk veel beter weerkaatst door lichtgekleurd ijs en sneeuw dan door donkergekleurd water. Het afsmelten van het ijs zorgt er daardoor voor dat er meer zonlicht op de aarde wordt geadsorbeerd en minder terug de ruimte in gekaatst. Hierdoor houdt de aarde meer warmte vast en kan het klimaat warmer worden, waardoor er vervolgens weer meer ijs afsmelt, enz.

Zo’n zelfversterkend effect maar dan omgekeerd kennen we uit de ijstijden. Tijdens een ijstijd is er heel veel ijs en sneeuw op aarde, waardoor er meer zonlicht wordt teruggekaatst en het nog kouder wordt. Afsmelten van het noordpoolijs zou dus de opwarming van het klimaat kunnen versterken. Maar je moet natuurlijk wel naar de weerkaatsing van de hele aarde kijken, dus dit gaat alleen op als ook op de gehele aarde de netto weerkaatsing van zonlicht afneemt.



Aan de andere kant kan de versterkte opwarming van het klimaat ook weer een afremmend effect op het verdwijnen van het zee ijs veroorzaken. Een recent artikel in het tijdschrift Nature (zie Kennislinkartikel “Klimaatverandering en regenval”) laat zien dat computermodellen voorspellen dat de huidige opwarming van het klimaat tot meer neerslag op hoge breedtegraden leidt, terwijl de neerslag op lage breedtegraden afneemt.

Omdat het noordpoolijs zich op een hoge breedtegraad bevindt, zou dit voor een snellere aangroei van het ijs kunnen zorgen in de vorm van meer sneeuw die op het ijs valt. Dit zie je in extreme vorm bij sommige gletsjers die hierdoor ondanks het opwarmende klimaat zelfs aangroeien. De Hubbard Glacier in Alaska is hier een voorbeeld van (zie de links hieronder).

Het is dus duidelijk het afsmelten van het ijs, net als klimaatverandering in zijn algemeenheid, afhankelijk is van een complex samenspel van verschillende factoren. Dat maakt het ook zo moeilijk om de effecten van klimaatverandering precies te voorspellen. Ondertussen gaat de race om de noordpool gewoon door. Want hoewel het lastig is te voorspellen hoe snel het ijs op de noordpool verder zal afsmelten, dat het verder zal afsmelten is toch wel erg waarschijnlijk.

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84656923
17-08-2007

Amateurweerkundige haalt klimaatdata onderuit

Een Canadese amateurmeteoroloog heeft aangetoond dat belangrijke klimaatgegevens waarmee is 'bewezen' dat de aarde opwarmt niet deugen.


Klimaatmodellen van het KNMI

Een amateurweerkundige in Canada heeft de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie Nasa ernstig in verlegenheid gebracht door aan te tonen dat hun klimaatgegevens niet deugen.

Daarmee haalde de bloggende broeikasscepticus Stephen McIntyre eigenhandig een belangrijk fundament onder de opwarmingstheorie onderuit.

Pieken
Met een eigen analyse van weergegevens liet McIntyre zien dat niet 1998, maar 1934 het warmste jaar was in Amerika sinds de metingen begonnen. Bovendien vallen vijf van de tien warmste jaren voor 1939, en telt de huidige eeuw er slechts een.

McIntyre constateerde dat temperatuurmetingen van Amerikaanse weerstations sinds 2000 plotselinge en onverklaarbare pieken lieten zien. Hij bracht Nasa per e-mail op de hoogte. De organisatie weigerde hem inzicht te geven in de manier van gegevens verwerken, maar wijzigde in stilte de eigen resultaten.

Al Gore
Nasa's weerinstituut, het Goddard Institute of Space Science in New York, heeft de fout toegegeven. Volgens de klimatologen is die te wijten aan een nieuw meetsysteem dat in 2000 in gebruik werd genomen. Maar de wijzigingen zouden verder nauwelijks gevolgen hebben voor de waargenomen trend van opwarming.

Toch zijn de oorspronkelijke gegevens, ook gebruikt in de propagandafilm An Inconvenient Truth van 'klimaatgoeroe' Al Gore, inmiddels wel ingrijpend gewijzigd. In de top drie warmste jaren komt geen enkel jaar in de huidige eeuw meer voor. Respectievelijk 1934, 1998 en 1921 gelden nu als de warmste in Amerika.

Nog altijd heilig overtuigd van klimaatopwarming? Lees de zes debattips van Simon Rozendaal.

Door Bas Benneker

(Elsevier)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84656964
31-08-2007

IJstijd door opwarming van de aarde

DEN HAAG - De opwarming van de aarde kan voor Nederland volledig omgekeerd uitpakken. Door veranderingen in de oceanen dreigt een nieuwe ijstijd. Het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) vaart binnenkort naar Groenland om dit verder te onderzoeken.

Ondanks de noordelijke ligging kent West-Europa een relatief gematigd klimaat. Dat is te danken aan de warme golfstroom, die vanuit de Caraïben warm oceaanwater tot aan het zuiden van Ierland aanvoert.

Op grote diepten stroomt via dezelfde route het koude, noordelijke water weer terug richting het zuiden.

Als deze gigantische lopende band tot stilstand komt, blijft het warme water weg van West-Europa. Gevolg is dat de temperatuur in Nederland binnen tientallen jaren enorm daalt.

Broeikasgas

Door de uitstoot van het broeikasgas CO2 (koolstofdioxide), met de opwarming van de wereld als gevolg, dreigt de warme golfstroom te stoppen. De hogere temperaturen op aarde zorgen ervoor dat de ijsvoorraden op de Noordpool en Groenland smelten. Wetenschappers vermoeden dat het smeltwater de lopende band op zijn noordelijkste punt kan vertragen of zelfs stoppen.

Het onderzoeksschip van de NIOZ, de Pelagia, zal in de Irminger Zee ten zuiden van Groenland onderzoek verrichten naar de klimaatschommelingen.

Meetstation

Verder laat het schip midden in de Atlantische Oceaan een meetstation zakken dat een jaar lang de stroming op grote diepte zal bijhouden, zegt expeditieleider Geert-Jan Brummer.

Op die manier hopen de wetenschappers te weten te komen of de lopende band daadwerkelijk tot stilstand dreigt te komen. Het onderzoek van de NIOZ is hard nodig, omdat geleerden nog weinig weten over de verschillende invloeden op warme golfstroom.

Termijn

Overigens onderzoekt de Pelagia niet alleen de veranderingen in het klimaat op de lange termijn. Het schip is tevens een varend meteostation dat regelmatig het lokale weer op de oceaan doorgeeft.

Op deze manier kunnen meteorologen op het vasteland beter het weer voorspellen.

De Pelagia zet met 25 bemanningsleden aan boord dit weekeinde koers richting Groenland.

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84656972
31-08-2007

Ierland warmt dubbel zo snel op als rest van wereld

Een rapport van het Ierse Environmental Protection Agency heeft uitgewezen dat het eiland dubbel zo snel opwarmt als de rest van de wereld. Dat schrijft The Irish Times. Het rapport stelt dat Ierland tussen 1980 en 2004 is opgewarmd met 0,42 graden per decennium. Dat is het dubbele van het wereldwijde gemiddelde.

Onderzoekers voorspellen dat de regenval in het noorden en het westen van het eiland in de toekomst nog feller zal worden. In de zomer dreigt er droogte in het zuiden en het oosten van het land. Vrijwel overal worden minder dagen met vriestemperaturen voorspeld. De Ierse oostkust zou vanaf 2020 te kampen krijgen met ernstig watertekort. Uit het rapport blijkt verder dat het landbouwseizoen langer zal duren, waardoor boeren de mogelijkheid krijgen nieuwe gewassen te telen. Daar staat tegenover dat het land ook vaker zal worden overstroomd. (belga/hln)

(HLN)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657000
11-09-2007

Nieuwe studie OESO plaatst vraagtekens bij biobrandstoffen

Het stimuleren van biobrandstoffen zal de voedselprijzen doen stijgen en hele wouden en waterrijke gebieden vernietigen, terwijl de impact van deze brandstoffen in de strijd tegen de opwarming van de aarde eerder bescheiden zal zijn. Dat stelt de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in een rapport dat lekte in de krant The Financial Times.

Vraagtekens
Het rapport zet vraagtekens bij het beleid van de Europese Unie, dat erop gericht is om het gebruik van biobrandstoffen zoveel mogelijk te stimuleren. "De huidige drang om het gebruik van biobrandstoffen uit te breiden, zorgt voor onhoudbare spanningen die hele markten zullen ontregelen zonder een aanzienlijk voordeel voor het milieu op te leveren", zo staat in de studie.

Te hoge prijs
Volgens de OESO kunnen biobrandstoffen de uitstoot van broeikasgassen met maximaal drie procent indijken. De prijs die daarvoor betaald moet worden, is volgens de studie onevenredig groot. Voor de productie van biobrandstoffen dreigen immers wouden en waterrijke gebieden het gelag te betalen. Bovendien zou een grootschalige doorbraak van deze brandstoffen de druk op de voedselprijzen op de wereldmarkt doen stijgen.

Ook het financiële plaatje oogt volgens de OESO niet rooskleurig. Om biobrandstoffen ingang te doen vinden, zijn massale investeringen nodig. De Amerikaanse overheid, bijvoorbeeld, geeft elk jaar 7 miljard dollar uit aan de productie van ethanol. Dat komt neer op een prijs van 500 dollar voor elke ton koolstofdioxide (CO2) die wordt bespaard. De OESO schat dat de prijs voor het besparen van één ton CO2 in Europa nog tien keer hoger kan liggen.

Alternatief
In de strijd tegen de opwarming van de aarde worden biobrandstoffen aanzien als een alternatief voor fossiele brandstoffen, zoals aardolie en kolen. De studie van de OESO, een intergouvernementele denktank waar ook de meeste EU-lidstaten deel van uitmaken, is niet de eerste die twijfelt aan de ecologische verdiensten van biobrandstoffen.

Voor milieugroep Friends of the Earth vormde de studie alvast een aanleiding om de EU nogmaals op te roepen om haar doelstelling omtrent biobrandstoffen te schrappen. Volgens de conclusies van de Europese top van maart 2007 willen de EU-lidstaten dat biobrandstoffen tegen 2020 10 procent van de markt voor vervoersbrandstoffen vertegenwoordigen. (belga/hln)

(HLN)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657013
12-09-2007

Klimaatverandering bedreiging voor veiligheid

LONDEN - Klimaatveranderingen vormen een potentieel grote bedreiging van de internationale veiligheid. Samen met moslimextremisme en de verspreiding van nucleaire wapens vormen de klimaatveranderingen momenteel het grootste gevaar voor de wereldvrede.

Dat stelt het gezaghebbende International Institute for Strategic Studies (IISS) in het woensdag verschenen jaarverslag.

De 'denktank' wijst op potentiële strijd tussen landen of regio's over goede landbouwgronden en watervoorraden als de klimaatveranderingen zich verder voortzetten.

Vluchtelingen

De stabiliteit in sommige regio's kan ook in gevaar komen als stromen vluchtelingen op gang komen als gevolg van klimaatveranderingen, die gepaard kunnen gaan met overstromingen, zware stormen of juist grote droogte.

Wereldcrisis

Het IISS rept van een in potentie "catastrofale" wereldcrisis die "het niveau van een nucleaire oorlog evenaart". Volgens de rapportage is gecoördineerd internationaal beleid tegen het versterkte broeikaseffect hard nodig om grote conflicten te kunnen voorkomen.

De samenstellers van het rapport pleiten ervoor dat eindelijk een land eens "effectief leiderschap" toont om de milieucrisis aan te pakken.

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657033
17-09-2007

"Biobrandstoffen houden ecologisch probleem in"

De Duitse wetenschapper Ernst Ulrich von Weizsäcker heeft zich hevig verzet tegen het gebruik van biobrandstoffen in de strijd tegen de opwarming van het klimaat. Volgens hem wordt de verscheidenheid van de aarde enorm bedreigd door het aanplanten van grote monoculturen van planten voor biobrandstoffen.

Bio-ethanol
Volgens von Weizsäcker heeft de teelt van energierijke planten niets te maken met de bescherming van het klimaat, maar creëert wel een milieucrisis. Het aanplanten van gewassen voor de productie van bio-ethanol is volgens hem "een uitvinding van de landbouwlobby". Von Weizsäcker werkt als milieuwetenschapper aan de Universiteit van Californië en stond vroeger aan het hoofd van het Instituut voor Klimaat, Milieu en Energie in Wuppertal.

Angela Merkel
Hij prees de Duitse bondskanselier Angela Merkel voor haar voorstel om maximumgrenzen vast te leggen voor de uitstoot van CO2 per persoon. Om de opwarming van het klimaat een halt toe te roepen, moet de uitstoot van CO2 over de hele wereld gehalveerd worden. Momenteel stevenen we echter eerder af op een verdubbeling van de uitstoot. In industrielanden zou de uitstoot van CO2 zelfs met 80 procent naar beneden moeten. Ook moet de energie-efficiëntie tegen 2050 vertienvoudigd worden. (belga/gb)

(HLN)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657049
25-09-2007

Meerderheid mensheid erkent klimaatopwarming en wil actie



In vele landen, waaronder ook China, Brazilië en Indonesië, is een grote meerderheid van de bevolking overtuigd van de rol die de mens speelt bij het opwarmen van de aarde, en wil die meerderheid ook dat dringend actie tegen de verandering van het klimaat wordt ondernomen. Dat blijkt uit een peiling van de BBC World Service.

Menselijke rol
Voor de peiling werden in 21 landen in totaal 22.000 mensen naar hun mening gevraagd. Van de respondenten bleek nagenoeg viervijfde (79 procent) overtuigd van de menselijke rol -waaronder "industrie en transport"- bij de klimaatwijziging. Negen van de tien vindt het nodig dat "actie" wordt ondernomen; tweederde zegt zelfs dat het probleem dringend en ingrijpend moet worden aangepakt.

Gemiddeld is nog amper zes procent van de wereldbevolking van mening dat helemaal geen actie ondernomen hoeft te worden. Een kwart van de respondenten denkt dat met een "beperkt optreden" het probleem wel van de baan komt.

Impact voelbaar
Volgens voorzitter Doug Miller van het peilingsinstituut Globescan, dat de peiling uitvoerde, heeft het groeiende bewustzijn van de realiteit van de 'global warming' bij veel mensen de gevoelig(st)e snaar, het eigenbelang, geraakt. "De impact van het onregelmatige weer op hun eigendom, henzelf, hun land is voor alle mensen over de wereld reëel en voelbaar", aldus Miller.

Steun
Driekwart van de respondenten wil een internationaal akkoord over beperking van de uitstoot van broeikasgassen dat ook de zogenaamde ontwikkelingslanden omvat. In ruil voor die medewerking moeten de Derdewereldlanden dan wel financiële en technologische steun van het rijke Noorden krijgen. (belga/gb)

(HLN)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657065
02-10-2007

Zeeijs rond noordpool verdwijnt razendsnel


Een satellietfoto van het ijs op de noordpool, genomen op 21 september 2005. Eerder was het zo groot als de gele lijn aangeeft. Foto: AFP

Het zeeijs rond de noordpool verdwijnt in recordtempo. Nooit eerder sinds het begin van de satellietwaarnemingen in 1979 heeft er in september zo weinig zeeijs gelegen als afgelopen maand. De ijsbedekking lag rond 16 september maar liefst 39 procent onder het gemiddelde van de periode 1979 - 2000. Vooral aan de zijde van de Beringstraat is een enorm zeeoppervlak ijsvrij geworden.

Dat bericht het National Snow and Ice Data Center (NSIDC) van de universiteit van Colorado in Boulder. De gevolgen van het versterkte broeikaseffect worden nu ‘luid en duidelijk’ waarneembaar. De NSIDC maakt jaarlijks aan het eind van het smeltseizoen de balans op en komt dan in oktober met een persbericht. Het centrum baseert zich op satellietgegevens: voor de periode 1978-1987 van de Nimbus-7 satelliet, daarna van een defensiesatelliet. Het is het meest gezaghebbende instituut voor uitspraken over trends in zeeijsbedekking.

Worden de schaarse vliegtuig- en scheepswaarnemingen uit de jaren voor 1978 als gelijkwaardig meegeteld dan valt te concluderen dat de september-ijsbedekking sinds de jaren vijftig ruwweg is gehalveerd. Twee weken geleden meldde de Europese ruimtevaartorganisatie ESA, zonder noemenswaardige toelichting, dat ‘voor het eerst in de geschiedenis’ de noordwestelijke doorvaart geheel open lag. Maar voor 1978 zijn daaraan weinig of geen systematische waarnemingen gedaan.

Het wachten was op het ijsbericht van de NSIDC. Dat kwam gisteren, vergezeld van recente satellietopnames. Inmiddels ligt de noordwest passage weer dicht.

De waarnemingen van het NSIDC beperken zich louter tot de ijsbedekking van het zeeoppervlak. Ze houden geen rekening met ijsdikte en de verhouding tussen jong en oud (overjarig) ijs. Maar ook daarin zouden, volgens verspreide metingen, de trends ongunstig zijn. Het NSIDC stelt vast dat het smeltseizoen rond de noordpool steeds langer duurt. De geringste ijsbedekking rond de pool wordt steeds later in september bereikt.

‘De ijsbedekking rond de noordpool is in een neerwaartse spiraal geraakt en kan het “point of no return” inmiddels gepasseerd zijn’, aldus het persbericht. Daarmee wordt gezinspeeld op een dreigend zelfversterkend effect: als er weinig zeeijs is, kan de zee meer zonnestraling absorberen waardoor de watertemperatuur stijgt.

(nrc)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657085
13-12-2007

'Recordaantal rampen door opwarming aarde'

GENEVE - De opwarming van de aarde heeft geleid tot een recordaantal natuurrampen in 2007. Het aantal rampen is ten opzichte van vorig jaar gestegen met een slordige 20 procent. Dat staat in het jaarlijkse Wereldrampenrapport van de Internationale Federatie van het Rode Kruis (IFRC).

"Tot 10 oktober 2007 heeft de IFRC al 410 rampen geteld waarvan 56 procent aan het weer gerelateerd waren. Dat is in lijn met de trend van stijgende aantallen rampen door klimaatveranderingen", aldus het IFRC in het donderdag uitgegeven rapport.

In 2006 telde de IFRC nog 427 natuurrampen, een stijging van 70 procent ten aanzien van 2004. "Deze getallen bevestigen de trend van de afgelopen jaren", aldus secretaris-generaal Markku Niskala van de IFRC.

(c) ANP

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657095
12-12-2007

Wateren Noordpool al rond 2013 ijsvrij

SAN FRANCISCO - Amerikaanse wetenschappers hebben een nieuw computermodel gepresenteerd over de gevolgen van de klimaatverandering voor de wateren rond de Noordpool. Die zullen gedurende zomers niet pas rond 2030 of 2040 ijsvrij zijn, maar al vanaf ongeveer 2013.

Dat berichtte de Britse omroep BBC woensdag. Volgens de leider van de studie, Wieslaw Maslowksi, hebben andere voorspellingen onvoldoende rekening gehouden met bepaalde factoren zoals de toevoer van warm water vanuit de Atlantische en Stille Oceaan. Dat zal het proces verder versnellen.

Baanbrekend

Het team van Maslowski heeft volgens de BBC enige faam als het gaat om de ontwikkeling van baanbrekende computermodellen.

Op het Indonesische eiland Bali heeft momenteel een grote VN-top plaats over het bestrijden van klimaatveranderingen. Wetenschappers en milieugroepen hopen dat er afspraken worden gemaakt die het verwachte klimaattij nog kunnen keren.

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657115
16-11-2007

'Klimaatverandering kan onomkeerbaar zijn'

VALENCIA - De consequenties van klimaatverandering door menselijk toedoen kunnen onomkeerbaar zijn. Dat staat in een rapport waaraan het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) vrijdag de laatste hand heeft gelegd.

Het rapport geeft een overzicht van de klimaatveranderingsproblematiek en moet de komende vijf jaar een leidraad zijn voor beleidsmakers, aldus een Frans IPCC-lid vrijdag.

In het rapport is onder meer bewijs van klimaatverandering opgenomen. Ook de huidige en mogelijke effecten ervan en de mogelijkheden om de gevaren van klimaatverandering zoveel mogelijk te beperken staan erin.

Nobelprijs

IPCC en de voormalige Amerikaanse vicepresident Al Gore hebben de Nobelprijs voor de Vrede 2007 toegekend gekregen voor hun "inspanningen om kennis op te bouwen en te verspreiden over de door de mens gecreëerde klimaatverandering, en het leggen van de fundamenten voor maatregelen die nodig zijn om dergelijke verandering tegen te gaan". Ze mogen de prijs op 10 december in Oslo ophalen.

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657144
20-12-2007

CO2-ramp volgde opwarming

Meer inzicht in lang vervlogen klimaatomslag

55 miljoen jaar geleden trof, begon al duizenden jaren vóórdat de zeebodem miljarden tonnen broeikasgas uitbraakte en daarmee de opwarming versterkte. Dat concluderen Nederlandse onderzoekers uit boringen in Amerikaanse bodem.

De twee boorkernen uit de Amerikaanse bodem lagen al tien jaar in de vriezer, zonder dat er iemand naar omkeek. Appy Sluijs, geoloog aan de Universiteit Utrecht, haalde ze eruit om meer te weten te komen over het klimaat van lang vervlogen tijden. In Nature van deze week concludeert hij samen met zijn collega's dat de grote broeikasramp die 55 miljoen jaar veel diersoorten uitroeide op de zeebodem, het gevolg was van een klimaatkettingreactie.

"Het was al ontzettend warm in het Paleoceen, de periode tot 55 miljoen jaar geleden", zegt Sluijs. De twee boorkernen die hij bestudeerde, komen uit de Amerikaanse staat New Jersey, aan de noordoostkust. Daar ligt de gemiddelde jaartemperatuur net als in Nederland rond de 11 graden Celsius. Aan het eind van het Paleoceen was dat maar liefst 27 graden.

Sluijs: "De hele wereld was toen een stuk warmer dan nu. Aan de Noordpool was het gemiddeld 17 graden! Hoeveel CO2 er in de lucht zat is niet precies bekend, maar we schatten rond de 1500 ppm, vier keer zo veel als tegenwoordig. IJskappen aan de polen waren er niet en de zeespiegel lag tachtig of negentig meter hoger dan vandaag. De plaatsen waar de boorkernen vandaan komen, lagen toen onder water. Net als Nederland trouwens."

Die 'broeikaswereld' bleef lang stabiel, maar 55 miljoen jaar geleden veranderde dat plotseling. Eerder onderzoek van Sluijs en zijn collega's liet zien dat de oceanen opeens verzadigd raakten met koolzuur, opgelost CO2 dus, waardoor de oceanen verzuurden en ecosystemen totaal ontwricht raakten. Het CO2-gehalte van de lucht verdubbelde of verdriedubbelde, waardoor het nog warmer werd dan het al was.

De oorzaak van al die ellende was het plotseling vrijkomen van miljarden tonnen koolstof. "Zeer waarschijnlijk was een deel van die koolstof afkomstig van methaanhydraten in de bodem van de diepzee", vertelt Sluijs. "Bevroren pakketten aardgas eigenlijk, die op hun plaats blijven zolang het koud genoeg is." Maar ze bleven dus niet op hun plaats? "Nee, of in elk geval niet allemaal. En dat zie je in de boorkernen terug."

Koolstofatomen komen voor in drie vormen oftewel isotopen, legt hij uit, met als enige verschil het aantal neutronen in de kern. Zo bestaat er koolstof-12, koolstof-13 en koolstof-14. Die laatste vervalt met een halfwaardetijd van 5730 jaar en komt in gesteentes van 55 miljoen jaar geleden dus niet meer voor. De andere twee blijven altijd zichzelf. Planten nemen de lichtere versie, nummer 12, iets gemakkelijker op dan de zwaardere, en daardoor is het percentage koolstof-13 in plantenresten lager dan in de lucht. Dat levert geologen een kijkje in het verre verleden op.

"In de boorkernen zie je een scherpe grens lopen", zegt Sluijs. "Eronder zit er naar verhouding veel meer koolstof-13 in dan erboven. Dat kan alleen maar komen doordat er plotseling heel veel koolstof van plantaardige oorsprong vrijkwam." Methaan uit de zeebodem is de logische dader. Het wordt door bacteriën gemaakt uit organisch materiaal, daardoor zit er relatief weinig koolstof-13 in.

Naast koolstofisotopenbepalingen deed Sluijs ook andere metingen. Hij keek onder meer naar de resten van eencelligen van het type dinoflagellaten. Daarin zag hij al iets veranderen in een bodemlaag die dieper zat dan de koolstofomslag: "Ineens zitten daar veel meer overblijfselen in van Apectodinium, een soort die tot die tijd alleen rond de evenaar voorkwam. En de concentratie van die overblijfselen blijft ook tijdens de koolstofomslag hoog."

Wat gebeurde er intussen met de temperatuur? Om daar achter te komen, gebruikte Sluijs een ingenieuze methode die is ontwikkeld in het Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek (NIOZ). Die maakt gebruik van het feit dat archeae, bacterie-achtige eencelligen, de moleculaire structuur van hun vetten variëren met de temperatuur. Die vetten zijn bewaard gebleven in het gesteente, en zijn dus te gebruiken als een soort thermometer.

De vetten lieten zien dat de temperatuur begon te stijgen nadat Apectodinium in groten getale opdook, maar voordat het koolstofprofiel veranderde. Sluijs: "De gemiddelde temperatuur steeg in pakweg zesduizend jaar van 27 graden naar bijna 35 graden. De koolstofomslag zit halverwege die stijging."

Met andere woorden: het was al ongeveer drieduizend jaar aan het opwarmen toen de reusachtige koolstofvoorraden vrijkwamen. Het resulterende broeikasgas stookte de temperatuur nog verder op. "We konden dat eerder niet aantonen, omdat de boorkernen niet goed genoeg waren voor een scherp beeld", verklaart Sluijs. "Maar we vermoedden het wel, want methaanhydraten lossen alleen op als ze opgewarmd worden. Ze zaten zo diep in de bodem, dat het een paar duizend jaar duurde voor de opwarming ze had bereikt."

Ze waren dus niet verantwoordelijk voor het begin van de temperatuurstijging. Wat veroorzaakte die aanvankelijke opwarming dan wel? Dat is nog een open vraag, zegt Sluijs. "Er zijn aanwijzingen dat vulkanen actiever werden, waardoor de CO2 in de atmosfeer steeg. En mogelijk was het een gevolg van veranderingen in de oceaanstromingen."

De hamvraag is natuurlijk: wat kunnen we eruit afleiden over onze eigen situatie? "Vooral dat er kettingreacties kunnen optreden in het klimaatsysteem", zegt Sluijs.

"Opwarming kan zichzelf versterken, doordat er extra broeikasgassen vrijkomen uit verborgen reservoirs. En dat zie je nu ook gebeuren. In de Siberische permafrost en langs de kusten liggen gigantische hoeveelheden methaan klaar. Die zullen vrijkomen als de aarde verder opwarmt, dat gebeurt nu al. Daar hoeven we geen drieduizend jaar op te wachten, want ze liggen lang niet zo diep. Dus de boodschap is, dat we snel maatregelen moeten nemen om het gebruik van fossiele brandstoffen te stoppen. Zo snel mogelijk."

(Noorderlicht)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657164
20-12-2007

Steeds weer die broeikas



Vijf keer werd het leven op aarde grotendeels uitgeroeid. Dat zou telkens komen door een broeikaseffect, aldus de nieuwste trend in de aardwetenschap.

Wetenschap is modieus. Een tijdlang waren meteorieten hip. Die trend werd gezet door vader Luis en zoon Walter Alvarez toen zij in 1980 aannemelijk maakten dat de inslag van een meteoriet het uitsterven van de dinosauriërs veroorzaakte, 65 miljoen jaar geleden. Meteorieten kwamen in de mode als verklaring voor grote uitstervingen in het verre verleden. Er werden inslagkraters ontdekt die in datering aardig samenvielen met drie van de vier andere sterftegolven waarbij meer dan de helft van het leven op aarde verdween: 375, 251 en 200 miljoen jaar geleden. Het massale uitsterven aan het einde van het Ordovicium was 444 miljoen jaar geleden eigenlijk de enige uitzondering.

“Iedereen ging na de publicatie van Alvarez en Alvarez als een gek op zoek naar inslagen van meteorieten”, zegt marien geoloog Henk Brinkhuis, verbonden aan de Universiteit Utrecht. “En warempel. De dateringen leken aardig te kloppen.” Brinkhuis heeft veldonderzoek gedaan aan afzettingen die alle vijf de uitstervingen markeren. En ja, hij heeft zelf óók wel eens ten onrechte een meteoriet als hoofdschuldige voor een ramp aangezien.

De meteorietenmode is nu voorbij. Soms toonden nauwkeuriger dateringen van meteorietkraters aan dat het moment van inslag toch net niet samenviel met de grote sterfte. En er is nog een reden voor de verminderde populariteit van de meteoriethypothese. Er heeft zich een nieuwe mode aangediend. Een op hol geslagen klimaat is nu en vogue. In tal van wetenschappelijke publicaties worden grote sterftegolven uit de geschiedenis van de aarde in verband gebracht met uit de hand gelopen klimaatverandering. Vaak wordt ter vergelijking verwezen naar het versterkte broeikaseffect waarover de VN dezer dagen op Bali vergaderen.

De broeikaskanonnen die in het verre verleden de aarde in tropische temperaturen onderdompelden, zijn in deze klimaatrampscenario’s vooral grote vulkanen, en methaanijs dat loskomt uit de zeebodem. Ook een omslag in oceaancirculatie, of het stilvallen daarvan, komt vaak terug. De overeenkomsten met de somberste klimaatscenario’s van het VN-klimaatpanel springen in het oog. Daarin wordt gewaarschuwd voor het stilvallen van de Golfstroom en de ramp die dat zou betekenen voor West-Europa. Ook het plots vrijkomen van methaan uit zeebodem en permafrost is tegenwoordig een doemscenario waarmee klimaatwetenschappers serieus rekening houden.

De Amerikaanse paleontoloog Douglas Erwin noemt scenario’s over de op hol geslagen broeikas in een reactie per e-mail ‘plausibel’, maar rept ook van een rage: “Ik heb al heel lang beargumenteerd dat broeikasfactoren een waarschijnlijke oorzaak zijn van tenminste een deel van de sterftegolf aan het einde van het Perm, maar er is geen enkele reden om aan te nemen dat àlle massa-extincties veroorzaakt zouden zijn door één en dezelfde oorzaak”. Henk Brinkhuis is het daarmee eens: “Je moet elk tijdvak beschouwen als een wereld op zich. Met zijn eigen mogelijkheden en beperkingen.”

Toch blijven veel aardwetenschappers zoeken naar de grote greep, de alomvattende theorie die àlle sterftegolven op aarde onder een noemer brengt.

Een van de pleitbezorgers van de nieuwe mode – hij spreekt zelf van een paradigmaverschuiving – is Peter Ward, hoogleraar aardwetenschappen aan de universiteit van Washington. Een uit de hand gelopen klimaatverandering was verantwoordelijk voor vier van de vijf massale uitstervingsgolven op aarde, zo schrijft hij in het boek ‘Under a Green Sky’ (2007). Het uitsterven van de dinosauriërs is de enige uitzondering. En Ward gaat nog verder: tal van kleinere levensvernietigende rampen hebben volgens hem dezelfde oorzaak. Een toegenomen hoeveelheid koolstofdioxide in de atmosfeer leidde telkens tot een verandering in oceaanstromingen en uiteindelijk tot een vernietigend zuurstoftekort – ook op het land.

Wards universele broeikasscenario begint met grootschalig vulkanisme, een betrekkelijk onomstreden regelmatig fenomeen dat in de geschiedenis van het leven op aarde een belangrijke, maar nog niet helemaal begrepen rol speelt. De magma komt dan niet omhoog uit kegelvormige vulkanen maar uit spleten in de grond. Grote delen van onze planeet zijn bedekt met vloedbasalten, de sporen van deze magmagolven. Hun datering valt vaak verrassend goed samen met uitstervingsgolven. Bij de erupties komen uit het magma grote hoeveelheden methaan en kooldioxide vrij, gassen die het broeikaseffect versterken en die zorgen voor opwarming van de aarde.

Toch is niet geheel duidelijk waarom dit vulkanisme op zichzelf zou leiden tot uitsterven op mondiale schaal. Warmere oceanen absorberen minder zuurstof uit de atmosfeer. En aanwijzingen voor zuurstofgebrek in oceanen markeren grote sterftegolven in de zee. Maar de broeikasgassen zijn waarschijnlijk niet direct dodelijk voor het leven op het land. “Van veel kooldioxide in de lucht gaan de plantjes alleen maar groeien”, zegt Sinninghe Damsté. Er is meer nodig om te kunnen komen tot een gelijktijdige sterftegolf op het land én in de zee. Ward heeft daarvoor een ingenieuze verklaring: grote bellen waterstofsulfide bubbelden op uit de oceanen en doodden het leven op het land.

Hoeveel Wards bubbel-mechanisme kan verklaren is niet duidelijk. Van sommige massa-extincties is niet eens genoeg informatie voorhanden om een serieus oordeel te vellen.

Door de opwarming van de atmosfeer raakt de oceaancirculatie verstoord. “De oceaancirculatie wordt enkel en alleen aangedreven door temperatuurverschillen tussen de tropische breedtegraden en de polen”, zo legt Ward uit in een e-mail. “Als de wereld opwarmt, dan warmen de polen veel meer op dan de tropische gebieden. Het temperatuurverschil neemt af en dat betekent dat de oceaancirculatie verandert of stilvalt.”

Er zijn ook aanwijzingen voor zuurstoftekort in de oceanen aan het einde van het Perm. In zijn boek ‘Extinction’ wijst Perm-specialist Douglas Erwin van het Smithsonian Museum of Natural History in Washington, erop dat de zeeën na het einde van het Perm worden gedomineerd door een klein aantal soorten schelpdieren en armpotigen met een sterke voorkeur voor zuurstofarme omstandigheden in stilstaand water. Maar dit zijn diepzeeorganismen, het bewijst nog niet dat vrijwel de hele oceaan zuurstofloos was.

Ward combineert de bewijzen voor stilstaand, zuurstofloos oceaanwater met de afzetting van specifieke moleculaire fossielen: overblijfselen van de pigmenten van groene zwavelbacteriën die het giftige waterstofsulfide met behulp van licht omzetten in zwaveloxiden. Die zijn wereldwijd gevonden, onder andere in gesteenten die dateren van het einde van het Perm.

De groene zwavelbacteriën komen alleen voor wanneer zuurstofloos water tot vlak aan het oppervlak komt. “Als water vrij sulfide bevat, dan is het zuurstofloos”, legt Sinninghe Damsté uit, “want anders reageert dat sulfide direct met het aanwezige zuurstof. De groene zwavelbacteriën hebben ook zonlicht nodig, wat betekent dat ze dicht bij het oppervlak leven. In de Zwarte Zee leven de groene zwavelbacteriën tot 90 à 100 meter diep. Dit soort condities treedt vooral op wanneer er weinig stroming is zodat nauwelijks zuurstofverversing optreedt.”

Ward concludeert dat bacteriën die houden van licht en waterstofsulfide aan het einde van het Perm welig tierden in oppervlaktewater. Het waterstofsulfide dat de bacteriën produceren komt uiteindelijk in grote bellen vrij – een fenomeen dat ook nu nog op kleine schaal waargenomen wordt in Noorse fjorden en voor de kust van Namibië. Het giftige gas veroorzaakte vervolgens massale sterfte op het land. ‘Killer Greenhouse Effect’ noemde Scientific American dit scenario vorig jaar. Tal van massale sterftegolven zouden erdoor verklaard moeten zijn.

Zo’n dodelijke broeikas roept bij Ward associaties op met de klimaatproblemen van vandaag – ook al wordt de wereld nu niet bedreigd door grootschalig vulkanisme of opborrelend waterstofsulfide uit de oceanen. Ward legt in ‘Under a Green Sky’ expliciet het verband tussen die uitstervingsgolven van vroeger en het ‘broeikasuitsterven’ waarvoor nu gevreesd wordt. Ward waarschuwt dat een warmer klimaat de Golfstroom tussen de Golf van Mexico en het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan kan stilleggen, met een plotsklaps koud West-Europa als gevolg. Dit scenario verschilt in zijn ogen niet wezenlijk van de majeure veranderingen van oceanische circulatiesystemen tijdens de grootste sterftegolven uit de geschiedenis van de aarde.

Ook Henk Brinkhuis heeft grote twijfels. “Plotsklaps denkt iedereen alles te kunnen verklaren door een gebrek aan zuurstof dat samenhangt met veranderingen in de oceaancirculatie. Maar het gaat gewoon niet op. Waarschijnlijk zat er wereldwijd genoeg zuurstof in de atmosfeer om dat waterstofsulfide te neutraliseren.” In aanwezigheid van zuurstof wordt het waterstofsulfide snel omgezet in zwaveloxiden.

Dát het leven lang nodig had om te herstellen maakt Brinkhuis op uit veranderingen in de ratio tussen de meest voorkomende variant van het element koolstof (C-12) en C-13, een versie van dit molecuul met één extra neutron in de kern. Planten en andere vormen van leven, slaan bij voorkeur de lichte variant op van koolstof, maar een langdurige daling van de ratio laat zien dat er door planten na het einde van het Perm miljoenen jaren nauwelijks C-12 werd vastgelegd. “Je kunt eruit opmaken dat het twee miljoen jaar duurt voordat het leven zich heeft hersteld”, zegt Brinkhuis. “Aan het einde van het Krijt herstelt het leven zich veel sneller.”

De lange herstelperiode is volgens Brinkhuis de sleutel tot het antwoord op de vraag wat nu het grote sterven aan het einde van het Perm heeft veroorzaakt. “Er moet iets gebeurd zijn dat het leven op aarde langdurig uit het lood heeft geslagen”, zegt hij. “In zeeafzettingen vind je miljoenen jaren na de extinctie alleen maar kleine rotvisjes. We zien dat zaden nauwelijks tot ontkieming komen. En als er wat op het land groeit, dan zijn het kleine vettige plantjes met een vettige huid. Wij denken dat ze zich daarmee beschermden tegen een overschot aan ultraviolet licht.”

Perm-specialist Erwin interpreteert de feiten weer anders. Hij concludeert dat het uitsterven rond het einde van het Perm kwam in twee golven die tien miljoen jaar uit elkaar liggen. Een meteoriet als oorzaak voor de tweede uitstervingsgolf valt zijns inziens nog altijd niet uit te sluiten, al zijn er geen overtuigende bewijzen voor gevonden.

Wat kan het einde van het Perm ons dan leren over de klimaatproblemen van vandaag? “Helemaal niets”, zegt Brinkhuis. Het lijkt het verstandigst om op te passen met universele verklaringen. Of het nu meteorieten zijn, of op hol geslagen broeikassen.

Van een massale sterftegolf was 55 miljoen jaar geleden geen sprake al werd het leven in de diepzee wel zwaar getroffen. Zelfs op de polen heersten tropische omstandigheden. De zeespiegel lag zeventig meter hoger dan nu. De temperatuur nam wereldwijd toe met gemiddeld vijf graden Celsius in minder dan tienduizend jaar. In kalkafzettingen en plantenresten van het einde van het Paleoceen komt plotseling de lichte koolstofisotoop C-12 relatief veel voor. Volgens Brinkhuis is dat te verklaren doordat methaanhydraten die opgeslagen waren in de zeebodem plotseling vrijkwamen. “Alsof de zeebodem een gigantische methaanscheet laat”, zegt hij. Methaanhydraten of methaanijs zijn in de loop van miljoenen jaren afgezet door methaan producerende microben. Ze zijn nog rijker aan lichte koolstof dan planten.

Toch staat ook dit model ter discussie. Geofysicus Mark Pagani, verbonden aan Yale University, heeft uitgerekend dat de hoeveelheid methaanijs die uit de zeebodem kon vrijkomen waarschijnlijk onvoldoende was om de enorm hoge concentratie aan broeikasgassen te verklaren (Science, december 2006). Klimaatsceptici denken bovendien dat Brinkhuis en zijn collega’s oorzaak en gevolg door elkaar hebben gehaald. De hoge concentratie koolstofdioxide is volgens hen niet de oorzaak, maar het gevolg van een opwarmende aarde.

Een aanwijzing dat de Utrechtenaren het wel bij het rechte eind hebben is volgens Sinninghe Damsté te halen uit een boorkern die is opgediept uit de zeebodem voor de oostkust van Noord-Amerika. Met de Utrechtse collega’s zal hij er binnenkort over publiceren. Sinninghe Damsté: “Die boorkern komt uit een gebied waar sediment zich in heel hoog tempo heeft opgehoopt. De tijd is als het ware uitgerekt. Daardoor kun je oorzaak en gevolg prachtig terugzien. Eerst zie je de aanwijzingen voor een toename van de hoeveelheid kooldioxide in de atmosfeer. Pas daarna zie je het koolstof-12 oplopen. Het ontsnappen van methaan uit de zeebodem was dus een gevolg van de opwarming, en leidde weer tot verdere opwarming.”

Als een snel stijgende methaanconcentratie aan het einde van het Paleoceen het resultaat was van een uit de hand gelopen broeikas, dan kan dat best opnieuw gebeuren, betogen Ward en Brinkhuis. Sinninghe Damsté maant ook hier tot voorzichtigheid: “Op geen enkele extinctiegrens is bewijs gevonden van methaanetende microben. Die zou je verwachten als het methaangehalte in de oceanen en de atmosfeer plotseling toeneemt. De oceaanstromingen zagen er aan het begin van het Paleoceen ook heel anders uitzag. De Noordelijke IJszee was een afgesloten bassin, heel anders dan nu. Daar heb je dus niet zo veel aan als je conclusies wilt trekken over het lot van onze Warme Golfstroom.”

(nrc)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657211
09-01-2008

'Mens heeft weinig invloed op klimaat'

De Leidse hoogleraar Thijs van Kolfschoten vindt dat de invloed van de mens op klimaatveranderingen niet moet worden overschat. 'Het is te makkelijk om de mens overal de schuld van te geven.'


'Het is te makkelijk om de mens overal de schuld van te geven'

Van Kolfschoten (55) is als hoogleraar Paleozoölogie verbonden aan de Universiteit Leiden en heeft onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van zoogdieren sinds de eerste ijstijd.

De hoogleraar is ervan overtuigd dat er een volgende ijstijd aankomt. Veel volgelingen van Al Gore geloven juist dat de aarde steeds warmer wordt. Maar uit het onderzoek blijkt dat de schommelingen in temperatuur en het smelten van ijskappen zich ook al voordeden in de periode voor de laatste ijstijd.

Klimaatgoeroe
'In de jaren zeventig praatten we nog over een naderende ijstijd en nu over smeltende ijskappen. Die pieken en dalen zie je door de tijd altijd terugkomen,' aldus Van Kolfschoten.

Hij is geen fan van de klimaatgoeroe Al Gore, die onlangs nog de Nobelprijs voor de Vrede kreeg voor de inspanningen voor bewustwording van de invloed van de mens op het klmaat. In zijn klimaatfilm An Inconvenient Truth legt hij de schuld van het klimaatprobleem bij de mens neer.

De hoogleraar schrijft in zijn onderzoek dat er een belangrijk natuurlijk element meespeelt in de klimaatverandering. 'De grilligheid van de natuur en de relatie van de aarde met de zon heeft bijvoorbeeld een veel groter invloed op het klimaat.'

Veel kritiek
De film, die overigens 11 onjuistheden bevat, werd in de eerste instantie op veel scholen in Groot-Brittannië uitgezonden. Maar de rechter oordeelde in oktober dat, voorafgaand aan de film, gemeld moet worden dat er ook andere, wetenschappelijk onderbouwde, opvattingen bestaan over het zogenaamde klimaatprobleem.

Er is veel kritiek op de aanname dat de mens schuldig is aan de klimaatverandering. Zo hield Elsevier-redacteur Simon Rozendaal vorig jaar een kritische lezing over het klimaat en duurzaamheid in Leiden. Veel wetenschappers protesteerden destijds tegen zijn komst, omdat Rozendaal 'tegendraadse opvattingen' zou hebben over milieu en klimaat.

Door Frank Verhoef

(Elsevier)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657221
09-01-2007

Een nieuwe ijstijd?

Hoogleraar Van Kolfschoten van de Universiteit van Leiden onderzoekt al jaren fossiele zoogdieren. Deze blijken zich steeds aan te passen aan het dan heersende klimaat. Een ijstijd in de toekomst is volgens hem niet uitgesloten. Vrijdag 11 januari is zijn oratie ter gelegenheid van de aanvaarding van het ambt van hoogleraar in juni 2006.

De invloed van de mens op klimaatveranderingen moet niet overschat worden', zegt Thijs van Kolfschoten. Hij onderzoekt de ontwikkeling van zoogdieren van de ijstijden vanaf 2,5 miljoen jaar geleden. 11 januari houdt hij zijn oratie als eerste in het voor een deel al gerestaureerde Academiegebouw.


Thijs van Kolfschoten: ‘Het is te makkelijk om de mens overal de schuld van te geven.’ Bron: Universiteit Leiden/Jacqueline Lantain

Nieuwe ijstijd
‘Er komt ongetwijfeld een volgende ijstijd, daarvan ben ik heilig overtuigd’, stelt Thijs van Kolfschoten, hoogleraar Paleozoölogie en biostratigrafie van het Kwartair. Hij maakt zich niet zo druk over de huidige klimaatveranderingen. ‘Ik ben gewend in veranderingen en evolutie te denken. De schommelingen in de temperatuur en het smelten van de ijskappen deden zich in de periode voor de laatste ijstijd ook voor.’ Hij is ook niet zo’n fan van Al Gore: ‘Het is te makkelijk om de mens overal de schuld van te geven. Ik zeg niet dat ons gedrag geen gevolgen heeft, maar er is ook een belangrijk natuurlijk element. De grilligheid van de natuur en de relatie van de aarde met de zon heeft bijvoorbeeld een veel groter invloed op het klimaat. Toch vind ik het spannend om te zien hoe de natuur op de huidige invloeden reageert. Is ze sterker dan de mens? De ijskappen zijn wel vaker gesmolten en 125.000 jaar geleden was het warmer dan nu.’

Aanpassing
'Ik doe aan de hand van fossielen onderzoek naar de zoogdieren van de laatste 2,5 miljoen jaar. Botten en kiezen van (zoog)dieren zijn in veel gevallen zo karakteristiek dat een fragment vaak al voldoende is om te bepalen van welke diersoort het fossiel afkomstig is; of het een stuk bot of een kies is van een neushoorn en van welke soort neushoorn. Daarnaast analyseer ik met behulp van fossielen hoe oud gesteentes zijn. Door alle klimatologische veranderingen en de reactie van dieren daarop kun je namelijk een goede tijdsindicatie krijgen. Zo verdwenen tijdens de ijstijd de bossen door de kou. Sommige diersoorten stierven hierdoor uit en andere pasten zich aan. Zo kon een verandering van vegetatie en voedsel leiden tot aanpassingen in het gebit. En hieraan kunnen wij zien wanneer zo’n dier heeft geleefd’, legt Van Kolfschoten uit.


Mammoetskelet in Museum Quadrat te Bottrop, Duitsland.Bron: Universiteit Leiden/Jacqueline Lantain

Rendieren
Zo hebben Van Kolfschoten en zijn studenten onderzocht hoe rendieren de afgelopen 100 duizend jaar reageerden op de klimaatveranderingen. ‘Door de klimaatverandering hebben de rendieren zich door de jaren heen aangepast: hoe kouder, hoe dikker. Met de kennis van het verleden kan worden ingeschat wat de invloed van de huidige opwarming van de aarde op de rendierkuddes in Rusland zal zijn. Dit vind ik dan ook leuk aan mijn onderzoek: het verleden als verklaring en eventueel zelfs als oplossing voor de toekomst.’

Toekomstig onderzoek
‘In de dertig jaar dat ik nu bezig ben, hebben we de gaten in de tijd deels ingevuld. We hebben nu meer kennis en kunnen een nauwkeurigere onderverdeling maken. We weten nu dat er continu klimatologische veranderingen waren en dat er periodes zijn geweest waarin de evolutie waarschijnlijk veel sneller verloopt dan we vroeger dachten. Dit brengt de aannames over evolutie in ons vak aan het wankelen. Ik wil in de toekomst deze veronderstellingen ter discussie stellen en opnieuw onderzoeken.’ De voldoening van het vak haalt Van Kolfschoten uit het overbrengen van zijn passie en zijn kennis op studenten, en de discussie met hen en andere onderzoekers. ‘Hoewel het over dode diersoorten gaat, is het een levendig vakgebied. Doordat je het dode herkent, wordt het weer levend. Ik vind het enorm fascinerend dat je dingen terugvindt van miljoenen jaren geleden.’


Artistieke impressie van de verdwenen mammoetsteppe. Bron: Universiteit Leiden/Jacqueline Lantain


Oratie
Van Kolfschoten is al enige tijd benoemd tot hoogleraar, maar wilde wachten tot zijn oratie in het gerestaureerde academiegebouw kon plaatsvinden. Van Kolfschoten: ‘Het hoogleraarschap voelt als een erkenning voor mijn onderzoek en de rol die ik internationaal speel. Ik heb mezelf tot doel gesteld om met mijn internationale contacten de samenwerking tussen oost en west te verbeteren. Er is bijvoorbeeld veel kennis in Rusland over de mammoet en zijn leefomgeving en het is belangrijk dat we die kennis uitwisselen en erover discussiëren. Dat begint nu zijn vruchten af te werpen. Zo doen we sinds oktober samen met de Russen onderzoek naar de verdwijning van de zogenoemde mammoetsteppe, de leefomgeving waarin de mammoet leefde.’

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657244
17-01-2008

Lucht verwarmt Noordpool

Het ijs rond de Noordpool smelt in recordtempo. Niet het afnemende ijs-albedo effect maar de toevoer van warmere lucht vanuit het zuiden is de grote oorzaak van versterkte opwarming.

De Noordelijke IJszee zonder ijs. Wie kan het zich voorstellen; zelfs de naam spreekt het al tegen! Eind vorig jaar was in het nieuws dat de Noordpool in de zomer van 2013 wel eens ijsvrij kan zijn. Een nieuwe studie van Rune Graversen en collega’s gepresenteerd in het tijdschrift Nature toont aan dat luchtcirculatie extra warme lucht naar het hoge noorden brengt. Hierdoor versnelt het smelten.

Extra opwarming
De (golf)stroom van nieuws rond het opwarmende klimaat laat de Noordpool niet koud. Sterker nog, hier vind juist een versterkte opwarming plaats. De opwarming aan het aardoppervlak op de Noordpool is bijna tweemaal zo groot als het globale gemiddelde. Dit heet de ‘Arctische amplificatie’. Veranderingen in oceaanstromen en luchtcirculatie, vervuiling van ijs/sneeuw en bewolking zijn in het verleden als mogelijke oorzaken aangevoerd. De nieuwe studie wijst naar veranderingen van luchtcirculatie als oorzaak.



IJsbedekking op de Noordpool, 1979. Bron: NASA


Opwarming in de lente
De onderzoekers uit Stockholm hebben meteorologische data van de troposfeer (0-10 km hoogte op de polen) boven de Noordpool van het eind van de 20e eeuw heronderzocht. De verandering in weerkaatsing van zonnestraling door ijs/sneeuw (het ijs-albedo effect, zie kader) heeft alleen invloed op de lucht direct boven het aardoppervlak omdat het proces zich hier afspeelt. Echter, alleen de veranderingen in temperatuur voor de lente laten een dergelijk patroon zien waarbij de onderste kilometer van de atmosfeer extra opwarmt ten opzichte van daarboven. Dit betekent dat het ijs-albedo effect niet de hoofdoorzaak van de grote opwarming kan zijn.



IJsbedekking op de Noordpool, 2003. Bron: NASA


IJs-Albedo Effect
Het ijs-albedo effect gaat uit van het principe van de hoge weerkaatsing van zonnestralen door een wit oppervlak. Het witte oppervlak is het ijs/sneeuw op de Noordpool. Hoe groter dit oppervlak hoe meer zonnestralen er worden teruggekaatst waardoor het kouder blijft. Bij vermindering van het witte oppervlak weerkaatst er minder (de oceaan absorbeert meer straling) en dus wordt het een extra stukje warmer. Dit heet voor beide gevallen een ‘positief feedbackmechanisme’, de oorzaak versterkt het gevolg. Het ijs-albedo effect is in de winter niet actief boven de polen want dan schijnt de zon niet.


http://www.kennislink.nl/(...)97511main_Albedo.mpg
Bron video: NASA


IJsbedekking op de Noordpool, toekomst?! Bron: NASA


Opwarming in zomer, herfst en winter
Voor het zomermaanden juli en augustus blijkt de lucht hoger in de atmosfeer (2-4 km hoogte) meer opgewarmd te zijn dan de lucht aan het oppervlak (0-2 km). Ook de letterlijk donkere maanden voor het Noordpoolgebied laten eenzelfde patroon zien. De sterkste temperatuursstijging is dan te vinden op 1 kilometer hoogte. De temperatuursstijging in de wintermaanden is ook de sterkste van het hele jaar. Ook dit is een aanwijzing dat het ijs-albedo effect niet dominant is.


Het ijs moet hier nog gebroken worden voor de doortocht.

Aanvoer van warme lucht
De verhoogde aanvoer van warme, vochtigere lucht op grotere hoogte naar de Noordpool toe is de verklaring voor de patronen buiten de lente. Deze lucht zorgt voor de extra opwarming. De onderzoekers opperen ook dat een toename van wolken (mede gevormd door het extra vocht) in de laatste decennia de opwarming mede versterkt zou kunnen hebben. De waterdamp in de wolken is namelijk een sterk broeikasgas.
Wat het mechanisme ook is, de oliemaatschappijen zien het liever dooien dan vriezen boven de Noordpool...

http://www.kennislink.nl/(...)ain_YrlyTempAnom.mpg
Bron video: NASA

Referentie:
Graversen, R.G., Mauritsen, T., Tjernström, M., Källén, E., en Svensson, G., 2008. Vertical structure of recent Arctic warming. Nature 541: 53-57.

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657267
20-01-2008

Superbroeikas mét ijskap

In de broeikaswereld van 91 miljoen jaar geleden, toen het veel warmer was dan nu, zijn aanwijzingen voor een ijskap gevonden.

De afgelopen decennia slonken ijskappen en gletsjers door de stijgende wereldtemperatuur. Een broeikaswereld hoeft echter niet zonder ijskappen te zijn. Onderzoek toont ijskappen op de polen rond 91 miljoen jaar geleden aan. Het was toen warmer dan tegenwoordig. André Bornemann en collega-wetenschappers van onder andere het NIOZ op Texel publiceerden dit nieuws in het tijdschift Science.

Krijt
De Krijt periode (65-145 miljoen jaar geleden) staat bekend als een warme periode, warmer dan tegenwoordig. 91,2 miljoen jaar geleden was het 5-9°C warmer in de tropische oceanen dan tegenwoordig met temperaturen van 35°C voor het oppervlaktewater. Hier kon toch geen ijskap op ontstaan zo stelden vele wetenschappers. Of toch wel?



IJsbergen belanden in zee waar ze langzaam smelten.


Methode
Isotopenmetingen aan zuurstof, een maat voor de oceaantemperatuur én voor de hoeveelheid ijs op de polen, geven aan dat het 91,2 miljoen jaar kouder werd. Het materiaal voor de isotopenmetingen komt van mariene eencelligen, de foraminiferen, die verzameld zijn in het westen van de Atlantische Oceaan bij Suriname. Zowel op de bodem levende (benthische) als planktonische foraminiferen zijn gebruikt. Een andere, nieuwere methode (TEX86) bevestigt het kouder worden echter maar gedeeltelijk. Dat komt omdat deze methode alleen de oceaantemperatuur reconstrueert.


Foto van de foraminifeer Hedbergella delrioensis, die gebruikt is voor de studie. De breedte van de foto is ongeveer 0,2 mm. Bron: Forster et al., 2007. Paleoceanography 22, PA1219, doi:10.1029/2006PA001349.

IJskap
Het verschil in deze twee methoden is te verklaren met de aanwezigheid ijskappen. De koude periode duurde 200,000 jaar waarna de temperatuur weer steeg. Deze periode met ijskappen sluit aan op de zeespiegeldaling van 40 meter uit een eerder onderzoek in Rusland. Het ijs (water) wordt namelijk aan de oceanen onttrokken. De ijskap zou 60% van het de huidige ijskap op Antarctica bedragen.


Ook de planktonische foraminifeer Marginotruncana sinuosa is gebruikt. B is een zijaanzicht. Het maatstreepje = 0,05 mm. Bron: André Bornemann


Voor het afsmelten voor de ijskap op Antarctica zou nog een temperatuursstijging van circa 8°C nodig zijn volgens eerder onderzoek. Zonder ijskappen zitten we dus voorlopig nog niet, gelukkig.


Referentie:
Bornemann A, R.D. Norris, O. Friedrich, B. Beckmann, S. Schouten, J. S. Sinninghe Damsté, J. Vogel, P. Hofmann en T. Wagner, 2008. Isotopic evidence for glaciation during the Cretaceous super-greenhouse. Science 319: 189-192.

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
  vrijdag 30 juli 2010 @ 10:12:49 #71
29444 RemcoDelft
4 8 15 16 23 42
pi_84657279
Is dit nu een linkdump-topic geworden? De discussiewaarde is toch nul, en niemand gaat het doorlezen?
censuur :O
pi_84657288
06-02-2008

Snellere zeespiegelstijging?

In de laatste warme periode tussen de ijstijden steeg de zeespiegel veel sneller (1,6 m per eeuw) dan tegenwoordig. Als de temperatuur op aarde blijft stijgen, zal de zeespiegel sneller stijgen dan tot nu toe werd gedacht.

Tijdens het laatste interglaciaal (een warme periode tussen ijstijden) was de gemiddelde temperatuur op aarde zo’n 2 °C hoger dan nu. Dit ‘Eemien’ vond plaats van 124.000 tot 119.000 jaar geleden. Het zeeniveau stond 4-6 m hoger dan nu. Kenmerkend is een zeer snelle zeespiegelstijging: ongeveer 1,6 m per eeuw, veel meer dan nu. Dit zou weer kunnen gebeuren over 50-100 jaar als de temperatuur blijft stijgen zoals het IPCC, het internationale klimaatpanel van de VN, voorspelt.

Eemien
In het Eemien was de concentratie van CO2 in de atmosfeer net zo hoog als vlak voor de industriële revolutie, die rond 1850 begon. Vanwege een andere stand van de aarde ten opzichte van de zon ontving de aarde toen meer zonnewarmte. Hierdoor was de temperatuur 2 °C hoger dan nu. Groenland was zelfs 3-5 °C warmer. In het Eemien smolten vooral grote delen van de ijskappen op Groenland en Antarctica.



IJsberg bij West Antarctica. Bron: Sara de la Rosa


Zeespiegelstijging
Als aan het eind van deze eeuw inderdaad net zo’n snelle zeespiegelstijging zal optreden als tijdens het Eemien, moeten de huidige schattingen worden bijgesteld. De zeespiegel zou dan namelijk tweemaal zo snel stijgen als in het meest alarmerende scenario van het nieuwe ICCP-rapport wordt aangenomen. In dit rapport wordt alleen rekening gehouden met de uitzetting van het zeewater (door de hogere temperatuur van het oppervlaktewater) en het afsmelten van de landijskappen.

Er is echter geen rekening gehouden met het ijs zelf. Dit zou bij temperatuurstijging sneller gaan 'stromen' vanaf het land naar de oceaan. Hierdoor zou meer ijs in de zeeën rondom Antarctica en Groenland smelten dan nu het geval is. De onderzoekers concluderen dat een zeespiegelstijging van 0,6-2,6 m per eeuw kan worden verwacht. Een gemiddelde van 1,6 m per eeuw is meest waarschijnlijk.


De Rode Zee, waar het onderzoek werd uitgevoerd. Bron: NASA

Rode Zee
De onderzoekers baseren zich op de analyse van zeespiegelfluctuaties in de Rode Zee. De gegevens over de zeespiegelstand daar maken reconstructie van een vrijwel ononderbroken ontwikkeling mogelijk. Ook voor het Eemien zijn die gegevens aanwezig. De zeespiegelfluctuaties zijn bepaald aan de hand van veranderingen in zuurstofmetingen aan de kalkschaaltjes van microfossielen (o.a. de foraminifeer Globigerinoides ruber).
De Rode Zee is geschikt voor dit onderzoek omdat er veel verdamping optreedt en aanvulling door rivierwater of neerslag nauwelijks plaatsvindt. Er is een nauwe, ondiepe verbinding met de open zee. Het gevolg is dat het water zeer zout is.

Vergelijkbaar onderzoek was eerder uitgevoerd in de Middellandse Zee. Omdat die veel dieper is dan de Rode Zee en er via de Straat van Gibraltar veel meer water in- en uitstroomt, waren de resultaten van dat onderzoek minder betrouwbaar.


Globigerinoides ruber, één van de gebruikte foraminiferen.

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657305
09-02-2008

Biobrandstof versterkt het broeikaseffect

De grootschalige inzet van biobrandstoffen als alcohol en biodiesel blijkt het broeikaseffect niet te onderdrukken maar dramatisch te versterken.


Een medewerker van een tankstation dat biobrandstof verkoopt.
(Foto Reuters)

Dat komt doordat de teelt van de benodigde gewassen als maïs, koolzaad, soja en suikerriet een ongekend zwaar beslag legt op traditionele landbouwgrond. Compensatie kan alleen komen van ontginning van natuurgebieden: regenwouden, savannen en natuurlijke graslanden. Als die in cultuur worden gebracht komt veel meer CO2 vrij dan toepassing van biobrandstof bespaart. Vaststaat dat biobrandstoffen de voedselprijzen zullen doen stijgen.

Twee Amerikaanse onderzoeksgroepen rapporteren hierover in Science Express, de onlineversie van het weekblad Science. Zij berekenden hoeveel CO2 vrijkomt als regenwouden, savannen of tropische veengebieden worden ontgonnen. Vervolgens zetten zij dat af tegen de geringe besparing aan CO2-uitstoot die de inzet van biodiesel of bioalcohol oplevert. In bepaalde gevallen duurt het eeuwen voor het schadelijk effect van het een is goedgemaakt door het nuttig effect van het ander.

Het is voor het eerst dat de relatie tussen het nuttig effect van het gebruik van biobrandstoffen en de gevolgen van het beslag op landbouwgrond is becijferd. De productie van biodiesel uit palmolie is uiterst milieuonvriendelijk. De studies besteden weinig aandacht aan de effecten van biobrandstoffen van de tweede generatie (stro en houtachtig afval).

De Europese Unie heeft vorig jaar besloten in 2020 10 procent van alle transportbrandstoffen te betrekken van landbouwgewassen. Als dat programma binnen Europese grenzen wordt uitgevoerd zal het 38 procent van het huidige areaal aan akkerland onttrekken aan de voedselproductie. Milieuorganisaties hebben aangedrongen op heroverweging van de plannen.

Europees commissaris Stavros Dimas (Milieu) liet weten dat de richtlijnen misschien moeten worden aangepast. De Verenigde Staten willen de komende tien jaar een gebied ter grootte van Griekenland inrichten voor productie van alcohol uit maïs.

(nrc)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657318
11-02-2008

Klimaateffect oceaanstroming nauwelijks meetbaar

Door de warme Golfstroom in de Atlantische oceaan heeft Europa een veel gematigder klimaat dan Canada. Wetenschappers zijn bang dat klimaatverandering de oceaanstromen kan veranderen. Grootschalige meetnetten moeten daar op tijd voor waarschuwen, maar volgens oceanograaf Carl Wunsch zijn eventuele klimaateffecten onzichtbaar door het natuurlijke klotsen van de oceaan.

In de Atlantische Oceaan drijven tientallen meetstations van het RAPID-project. Bij de Canarische Eilanden, de onderzeese Mid-Atlantische Rug en de Bahama's meten ze de waterdruk, temperatuur, het zoutgehalte en andere kenmerken van het oceaanwater. Dat alles om de oceaanstromingen in kaart te brengen. Want het risico bestaat dat klimaatverandering die stromingen kan versterken of verzwakken. Zulke stromen transporteren warmte over de planeet, zoals de Golfstroom die Europa een gematigd klimaat bezorgt. Maar een klimaateffect op de waterstromen is volgens oceanograaf Carl Wunsch pas over decennia zichtbaar. Dat rekent hij voor in het vakblad Nature Geoscience van 10 februari.


Watertemperatuur volgens het oceaanmodel OCCAM. Warm water uit de Golfstroom stroomt langs Europa en warmt daar de lucht op. Zonder de Golfstroom zou het klimaat in Europa een stuk kouder en vochtiger zijn.
bron: National Oceanography Centre, Southampton.

Natuurlijk geklots
Zelfs in een stille badkuip is nog een beetje stroming aanwezig en in een gigantisch bassin als een oceaanbekken klotst het water al helemaal van jewelste. Als twee stukken oceaan een verschillende hoogte, waterdruk of temperatuur hebben, stroomt er water van de ene naar de andere plek. Die bewegingen zet je niet zomaar stil en ze hebben maanden of jaren na de originele stroming nog invloed op de stromingen in het water. Volgens het rekenmodel van Wunsch hebben de natuurlijke wanordelijke waterbewegingen opgeteld een grotere invloed op grote oceaanstromingen als de Golfstroom dan klimaatverandering. Wordt de Golfstroom zwakker, dan kan dat volgens de onderzoeker net zo goed komen door toevallig samenkomende golven als door klimaatverandering.


Een CTD-boei meet geleiding (conductivity) om het zoutgehalte te bepalen en heeft sensoren om temperatuur en diepte te meten. Zo'n boei wordt tijdens een meetsessie van 4 tot 5 uur in de oceaan geplaatst. Metingen van verschillende locaties en tijdstippen geven een beeld van grootschalige stromingen in het water.
bron: National Oceanography Centre, Southampton.


Geen broeikaseffect?
Op korte termijn kunnen meetnetten als Rapid volgens Wunsch niet uitwijzen hoeveel invloed het broeikaseffect heeft op veranderingen in oceaanstromen. "Een meetinterval van een jaar of twee is te kort om algemene trends uit af te leiden", schrijft Wunsch in zijn Nature-publicatie: "sommige jaren is er weinig fluctuatie te zien, andere jaren weer veel".

Lang en nauwkeurig meten en dan zoeken naar structurele afwijkingen van het gemiddelde zijn volgens de oceanograaf de enige methode om klimaatverandering uit het achtergrondgeklots te filteren. "Je kunt het natuurlijke geklots waarschijnlijk het best in kaart brengen door continue hoogtemetingen met satellieten", denkt Wunsch. "Daarnaast heb je ook de informatie van drijvende meetstations nodig, en natuurlijk gedetailleerde 3D-stromingsmodellen." Hoe geavanceerd de meetapparatuur ook wordt, onderzoekers zullen altijd een tijd moeten meten voor ze zeker weten of een verandering in de oceaanstromen is opgewekt door geklots of door het klimaat.

Carl Wunsch, Mass and volume transport variability in an eddy-filled ocean, Nature Geoscience (2008)

(Kennislink)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_84657328
18-02-2008

Zeven manieren om de aarde te redden

De oceanen kunnen veel meer CO2 opnemen dan ze nu doen – dus moeten we ze daarbij een handje helpen. De meest veelbelovende mogelijkheden zijn het toevoegen van extra ijzer en/of van ureum (een stikstofverbinding) aan het zeewater. In grote delen van de oceanen op onze planeet zijn dat nu juist de stoffen waar algen het meeste behoefte aan hebben. Gooi ze in het water, en de algengroei gaat in zijn hoogste versnelling.

Laat algen het werk doen!


Die algen zullen dan ook meer CO2 uit het water opnemen, waarna de oceanen weer meer atmosferische CO2 zullen absorberen. Als de algen (vol koolstof uit de atmosfeer) uiteindelijk doodgaan, zinken ze naar de diepzee en nemen dan die koolstof mee de diepte in.

In Californië zijn al twee bedrijven, Planktos en Climos, die zich hier op willen storten. Bedrijven die veel CO2 uitstoten en straks aan strenge CO2-normen moeten voldoen (en die geen zin hebben in ingrijpende aanpassingen van hun productiesysteem), kunnen hun uitstoot op deze manier compenseren. Deze ‘oceaanbemesting’ is al enkele keren experimenteel getest en daardoor de bekendste vorm van het zogenoemde geo-engineering, het langs technologische weg proberen te beheersen van het mondiale klimaat. Maar de bemestingvoorstellen en experimenten roepen ook steevast weerstand op. Een internationaal forum van wetenschappers waarschuwde onlangs nog in het wetenschappelijk tijdschrift Science voor een voortijdige grootschalige inzet van deze techniek. Hein de Baar van het NIOZ, het Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek op Texel, waarschuwde toen: ‘Er zijn nog vele grote gaten in het wetenschappelijke net die moeten worden gedicht voordat het licht voor deze toepassing op groen kan. Geknutsel van mensen aan het voedselweb is al veel vaker misgegaan.’ Maar wie weet, straks zit er wellicht weinig anders op dan deze mogelijkheid te benutten.

Kunstbomen


Inderdaad, zoiets als met Kerstmis, maar dan wel monsterlijk grote exemplaren die grote hoeveelheden CO2 opnemen. Een idee van Klaus Lackner van de Columbia Universiteit in New York. Lackner droomt van wouden bestaande uit enorme masten voorzien van een uitgebreid latwerk. Als de wind (vol CO2) door de nepbomen blaast, vangen speciale stoffen aangebracht op de latten de CO2 uit de lucht. Lackner heeft berekend dat een enkele synthetische boom per jaar 90.000 ton CO2 kan afvangen, meer dan duizend keer zoveel als een levende boom. De afgevangen CO2 wordt daarna op sluwe wijze naar de grond vervoerd en moet dan diep in de bodem worden weggewerkt, of (Lackners voorstel) omgezet in kalksteen. Dat wordt dan in diepzeetroggen gedumpt, waar dat gesteente door geologische processen in de bodem zinkt en voor miljoenen jaren in de aardkorst verdwijnt. Om een flink deel van de mondiale CO2-productie uit de lucht te halen, zullen Lackners synthetische bossen een oppervlakte zo groot als Nederland moeten beslaan. Om mega-horizonvervuiling te voorkomen, wil Lackner ze uiteraard verspreid opstellen. In april vorig jaar werd het eerste prototype van een nepboom in gebruik genomen, in Arizona.

Nee, een schuurspons!


Een andere manier om het zonlicht te dimmen komt van Lowell Wood van het Lawrence Livermore National Laboratory in Californië. Hij wil een soort ultrafijne, immens grote schuurspons de ruimte in slingeren, gemaakt van ragfijne aluminium draadjes van pakweg een honderdduizendste millimeter dik. Die schuurspons fungeert als een soort luxaflex die het gewone zonlicht zal doorlaten maar de infrarode straling (waar veel zonnewarmte in schuilt) juist tegenhoudt.

Spiegels in de ruimte


Last van te veel zonnestraling? Spiegels ophangen! Dat is het voorstel van astronoom Roger Angel van de universiteit van Arizona. Je hebt er wel heel veel nodig, heeft hij berekend, en het lanceren en vakkundig ophangen van die miljoenen spiegels is natuurlijk peperduur maar het plan is zeker uitvoerbaar – Angel heeft op papier alles keurig uitgewerkt. Voordeel: daarna heb je er geen omkijken meer naar. Tot ze naar beneden komen, want dat doet alles wat je naar boven gooit uiteindelijk toch een keer.




Maak een vulkaan!

Dit is een variant op ‘maak extra wolken’. Vulkaanstof is een uitstekend middel om zonlicht tegen te houden. Dat bleek wel in 1991, bij de uitbarsting van de vulkaan Pinatubo op de Filippijnen. Toen vloog er zo’n tien miljoen ton stof de lucht in, met een heerlijk verkoelend effect over onze hele planeet van meer dan een halve graad! Dat effect werd vooral veroorzaakt door de zwaveldeeltjes in het vulkaanstof. De Nederlandse klimaatexpert en Nobelprijswinnaar Paul Crutzen speculeert al geruime tijd dat we het broeikaseffect misschien zo de baas kunnen worden. Met behulp van raketten, vliegtuigen, kanonnen en wie weet expres opgewekte vulkanen zouden we zoveel zwavel in de lucht kunnen werpen dat het aan het oppervlak een stuk aangenamer wordt.

Probleem is wel dat we daar dan altijd mee door moeten gaan – en volgens klimatoloog Ken Caldeira van het Carnegie Institution zouden de temperaturen op aarde plots enorm oplopen als we ermee zouden stoppen. Anderen vrezen dat die zwavelwolk te veel UV-straling blokkeert en zo de ozonlaag aantast. Crutzen vindt dat we bereid moeten zijn die risico’s te nemen, mits het in de lucht gooien van zwavelstofdeeltjes een daling oplevert van twee à drie graden.




Strooi Olivin!

Dit is een idee van de Utrechtse emeritus-hoogleraar geochemie Olaf Schuiling. Hij ziet niets in afgezaagde voorstellen zoals extra bomen aanplanten (die gaan op een gegeven moment toch dood) of CO2 afvangen en in oude gasvelden persen (Schuiling: ‘Suf, verkwistend en fantasieloos’). Nee, Schuiling wil het klimaatprobleem te lijf gaan met behulp van een veel voorkomend mineraal: olivijn. Dat is een gesteente dat relatief snel CO2 uit de atmosfeer kan opnemen. Olivijn wordt gevormd in magma dat rijk is aan magnesium. Het komt op alle continenten in grote hoeveelheden voor.

Schuiling stelt voor dat we in tropische gebieden olivijnmijnen beginnen, en het gewonnen olivijn verpoederen en in de omgeving uitstrooien want ‘in de warme en vochtige tropen verloopt het verweringsproces van olivijn het snelst.’ De CO2 wordt bij de reactie met olivijn omgezet in bicarbonaat, dat gemakkelijk oplost in water. Dat bicarbonaat spoelt met de regen, via de rivieren, uiteindelijk in zee.

Schuiling: ‘Ik heb becijferd dat je jaarlijks mondiaal ongeveer zeven kubieke kilometer olivijn nodig hebt om de antropogene CO2-uitstoot te compenseren. Dat lijkt veel, maar als je het verdeelt over tientallen mijnen, moet dit haalbaar zijn.’

De oceanen omwoelen

Een idee afkomstig van twee wetenschappers met een vlekkeloze groene reputatie: Chris Rapley, directeur van het Science Museum in Londen, en James Lovelock, de wereldberoemde bedenker van de Gaia-hypothese (die stelt dat we de aarde moeten beschouwen als een samenhangend, ‘levend’ systeem). De heren willen door middel van verticale pijpen water uit de diepzee omhoog pompen. Diepzeewater bevat meer algen en voedingsstoffen, en eenmaal aangekomen aan het oppervlak zullen die algen meer CO2 consumeren dan de oorspronkelijke bewoners van het oppervlaktewater. Uiteindelijk zinken ze weer de diepte in, en daarbij nemen ze die lastige koolstof mee.

(depers.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')