http://knack.rnews.be/nl/(...)le-1194727229711.htmquote:150 jaar ‘Max Havelaar’
150 jaar geleden verscheen ‘Max Havelaar' van Multatuli, de bekendste roman uit de moderne Nederlandstalige literatuur die in Brussel werd geschreven.
‘Het is geen roman, het is een aanklacht!’ Toen op 14 mei 1860 'Max Havelaar' van Eduard Douwes Dekker op 1300 exemplaren van de persen rolde, baalde Dekker van het predicaat ‘roman’ dat men zijn pamflet tegen de onderdrukking van de Javanen wou meegeven. Dat hij zijn boek onder het pseudoniem Multatuli – Latijn voor ‘ik heb veel geleden’ – de wereld in stuurde, is veelzeggend. Dekker-Multatuli wou in ‘Max Havelaar’ op de eerste plaats het eigen leed documenteren. Als assistent-resident in Lebak op het Indonesische eiland Java was hij in conflict gekomen met de resident-gouverneur, die geen oren had naar Dekkers klachten. Exit Dekker, die ontslag nam en verbitterd terugkeerde naar Nederland omdat zijn verhoopte carrière in de Nederlandse kolonie schipbreuk had geleden.
Het was op een Brussels zolderkamertje van een goedkoop logement schuin tegenover de Sint-Michielskathedraal dat Dekker in september-oktober 1859 het onrecht dat hem door de Nederlandse overheid werd aangedaan te boek stelde. Hij stileerde zijn persoonlijke sores tot het collectieve onheil dat de Javaan door de Nederlandse kolonisator overkwam. Zoals Harriet Beecher-Stowe in ‘De hut van oom Tom’ (1851) het hem voordeed, wou hij een origineel schotschrift plegen tegen slavernij en uitbuiting. Dekker zat tijdens het schrijven van Max Havelaar financieel aan de grond. Zijn desastreuze gokverslaving, die hij in Baden-Baden en Spa botvierde, deed hem voor schuldeisers op de vlucht slaan naar Brussel. De hoofdstad bood in die jaren asiel aan talloze bekende politieke en economische vluchtelingen, onder wie Karl Marx, Michail Bakoenin en Victor Hugo.
Philip Vermoortel, hoogleraar Nederlandse en Europese letterkunde aan de HUB, organisator van de herdenkingsactiviteiten in Brussel op 14 mei en bovenal multatuliaan in hart en nieren, vertelt waarom Multatuli voor Brussel koos: ‘Het was de enige stad waar hij zonder geld kon overleven.’ Na zijn vlucht uit Java in 1856 vond Multatuli in Brussel in januari 1858 een baantje als correspondent van L’Indépendance Belge, een liberale krant die dagelijks een buitenlands persoverzicht bracht. Monsieur Dekèèèr, zoals Multatuli in het Frans werd aangesproken, werd er echter al vlug de laan uit gestuurd omdat hij in de nieuwsbulletins eigen commentaren verwerkte. De mythomaan Multatuli was geboren, en de schrijver diende zich aan.
Multatuli maakte toen van de nood een deugd en begon zijn persoonlijk levensverhaal dan maar neer te pennen in het pension Au Prince Belge in de Arenbergstraat 52. Met verkleumde vingers en zonder overjas – ‘Er is ook een ruit stuk in mijn kamer en dat waait’ schrijft hij in een brief – maakte hij in een schrijfkoorts die drie weken duurde het manuscript van zijn debuut Max Havelaar. Laurent Prince, de West-Vlaamse hoteleigenaar, gaf hem soms gratis een portie uiensoep, maar voor de steenkool in het kacheltje moest hij op de pof betalen. ‘Ze zullen mij weer een bak kolen geven, dus kan ik voortschrijven’, aldus de veelgeplaagde debutant aan zijn Antwerpse vrouw Tine. Toen hij in oktober 1859 een punt zette achter zijn bijzondere pamflet, was hij tegenover haar euforisch: ‘Lieve hart, mijn boek is af, mijn boek is af! (…) Ik sta u borg dat het opgang maakt. Het zal als een donderslag in het land vallen, dat beloof ik je.’
Multatuli, die zoals zijn nom de plume verraadt geen last had van bescheidenheid, sloeg voor een keer de nagel op de kop. Toen het boek in mei 1860 effectief werd gepubliceerd, kwam het onmiddellijk tot bitse discussies in de Nederlandse Tweede Kamer over de weinig fraaie manier waarop de Nederlandse koloniale overheid de autochtone Indonesische bevolking behandelde. Maar een donderslag was het niet helemaal. Daarvoor waren de ingrepen van uitgever Jacob van Lennep te groot geweest. Volgens Vermoortel deed Van Lennep, die aartsconservatief was, er alles aan om het explosieve politieke gehalte van het oorspronkelijke Brusselse handschrift te ontmijnen. Hij wou van ‘Max Havelaar’ – in tegenstelling tot de auteur – een heuse roman maken en geen opruiend schotschrift, en verving alle plaatsnamen door de initialen gevolgd door drie puntjes. Ook de jaartallen, zo Vermoortel, werden op die manier gereduceerd tot 18… Bovendien dwong Van Lennep het geheel in een romanesk korset en versneed hij het origineel in hoofdstukken die Multatuli niet had aangebracht.
Kwam daarbij dat Van Lennep de prijs van ‘Max Havelaar’, dat oorspronkelijk in twee delen verscheen, ook nog eens onredelijk hoog maakte zodat het zeker geen spek voor de bek van Jan Modaal zou zijn. Een arbeider verdiende in 1860 drie gulden per week, en ‘Max Havelaar’ kostte bij verschijnen vier gulden. Niet meteen een leesvriendelijke prijs dus. Multatuli zelf kon geen verhaal halen omdat hij in geldnood zijn manuscript voor een forfaitaire prijs had verpatst, zonder verdere auteursrechten. Het gevolg was een slaande ruzie tussen de uitgever en de schrijver, en een groeiende afkeer van Multatuli tegenover zijn eigen kind.
Multatuli, aldus Vermoortel, vond ‘Max Havelaar’ zeker niet zijn boeiendste werk. Hij liep wel hoog op met zijn latere ‘Ideeën’ – een compilatie van allerlei geschriften, zoals ‘Woutertje Pieterse’ en ‘Vorstenschool’, maar ook van parabels en aforismen – en ‘Minnebrieven’.
Multatuli beschouwde zich na zijn ontslag bij L’Indépendance Belge immers als een geëngageerde journalist. Hij ging zijn vrijzinnige Vlaamse vrienden bedelen om fondsen voor een eigen journalistiek project, dat hij onder de titel ‘Ideeën’ als een soort tegendraads feuilleton wou uitbrengen. In de kring rond de Antwerpse vrijzinnige flamingant Julius de Geyter vond Multatuli oorspronkelijk heel wat bijval voor zijn plannen. Multatuli hield in 1867 drie succesvolle lezingen in Antwerpen die in het teken stonden van zijn kruistocht tégen de schijnheiligheid en vóór individuele zelfverwerkelijking. De titels van die toenmalige lezingen zeggen veel over het credo van Multatuli: ‘Het streven naar waarheid’, ‘De leugen van het huwelijk’ en ‘De leugen in de godsdienst’.
Multatuli werd in Antwerpen binnengehaald als de vrijzinnige paus die het liberale Vlaanderen kon helpen in zijn strijd voor ontvoogding en tegen klerikale betutteling. Hij liet zich die blijde intrede welgevallen, en ging in zijn enthousiasme zelfs zo ver dat hij in Vlaanderen een nieuw vaderland ontdekte: ‘Juist 10 jaar zwierf ik, als Ulysses. Wie weet of ik niet door mijn reis naar Antwerpen mijn Ithaka gevonden heb.’ In Gent mocht hij zijn Antwerpse lezingen overdoen voor eenzelfde vrijzinnig publiek, maar toen was het vat af voor Multatuli in Vlaanderen. Daadwerkelijke financiële steun voor zijn journalistiek Ideeën-project bleef uit, en Multatuli keerde zich na 1869 als een ontgoochelde minnaar van Vlaanderen af. Alleen zijn contacten met De Geyter bleef hij nog aanhouden.
En ‘Max Havelaar’? In 1910 – Multatuli was toen al 23 jaar dood – dook bij een vijftigjarige herdenking van de eerste druk van het boek eindelijk de niet-gecensureerde versie, op zonder puntjes en hoofdstukken, die Multatuli echt had bedoeld. Dit handschrift is nu te bewonderen op een Amsterdamse tentoonstelling. Philip Vermoortel laat wel de officiële eerste druk in twee delen zien, op 14 mei in de gebouwen van de EHSAL (nu HUB) vlak bij het adres waar Multatuli zijn boek neerpende. Maar Vermoortel geeft toe dat Max Havelaar vandaag lezen niet meer vanzelfsprekend is. ‘Uiteraard is de roman deel van een gemeenschappelijk Nederlands-Vlaams erfgoed’, zegt hij.
En natuurlijk dient iedereen het boek één keer in zijn leven te hebben gelezen. Maar om het op de secundaire schoolbanken tot zich te nemen, zoals vroeger in het leerplan van de retorica gebruikelijk was, ligt allesbehalve voor de hand. ‘Het valt dan allicht als een steen op de maag.’ En dat was alvast niet de bedoeling toen Multatuli in ‘Max Havelaar’ zijn heilige verontwaardiging om eigen en andermans lot op een hoogst eigenzinnige, meesterlijke manier uitschreeuwde.
Frank Hellemans
http://www.duitslandweb.n(...)pitaal+kan+weer.htmlquote:Marx is weer salonfähig
Karl Marx. Wie hem noemde als inspirator viel de afgelopen 20 jaar toch vooral hoon ten deel. Maar toen de financiele crisis de economie op haar grondvesten deed schudden, werd zijn belangrijkste werk 'Het Kapitaal' uit menig boekenkast getrokken en afgestoft. En na 1 mei is het officieel: Marx kan weer.
“Ik ken niemand die kans heeft gezien een boek te schrijven dat zo'n enorme indruk heeft gemaakt en perspectief heeft geboden aan miljoenen mensen”, stelt professor Arnold Heertje tijdens een Marx-middag in de Amsterdamse Singelkerk. Samen met collega-academici Ad Verbrugge, Elsbeth Etty en Esther-Mirjam Sent praat hij over de inspiratie die van Marx uitgaat. Zonder gêne.
In zijn vaderland Duitsland maakte Marx vorig jaar al een comeback. Zijn werk wordt daar goed verkocht, er wordt weer over zijn theorie gediscussieerd, hij wordt aangehaald in de media en onlangs werden Duitse bankiers tijdens een ludiek tribunaal zelfs veroordeeld tot het lezen van Das Kapital. De Nederlandse comeback is een feit nu afgelopen weekend Het Kapitaal in een herziene vertaling is uitgebracht, tegelijk met een vertaalde biografie van Marx, geschreven door Rolf Hosfeld.
Heertje laat op de boekpresentatie trots zijn originele eerste druk van 'Das Kapital' zien, waarvan er maar drie in de wereld zijn. Hij roemt de wetenschappelijke aanpak van Marx:”Marx bewijst langs analytische weg, bijna op wiskundige wijze, dat het kapitalistische systeem vanzelf aan z'n einde komt.”
“Het is een dik boek,maar de essentie is eenvoudig deze: Marx heeft als eerste gezien dat technische ontwikkeling een van de belangrijkste krachten in de samenleving is.” Heertje legt de driehonderd aanwezigen in 3 minuten Marx' theorie uit: ondernemingen voeren onder druk van concurrerende bedrijven nieuwe technieken in en stoten daarmee arbeid uit. De werklozen nemen in aantal toe. Nieuwe technieken zorgen voor een steeds grotere productiestroom, dus in de winkels komen steeds meer nieuwe goederen maar er ontstaat een massa zonder koopkracht. Dat geeft spanning en dat leidt uiteindelijk tot een dictatuur van het proletariaat. Heertje: “Is het zo gegaan? Nee. De veronderstelling dat technische ontwikkeling zuiver arbeidsbesparend was, blijkt niet juist. Hij is ook kapitaalbesparend.”
Verontwaardiging
Columniste Elsbeth Etty is om andere redenen in de jaren zeventig voor Marx gevallen. Het was de morele verontwaardiging over onrecht die haar aansprak in zijn werk. "Hij brulde het uit voor de slachtoffers van hebzucht en tirannie." Die morele verontwaardiging is volgens Etty ook wat Marx nog steeds relevant maakt, meer dan zijn wetenschappelijke theorie. "Zijn taal en beschrijving is me bijgebleven. Het is de taal en retoriek van Multatuli's 'Max Havelaar' en Melvilles 'Moby Dick'. Alle drie auteurs jagen een ideaal na en proberen iets te ontmaskeren."
Marx moest je in die jaren in de linkse studentenkringen gelezen hebben, vertelt Etty. Ze begon met het Communistisch Manifest. Haar toenmalige vriendje spoorde haar aan om ook Het Kapitaal te lezen. Ze probeerde het eerst in het Duits, maar dat bleek ondoenlijk. Voor haar verjaardag kreeg ze de Nederlandse vertaling en de zomer van 1971 bracht ze door met het boek, in het Vondelpark of aan de rand van het zwembad. "Marx gaf perspectief, je kon zelf iets doen om een betere wereld tot stand te brengen."
Etty sloot zich aan bij de Communistische Partij Nederland (CPN) en werd redacteur voor partijkrant De Waarheid. "Maar ik heb vaker teruggegrepen op Multatuli dan op Marx", bekent Etty. "Het Kapitaal heb ik sindsdien eigenlijk alleen nog gebruikt om geld in te verbergen. Inbrekers stelen nooit boeken, ik koos een titel waardoor ik het nog terug kon vinden. Toen ik het opensloeg voor deze gelegenheid vond ik een briefje van 25 gulden."
Multatuli had het volgens Etty helemaal niet op zijn tijdgenoot Marx. 'De man schrijft slecht', zou hij hebben geschreven. En hij begreep dat 'het' van 'Het Kapitaal' niet.
Filosoof Ad Verbrugge meent dat Marx het lidwoord gebruikt in de titel om aan te geven dat het om kapitaal als zelfstandige macht gaat. Marx beschrijft het fenomeen dat geld zich los maakt van waar de waarde tot stand komt. Het wordt van een ruilmiddel een eigen macht met geheel eigen processen. "Dat zie je in deze crisis ook", zegt Verbrugge. Hij doceert Marx' theorieën over geld daarom aan zijn Leidse studenten.
De crisis was ook voor hoogleraar Economische Theorie Esther-Mirjam Sent van de Radboud Universiteit Nijmegen aanleiding om terug te grijpen op de Duitse denker. "Volgens Marx verandert het kapitalisme in een systeem van gokken en schulden. Need I say more? De tegenstellingen nemen toe. Politici doen alleen aan symptoombestrijding. Deze crisis biedt kansen maar dan moet je die wel grijpen. We moeten aandacht schenken aan de fundamentele weeffouten in het economische systeem. Dat maakt Marx tot een comeback-kid."
http://www.independent.co(...)s-italy-1968243.htmlquote:150 years after uniting it, Garibaldi divides Italy
By Peter Popham in Milan
Saturday, 8 May 2010
Giuseppe Garibaldi's status as a national hero has been questioned as Italy celebrates unification
Italy, Metternich said, was "only a geographical expression", but 150 years ago the greatest revolutionary the peninsula ever produced set about proving him wrong.
In the most dramatic episode in the long story of Italy's unification, Giuseppe Garibaldi, set sail from Genoa with two small steamers crammed with red-shirted comrades from northern Italy. They were known as the Mille, "the thousand", and they sailed south to conquer Sicily. In less than a month, and against all odds, they had seized Palermo. Soon Garibaldi was master of Sicily and had crossed over to the mainland to continue the rout.
This event has long been regarded as a crucial moment in the creation of the Italian nation, celebrated in romantic paintings and public monuments. The anniversary this week was the starting gun for a whole year of celebrations as Italy looks back on its short but tumultuous history as an independent nation. Organisers promise four major exhibitions and "an extraordinary programme of culture, sport and entertainment". The central exhibition, in Turin, examines Italy's independent history.
The only problem is that, despite the exhortations of the head of state, President Giorgio Napolitano, and lectures from on high by the establishment media, Italians appear conflicted about even marking the anniversary.
The Northern League's founder and leader, Umberto Bossi, called the celebrations "useless things." The party's newspaper demanded rhetorically, "The unity of Italy – what's there to celebrate?" and described the birth of the unitary state as "contrary to nature and history."
Another senior figure, Robert Cota, went so far as to describe Garibaldi as "a criminal who sowed death and destruction".
The League began life as a coven of extremists in the prosperous north, inveighing against "Big Thief Rome" and demanding secession from the supposedly blood-sucking south.
Silvio Berlusconi brought League members into his first government in 1994, and though they pulled the plug on that fragile administration, today they are his strongest coalition allies. They may have backtracked on their secession demands but they never tire of reminding people that the unity of the nation should not be taken for granted while they are around.
President Napolitano was on the defensive when he travelled to Genoa this week to honour the Thousand. "To celebrate the unity of Italy is not a waste of time or money," he declared. He urged Italians to show "a stronger sense of Italy and of being Italian".
And he defended Garibaldi, long regarded as the national hero but recently, as he put it, "incomprehensibly the object of gross denigration by new detractors".
"Let us incite ourselves," he said, "to have a bit more national pride."
The President's problem is that, a century and a half after the founders of the unified state set about, as they put it, "making Italians," the work is still only half done.
In Garibaldi's day, all the peoples of the peninsula spoke the dialect of their own region, so when the red shirts turned up on the shores of Sicily, they were regarded as scarcely less foreign than the British naval sailors who backed them up.
National wars, a national education system and nationwide television helped to forge a national language, but dialects are still alive. Pride in one's home town and its culture and food is still far more commonly encountered than pride in being Italian.
Zie 6 posts hierbovenquote:Op zondag 16 mei 2010 12:49 schreef Lord_Vetinari het volgende:
Ook Oude Grieken moesten besparen
Zo'n 2.300 jaar voor hun afstammelingen moesten de Oude Grieken die in de derde eeuw voor Christus in centraal-Macedonië leefden, zware bezuiningsmaatregelen ondergaan. Dat heeft een Griekse archeoloog, Manthos Besios, dinsdag verklaard.
Hij legde twee graftombes bloot uit de vierde en derde eeuw voor Christus op de plaats waar zich het oude Pydnas bevond in centraal-Macedonië. Daaruit leidt Besios af dat er in het gebied een periode van bezuinigingen heeft plaatsgevonden.
De tombes uit de vierde eeuw die ongeschonden bleven, bevatten gouden juwelen en ivoren objecten. Minder dan een eeuw later bleken de tombes soberder en kleiner en waren de offers in rook opgegaan, legt de archeoloog uit in de Griekse krant Ta Nea.
"Aan het einde van de vierde eeuw had de prefect Demetrios van Phalerum, die was benoemd door koning Cassandra, het verbod uitgevaardigd op de bouw van weelderige grafconstructies en een beperking opgelegd op verspilling bij begrafenisplechtigheden", stelt Besios.
"Het was in zekere zin zoals de periode die we nu meemaken (...) Indien je de huidige toestand wil vergelijken met die uit de Oudheid, zet dan Cassandra in de plaats van het IMF en Demetrios van Phalerum in de plaats van de premier of de minister van Financiën", besluit de archeoloog. (belga/jv)
(HLN)
http://www.rnw.nl/nederla(...)dement-op-middelburgquote:Vergeten bombardement op Middelburg
Vrijdag 17 mei 1940 is de geschiedenis ingegaan als Vreselijke Vrijdag. Op die datum werd de Zeeuwse hoofdstad Middelburg gebombardeerd. Zeventig jaar later wordt deze gebeurtenis groots herdacht onder de noemer Het Vergeten Bombardement. NL Magazine sprak met een ooggetuige en een historicus.
Jo Witte weet het nog precies. De geboren en getogen Middelburger is nu 81 jaar oud en maakte het bombardement zeventig jaar geleden als 11-jarige jongen van nabij mee. Zijn ouderlijk huis was al op 15 mei vernield, toen een neergeschoten Duits vliegtuig zijn bommen afgooide voordat het neerstortte in de Oosterschelde.
Daarom schuilde hij in het Oostindisch Huis, een historisch VOC-pand. Maar dat brandde na het bombardement op 17 mei volledig af. ‘De stad was een brandende massa en middenin stond de Lange Jan, de hoogste toren van de stad, in brand als een fakkel. Tegen middernacht zagen we de bovenste helft neerstorten.’
Historische schade
In de herinnering is het bombardement op Middelburg helemaal overschaduwd door het bombardement op Rotterdam, drie dagen eerder op 14 mei. Er kwamen in Middelburg weliswaar ‘slechts’ tweeëntwintig mensen om het leven, maar de schade aan het historische centrum van de stad was enorm.
Historicus Peter Sijnke: ‘Er zijn bijna 600 gebouwen in de middeleeuwse binnenstad volledig verwoest. Een ongelofelijk cultureel verlies was de Provinciale Zeeuwse Bibliotheek in de Lange Delft. Niet alleen het 18de-eeuwse pand, maar 160.000 boeken, waaronder middeleeuwse handschriften zijn verbrand. 20.000 boeken die in de kelder stonden zijn beschadigd door bluswater.’
17-05-2010quote:Op donderdag 13 mei 2010 11:33 schreef Lord_Vetinari het volgende:
Thoroughly modern Mummy: 500-year-old remains of Korean woman discovered with her handbag
quote:Op zondag 23 mei 2010 09:05 schreef Lord_Vetinari het volgende:
Copernicus herbegraven in Polen
(belga/jv)
Coolquote:Op woensdag 26 mei 2010 07:39 schreef Lord_Vetinari het volgende:
Sunken treasure - divers recover the stunning artefacts of Cleopatra's palace
Divers in the waters off Alexandria today recovered stunning artefacts from the submerged ruins of a palace and temple complex belonging to Egyptian queen Cleopatra.
The international team is painstakingly excavating one of the richest underwater archaeological sites in the world, and retrieving amazing riches from the last dynasty to rule over ancient Egypt before the Roman Empire annexed it in 30BC.
Using advanced technology, the team is surveying ancient Alexandria's Royal Quarters, encased deep below the harbour sediment, and confirming the accuracy of descriptions of the city left by Greek geographers and historians more than 2,000 years ago.
[ afbeelding ]
2,500 years old: A statuette of a boy pharaoh dating from the 5th century BC lies among other artefacts brought to the surface from an underwater excavation of a palace and temples of Cleopatra
Since the early Nineties the topographical surveys have allowed the team, led by French underwater archaeologist Franck Goddio, to conquer the harbour's extremely poor visibility and excavate below the seabed.
They are discovering everything from coins and everyday objects to colossal granite statues of Egypt's rulers and sunken temples dedicated to their gods.
'It's a unique site in the world,' said Mr Goddio, who has spent two decades searching for shipwrecks and lost cities below the seas.
The finds from along the Egyptian coast will go on display at Philadelphia's Franklin Institute from June 5 to January 2 - in an exhibition titled Cleopatra: The Search For The Last Queen of Egypt.
[ afbeelding ]
Stunning find: Recently excavated artefacts are shown aboard the Princess Duda research boat, anchored in the harbour off Alexandria, Egypt. A team of divers using advanced technology is exploring the ruins
[ afbeelding ]
Fit for a queen: Stone plates are a mere fraction of the priceless statues, jewellery and artefacts being brought to the surface from one of the richest underwater archaeological sites in the world
Many archaeological sites have been destroyed by man, with statues cut or smashed to pieces.
Alexandria's Royal Quarters - ports, a cape and islands full of temples, palaces and military outposts - simply slid into the sea after cataclysmic earthquakes in the fourth and eighth centuries.
Mr Goddio's team found it in 1996. Many of its treasures are completely intact, wrapped in sediment protecting them from the salt water.
[ afbeelding ]
Under the sea: A diver inspects limestone blocks that form part of the ruins of the Temple of Isis on the royal island of Antirhodos. The structure slid under the sea as a result of a earthquake more than 1,000 years ago
[ afbeelding ]
Colossal discovery: This quartzite block has an engraving of a pharaoh, indicated by hieroglyphic inscriptions on the stone as Seti I, father of Ramses II
'It's as it was when it sank,' said Ashraf Abdel-Raouf of Egypt's Supreme Council of Antiquities, who is part of the team.
Today's dive explored the sprawling palace and temple complex where Cleopatra, the last of Egypt's Greek-speaking Ptolemaic rulers, seduced the Roman general Mark Antony before they committed suicide upon their defeat by Octavian, the future Roman Emperor Augustus.
Dives have taken Mr Goddio and his team to some of the key scenes in the dramatic lives of the couple - including the Timonium, commissioned by Antony after his defeat as a place where he could retreat from the world, though he killed himself before it was completed.
[ afbeelding ]
Proud relic hunter: French underwater archaeologist Franck Goddio shows a recently excavated bronze cult statue found in the Temple of Isis
They also found a colossal stone head believed to be of Caesarion, son of Cleopatra and previous lover Julius Caesar, and two sphinxes - one of them probably representing Cleopatra's father, Ptolemy XII.
Divers photographed a section of the seabed cleared of sediment, their flashlights glowing in the green murk, the divers photographed ruins from a temple to Isis near Cleopatra's palace on the submerged island of Antirhodos.
Among the massive limestone blocks toppled in the fourth century was a huge quartzite block with an engraving of a pharaoh. An inscription indicates it depicts Seti I, father of Ramses II.
'We've found many pharaonic objects that were brought from Heliopolis, in what is now Cairo,' said Mr Abdel-Raouf.
'So, the Ptolemaic rulers re-used pharaonic objects to construct their buildings.'
On the boat's deck, researchers displayed some small recent finds: imported ceramics and local copies, a statuette of a pharaoh, bronze ritual vessels, amulets barely bigger than a fingernail, and small lead vessels tossed by the poor into the water or buried in the ground as devotions to gods.
Alexandria's eastern harbour was abandoned after another earthquake, in the eighth century, and was left untouched as an open bay - apart from two 20th century breakwaters - while modern port construction went ahead in the western harbour. That has left the ancient Portus Magnus undisturbed below.
'We have this as an open field for archaeology,' Mr Goddio said.
Read more: http://www.dailymail.co.u(...)e.html#ixzz0p0jTFziK
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |