quote:
Muse holt zichzelf voorbij
Het Britse rocktrio Muse zette een technisch perfecte rockshow neer. Maar het theater was er te veel aan.
Vijftien minuten in de set en het dak werd al van het Sportpaleis geramd: Matt Bellamy zeeg door de knieën, zijn gitaar als een vervaarlijke fallus heen en weer zwiepend, terwijl hij de korzelige riff van Newborn speelde, als Hendrix op acid. Om hem heen kringelde blauwe nevel terwijl groene lasers door de zaal schoten.
Je kan Muse van veel beschuldigen - daar komen we straks toe - maar niet dat het een stelletje luiaards zijn. Integendeel: zelden zien we een groep die zich met zoveel overgave uitslooft. De fans beleefden vast de avond van het jaar: dit concert was technisch perfect, met een waanzinnig coole visuele inkleding, een bijzonder goed geluid (niet evident in het Sportpaleis) en drie muzikanten die als squashballen heen en weer stuiterden en zichzelf in de vernieling speelden. Da’s pas waar voor je geld.
We vergaapten ons aan de fenomenale videoschermen: reusachtige rechthoekige torens die werden opgedeeld in 10 schermen. Tijdens Uprising leken het wel de grimmige zwartwit-gebouwen uit Fritz Langs Metropolis, zeker toen een filmpje werd geprojecteerd van gezichtsloze mensen die als robots een trap opgleden en er weer afdonderden. Toen Resistance de zaal ingierde, kregen we gestileerde sciencefiction-achtige lichtexperimenten te zien, als in een oude Spielbergkaskraker. Tienermeisjes krijsten alsof Tokio Hotel voor hun neus stond en stoere rockbonken gilden als een jonkvrouw in nood. Tja, Muse doet rare dingen met een mens.
Kopstoten en tanks
Het triootje Starlight, Plug in baby en Time is running out zorgde voor één van de meest explosieve concertervaringen van het jaar. Bellamy martelde zijn gitaar als nooit tevoren, Dominic Howard dacht drie songs lang dat hij bij Van Halen speelde en de anders zo timide bassist Christopher Wolstenholme verkocht zijn microfoon enthousiast een paar kopstoten. Supermassive black hole, één van hun origineelste singles, klonk als een tank die door een betonnen muur knalt. Stockholm syndrome eerde en persifleerde de heavy metal, Knights of Cydonia deed hetzelfde met spaghettiwestern-soundtracks. En toegegeven, de nieuwe single Undisclosed desires (met Bellamy op keytar) stond met zijn Timbaland-achtige beats keurig haaks op de rocktracks, en die frisse wind kwam net op tijd.
Progrockkarikatuur
Is Muse dan een onaantastbare superrockgroep waarop niets aan te merken valt? Nou, wat dacht u? We stellen voor dat de hardcore Muse-fan nu even wijselijk de andere kant op kijkt. Want we kregen de kriebels van de groteske progrockkarikatuur waarmee Muse tegenwoordig koketteert. Die kwalijke evolutie zette zich in bij de vorige, overroepen plaat Black holes & revelations en piekte zopas met het lachwekkend theatrale The resistance. Je kon alleen hopen dat Muse een loopje nam met het publiek toen de Queen-pastiche ‘United States of Eurasia’ weerklonk, een misbaksel waarin de harmoniezang kon wedijveren met Queens verschrikkelijke "Scaramouche, can you do the Fandango". Of dat Bellamy en co. niet meer bijkwamen toen Guiding light over zijn eigen pompeuze drama struikelde en met zijn bonkende ritme een parodie vormde op OMD’s Maid of Orleans. Komaan heren, zeg alsjeblieft dat het allemaal om te lachen was!
Muse is op een punt in zijn carrière gekomen waar de groep zich bijna alles kan permitteren. Een navelstaarderige rocksymfonie waarin Bellamy’s cartooneske kijk op het wereldkapitalisme en zijn ongezonde obsessie voor overheidssamenzweringen de pan uitswingen? Laat maar komen, de fans slikken het wel! Goed, we hopen dat die fratsen tongue in cheek blijven, zodat Muse de egotrip van zich kan afschudden en snel kan herbronnen.
Bellamy mag van ons ten allen tijde Tom Morello-achtige piepende gitaarsolo’s door onze trommelvliezen blazen, maar laat hem alsjeblieft uit de buurt van Yes, Wagner en Ravels Bolero blijven. Trop is ontegensprekelijk te veel.
Het Nieuwsblad