Maandag 31 augustusNachttrein genomen naar München. Slapen gaat slecht, alhoewel ik tot halverwege Duitsland de couchette voor mezelf heb. 's Ochtends uitgestapt in een stad in het MO, lijkt het, door de vele illegale immigranten.
Dinsdag 1 septemberVandaag van München naar st. Johann in Tirol gefietst, een afstand van 140 km. Het is ronduit zonnig en warm. De Alpen komen snel dichterbij terwijl ik door een druk gebied fiets. Ik moet nog wennen aan het rijden met fietsschoenen, wat resulteert in een valpartij en een open knie. Net nadat ik mijn tent op de plaatselijke camping heb opgezet begint het te regenen. De hele nacht regent het door, waarbij het soms flink tekeer gaat. Ik lig droog en warm en kan me er niet erg druk om maken.
Woensdag 2 septemberDit zou de dag van de Großglockner moeten worden, maar dat loopt even anders. Na een halfuur fietsen begint het weer te regenen. Niet erg hard, maar genoeg om doorweekt te raken. Het is gelukkig niet koud, maar fijn is anders. In een bakkerijtje annex café drink ik een cappuccino met een erg zoete koek en vraag wat de weersverwachting wordt. Nou, dat ziet er niet zonnig uit. Het blijft regenachtig bij dalende temperaturen. Nadat ik mijn weg vervolg, begint het droger te worden. In Saalfelden doe ik nog wat inkopen, waarna ik mijn weg vervolg richting Zell am See. Het stikt bij het meer van de Arabieren met compleet gesluierde vrouwen. Ook infobordjes zijn in het Arabisch.
Bij Bruck an der Großglocknerstraße eet ik een hamburger terwijl het verder afkoelt. Omdat ik niet al op dag twee een achterstand op mijn schema wil oplopen, fiets ik toch de großglocknerstraße op.
Hier begint het opnieuw te regenen, maar het blijft behapbaar.
De bewolking zakt wel lager en lager, wat zorgelijk is. Ik wil geen herhaling van de beklimming van de Cormet de Roselend een aantal jaar geleden, waar het zicht serieus maar 5 meter was en het stortregende. Na de tolpoorten begint het echte klimwerk en stijg ik naar 1450 meter. Hier hoor ik een enorme donderklap, waarna het ontstellend hard begint te regenen. In no-time staat er centimeters water op de weg. Deze omstandigheden zijn mij te gevaarlijk en voor het eerst in 17 jaar fietsen besluit ik om te keren. Mijn veiligheid gaat toch voor de prestatie. Totaal verkleumd en doorweekt rij ik terug naar de tolpoorten in de hoop een overnachtingsplek te vinden. Helaas tref ik hier een sacherijnige Oostenrijker die niet bereid is zijn mooie kamers af te staan aan een halve zwerver. Ik moet dus verder terugrijden en in Fusch zie ik een Zimmer frei. Voor 18 euro heb ik een eigen kamer, douche en toilet, ontbijt inbegrepen. Mijn spullen drogen hier natuurlijk ook beter dan in een tent en een echt bed is toch wel zo fijn. 's Avonds goulashsoep en pizza wezen eten in Fusch, waarbij mijn ogen duidelijk groter waren dan mijn maag.
Donderdag 3 septemberNieuwe dag, nieuwe poging. Alhoewel het er nog steeds niet geweldig uitziet, is het wel droog. Het is heel vervelend om dezelfde 500 hoogtemeters te maken als de dag ervoor. De bewolking hangt hoger dan gisteren, maar toch rijd ik er op 1700 meter in. Jammer van het uitzicht over het dal, want dat ziet er mooi uit. De Großglockner is steil, met kilometers lang 10% stijging. Ondanks bijna geen training, valt het klimmen me erg mee. Om kwart voor 1 ben ik bij de Füschertorl, de eerste van de twee hoogste punten. Het zal hier ongetwijfeld prachtig zijn; ik zie er weinig van. Soms schuift de boel een beetje open en zie ik sneeuw, gletschers en prachtige valleien. Bij de tweede piek, net na de tunnel, is het zicht helemaal beroerd, hieronder wat ik zou moeten zien en wat mijn uitzicht daadwerkelijk was.
Tijdens de afdaling schiet er in de mist vlak voor me een vos de weg over met in zijn bek een grote bergmarmot. De vos schrok nogal en liet zijn prooi liggen. Tien meter verderop besluit hij toch dat dat wel een erg overdreven reactie is op het langsfietsen van een Hollander en loopt weer terug. Ik daal verder af, kom weer onder de wolken (mooi!) en de snelheid gaat flink omhoog. Vandaag klok ik max 75 km/h, wat gelijk de hoogste snelheid van deze vakantie is. Het weer knapt redelijk op. Aan het einde van de dag kom ik nog over een klein pasje, de Iselsbergpaß (1204 meter) waarna ik verder afdaal naar 675 meter. Ik overnacht in Lienz en heb niks kunnen goedmaken van de opgelopen achterstand. 's Avonds lekker een glas Guinness naar binnen gegooid, terwijl het zo nu en dan opnieuw flink regent.
Vrijdag 4 septemberVandaag de Dolomieten in; een gebied dat al lang op mijn verlanglijstje staat. Vannacht heeft het weer zich weer schandalig misdragen en staat de halve camping blank. Het is wel strakblauw!
Via het dal van de Drau fiets ik naar de Italiaanse grens.
Omdat ik oorspronkelijk via een noordelijker gelegen bergpas Italië binnen wilde rijden, heb ik geen hoogteprofiel van deze pas. Ik kom echter zoveel Italiaanse gezinnetjes op de fiets tegen (wat rijden die slecht en gevaarlijk), dat het nooit zwaar kan zijn. Bij Abfaltersbach krijg ik het toch nog even zwaar en overweeg ik een stuk trein te nemen, maar die rijdt voor m'n neus weg. Waarschijnlijk wat terugslag van de zware dag ervoor.
Na de grens komen er steeds meer doorkijkjes op de Dolomieten; wat ziet dat er fantastisch uit!
Bij Dobbiaco sla ik linksaf en begint het mooiste deel van mijn trip. De rest van deze dag voert over een fietspad, waar je soms beter een mountainbike kan gebruiken. Ik rij door rivierbeddingen en over een oud militair spoor inclusief hoge spoorbruggen en tunnels. Volgens een counter onderin het dal zijn er vandaag 90 fietsers mij voorgegaan, maar de meesten zullen niet zo ver het dal ingereden zijn.
Het is dus erg stil onderweg. Alleen bij de pas (Cimabanche, 1530 meter) ga ik even naar de hoofdweg voor een bak koffie. Het water in deze vallei is werkelijk kristalhelder:
Spookachtige spoortunnels:
Hoge spoorbruggen:
En machtige uitzichten:
Ik overnacht net buiten Cortina d'Ampezzo, de camping ligt alleen zoveel lager dan de stad, dat ik in arren moede maar een pizza bij de camping haal. De lucht betrekt ook weer.
Zaterdag 5 septemberHet weer is vandaag weer niet best (koud, graad of zes op hoogte), maar er is genoeg moois te zien. De dag begint met regen tot een uur of negenTwee passen vandaag die dicht bij elkaar liggen, de Passo Falzarego (2105 meter, beginnende regen) en de Passo Valparola (2192 meter, flinke regen). Afdaling is gevaarlijk door vers asfalt en koude, natte omstandigheden. Bij de eerste zie ik een kabelbaan in het grijze niets verdwijnen en krijg ik al hoogtevrees als ik er naar kijk. Aangekomen in Corvara in Badia durf ik de volgende pas niet aan. Het is een flinke klim, de lucht is zeer dreigend en ik heb het koud en voel me vies. Daarom neem ik mijn intrek in een gloednieuwe B&B (Garnì la Tranquillitè,
https://www.bedandbreakfa(...)tranquillite/127115/ ). De kamers zijn schitterend, mooi uitzicht, eigen balkon, prachtige badkamer, echt een aanrader. Ik blijf hier twee nachten. Het is maar goed dat ik niet verder gefietst ben, want het begint opnieuw langdurig te regenen. 's Avonds eet ik in een Italiaans restaurant, waar ik me half in fietskleding, half in een met olie besmeurde broek enigszins uit de toon voel vallen. Het eten is er echt fantastisch (geen 450 euro gelukkig) en ik knap er helemaal van op.
Zondag 6 septemberZondag is altijd mijn rustdag, dus ook op vakantie. Alles buiten is stijf bevroren, dus dat betekent helder weer. Ik kan niet stil blijven zitten en besluit de rondo Sella zonder bagage te fietsen. Dit is een rondje van 55 km rondom het Sellamassief met vier bergpassen, drie daarvan zijn +2000 meter. De eigenlijke ronde wordt volgende week pas verreden, waardoor het gebied ontoegankelijk is. Het is steenkoud, maar wat is dit mooi! Het klimmen gaat zeer snel en in 54 minuten heb ik de 600 hoogtemeters naar de Passo Gardena (2119 meter) overbrugd. Overal om me heel zijn de bergen bedekt met wat versgevallen sneeuw en vanaf de pas kan ik zo naar de sneeuw lopen. Uitzicht is magnifiek nu het helder is. Bij tweede pas (passo Sello, 2244m) valt er zelfs wat sneeuw en ook bij pas drie ( Passo Pordoi, 2239m) is dat het geval. Hier nog een praatje gemaakt met een Brit en hem het fietspad van Cortina naar Dobbiaco aangeraden. De vierde pas is de Passo di Campolongo (1875m) waarna een mooie technische afdaling volgt. Mijn voorvering vertoont kuren, nadat er op de Großglockner al olie uitgespoten was, natuurlijk over de enige broek waarmee ik me in het openbaar kan vertonen.... 's Avonds heb ik een pizza gehaald en ben ik teruggereden met de eigenaresse van de B&B, aardige dame. Foto's zeggen meer dan 1000 woorden, dus:
Maandag 7 septemberSaaie dag, want vooral afdalen. Begonnen met het opnieuw beklimmen van de Passo Gardena. Met bepakking kost dat 1:14 versus 0:54 zonder. De afdaling is bijzonder koud. Het is ruim onder nul, alles is wit en ik wil hier zsm weg. Gelukkig is het 1 grote afdaling naar het Brennerdal, waar ik zonder vlam in de pijp naar Bolzano knal. Het Brennerdal is smal, lelijk en het stinkt er naar riool. Het enige mooie zijn een paar oude tunnels waar een fietspad door aangelegd is. In Bolzano neem ik de trein naar Silandro om zo wat achterstand in te halen. Het is ook een niet erg interessant stuk, door een groot vlak dal voor met appelbomen. De oogst is in volle gang. Na Silandro fiets ik over een drukke weg westwaarts. Hier kom ik voor het eerst in 17 jaar een agressieve motorrijder tegen die al claxonnerend en middelvingerzwaaiend duidelijk denkt te moeten maken dat ik daar niet hoor. De overgrote meerderheid van de motorrijders in de Alpen zijn relaxte gasten die vaak laten merken bewondering te hebben voor mijn manier van reizen. Zo nu en dan kom je dus een flapdrol tegen. Bij Oris fiets ik door de boomgaarden verder tot aan de afslag naar de Stelvio, een van de tofste bergpassen van de Alpen. Ik overnacht in Prato allo Stelvio op een luxe camping vol wielerfanaten. Twee Duitsers komen tegelijk met mij aan bij de camping; ze fietsen morgen ook de Stelvio op. Ik neem nog een duik in het zwembad, bestel een pizza Diavola die helemaal niet pittig was en duik de tent in.
Dinsdag 8 septemberStelviodag! Een pittige klim en ik was redelijk op boven. Maar wat istie mooi. Alle 48 haarspeldbochten zijn een genot. Het stijgingspercentage wisselt vrij sterk, waardoor je niet snel in je ritme komt. Mijn longcapaciteit schiet boven de 2000 meter altijd tekort doordat ik vroeger vrij zwaar astma gehad heb. De laatste 100 meter vind ik echt loodzwaar. Op 2350 meter word ik ingehaald door de twee Duitsers; een stuk hoger dan waar ik bang voor was. Opnieuw erg koud weer en geklommen bij temps onder nul. Bovenop stikdruk met fietsers en motorrijders. Lekker broodje bratwurst op, waar je natuurlijk veel te veel voor betaalt. Pas ligt boven sneeuwgrens wat altijd weer bijzonder is. Ik bedenk me nu ook dat ik naar boven ben gereden op 1 cappuccino, een banaan en twee blokjes chocolade. Ik eet weinig deze vakantie. Nog even de hand opgestoken naar de Duitsers en verder gereden. Afdaling via Umbrailpas (grens Zwitserland) is heel technisch met sterk wisselende kwaliteit asfalt. Daarna vanaf st. Maria een klim die ik over het hoofd heb gezien bij het plannen. Deze Oferpass is echter wel 2140 meter met 800 meter stijging. De afdaling daarna bevatte ook nog een stomme klim van bijna 200 meter, dus dit is een dag met bijzonder veel hoogtemeters. Eindelijk (na bijna 50 km) ook een bank gevonden om franken te tappen. Tot mijn verbazing is de wisselkoers bij de camping veel gunstiger dan bij de bank, dus als echte Hollander in euries gelapt. Het waait hier hard, zodat het even tijd kost om de beste plek voor mijn tent te vinden. Morgen spannend, want ik moet ergens nog wat km's inhalen. Waarschijnlijk de trein over de Oberalppass, want dat is toch maar een suffe pas.
Woensdag 9 septemberVanochtend ben ik per trein naar Disentis gereden, op de flank van de Oberalppas, waarmee ik de opgelopen achterstand weer heb ingelopen.
De hier nog vrij brede Rijn:
De grote jongens komen in zicht:
Het is een behoorlijk lange treinrit van zeker drie uur. In Disentis is het gelijk fel klimmen om het dorp uit te komen. De Rijn is hier nog maar een stroompje; de bron ligt vlak bij de Oberalppas. De klim is mooier dan ik gedacht had (vorige keer was per trein) en inderdaad niet erg zwaar. Naarmate de pas nadert wordt het wel erg koud door de aantrekkende wind. Boven weet ik niet hoe snel ik extra kleding moet aantrekken, het is hier niet uit te houden.
Deze pas ben ik eerder afgedaald, dus ik ken hem nog een beetje. De afdaling naar Andermatt is erg mooi, ook omdat je regelmatig het spoor van de Rätische baan/Glacier express kruist.
Andermatt vind ik altijd een interessante plaats, omdat er drie (vier als je de Süsten meerekent) grote bergpassen beginnen (Furka, Gotthard, Oberalp). De camping ziet er ronduit shabby uit vanaf de weg, maar blijkt uiteindelijk mee te vallen. Wel is alles hier schreeuwend duur. Uiteindelijk maar iets gegeten bij een shoarmatent, maar dan ben je alsnog 24 frank oid kwijt. De boel betrekt ook weer flink en de bewolking hangt lager en lager. Het lijkt hier wel een scene uit Rail Away, met elk kwartier een fluitend treintje, tingelende spoorwegovergangen en overal lichtjes. Heel mooi!
Donderdag 10 septemberOpnieuw een koude nacht; zelfs mijn tent is deels bevroren en dat heb ik nog niet eerder meegemaakt. Het vervelende is dat alle uitgeademde vocht direct condenseert en in de tent drupt. Zo wordt het in je tent dus natter dan tijdens een regenachtige nacht.... De klim naar de Furka valt erg mee, maar je ziet de pas wel al van ver liggen moet dan nog drie kwartier met een flauwe bocht er naartoe klimmen.
Onderweg werd ik nog ingehaald door een rosltoeldriewieler die met de hand aangedreven werd. Gelukkig zag en hoorde ik het gezoem van electromotoren. De vrouw van deze man haalde me ook nog bijna in. Bovenop hebben we foto's van elkaar genomen. Ik vertelde ze dat ik bang was dat het weer zou gaan regenen, zeker op deze hoogte, maar dat zou volgens hen wel meevallen. Dertig seconden later begon het te regenen en een paar minuten later ging de regen over in een flinke sneeuwbui.
Omdat het weer vrij hard waaide was het ronduit onaangenaam. Het stel fietste door en ik ook toen het droger werd. De afdaling was een verschrikking; zo koud dat ik bang was onderkoeld te raken.
Hier het uitzicht op de Furkapas vanaf de Grimselpas
Tenslotte heb ik geen winterkleding bij me en mijn jas met goretex is ook verre van waterdicht. Bij het legendarische hotel Belvédère bij de Rhonegletscher heb ik even gepauzeerd om op temperatuur te komen. Hier heb je mooi uitzicht op de Grimselpas, die tenslotte niet van plaats verandert. Het uitzicht op de gletscher is er dus helemaal niet meer, want die trekt zich helaas in hoog tempo terug.
Links de afdaling van de Furkapas naar Gletsch en rechts de Grimselpas.
In Gletsch, waar niks te doen is, ben ik gelijk de Grimsel opgedraaid. Van deze kant een pas die weinig voorstelt, van de andere kant ken ik 'm als een pittige. Ik haal het rolstoelstel weer in en fiets in 1 ruk naar boven. 100 hoogtemeters onder de top begint het weer te gieten en voor ik boven ben, ben ik weer doorweekt.
Het is hier blijkbaar net iets te laag voor sneeuw. Totaal verzopen heb ik een te dure cappuccino op en het mineraalmuseumpje bezocht. Dat laatste was best interessant, dat eerste doe ik vaker. De afdaling van de Grimsel heeft me veel tijd gekost omdat er zoveel te zien is. Het meer op de pas, de James Bondachtige stuwdammen, de groene rotsen, allemaal te mooi om zomaar langs te fietsen.
Helaas betekent dat wel dat de volgende regenbui over je heen komt voordat je beneden bent. Ik heb geschuild bij een kabelbaan die alleen voor transport gebruikt wordt. Naarmate het helderder werd, kon ik zien waar de kabels heen liepen en werden ook de omliggende bergen zichtbaar.
Bij Meiringen de beslissing genomen om ook de Brünigpas nog over te fietsen. Dit is een ronduit steile klim met een stuk van 13%. Hier opnieuw een flinke regenbui over me heen gekregen, die ik gebruikt heb om twee bananen te eten. Niet zo bijzonder natuurlijk, maar ik had de hele dag nog niks gegeten op een croissantje na. Op de een of andere manier heb ik geen enkele honger, ondanks het grote aantal hoogtemeters.
Bij de afdaling van de Brünigpas begint het opnieuw te regenen en word ik het zat. Net na Lungern zie ik een zimmer frei, dat bleek slapen in het stro te zijn. Net binnen gaat het helemaal los met flinke onweer en zware regen. Het stro slaapt heerlijk.
Vrijdag 11 septemberHet is droog deze ochtend en na een uitstekend ontbijt bij de boer binnen vertrek ik voor de laatste etappe. Rijdend langs de meren verdwijnen de bergen langzaam naar de achtergrond. Het navigeren wordt een stuk moeilijker omdat ik weer in vlak terrein kom. Voor Luzern begint het weer te hozen en ook 10 kilometer na Luzern sta ik weer te schuilen. Het laatste stuk voor Zurich is mooi, door het Sihlwald, maar wat ze hier een fietspad noemen gebruiken ze in Afrika nog niet om de koeien voort te drijven. Ronduit slecht en geregeld slaat mijn velg tegen een rots aan. Ik kan geen lekke band riskeren, dus draai de vrij rustige hoofdweg op. In Zurich doe ik nog wat aan de toerist uithangen, zoals chocolade kopen voor het thuisfront. Ook koop ik een t-shirt, en doe in het toilet van de McDonalds de wisseltruc. Met wielrenkleding erin, met toeristenkleding eruit. Altijd leuk om die verwarde gezichten om je heen te zien. De trein gaat pas om kwart voor negen ipv de zeven uur die ik in gedachten had, dus ik ga nog lekker uit eten bij het station. Buiten onweert en regent het weer flink, maar dat kan me niet meer schelen.
In de trein deel ik de couchette met een gandalf-fan en 4 Zwitserse dames van een jaar of 28. We hebben de grootste lol gehad en zeker drie flessen wijn en de nodige jagermeister genuttigd. Heel de trein was trouwens een groot feest, vol met jongeren richting Amsterdam. 's Nachts word ik bijna beroofd. Er staat een onbekende man met een klein zaklampje aan mijn voeteneind pogingen te doen mijn stuurtas te bemachtigen. Gelukkig word ik wakker. Toen ik hem vroeg wat hij hier moest, verdween hij geruisloos. Ik heb de coupédeur niet gehoord, en ook het gordijntje niet dat hij weer netjes terugschoof. Best creepy. In Venlo blijft de trein lang staan en bedenk ik me na tien minuten dat het voor mij veel makkelijker is om hier uit te stappen dan in Utrecht. Zodoende ben ik een uur eerder thuis dan ik verwacht had.
Conclusie: Een natte, zeer koude, maar toch mooie vakantie. September is te laat voor een fietsvakantie in het hooggebergte; voortaan gewoon weer in juli/augustus. Helaas is het dan een stuk drukker op de bergpassen, maar je moet iets.