Thanks
Wat ik te horen krijg is dat de armen tijdens de contrabeweging en de trekfase direct naast je lichaam blijven. Je schampt dus dan je arm langs je lichaam en je raakt dan dus met de binnenkant van je arm steeds je lichaam. De duim wijst steeds naar de bodem. Bij de contrabeweging ziet dat eruit alsof je een pistool uit je holster haalt en dat je in de lucht schiet (zo vergelijk ik het dan maar
). Idd blijft de elleboog dan hoog.
Wij moeten nu iig een oefening doen met zoomers waarin we stap voor stap de contrabeweging doen: eerst tik je met je hand je heup aan, dan je schouder, dan je oor en dan je hoofd en dan uiteindelijk de inzet.
De redenatie van mijn zwemleraar over blessures is dat je, als je arm verder weg van je lichaam beweegt in de contra- en trekfase, dat je dan een zijwaartse kracht op het schoudergewricht genereert en dat je dan dus een zwemmersschouder kan krijgen.
Ik doe natuurlijk braaf wat mijn zwemleraar mij opdraagt
, maar het is wel allemaal totaal nieuw voor mij (terwijl ik in het verdere verleden best redelijk heb gezwommen en het zwemmen altijd heb gevolgd...)