Iblis | maandag 28 september 2009 @ 11:15 |
Samenvatting: Deze historica bestrijdt het idee dat de inquisitie ‘wel mee viel’, en eigenlijk niet meer dan de ongelukjes van goedbedoelende biechtvaders waren die wat doorschoten, en betoogt dat sommige aspecten van de inquisitie bijvoorbeeld racistisch waren, omdat men bijvoorbeeld over een ‘geslacht van ketters’ sprak. Ook is bevat het artikel wat interessante informatie over de Katharen en de heksenvervolgingen. Het gehele artikel kan i.v.m. auteursrechten niet zo gekopieerd worden. [ Bericht 52% gewijzigd door Danny op 16-06-2012 11:16:02 ] | |
Iblis | maandag 28 september 2009 @ 11:20 |
quote: | |
kleinduimpje3 | maandag 28 september 2009 @ 20:48 |
quote:Ik begrijp niet goed hoe men de inquisitie kan relativeren. Uit datgene wat ik ervan gelezen heb maak ik op dat het een systeem van totalitaire terreur was, waarbij ieders hoofd dat boven het maaiveld uitstak eraf gehakt werd. (figuurlijk gesproken dan, in werkelijkheid het liefst op de brandstapel gezet) We moeten de inquisitie ook in het juiste perspectief zien: Als we het geval van de katharen in Zuid-Frankrijk nemen, werd daar eerst een kruistocht tegen ontketend, met alle wreedheid en moordpartijen van dien, en de Pauselijke inquisitie moest dienen om het werk af te maken. Ter illustratie: de vervloeking van de katharen die op last van Paus Innocentius III werd uitgesproken in alle rooms-katholieke kerken in Europa, aan de vooravond van de kruistocht tegen de katharen in 1209: Vervloekt zijn zij altijd en overal; Vervloekt zijn zij dag en nacht en ieder uur; Vervloekt zijn zij als zij slapen en als zij waken; Vervloekt zijn zij als zij eten en als zij drinken; Vervloekt zijn zij als zij zwijgen en als zij spreken. Vervloekt zijn zij van de kruin van hun hoofd tot de zool van hun voeten; Mogen hun ogen blind worden; Mogen hun oren doof worden; Mogen hun mond stom worden; Moge hun tong aan hun verhemelte vastkleven; Mogen hun handen niets meer aanraken en hun voeten niet meer lopen. Vervloekt zijn al hun ledematen; Vervloekt zijn zij als ze staan, als ze liggen en als ze zitten; Mogen zij begraven worden met honden en ezels; Mogen de roofzuchtige wolven hun lijken verslinden. Uit: Katharen en de val van Montségur, Bram Moerland. | |
Iblis | dinsdag 29 september 2009 @ 23:14 |
quote:Bron: Wikimedia Commons. Publiek Domein. De Jazidi belijden een godsdienst overeenkomt, deels, met de Islam, het Jodendom, het Christendom, maar ook met Mitraïsme en Zoroastrisme. Het opvallendste is dat ze zich richten op een Engel die Tawûsê Melek genoemd wordt, of Shaytan. Het verhaal van deze Shaytan, naast dat de naam overeenkomt met de Islamitische naam voor de duivel, komt ook overeen met het verhaal van Iblis. Ook Tawûsê Melek weigerde te knielen voor Adam. In het geval van de Islam leidde dit Iblis’ val in, in het geval van Tawûsê Melek leidde dit juist tot zijn promotie en leider van de aartsengelen. Hij wordt meestal voorgesteld door een pauw, zoals hiernaast, en zoals ook in bovenstaand Trouw-artikel verteld wordt. Meer informatie: Engelse Wikipedia | |
Iblis | woensdag 30 september 2009 @ 22:02 |
Een heel kritisch artikel uit de New Humanist over de organisatie Harun Yahya, waarschijnlijk met name bekend vanwege hun Islamitisch-creationistische werk:quote:Het artikel gaat in op de cultus rond Yahya, zijn mogelijke veroordeling, hoe hij voor elkaar heeft gekregen dat Dawkins’ website in Turkije niet meer te bekijken is, en degenen die hem steunen en verafschuwen. | |
Iblis | zaterdag 3 oktober 2009 @ 16:08 |
quote:Lees ook op Wikipedia over hem. Navrant is namelijk dat deze man zelf ook is overleden aan lepra. | |
Iblis | zondag 4 oktober 2009 @ 10:15 |
quote: | |
Iblis | maandag 5 oktober 2009 @ 12:25 |
quote: | |
Iblis | maandag 5 oktober 2009 @ 16:45 |
Hij is al vaker in het nieuws geweest, maar nu weer eens. Inclusief nog een paar foto’s bij de bron.quote: | |
Iblis | maandag 5 oktober 2009 @ 16:48 |
quote: | |
Iblis | dinsdag 6 oktober 2009 @ 00:04 |
quote: | |
kleinduimpje3 | dinsdag 6 oktober 2009 @ 15:22 |
quote:Als dit juist is, is die verbanning ook niet zo vreemd: quote:http://nl.wikipedia.org/wiki/Baruch_Spinoza quote:http://nl.wikipedia.org/wiki/Monisme_(filosofie) | |
Iblis | woensdag 7 oktober 2009 @ 12:43 |
quote: | |
Iblis | donderdag 8 oktober 2009 @ 09:27 |
quote: | |
Iblis | donderdag 8 oktober 2009 @ 16:45 |
quote: | |
Iblis | vrijdag 9 oktober 2009 @ 16:07 |
quote: | |
Iblis | zaterdag 10 oktober 2009 @ 11:52 |
Voor ons Belgische lezers, van de kersverse Nobelprijswinnaar over pater Damiaan:quote: | |
Iblis | zondag 11 oktober 2009 @ 12:12 |
quote: | |
Iblis | maandag 12 oktober 2009 @ 15:06 |
quote: | |
Iblis | dinsdag 13 oktober 2009 @ 16:43 |
quote: | |
Iblis | dinsdag 13 oktober 2009 @ 16:45 |
quote: | |
Iblis | donderdag 15 oktober 2009 @ 16:12 |
quote: | |
Iblis | maandag 19 oktober 2009 @ 13:56 |
quote: | |
Ghaazi | dinsdag 20 oktober 2009 @ 17:26 |
Meisjes bank vooruit in Koranscholen DHAKA/BRUSSEL, 19 oktober 2009 (IPS/Al Jazeera) - In Bangladesh en Pakistan bezoeken steeds meer meisjes madrassa's, traditionele islamitische scholen die gratis onderwijs aanbieden. In Bangladesh beginnen die instellingen ook Engels, informatica te onderwijzen en hun leerlingen bewust te maken van hedendaagse problemen als de klimaatverandering. Lessen klassiek Arabisch en de Koran uit het hoofd leren staan nog altijd centraal in madrassa's. Sommige Koranscholen verspreiden fundamentalistische denkbeelden en de Pakistaanse regering trad de voorbije jaren op tegen een aantal instellingen waar leerlingen op de gewapende strijd werden voorbereid. Maar veel Koranscholen gaan een heel andere richting uit. Modernisering Vroeger lieten madrassa's in Bangladesh alleen jongens toe, maar nu proberen steeds meer Koranscholen ook meisjes aan te trekken. Ze vullen hun curriculum ook aan met moderne vakken. Dat wordt in de hand gewerkt door de aanzienlijke financiële steun die hervormingsgezinde madrassa's sinds enkele jaren van de overheid krijgen. "Om toegang te krijgen tot dat geld zijn veel madrassa's Engels en Bengalees beginnen te onderwijzen", zegt Zainul Abedine, de directeur van de grootste madrassa in Dhaka. "Ze krijgen veel meer studenten, en ook het aantal scholen neemt snel toe." In de Bengalese madrassa's lopen intussen al zes miljoen kinderen en jongeren school, en dat aantal lijkt nog fors te gaan stijgen naarmate er meer meisjes worden ingeschreven. Volgens een recente studie van de Wereldbank dragen de madrassa's er vooral in plattelandsgebieden toe bij dat meisjes dezelfde onderwijskansen krijgen als jongens. Nogal wat meisjes stromen vanuit madrassa's door naar hoger onderwijs. De auteur van de studie, Nazmul Chaudhury, stelt ook dat de gemoderniseerde Koranscholen vertrekken van "attitudes die de democratie bevorderen". Bangladesh heeft nog een lange weg te gaan. Volgens cijfers van de VN kan 48 procent van de bevolking er niet lezen en schrijven. Steeds meer scholieren Ook in Pakistan zit religieus onderwijs voor meisjes in de lift. Het land telt al meer dan 1900 geregistreerde meisjesmadrassa's, en het aantal stijgt snel. Het openbaar onderwijs in Pakistan biedt niet voor alle kinderen plaats, en nogal wat ouders maken zich zorgen dat de traditionele islamitische waarden teloor gaan. Aan de officiële Pakistaanse meisjesmadrassa's studeren al een kwart miljoen meisjes. Hun slaagpercentages zijn relatief hoog en ze vatten vaak verdere studies aan. Toch zeggen critici dat de instellingen een wereldbeeld in stand helpen houden waarin vrouwen ondergeschikt zijn aan mannen. In Indonesië, het land met de grootste moslimbevolking ter wereld, hebben meisjes al langer toegang tot het islamitische onderwijs. De meeste van de 14.000 zogenaamde pesantrens met hun ruim drie miljoen scholieren staan er hoog in aanzien. Naast de traditionele vakken is er in hun curriculum ook plaats voor moderne talen en informatica. In Indonesië krijgen islamitische scholen ook steun van internationale hulporganisaties. Die zetten de scholen waarmee ze samenwerken ook aan hun curriculum aan te passen aan de wereld van vandaag. http://www.mo.be/index.php?id=63&tx_uwnews_pi2%5Bart_id%5D=26450&cHash=6004db5b28 | |
Ghaazi | dinsdag 20 oktober 2009 @ 17:32 |
Dinsdag, 20 oktober 2009 KARDINAAL BAGNASCO TEGEN FACULTATIEF MOSLIMONDERWIJS OP ITALIAANSE SCHOLEN Bron: Siciliani Gennari/SIR HILVERSUM (KatholiekNederland/AFP) – De voorzitter van de Italiaanse bisschoppenconferentie, kardinaal Angelo Bagnasco, is er tegen gekant dat moslimkinderen geen christelijke godsdienstlessen volgen. Staatssecretaris Adolfo Urso (van Berlusconi's PdL) voor Economische Ontwikkeling stelde onlangs voor op openbare en private scholen één uur per week te besteden aan islamitisch onderricht voor moslimleerlingen als alternatief voor de christelijke godsdienstles. Dat moet voorkomen dat moslimkinderen door hun ouders naar „de getto's van moslimfundamentalistische scholen“ gestuurd worden. Bagnasco vertelde de krant ‚Corriere della Sera’ dat één uur katholiek godsdienstonderricht wel gerechtvaardigd is, omdat de katholieke godsdienst onderdeel is van de Italiaans geschiedenis en cultuur. „Kennis van de katholieke godsdienst is noodzakelijk om onze cultuur te begrijpen.“ Die katholieke godsdienstles is bovendien vastgelegd in artikel 9 van het Concordaat tussen de Italiaanse Staat en het Vaticaan. Volgens officiële statistieken van 2007 bedroeg het aantal allochtonen op Italiaanse scholen 4,2 procent. Daarvan is 37 procent moslim. Dit gedeelte komt overeen met ongeveer 184.000 leerlingen. http://www.kerknet.be/actua/nieuws_detail.php?nieuwsID=88339 | |
Iblis | woensdag 21 oktober 2009 @ 09:03 |
Ik vind het een wat vreemde situatie. Die bouw gaat niet door, en daardoor heeft Manderen een schuld bij de Woningbouw Amsterdam. Die schuld wordt nu afgelost door de Amersfoortse moskee te veilen. Maar de directeur van die Manderen B.V. was dacht ik juist de liberalere moslim die destijds gewipt was door Milli Görüş. Het artikel is daar niet heel duidelijk over. Hoe dan ook. Als Amersfoortse moslim is dit natuurlijk heel zuur, want die staat hier eigenlijk buiten. [ Bericht 18% gewijzigd door Danny op 16-06-2012 11:38:01 ] | |
hardromacore | zaterdag 24 oktober 2009 @ 12:34 |
religie 97 % en filosofie 3%? | |
Iblis | zondag 25 oktober 2009 @ 10:13 |
quote:Als er filosofisch nieuws is, en er zijn filosofische nieuwsbronnen, dan moet je het laten weten. Dit is gewoon de praktijk van wat ik tegenkom in nieuwsberichten. | |
ExperimentalFrentalMental | dinsdag 27 oktober 2009 @ 23:22 |
27-10-2009 Verjaardag Erasmus Vandaag is Erasmus, één van Nederlands grootste denkers, jarig. Erasmus was een beroemd geleerde die leefde van 1466 tot 1537. Hij was humanist, filosoof, monnik en schrijver. Hij was zijn tijd ver vooruit met zijn opvattingen over vrouwen, oorlog en het christelijk geloof. De thema’s die Erasmus behandelt in zijn werk hebben ook nu nog grote invloed. Zijn oproep tot tolerantie en verdraagzaamheid is iets wat nog altijd leeft in onze samenleving. Daarmee is Erasmus’ gedachtegoed tot op vandaag nog steeds actueel. Lof der Zotheid Erasmus schrijft in zijn tijd veel brieven en boeken, vooral didactisch van aard. Hij schrijft over etiquette in Goede manierlijcke seden en over Latijnse spreekwoorden in de Adagia. Voor christenen schrijft hij een speciaal handboek, het Enchiridion. Zijn beroemdste boek is ‘Lof der Zotheid’. Erasmus schrijft dit werk eigenlijk ter vermaak van zichzelf en zijn vriend Thomas More. Het boek is opgezet als een satire. Maar voor wie goed leest is er een serieuze ondertoon te bespeuren. Lof der Zotheid komt voort uit Erasmus’ irritatie aan verschillende onhebbelijkheden in zijn omgeving. Hij stoort zich bijvoorbeeld aan de onbedachtzaamheid van geleerden en aan de machtswellust van geestelijken. In Lof der Zotheid stelt hij deze onhebbelijkheden aan de kaak. Hij neemt het op voor de positie van de vrouw door te redeneren dat zij gelijkwaardig is aan de man. Daarnaast roept hij op tot verdraagzaamheid in plaats van oorlogsvoering. Ook pleit hij voor een innerlijk geloofsleven in plaats van religieus vertoon. Dit schilderij uit 1523 van Hans Holbein toont een ideaalbeeld van Erasmus. Erasmus is hier afgebeeld zoals hij graag herinnerd wil worden: geleerd, internationaal, en vroom. © Wikimedia Commons / National Gallery, London .Erasmus wil met zijn boek mensen aanzetten tot nadenken. Hij houdt de wereld als het ware een spiegel voor. Nu kan hij – als hij zijn eigen goede reputatie wil behouden – natuurlijk niet ongestraft tegen heilige huisjes trappen. Door in Lof der Zotheid uit te gaan van een zot als spreker, kan Erasmus anoniem de spot drijven met menselijke dwaasheden en instellingen. Omdat hij gebruik maakt van scherpe allegorieën kunnen de betreffende instellingen Erasmus hier niet persoonlijk op aanspreken. Het is ten slotte ‘de Zot’ die spreekt, niet Erasmus zelf. Op deze manier uit hij slinks zijn kritiek op de wetenschap, de koning en de kerk. De maatschappelijke gevolgen van Lof der Zotheid gaan veel verder dan Erasmus waarschijnlijk voorzien heeft. Zijn boek maakt heel wat los. Erasmus krijgt vanuit Rome kritiek omdat hij met Lof der Zotheid de weg baant voor de hervorming van de Katholieke kerk. Alhoewel Erasmus het gedeeltelijk met de hervormer Luther eens is over de beperkingen van de Katholieke kerk, vindt hij de ideeën van Luther te radicaal. Ze beperken de mensen teveel in hun keuzevrijheid. Erasmus vindt dat mensen de vrijheid moeten hebben om te kunnen kiezen. Hij roept de katholieken en protestanten op tot tolerantie voor elkaars denkbeelden. Rotterdam De meeste mensen kennen Erasmus van naam en associëren hem met Rotterdam. Dat is geen wonder. Er zijn in Rotterdam veel instellingen naar hem vernoemd (Erasmusbrug, Erasmus medisch centrum, Erasmus Universiteit, etc.). Toch strijdt Rotterdam met Gouda voor het toe-eigenen van Erasmus. Erasmus zelf is niet heel duidelijk over zijn afkomst. Misschien probeert hij het verborgen te houden omdat hij zich schaamt voor zijn onwettige afkomst. Hij schrijft in een brief in 1520: “Het lijkt me weinig uit te maken, waar iemand geboren is. Me dunkt, het is een ijdele vorm van verheerlijking wanneer een stad of een land er prat op gaat een mens te hebben voortgebracht die groot werd door zijn eigen inspanningen, zonder de hulp van zijn geboorteland. Het land dat hem groot maakte heeft meer recht hem te beroemen dan zijn geboorteland.” (Kennilink) | |
Iblis | donderdag 29 oktober 2009 @ 22:10 |
Een interessant filosofisch/religieuze discussie door Rabbijn Evers over genetische screening, het is een lang artikel, vandaar dat ik alleen de intro weergeef:quote: | |
Iblis | donderdag 29 oktober 2009 @ 22:24 |
Richard Dawkins in the Washington Post:quote: | |
Iblis | maandag 2 november 2009 @ 17:21 |
quote: | |
Ghaazi | dinsdag 3 november 2009 @ 20:14 |
02 November 2009 Film over Mohammed zonder Mohammed Er zijn plannen om een film over de profeet Mohammed te maken. Dat meldt de BBC. De opnames zouden in 2011 moeten beginnen met Barry Osborne (Lord Of The Rings, The Matrix) als filmproducent. Volgens Osborne "leert deze film de mensen de ware betekenis van de islam". In de film zal Mohammed zelf niet te zien zijn, omdat dat in de islam als godslastering wordt beschouwd. Hoe hij in de film verwerkt wordt, is onbekend. De Engelstalige film kost 150 miljoen dollar. Het Qatarese mediabedrijf dat achter de plannen zit, wil de beste internationale talenten aantrekken om in de film te spelen. http://www.nos.nl/nos/art(...)1CA5BD890E44676.html | |
Reya | dinsdag 3 november 2009 @ 21:04 |
quote: | |
Ghaazi | donderdag 5 november 2009 @ 15:10 |
Bespreking Oude Testament Hoe de Bijbel langzaam groeide Volgens Karel van der Toorn is de Bijbel het werk van vele anonieme schriftgeleerden. Wie schreef de Bijbel? Het lijkt een onzinnige vraag: de Bijbel bestaat uit tientallen boeken, ontstaan over vele eeuwen. Maar wie de Bijbel leest, en dan met name de Hebreeuwse Bijbel (wat christenen het Oude Testament noemen), stuit onvermijdelijk op die intrigerende vraag: hoe is deze collectie boeken ontstaan? Wie zaten hier achter? Rechtstreekse aanduidingen van schrijvers zijn zeldzaam (en meestal niet controleerbaar), en de traditie biedt geen overtuigende antwoorden. De boeken toegeschreven aan de profeten Jesaja en Jeremia bijvoorbeeld zijn heel duidelijk compilaties van materiaal van verschillende profeten. En de ‘vijf boeken van Mozes’ (de eerste vijf boeken van de Hebreeuwse Bijbel, van Genesis tot en met Deuteronomium) zijn overduidelijk niet het werk van een en dezelfde auteur, laat staan dat dit Mozes is geweest (wie besluit zijn werk met een beschrijving van zijn eigen begrafenis?). Bijbelhistorici vragen zich tegenwoordig überhaupt af of Mozes ooit heeft bestaan. Wie waren de ware auteurs/samenstellers? De Oudtestamenticus – sinds enige jaren ook collegevoorzitter van de Universiteit van Amsterdam – Karel van der Toorn beschrijft in Wie schreef de Bijbel? hoe professionele schrijvers, werkzaam in ‘schrijverswerkplaatsen’ een cruciale rol speelden. Deze werkplaatsen waren verbonden aan koninklijke hoven en grote tempels in het Midden-Oosten, en het is aannemelijk dat dergelijke werkplaatsen vanaf de zevende eeuw voor Christus ook te vinden waren in Jeruzalem, de hoofdstad van het koninkrijkje Juda. Kwetsbare teksten Ook al waren er in die tijd weinig mensen die konden lezen en schrijven, werk was er genoeg. Teksten waren kwetsbaar; boekrollen versleten betrekkelijk snel, zeker als ze regelmatig werd af- en opgerold, en priesters en leraren hadden regelmatig nieuwe kopieën nodig. Deze werden in de werkplaatsen vervaardigd, waarschijnlijk op basis van een ‘moedertekst’ die om de zoveel tijd ook weer aan vervanging toe was. En ondertussen verzamelden deze priesters/schrijvers andere teksten en tradities, en vormden ze het middelpunt van discussies over de betekenis van de door hun verzamelde en geleverde teksten. Die nieuwe informatie, en nieuwe interpretaties, werden na verloop van tijd aan de oorspronkelijke teksten toegevoegd, in de vorm van extra verzen of nieuwe begin- en slothoofdstukken. De bestaande tekst ‘corrigeren’ was veel minder gebruikelijk, liever voegde men tekst toe. Van der Toorn demonstreert de hierdoor optredende evolutie van een bijbelboek fraai aan de hand van het boek Deuteronomium, dat uitgroeide van een bescheiden wetboek tot een veel groter werk, vol vermaningen en wetten, dat uiteindelijk ‘omgebouwd’ werd tot het testament van de beroemdste aller wetgevers, Mozes, door hem gedicteerd aan de vooravond van zijn overlijden. Het is een overtuigende analyse, waarvoor Deuteronomium zich ook bij uitstek leent: met de Bijbel in de hand kan de lezer de ontwikkeling van de tekst met zijn eigen ogen ‘meelezen’. Ook de boeken van de grote profeten vertonen een dergelijke ‘organisch gegroeide’ structuur. Veel moeilijker ligt dat bij boeken als Genesis (dat meer wegheeft van een met vaardige hand geredigeerde compilatie van semi-historische tradities) en Exodus, het verhaal van de uittocht uit Egypte, dat vooral het karakter heeft van een overspannen, anti-Egyptische vertelling. (Het staat wel vast dat Israël nooit in Egypte ‘in ballingschap’ heeft vertoefd.) De werkplaatshypothese heeft dus beperkingen. Maar wie kennis heeft genomen van Wie schreef de Bijbel? zal de Bijbel nooit meer ‘naïef’ kunnen lezen als het werk van een beperkt aantal geniale auteurs. Het is het werk van vele eeuwen zwoegen, van steeds nieuwe vragen stellen en (bij de eerste gelegenheid) in de tekst ook beantwoorden. http://www.depers.nl/wete(...)angzaam-groeide.html | |
Iblis | vrijdag 13 november 2009 @ 09:04 |
quote: | |
Ghaazi | maandag 16 november 2009 @ 17:57 |
Kadhafi probeert Italiaanse vrouwen tot Islam te bekeren De Libische leider Moammar Kadhafi heeft in de rand van de VN-voedseltop in Rome 200 Italiaanse vrouwen tot de Islam proberen te bekeren. Kadhafi had de vrouwen laten recruteren door een hostessenbureau. De vrouwen moesten tussen 18 en 35 jaar oud zijn, minstens 1m70 groot en mooi gekleed, maar ze mochten geen minirok of laag uitgesneden jurk dragen. Tweehonderd vrouwen boden zich in een Romeinse villa, waar Kadhafi tijdens de VN-top verblijft, aan. Ook een undercover journaliste van het Italiaanse nieuwsagentschap ANSA behoorde tot het gezelschap, dat door Kadhafi 60 euro en enkele Libische geschenken was beloofd. Spreekbeurt Terwijl de meeste vrouwen hadden gehoopt op een decadente party in het gezelschap van Kadhafi, had de Libische leider duidelijk andere plannen. Hij vergastte de vrouwen op een les over Libië en de rol van de vrouwen in de Islam. Na afloop van zijn spreekbeurt die ruim twee uur duurde, gaf Kadhafi de vrouwen elk een exemplaar van de Koran mee. "Het was allesbehalve het VIP-feestje dat we verwacht hadden", zei één van de deelneemsters achteraf. "We kregen zelfs geen glas water." Volgens de Libische ambassadeur zou Kadhafi tijdens de driedaagse VN-top nog andere soortgelijke avonden plannen. (lpb) Bron: http://hln.be/hln/nl/960/(...)lam-te-bekeren.dhtml | |
Iblis | vrijdag 20 november 2009 @ 23:44 |
quote: | |
Iblis | vrijdag 20 november 2009 @ 23:46 |
quote: | |
ExperimentalFrentalMental | zaterdag 28 november 2009 @ 03:38 |
27-11-2009 God verandert mee met de maatschappij NIJMEGEN - Wanneer een maatschappij verandert, veranderen religieuze denkbeelden mee. Zo geloven mensen minder in de hel zodra een samenleving industrialiseert. © ANP Bovendien verdwijnt het beeld van een persoonlijke god. Dat concludeert Nienke Moor in een proefschrift waarop ze woensdag aan de Radboud Universiteit in Nijmegen promoveert. De promovenda onderzocht religieuze denkbeelden door de eeuwen heen. Door de overgang van akkerbouw naar industrie werd het beeld van God abstracter, zo ontdekte ze. Democratie Ook democratie verandert het beeld. ''Mensen zijn steeds meer gewend om hun eigen keuzes te maken en krijgen daardoor meer problemen met een God die alles voorschrijft'', vertelt Moor. Ook het religieuze beeld van hemel en hel verandert door een meer onpersoonlijke god. Hemel Volgens Moor geloven mensen nog wel in de hemel, maar steeds minder in de hel. ''Zodra de persoonlijke god verdwijnt, raakt de god die mensen met de hel bestraft ook op de achtergrond.'' Atheïsten Moor ziet in haar onderzoek ook het aantal agnosten en atheïsten toenemen. ''Maar dat betekent niet dat het geloof verdwijnt. Mensen geven een eigen invulling aan het beeld van God.'' © ANP (nu.nl) | |
Iblis | zondag 29 november 2009 @ 16:23 |
In de categorie, minder nuttig nieuws:quote: | |
ExperimentalFrentalMental | maandag 30 november 2009 @ 23:44 |
ExperimentalFrentalMental | vrijdag 18 december 2009 @ 01:17 |
17-12-2009 Op zoek naar de duivel in onszelf Duivelaanbidders die kinderen ritueel vermoorden. Het klinkt absurd. Criminoloog Tjalling Beetstra onderzocht hoe miljoenen mensen daar toch in konden geloven. Dertig jaar geleden raakten de Verenigde Staten in de ban van veronderstelde gruwelijke misdaden begaan door satanisten. Criminoloog en jurist Tjalling Beetstra onderzocht hoe het zo ver kon komen – en hoe deze paniek naar ons land oversloeg. Hoeveel mensen zijn het slachtoffer geworden van die beschuldigingen? ‘In de Verenigde Staten zijn duizenden mensen ervan beschuldigd dat ze satanisch ritueel misbruik hebben gepleegd. Honderden mensen zijn strafrechtelijk vervolgd en zo’n honderd zijn veroordeeld tot jarenlange en soms zelfs levenslange gevangenisstraffen. Op dit moment zitten er nog steeds mensen in de gevangenis die uitsluitend zijn veroordeeld op basis van ‘herinneringen’ die onder hypnose zijn opgeroepen dan wel verklaringen van onder druk gezette peuters en kleuters. En dat terwijl nagenoeg alle deskundigen al lang tot de conclusie zijn gekomen dat de beschuldigingen alleen maar kunnen worden gekwalificeerd als morele paniek.’ Hoe ontstond die paniek? ‘Het fenomeen satanisch ritueel misbruik is voortgekomen uit het debat over de negatieve aspecten van seksualiteit – denk aan abortus, incest, kinderpornografie en pedofilie – en dat over cults en sekten, en de vrijere seksuele moraal die daarbinnen zou bestaan. Conservatieve religieuze groepen hebben, door de aandacht te vestigen op satanisch ritueel misbruik, geprobeerd de bevolking ervan te doordringen dat de samenleving ten onder dreigde te gaan. De paniek zelf is voortgekomen uit een enkele, bizarre bestseller uit 1980: Michelle Remembers. Bij Michelle Smith kwamen onder hypnose ‘herinneringen’ naar boven aan geestelijk, lichamelijk en seksueel misbruik in de jaren 1954-1955. Haar psychiater suggereerde dat ze tijdens het misbruik gebruik had gemaakt van het afweermechanisme dissociatie, waarbij herinneringen aan traumatische gebeurtenissen in een apart deel van de hersenen worden opgeslagen. Bovendien zouden de satanisten haar gehersenspoeld hebben, opdat zij het misbruik zou vergeten. De combinatie van dissociatie en hersenspoeling zou leiden tot een meervoudige persoonlijkheidsstoornis (mps). Volgens cult survivors en hun therapeuten is dat dé reden waarom slachtoffers van niets weten totdat zij in therapie hun herinneringen hervinden.’ De ‘besmetting’ in ons land vond niet plaats door religieuze groeperingen, maar via therapeuten. ‘Satanisch ritueel misbruik is in Nederland in 1984 geïntroduceerd door dezelfde therapeuten die dat eerder in de VS hadden gedaan. Vanaf dat moment stelden psychotherapeuten die deze workshops hadden gevolgd, steeds vaker de diagnose mps. In een aantal gevallen concludeerden ze dat satanisch ritueel misbruik daaraan ten grondslag moest liggen.’ De media waren natuurlijk dol op dergelijke verhalen. ‘Zeker. De eerste actualiteitenrubriek die er aandacht aan besteedde was Tijdsein, van de EO, maar de politiek schrok pas wakker na de berichtgeving in seculiere media als Het Parool en vooral Nova. Dat heeft geleid tot de instelling van de Werkgroep Ritueel Misbruik, die een half jaar later een summier en onevenwichtig rapport uitbracht. De critici en sceptici hebben de beweringen van de mps-therapeuten onmiddellijk naar het land der fabelen verwezen. Doordat de media zich daarna vooral op deze critici hebben gericht, was het voor hen niet al te moeilijk om de publieke opinie op hun hand te krijgen.’ Een van de stellingen bij je proefschrift luidt dat het een kwestie van tijd is voor in Nederland een morele paniek uitbreekt. Welke? ‘Met die wetenschap in het achterhoofd, kan men zich afvragen hoe de volgende zaken die zich recent in Nederland hebben afgespeeld, kunnen worden gekwalificeerd: de stigmatisering van moslims, mediahypes over terrorisme, de instelling van een speciaal orgaan voor terrorismebestrijding, strafverzwaring in geval van terrorisme en aanzienlijke uitbreiding van de opsporingsbevoegdheden van de autoriteiten in het kader van terrorismebestrijding. Het antwoord ligt mijns inziens voor de hand.’ Tjalling Beetstra promoveerde onlangs in Maastricht op het proefschrift Van kwaad tot erger. De sociale constructie van satanisch ritueel misbruik in de VS en Nederland. Dit boek is te verkrijgen via: ta_beetstra@hotmail.com (depers.nl) | |
Iblis | woensdag 23 december 2009 @ 23:37 |
quote:Meer informatie: Wikipedia. | |
Q.E.D. | woensdag 6 januari 2010 @ 14:14 |
quote:http://www.filosofie-online.nl/ | |
ExperimentalFrentalMental | woensdag 17 februari 2010 @ 01:51 |
17-02-2010 'René Descartes werd vergiftigd' AMSTERDAM - René Descartes is niet, zoals al 360 jaar wordt aangenomen, gestorven aan de gevolgen van longontsteking. De Franse filosoof en wiskundige is met opzet vergiftigd. Dat zegt een Duitse onderzoeker van de Universiteit van Erlingen. Wetenschapper Theodor Ebert verrichtte meer dan een jaar onderzoek in Franse en Zweedse archieven om tot zijn conclusie te komen, zo schrijft The Guardian. Descartes overleed op 11 februari 1650 in Stockholm, volgens de geschiedschrijving aan de gevolgen van een longontsteking. Het lichaam van de invloedrijke denker zou niet zijn opgewassen tegen de Scandinavische kou. Ebert vond tijdens zijn speurtocht echter een notitie waarin de arts van Descartes melding maakt van -vermoedelijk- bloed in de urine van de filosoof. Braakmiddel "Bloed in de urine is geen symptoom van longontsteking, wel van arseenvergiftiging", aldus Ebert die bovendien weet te melden dat Descartes zijn dokter vroeg om een braakmiddel. "Welke andere conclusie kun je dan trekken dan dat Descartes, die medisch zeer goed was onderlegd, geloofde dat hij was vergiftigd?" Dader zou volgens Ebert een katholieke priester met de naam Jacques Viogué zijn, die niet kon leven met Descartes' theologische ideeën. Ik denk dus ik ben René Descartes (1596 - 1650) is de meest invloedrijke denker van zijn tijd. Hij hield zich niet alleen met filosofie, maar ook met wiskunde en natuurkunde bezig. Hij is de grondlegger van onder meer de analytische meetkunde en geldt algemeen als het beginpunt van de 'moderne filosofie'. Beroemd is zijn filosofische leus 'ik denk dus ik ben' (Cogito ergo sum). © NU.nl/Wilma Haan (nu.nl) | |
ExperimentalFrentalMental | dinsdag 30 maart 2010 @ 09:53 |
29-03-2010 'Bijbelse plagen mogelijk echt gebeurd' AMSTERDAM – De tien plagen van Egypte zijn mogelijk te verklaren aan de hand van natuurrampen die ruim 3000 jaar geleden hebben plaatsgevonden. Dat beweren Duitse wetenschappers. Wetenschappers van de Universiteit van Heidelberg en het Leibniz Instituut in Berlijn verzamelden klimaatgegevens die erop wijzen dat de Bijbelse plagen zich ongeveer 3000 jaar geleden hebben voltrokken in de stad Pi-Ramesse in het Oude Egypte. Archeologische vondsten wijzen er op dat de stad op dat moment door alle inwoners werd verlaten als gevolg van een grote droogte en enkele natuurrampen. Die gebeurtenissen zouden ook de tien plagen kunnen verklaren, zo verklaren de Duitse wetenschappers in de Britse krant The Daily Telegraph. Hun bevindingen worden binnenkort gepresenteerd op National Geographic Channel. Bloedwater Tijdens de eerste plaag zou het water van de Nijl volgens de Bijbel in bloed zijn veranderd. Volgens de wetenschappers kan dat fenomeen worden verklaard door giftige algen die tijdens de droogte in het langzaam stromende water van de rivier terecht kwamen. Het water kleurde daardoor rood. Ook de tweede, derde en vierde plaag waren mogelijk indirect het gevolg van klimaatsverandering. Door de giftige algen zouden kikkers uit de Nijl zijn gevlucht, zodat er een kikkerplaag ontstond. Toen de kikkers stierven vanwege een tekort aan voedsel, zorgde dat mogelijk voor een explosie van andere insectenpopulaties zoals vliegen, luizen en muggen. Vulkaanuitbarsting Die grote aantallen insecten zouden ziektes hebben verspreid onder dieren en mensen (plaag vijf en zes). De zevende, achtste en negende plaag werden volgens de onderzoekers veroorzaakt door een natuurramp: de uitbarsting van de vulkaan de Thera. Het as in de lucht zorgde voor het ontstaan van onweersbuien met veel regen, waardoor er een ideaal klimaat voor sprinkhanen ontstond. Verder blokkeerde het vulkaanas ook een groot gedeelte van het zonlicht. Eerstgeborenen De tiende plaag ontstond mogelijk door een schimmel in het graan. De oudste kinderen mochten in het oude Egypte altijd als eerste van het graan eten, waardoor alle eerstgeborenen uiteindelijk zouden zijn gestorven. © NU.nl/Dennis Rijnvis (nu.nl) | |
ExperimentalFrentalMental | zaterdag 3 april 2010 @ 09:24 |
quote:Zondag a.s. komen 2 aflevering omtrent dit onderwerp op National Geographic. 21:00 The Biblical Plagues (1/2): afl. The First Curses 22:00 The Biblical Plagues (2/2): afl. The Final Torments | |
ExperimentalFrentalMental | maandag 5 april 2010 @ 10:32 |
04-04-2010 Jezus 2.0 Door gebruik te maken van de nieuwste 3D-computertechnologie op de Lijkwade van Turijn werd het gezicht van Jezus gereconstrueerd. Wat blijkt? Jezus was 1 meter 73 groot, donker getaand en lijkt helemaal niet op de Jezus van de afbeeldingen waar de schilders uit de Renaissance ons mee opzadelden. Een team van digitale kunstenaars creëerde naar hun eigen zeggen het échte gezicht van Jezus, of toch van de man die een spookachtige afdruk van zijn gezicht achterliet in het linnen waarvan beweerd wordt dat het doek het lichaam van Jezus in zijn graf bedekte. De resultaten van het nauwgezette werk in de wederopbouw van een 2.000 jaar oude afdruk - de eerste in zijn soort - werden door The History Channel vastgelegd in een tweedelige documentaire met de vanzelfsprekende naam 'The Real Face of Jesus'. Ray Downing, kunstenaar en leider van het team, zegt dat ondanks dat er maar één voorwerp beschikbaar was - de lijkwade - ze toch heel wat informatie over het gezicht bezitten. Hij is ervan overtuigd dat ze de werkelijkheid over hoe de man eruitzag echt benaderen. Omdat het gezicht dat het team creëerde redelijk afwijkt van het beeld op de Lijkwade van Turijn, verklaart Downing dat de omzetting van 2D naar 3D daar de oorzaak van is. "De lijkwade hing niet aan een muur zoals nu het geval is, maar omwikkelde een lijk. Het gezicht ligt er in verborgen. Door deze vervormingen te imiteren konden we een beeld maken van de vorm en uitdokteren hoe het gezicht er uitzag. Het gaf ons een blauwdruk", besluit Downing. De controverse over de authenticiteit van de Lijkwade van Turijn is al eeuwen bezig. In 1988 verwees koolstofdatering van het materiaal van de lijkwade de afdruk naar de periode 1260 tot 1390, waardoor het een middeleeuwse vervalsing werd. Later werd dan weer verschillende keren bedacht dat de koolstofdatering in de war werd gebracht door latere herstellingen van brand- en waterschade aan de lijkwade. En nu de Lijkwade van Turijn vanaf 10 april 2010 weer openbaar te zien zal zijn, schiet het zaadje van controverse nog maar eens wortel. (Grenswetenschap) | |
ExperimentalFrentalMental | woensdag 14 april 2010 @ 08:26 |
14-04-2010 Laatste Avondmaal bewijst dat mens steeds meer ging eten Doorheen de eeuwen is de mens steeds meer gaan eten. Die conclusie hebben auteurs van een artikel in het blad International Journal of Obesity getrokken na een grondige studie van 52 schilderijen van het Laatste Avondmaal van Christus die de voorbije tien eeuwen zijn gemaakt. De vorsers kwamen tot de vaststelling dat de omvang van de borden en het brood op de schilderijen doorheen de tijd almaar is toegenomen, ook in verhouding tot de grootte van de gezichten van Jezus en de apostelen. Verhoogde productie Volgens de Franstalige elektronische nieuwsbrief La Lettre du Médecin bevestigt de studie dat de mens steeds meer voedsel tot zich neemt, wat te verklaren is door de verhoogde productie en de verminderde kosten. (belga/kh) (HLN) | |
Ribbenburg | woensdag 14 april 2010 @ 09:52 |
Nou ja, Middeleeuwse kunst werd doorgaans geschilderd in opdracht van de beter gegoede kringen. Het kan evengoed iets zeggen over de opvattingen omtrent het belang van voedsel of de symbolische betekenis van voedsel in het Christusverhaal en hoe die in het verloop van de tijd zijn veranderd. Er wordt wel heel snel een voor de hand liggende conclusie uit de bevindingen getrokken. | |
ExperimentalFrentalMental | dinsdag 20 april 2010 @ 08:19 |
19-04-2010 Filosofen, heb je daar wat aan? Filosofen hebben de naam zich bezig te houden met esoterische vragen waar niemand het belang van inziet. Buigen ze zich ook wel eens over praktische onderwerpen? Filosoof Robert Rowland Smith denkt dat grote filosofen onze kijk op het dagelijks leven kunnen verdiepen. Als docent aan de London School of Life, de praktische-filosofie-academie van popfilosoof Alain de Botton, kan hij ook moeilijk iets anders menen. Zijn eerste voorbeeld, ‘wakker worden’, is niet eens onaardig. Dat kan ook niet missen, want dromen en waken, de vraag wat werkelijkheid is, stond nu eenmaal aan het begin van de filosofie van René Descartes, die constateerde dat hij in ieder geval nadacht, en dus bestond. Helaas blijft het bij dit veelbelovende begin. De volgende hoofdstukjes (‘Jezelf gereed maken’, ‘naar het werk’) zijn slechts quasi-filosofische essaytjes. In bad gaan Dieptepunten zijn de stukjes over de sportschool (‘De ultieme reden waarom we de sportschool bezoeken is het afweren van de dood’ en dan mag Heidegger opdraven), en het hoofdstukje ‘in bad gaan’, waar de lezer een lading pseudowetenschap krijgt opgediend. Inderdaad, soms ontbreekt iedere filosoof. Dan is Rowland Smith (ondanks zijn naam) de typisch Franse journalist die zijn eigen filosofische gemijmer veel te serieus neemt. Meestal duikt uit het niets een of andere postmodernist op met bijpassend orakelproza over ‘representatie’ en postmoderne ‘hermeneutiek’, of de lezer krijgt psychoanalytische prietpraat in de schoot geworpen. Meisjes ontwikkelen anorexia vanwege de onbewuste doodwens van hun vader; spijbelen op het werk is een herinnering aan het kind in ons dat zijn moeder voor even verlaat. Kortom, een boekje als dit had een goed idee kunnen zijn. Menig grote filosoof heeft over alledaagse zaken rake observaties gedaan. Daarvoor moet je wat verder kijken dan hun academische geschriften. Dat is hier helaas niet gebeurd. Resultaat: een boekje dat laat zien dat filosofen ons weinig te melden hebben. * Robert Rowland Smith, Ontbijten met Socrates, Uitgeverij Paradigma, 17,95 euro. (depers.nl) | |
ExperimentalFrentalMental | donderdag 6 mei 2010 @ 08:14 |
05-05-2010 Getty Foundation maakt 172.000 euro vrij voor onderzoek Lam Gods De Amerikaanse Getty Foundation heeft 172.000 euro vrijgemaakt voor een wetenschappelijk onderzoek van het Lam Gods, het bekende schilderij van de gebroeders Van Eyck uit 1432. De toelage omvat een instandhoudingsonderzoek, een evaluatie van de huidige staat en de opleiding van drie toekomstige conservatiedeskundigen. Dat heeft de organisatie vandaag bekendgemaakt in Gent. De financiële steun gaat naar de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en past in het Panel Paintings Initiative dat de Getty Foundation lanceerde. Dat programma moet de volgende generatie conservatiedeskundigen opleiden. "Het Lam Gods is een uiterst belangrijk werk dat toekomstige conservatiedeskundigen van paneelschilderijen een unieke leerervaring biedt onder het waakzame oog van experts ter zake", zei Deborah Marrow, directrice van de Getty Foundation. Diverse technieken Het onderzoek rond het Lam Gods moet oordelen over de vraag of een restauratie al dan niet noodzakelijk is. Dat wordt onderzocht via diverse technieken zoals infraroodreflectografie, macrofotografie, dendrochronologie en radiografie. Momenteel wordt het linkerpaneel onder de loep genomen. "Met het blote oog zien we hier en daar al opgestuwde verf", zegt professor Ron Spronk van Queens' University. "Die loszittende verf wordt vastgezet, maar dat is nog niet hetzelfde als restaureren." 25-jarige bestaan De Getty Foundation is de filantropische tak van de J. Paul Getty Trust-stichting. De organisatie kende in haar 25-jarige bestaan wereldwijd 5.000 toelagen toe aan projecten die zorgen voor een beter begrip en instandhouding van de visuele kunsten. (belga/ddh) (HLN) | |
Dwerfion | vrijdag 28 mei 2010 @ 21:55 |
In het kader van het lichaam/geest debat een nieuwsbericht van het UMC in Nijmegen. Maar misschien is het ook wel gewoon geneeskunde. quote:Bron | |
Dwerfion | vrijdag 13 augustus 2010 @ 21:32 |
quote:ND | |
ExperimentalFrentalMental | vrijdag 17 september 2010 @ 07:37 |
15-09-2010 Een paradox zonder zelfreferentie ‘Deze zin is onwaar.’ Deze klassieker uit de logica is een paradox: zowel de bevestiging als de ontkenning ervan leidt tot een tegenspraak. De oorzaak zit hem in de zelfreferentie in deze zin. De Amerikaanse filosoof Stephen Yablo heeft een paradox bedacht zónder zelfreferentie. Hij heeft daarvoor wel oneindig veel zinnen nodig. Alle volgende zinnen zijn onwaar. Alle volgende zinnen zijn onwaar. Alle volgende zinnen zijn onwaar. Alle volgende zinnen zijn onwaar. Alle volgende zinnen zijn onwaar. Alle volgende zinnen zijn onwaar. Etc… De oneindige rij gelijke zinnen hierboven is filosofisch gezien erg interessant. Deze reeks zinnen werd in 1993 bedacht door Stephen Yablo, een filosoof van het Amerikaanse Massachusetts Institute of Technology (MIT). Wat betekent het als de eerste zin waar is? Dan zijn alle volgende zinnen onwaar, in het bijzonder de tweede. Die tweede zin zegt dat alle volgende zinnen onwaar zijn, maar omdat die tweede zin zelf onwaar is, moet er dus vanaf de derde zin minstens één zin zijn die waar is. Dat kan echter niet, want we hadden al vastgesteld dat vanaf de tweede zin álle zinnen onwaar zijn! En wat betekent het als de eerste zin onwaar is? Dan is het dus niet zo dat alle volgende zinnen onwaar zijn, dus is er vanaf de tweede zin minstens één zin die waar is. Stel dat de tiende zin waar is (het kan net zo goed een andere zin zijn, dat doet er niet toe). Dat betekent dat vanaf de elfde zin alle zinnen onwaar zijn, in het bijzonder de twaalfde. Maar dan kunnen we, analoog aan het vorige geval (waarbij we veronderstelden dat de eerste zin waar is), een tegenstrijdigheid afleiden. Zelfverwijzing Paradoxen zijn hinderlijke obstakels in de logica. Bertrand Russell (1872-1970) was een van de eersten die serieus nadachten over dit verschijnsel. Van de paradox van Russell zijn verschillende varianten; een tot de verbeelding sprekende variant is de catalogusparadox. De catalogusparadox In een bibliotheek is een grote stapel catalogi. Sommige van deze catalogi vermelden zichzelf, terwijl andere dat niet doen. Voor het gemak maakt de bibliothecaris twee nieuwe catalogi: een eerste catalogus A die alle catalogi vermeldt die zichzelf vermelden, en een tweede catalogus B die alleen de catalogi vermeldt die zichzelf niet vermelden. Natuurlijk zorgt hij ervoor dat ook catalogus A zichzelf vermeldt. Moet catalogus B zichzelf nu opnemen of niet? Als hij zichzelf opneemt, mag hij per definitie niet opgenomen worden omdat hij al in zichzelf opgenomen is. Als hij zichzelf niet opneemt, moet hij per definitie opgenomen worden, omdat hij zichzelf niet vermeldt! Russell zat met zijn ontdekking van deze paradox in zijn maag. De paradox ontstaat doordat iets naar zichzelf verwijst. In een poging paradoxen te vermijden, nam Russell een radicaal besluit: hij liet zelfverwijzing eenvoudigweg niet meer toe. Een zin als ‘Deze zin is onwaar’ verwijst naar zichzelf en voldeed volgens Russell dus niet aan de ‘wetten van de logica’. De zin hieronder is onwaar. De zin hierboven is waar. Maar toen kwam Philip Jourdain (1879-1919) met de volgende twee zinnen hiernaast. Als de eerste zin waar is, is de tweede zin onwaar; het is dus onwaar dat de eerste zin waar is en dus is de eerste zin onwaar, maar dát klopt niet met ons uitgangspunt. En als de eerste zin onwaar is, dan is het onwaar dat de tweede zin onwaar is, met andere woorden: de tweede zin is waar, en dat betekent dat de eerste zin waar is, opnieuw een tegenspraak! Met een kaartje dat je makkelijk zelf kunt maken, is de paradox van Jourdain leuk te illustreren. .Is er bij de paradox van Jourdain sprake van zelfreferentie? Niet direct. De eerste zin verwijst naar de tweede, de tweede naar de eerste. Maar eigenlijk is dat flauw: indirect is er wel degelijk sprake van zelfreferentie. Schrijven we de paradox op de volgende, meer formele manier, dan is dat direct duidelijk. S1: S2 is onwaar. S2: S1 is waar. S1: ‘S1 is waar’ is onwaar. S1 komt níét voor in de definitie van S1, evenmin is dit het geval bij S2. Maar als je S2 substitueert in S1, zie je direct dat er wel degelijk sprake is van zelfreferentie. Zowel de klassieke paradox ‘Deze zin is onwaar’ (op een formele manier geschreven als S: S is onwaar) als de paradox van Jourdain die uit twee zinnen bestaat, bevat zelfreferentie, zij het bij de tweede op een indirecte manier. Russell vroeg zich af of zelfreferentie noodzakelijk is voor een paradox. Hij dacht van wel en daarom legde hij een verbod op álle soorten van zelfreferentie, ook de indirecte vorm. Maar is deze ingreep inderdaad voldoende om paradoxen definitief uit te bannen? De paradox van Yablo In 1993, 23 jaar na Russells dood, kwam de Amerikaan Stephen Yablo met de paradox waarmee we dit artikel begonnen. Hiermee dacht hij Russells vermoeden te hebben weerlegd. Formeel genoteerd ziet Yablo’s paradox er als volgt uit: S1: Voor alle k > 1 is Sk onwaar. S2: Voor alle k > 2 is Sk onwaar. S3: Voor alle k > 3 is Sk onwaar. Etc… Voor alle waarden van n verwijst Sn naar alle volgende zinnen in de oneindige rij. Wanneer je zo’n volgende zin beschouwt, geldt wederom dat deze naar alle volgende zinnen verwijst, etcetera. Hoe lang je dit procédé ook herhaalt, nooit zal er een zin zijn die naar Sn verwijst, met andere woorden: bij Yablo’s paradox is er geen sprake van zelfreferentie van welke soort ook. Stephen Yablo Zelfreferentie is echter een begrip waar vele filosofen diepzinnige en soms moeizame vertogen hebben weten te houden. Bijvoorbeeld deze: Bij de expliciete formulering van Sn is sprake van zelfreferentie in de zin dat bij de formulering van Sn de plaats van Sn zélf in de oneindige rij zinnen ertoe doet: Sn gebruikt zijn eigen plaats in de rij zinnen als referentiepunt om te specificeren welke zinnen onwaar zijn. De discussie over zelfverwijzing is dus nog niet gesloten. (Kennislink) | |
ExperimentalFrentalMental | woensdag 22 september 2010 @ 07:36 |
21-09-2010 Mozes zag iets opensplijten, maar het was niet de zee Een nieuw computermodel biedt een mogelijke verklaring voor één van de spectaculairste mirakels uit het Oude testament. Mozes zou volgens de Hebreeuwse Bijbel door middel van de kracht van God de Schelfzee (de Bijbelse naam voor de Rode Zee) in tweeën hebben gedeeld en zo een doortocht hebben geschapen voor het Israëlitische volk naar de vrijheid. Het splitsen van de zee zou dus wel kunnen, maar er duiken dan meteen een aantal andere onjuistheden op. Nijldelta Carl Drews van het National Center for Atmospheric Research ontdekte bijvoorbeeld dat de locatie niet kan kloppen: het moet gebeurd zijn in de buurt van de Nijldelta (en dus niet de Rode Zee). Theoretisch kan daar een oostenwind van ongeveer honderd kilometer per uur ervoor zorgen dat het water genoeg wordt weggeblazen zodat je er op bepaalde plaatsen kan doorwaden. Dat is uiteraard wel een stuk minder spectaculair dan wat we in ons hoofd hebben hangen over het evenement. Blijft echter het probleem van de wind: het is quasi onmogelijk dat de Israëlieten daar zouden kunnen door wandelen. (mvl) (HLN) | |
ExperimentalFrentalMental | donderdag 30 september 2010 @ 08:17 |
29-09-2010 ‘Jezus had ongelijk’ Oh ijdelheid der ijdelheden! Zo hufterig zijn we niet, het mag zelfs best wat ijdeler van Frank Meester. De filosoof neemt het op voor een eeuwenlang vervloekte eigenschap. Niks huidcrèmes of siliconen in Zie mij, zijn boek dat volgende week uitkomt. Nee, een filosofisch werk van Frank Meester over... ijdelheid. Hoe lang stond u vanmorgen voor de spiegel? ‘Ha! Heel kort. Ik sta soms best lang voor de spiegel, maar ’s ochtends is het druk, want ik heb kinderen... Mijn oudste zoon is 16, die is meer tijd kwijt met zijn uiterlijk.’ Waarom in vredesnaam een boek over ijdelheid? ‘Omdat we ijdelheid als een slechte eigenschap zien, terwijl er volgens mij niets mis is met ijdelheid: alle dingen die het leven mooi maken, komen voor een groot deel voort uit het feit dat we onszelf belangrijker maken dan we zijn.’ En wat is daar filosofisch aan... ‘Volgens Jean-Paul Sartre gaat de existentie vooraf aan de essentie. Dus niet ‘God heeft de mens geschapen naar zijn evenbeeld’, nee de mens is er en moet zélf zijn leven uitvinden. We moeten zin geven aan ons leven door er een mooi verhaal van te maken. We proberen dus van niets iets te maken. Dat is een ijdel streven.’ ‘IJdelheid heeft ook te maken hoe je jezelf positioneert in een groep – de mens is een sociaal dier. In mijn ogen is ijdelheid een deugd in de zin van Aristoteles: het juiste midden tussen twee extremen, echoïsme – aandacht voor anderen – en narcisme – aandacht voor jezelf.’ (In de Griekse mythe liep nimf Echo wanhopig achter de knappe Narcissus aan, die verliefd was op zijn spiegelbeeld, red.) Zijn we niet juist te narcistisch? Uw collega-denker Bas van Stokkom vindt bijvoorbeeld dat Nederlanders hufterig zijn. ‘Als je de berichten leest over ambulancepersoneel dat aangevallen wordt, tja, dán lijkt het narcisme wel toe te nemen. Maar dan is ijdelheid dus juist belangrijk, want dat is de kunst om het evenwicht te bewaren tussen narcisme en echoïsme.‘ ‘Ik denk dat die hufterigheid eigenlijk wel meevalt. Ik reis dagelijks met de trein en ik woon in de overvolle stad, maar ik merk bijna nooit iets van conflicten.’ Waar komt dat negatieve beeld dan vandaan? ‘Dat is een lange traditie vanuit het christendom: je mag niet trots zijn op jezelf, want al het goede komt van God. Daarom zei Jezus ook dat je wel goed moet doen, maar het niet moet laten zien. Maar hij had ongelijk: het blijkt dat mensen sneller geven aan een goed doel als ze zien dat anderen dat ook doen. Daarom levert zo’n tv-actie voor Haïti geld op. Prima dus als BN’ers meewerken, al is ‘t om te laten zien hoe liefdadig ze wel niet zijn...‘ U vindt ijdelheid zelfs een cruciale drijfveer voor kunstenaars, topsporters, politici... Zoals? ‘Je moet altijd oppassen om op de persoon te spelen... Maar neem Femke Halsema: die is zich goed bewust hoe ze overkomt. Gebruikmakend van haar uiterlijk weet ze haar standpunten goed over te brengen.’ En Geert Wilders? ‘Hij komt narcistisch over. Zo praatte hij niet met de maker van die VPRO-documentaire, maar wél met PowNed. Maar goed, die zit in zo’n bijzondere situatie, met al die bewakers om zich heen, dat hij gedoemd is tot een soort narcisme. Hij komt niet meer uit zijn groep, kritische geluiden dringen niet door.’ Wat levert het ons burgers op? ‘IJdele mensen zoeken aansluiting bij de groep, maar proberen de dingen net iets anders te doen, ze zoeken het randje op. Zo zorgen ze voor revoluties, zoals bijvoorbeeld de acceptatie van homoseksualiteit. Filosofisch gezien is er geen absolute standaard meer voor wat goed is.’ ‘Als je goed en fout wilt vastleggen, beland je in een dictatuur. Maar om te voorkomen dat we in het andere uiterste vervallen, namelijk een totaal relativisme, moeten we onze meningen laten botsen. En de ijdele mens wil dolgraag laten zien waarvoor hij staat.’ (depers.nl) | |
Dwerfion | maandag 4 oktober 2010 @ 09:42 |
Background: Proximal intercessory prayer (PIP) is a common complementary and alternative medicine (CAM) therapy, but clinical effects are poorly understood, partly because studies have focused on distant intercessory prayer (DIP). Methods: This prospective study used an audiometer (Earscan® 3) and vision charts (40 cm, 6 m “Illiterate E”) to evaluate 24 consecutive Mozambican subjects (19 males/5 females) reporting impaired hearing (14) and/or vision (11) who subsequently received PIP interventions. Results: We measured significant improvements in auditory (P <0.003) and visual (P <0.02) function across both tested populations. Conclusions: Rural Mozambican subjects exhibited improved audition and/or visual acuity subsequent to PIP. The magnitude of measured effects exceeds that reported in previous suggestion and hypnosis studies. Future study seems warranted to assess whether PIP may be a useful adjunct to standard medical care for certain patients with auditory and/or visual impairments, especially in contexts where access to conventional treatment is limited. Key Points * Although commonly employed as a complementary and alternative medicine (CAM) therapy, the clinical effects of proximal intercessory prayer (PIP) are poorly understood, partly because most research has focused on distant intercessory prayer (DIP). * This study found a significant effect of PIP on auditory function across the tested population (P < 0.003). * This study found a significant effect of PIP on visual function across the tested population (P < 0.02). * Further study seems warranted to assess whether PIP may be a useful adjunct to standard medical care for certain patients with auditory and/or visual impairments, especially in contexts where access to conventional treatment is limited. Bron | |
kleinduimpje3 | woensdag 29 december 2010 @ 23:51 |
De Herziene Statenvertaling is gebaseerd op een corrupte grondtekst
| |
ExperimentalFrentalMental | zaterdag 19 februari 2011 @ 08:42 |
17-02-2011 Oorlog, omdat het moet Steun aan conflict is nauwelijks rationeel Het besluit om een oorlog te steunen neem je niet lichtvaardig. Je weegt de voors en tegens af en besluit er alleen toe als het echt niet anders kan. Zou je denken. Uit onderzoek blijkt wat anders. Mensen laten zich leiden door morele overtuigingen en besluiten zelfs tot dodelijke conflicten als ze nergens toe leiden. De mens wordt vaak gezien als een rationeel wezen, dat met zijn verstand bepaalt welke beslissingen hij het beste kan nemen. Die zienswijze heeft een lange geschiedenis maar is onjuist, legde filosoof Bas Haring vorig jaar al uit in een interview met Noorderlicht Online: 'Sinds de Verlichting en de opkomst van de wetenschap zijn we steeds meer gaan geloven in onze ratio. Je ziet dat tegenwoordig heel duidelijk in de economie. Als een mens kan kiezen tussen één en twee euro, zal hij altijd kiezen voor twee euro, is het idee. Dat is een van de fundamenten van de economie. Maar het klopt helemaal niet. De mens is juist veel grilliger, ongrijpbaarder en irrationeler dan vaak wordt gedacht.' Op het gebied van economie begint wel steeds meer het inzicht door te dringen dat de mens vaak meer op zijn gevoel afgaat dan op zijn verstand. Maar veel beleidsmakers en politicologen gaan er nog steeds vanuit dat mensen keuzen vooral met hun verstand nemen. De keuze om een partij te steunen die een gewapend conflict aangaat, bijvoorbeeld de Golfoorlog, is gebaseerd zijn op rationele afwegingen over de voor- en nadelen en de te verwachten uitkomst, is het idee. Conflicterende uitkomst Is dat ook zo? Psycholoog Jeremy Ginges en antropoloog Scott Atran namen de proef op de som en komen tot een tegenovergestelde conclusie: mensen laten zich vooral leiden door morele en religieuze overtuigingen, schrijven ze in Proceedings of the Royal Society B. De twee experts gingen daarbij niet over één nacht ijs. Ze vroegen mensen uit drie continenten naar hun redenen om partijen te steunen in conflicten en oorlogen. En of het nu ging om joden in de bezette gebieden, Palestijnen in Gaza, studenten op een Amerikaanse campus of inwoners van de Nigeriaanse hoofdstad Lagos, de antwoorden waren opvallend eensluidend: mensen spreken hun steun vooral uit als ze vinden dat het conflict moreel gerechtvaardigd is. Morele overtuigingen zijn vaak diep verankerd in de mens. Beslissingen die je op basis daarvan neemt, neem je niet zozeer rationeel maar meer op je gevoel. En dat was precies wat de proefpersonen deden. Ze moesten aangeven hoe groot ze de kans achtten dat het conflict het beoogde doel zou bewerkstelligen. Die inschatting hing op geen enkele manier samen met hun steun. Als ze vonden dat deelname aan het conflict ‘goed’ was, dan steunden ze het, ongeacht hun verwachtingen van de uitkomst. Tenminste, als het conflict gewapend was. Als het om een geweldloze actie, ook al was die illegaal, dan hing de steun juist wel af van de verwachte uitkomst. Zo volk, zo leider? De vraag is dan natuurlijk of politieke en militaire leiders op een vergelijkbare manier tot hun beslissingen komen. Daar geeft dit onderzoek geen antwoord op, maar Ginges en Atran hebben wel een idee. Om een goed leider te zijn moet je representatief zijn voor de groep, dus ligt het voor de hand dat ze op ongeveer dezelfde manier redeneren, schrijven ze. Dat is geen geruststellende gedachte, maar het is ook de vraag of het klopt. Ander onderzoek lijkt te suggereren dat presidenten en directeuren juist op een andere manier redeneren. De resultaten helpen wel verklaren waarom voorstanders van een geweldloos alternatief voor oorlog – (stille) diplomatie bijvoorbeeld – vaak moeite hebben om steun te krijgen door erop te wijzen dat geweld vaak weinig effect heeft, of zelfs contraproductief is. Met argumenten bereik je immers weinig bij iemand die op zijn gevoel afgaat. Het is misschien effectiever om in twijfel te trekken dat geweld überhaupt moreel toelaatbaar is. Het is in ieder geval duidelijk dat de waarden van de Verlichting nog een lange weg te gaan hebben als het gaat om gewapende conflicten. Hart en onderbuik spelen een hoofdrol. Daar kun je je maar beter goed bewust van zijn, wil je niet voor verrassingen komen te staan. Bouwe van Straten Jeremy Ginges en Scott Atran, ‘War as a moral imperative (not just practical politics by other means)’, in Proceedings of the Royal Society B, 16 februari 2011. (Noorderlicht) | |
ATON | zaterdag 19 februari 2011 @ 16:52 |
ExperimentalFrentalMental :2000 jaar oude afdruk ?? Wat voor een gedateerd verhaal is me dat! Ondertussen is al onomstuitbaar bewezen dat dit doek een vervalsing is. | |
ATON | zaterdag 19 februari 2011 @ 17:02 |
Drews zou van mij gelijk krijgen indien deze Exodus werkelijk zou hebben plaats gevonden. Oud verhaal; met de bijbel onder de arm op zoek naar verklaringen voor deze verhalen, terwijl het merendeel louter mythen en legenden zijn in de stijl van koning Arthur en de ridders van de ronde tafel. | |
ExperimentalFrentalMental | woensdag 23 maart 2011 @ 08:35 |
22-03-2011 ‘Religie in Nederland zal uitsterven’ AMSTERDAM – Amerikaanse natuurkundigen voorspellen dat religie in Nederland zal uitsterven door een gebrek aan sociale motieven. © ANP De onderzoekers van de American Physical Society baseren hun voorspelling op een sterke stijging van het aantal Nederlanders dat beweert geen religieuze overtuiging te hebben. Met behulp van een wiskundig model komen ze tot de conclusie dat deze stijging uiteindelijk zal leiden tot een samenleving waarin het aanhangen van een religie weinig of geen sociale voordelen meer met zich meebrengt. Daardoor zal religie in ons land uiteindelijk uitsterven, zo claimen de wetenschappers. Dat meldt BBC News. Wisselwerking Het zogenaamde non-lineaire model van de Amerikaanse natuurkundigen brengt de wisselwerking in kaart tussen het aantal aanhangers van een religie in een land en de sociale motieven die bijdragen aan de keuze om een godsdienst aan te hangen. Dit soort modellen worden ook vaak succesvol gebruikt om het uitsterven van bepaalde talen te voorspellen. “Het idee is simpel”, verklaart hoofdonderzoeker Richard Wiener op BBC News. “Het model stelt dat het aantrekkelijk is om je aan te sluiten bij sociale groepen die veel leden hebben. Ook gaat het model ervan uit dat sociale groepen een bepaalde status hebben en nut met zich meebrengen.” Peru “Als het gaat om talen, ontlenen mensen in Peru bijvoorbeeld meer status aan het spreken van Spaans dan aan het beheersen van de uitstervende taal Quechua. Op dezelfde manier is er een bepaalde status verbonden aan het feit of je een aanhanger bent van een bepaalde religie of niet.” De wetenschappers stelden hun model op voor negen landen waarin de bevolking steeds minder religieus wordt, waaronder Nederland. “In een groot aantal moderne seculiere samenlevingen, is er een trend dat het volk zich steeds meer identificeert als niet-religieus”, aldus Wiener. “In Nederland ligt het aantal niet-religieuzen op 40 procent. In Tsjechië ligt het aantal zelfs rond 60 procent.” Suggestief Op basis van deze aantallen laten de non-lineaire modellen van de wetenschappers zien dat het sociaal gezien steeds minder aantrekkelijk wordt om aanhanger te worden van een godsdienst. Daardoor zou religie uiteindelijk helemaal uit de samenleving kunnen verdwijnen. Volgens Wiener moeten de resultaten van het onderzoek echter niet al te strikt worden geïnterpreteerd. “Ik denk dat de resultaten suggestief zijn”, verklaart hij. “Maar dit model kan wel een idee geven waar deze trend heengaat.” © NU.nl/Dennis Rijnvis (nu.nl) | |
ExperimentalFrentalMental | woensdag 13 april 2011 @ 08:31 |
12-04-2011 Onderzoeker: "Ik heb spijkers uit kruis van Jezus gevonden" Een Canadese-Israëlische filmmaker en onderzoeker beweert dat hij twee spijkers heeft gevonden die zijn gebruikt bij de kruisiging van Jezus. Simcha Jacobovici stelt in zijn film 'The Nails of the Cross' dat de spijkers in een graftombe in Jeruzalem zijn aangetroffen. Dat meldt The Guardian. De spijkers, die twintig jaar geleden vermist raakten, zijn volgens Jacobovici opgedoken in een laboratorium in Tel Aviv. In 1990 werden de spijkers ontdekt in het graf van de joodse hogepriester Kajafas, die volgens het Nieuwe Testament Jezus aan de Romeinen overleverde. Archeologisch argument "Wat we de wereld te bieden hebben, is het best denkbare archeologische argument ooit dat die twee spijkers gebruikt werden bij de kruisiging van Jezus", verklaarde Jacobovici aan het persagentschap Reuters. "Weet ik honderd procent zeker? Nee, dat niet". "Alles lijkt erop te wijzen dat deze twee spijkers werden gebruikt bij een kruisiging", zegt de filmmaker. "Aangezien Kajafas wordt geassocieerd met de kruisiging van Jezus, lijkt het voor de hand te liggen dat dit de spijkers zijn uit het kruis". Ook gaten in theorie Volgens wetenschappers van de The Israel Antiquities Authority zitten er echter veel gaten in de theorie van Jacobovici. Zo is de authenticiteit van de graftombe die wordt aangezien voor de begraafplaats van Kajafas nooit bewezen. Verder worden er wel vaker oude spijkers in graven gevonden. "Jacobovici heeft zonder twijfel een interessante film gemaakt", stelt een woordvoerder van de organisatie. "Maar zijn interpretatie van de feiten is in onze ogen onvoldoende gebaseerd op archeologische vondsten en onderzoek". De film is de tweede film waarin de onderzoeker beweert artefacten van Christus te hebben gevonden. Jacobovici is ook de regisseur van 'The Lost Tomb of Jesus', uit 2007. (lb) (HLN) | |
ATON | woensdag 13 april 2011 @ 12:56 |
De foto alleen al laat reeds een verkeerd beeld zien. De spijkers werden niet in de handpalm, maar in de pols geslagen. Het IAA laat wél de ossuaria zien van de familie Kajafas, maar heeft nu moeite met de tombe! ???? De claim van Jacobovici slaat ook nergens op en ik denk dat dit een spelletje kat en muis is tussen het IAA en hemzelf. De reden, zo denk ik, is het feit dat in volle onderzoek van de Talpiot-tombe het IAA deze tombe abrupt heeft laten verzegelen. Jacobovici is een documentaire-maker en geen archeoloog of geschiedkundige, maar door de verdachtmakingen omtrent de talpiot-artefacten heeft men ook de integriteit van bewuste wetenschappers besmeurd. Zekere beweringen door het IAA zijn later weerlegd, maar nooit door het IAA herroepen. Er zijn zoals men wel kan vermoeden, hogere belangen mee gemoeid dan enkel het archeologisch aspect. In elk geval is dit nieuws een kwakkel. | |
ExperimentalFrentalMental | dinsdag 19 april 2011 @ 08:29 |
18-04-2011 "Laatste Avondmaal had plaats op woensdag" Het Laatste Avondmaal van Jezus met zijn discipelen had niet plaats op Witte Donderdag, maar een dag eerder. Dat blijkt uit nieuw onderzoek door professor Colin Humphreys van de Universiteit van Cambridge en waarvan de belangrijkste conclusies vandaag werden vrijgegeven. Andere kalender Humphreys stelt dat de verwisseling van de dagen verband houdt met verschillend gebruik van kalenders. De wetenschapper baseert zijn conclusies op onderzoek van bijbelse, historische en astronomische bronnen. In zijn boek 'The Mystery Of The Last Supper', dat in juni verschijnt, stelt Humphrey dat Jezus net als de evangelisten Mattheüs, Marcus en Lucas waarschijnlijk een andere kalender gebruikte dan Johannes. Volgens Johannes had het laatste avondmaal plaats na het begin van het Joodse paasfeest, terwijl deze gebeurtenissen volgens Jezus, Mattheüs, Marcus en Lucas op hetzelfde moment plaatshadden. (anp/eb) (HLN) | |
ExperimentalFrentalMental | woensdag 11 mei 2011 @ 08:44 |
10-05-2011 Geloven is zo gek nog niet Hoe onze intuïtie goden en bedoelingen ziet Goden zijn niets unieks. Verdeeld over alle continenten geloven mensen sinds de oudheid tot en met vandaag in meer dan 3000 hemelvaders en -moeders. Blijkbaar hebben we een natuurlijke neiging naar geloof. Psychologen plozen de laatste jaren uit hoe deze neiging in elkaar steekt, en stuitten op een aantal intuïties die niet alleen onmisbaar zijn voor een geloof in een god, maar ook voor datgene wat ons menselijk maakt. Afbeelding: © Wikimedia Commons Waarom komen we in zoveel verschillende culturen telkens goden en geesten tegen? Volgens sommige wetenschappers omdat ‘geloven’ een waardevolle evolutionaire overlevingsstrategie is, maar daar zijn de meningen nog over verdeeld. Over één ding zijn de meeste wetenschappers het wel eens: het vermogen om in goden te geloven zit ingebakken in ons brein. Of je nu atheïst, overtuigd christen of moslim bent, volgens psychologen zijn alle mensen intuïtieve godsgelovers. Wat zijn de intuïtieve ingrediënten om in een almachtige god te geloven? Het volledige lijstje aan ingrediënten is nog niet gevonden, maar dat het iets te maken heeft met sociaal inlevingsvermogen en een poging om chocolade van de wereld te maken, zeggen onder meer de psychologen Pascal Boyer en Justin Barrett zeker te weten. Hebben ze een plausibele verklaring gevonden voor geloof? Mensen zijn geen zakken vlees, maar lijken in het bezit van een ziel. We beelden continu in wat anderen denken. Afbeelding: © iNkMan_, Flickr.com Sociaal inlevingsvermogen Eerst maar eens het sociale inlevingsvermogen. Wat maakt het zo vatbaar voor goden, geesten en spoken? Om ons in andere mensen in te leven, zegt Boyer in 2008 in het blad Nature, is het logisch om zielen of geesten los te zien van het lichaam. Je denkt vaker in een scheiding tussen lichaam en geest dan je je wellicht realiseert. Wanneer je gedrag van andere mensen probeert te voorspellen (“hoe reageert hij als ik vertel dat ik een kras in zijn auto heb gereden?”) gebruik je een fantasierijk deel van je brein, dat direct goede en kwade bedoelingen en vermoedens van anderen beredeneert. Zonder dat die anderen fysiek aanwezig hoeven te zijn. Een geest zonder lichaam dus. En we doen dat helemaal intuïtief. Anders gezegd: we zien andere mensen niet als zakken wandelend vlees, maar als denkende, emotionele zielen, waaraan een lichaam is gekoppeld. De stap naar geesten zonder lichaam is dan makkelijk gemaakt, stelt Boyer. Sterker nog, denken dat geest en lichaam twee verschillende dingen zijn die los van elkaar kunnen bestaan – iets wat neurologen tegenwoordig niet meer onderschrijven – is zonder meer een intuïtieve gedachte. Dat blijkt uit meerdere experimenten die psycholoog Jesse Bering in 2004 met tientallen gelovig en niet-gelovig opgevoede kleuters uitvoerde. De muis en de krokodil Bering zette voor 51 kinderen een toneelstukje op. In het toneelstukje figureerden een krokodil en een muis. Het duurde niet lang of de krokodil at de muis op. De kinderen beseften daarna direct dat de muis dood was. Toen Bering vroeg of de muis nog eten of water nodig had, zeiden ze bijna allemaal “nee”. De oudere kinderen zeiden zelfs dat zijn brein niet meer werkte. Maar dat weerhield de koters er niet van te zeggen dat de muis nog gedachten en emoties had. Nagenoeg alle kinderen zeiden dat de opgegeten muis nu angstig of boos was. De jongste kleuters meenden zelfs dat de muis misschien dorst of honger had, ondanks het feit dat ze erkenden dat het lichaam van het dier geen eten of drinken meer nodig had. Muisjes geest bestond dus los van zijn lichaam. Denken dat zo’n scheiding tussen lichaam en geest bestaat, heet ook wel dualisme, en kinderen zijn er vol van. Dualisme is doodnormaal De gedachte dat lichaam en geest gescheiden zijn is intuïtief zo aannemelijk, dat we zonder al te veel mentale problemen films en sprookjes accepteren waarin iemands geest in een ander lichaam terechtkomt. Ook al verandert het brein dan mee, de gedachten en wensen van de ziel doen dat niet. In de film Big wenst een jonge knul dat hij eindelijk wat ouder zou zijn. Het resultaat: Tom Hanks met kinderlijke gedachten. Een recenter voorbeeld is het YouTube-sprookje Alma (zie hieronder), waarvan ik de ontknoping niet verklap. Dat dualisme een intuïtieve gedachte is, blijkt volgens Bering uit het feit dat oudere kinderen vaker geneigd waren om te stellen dat de muis na zijn dood geen gedachten had. Waarschijnlijk komt dat doordat oudere kinderen meer scholing hebben gehad, en dus vaker bewust begrijpen dat muizen zonder hersenen niet meer kunnen nadenken. De intuïtieve gedachte dat een ziel losstaat van zijn lichaam, is dan dus door rationele kennis verdrongen. Een beetje dan. Waarom maar een beetje? Een paar jaar later ontdekte Bering namelijk dat ook volwassenen niet ontkomen aan intuïtief dualistisch denken. Zelfs wanneer je niet gelooft in een scheiding tussen lichaam en geest, voelt het normaler om dat wel te doen. De psycholoog liet namelijk 84 volwassen studenten een verhaal lezen dat een beetje op het toneelstuk van de muis en krokodil leek. De strekking was hetzelfde: er gaat iemand dood en Bering stelde vervolgens vragen over de gemoedstoestand van de dode persoon. Wat bleek: zeggen dat iemand na haar of zijn dood geen honger of dorst heeft, kost geen moeite. Mensen beantwoorden die vragen direct en snel. Maar zeggen dat emoties, gevoelens en bedoelingen ook ophouden, duurt ruim een seconde langer om te zeggen. Zelfs van de meest overtuigde atheïsten – die dus niet geloven in leven na de dood – antwoordde maar liefst eenderde dat de dode persoon alsnog emoties beleeft. Zelfs voor ongelovigen blijft dualisme aantrekkelijk. Is daar iemand, of ben ik het zelf? Maar ook al denken we met ons sociale inlevingsvermogen intuïtief in een scheiding tussen lichaam en geest, is de stap naar geesten dan wel zo logisch? Volgens Boyer wel: hij wijst erop dat onderzoek allang heeft uitgewezen dat mensen regelmatig relaties hebben met niet-bestaande geesten. Soms moet je denkbeeldige vrienden even helpen. Afbeelding: © jaydavisconsulting, Flickr.com Zo heeft ruim tweederde van alle Amerikaanse kinderen tot een leeftijd van zeven jaar wel eens een denkbeeldig vriendje gehad, schrijft Marjorie Taylor naar aanleiding van haar langlopende onderzoek aan meer dan honderd kinderen in Developmental Psychology. En denkbeeldige vriendjes zijn intuitief, normaal en horen bij de sociale ontwikkeling van een kleuter, zegt Taylor. In een vervolgonderzoek ontdekte de psychologe dat de kinderen met het meeste inlevingsvermogen – degenen die bijvoorbeeld vaker speelden dat ze iemand anders waren – ook meestal een denkbeeldig vriendje hebben gehad. Als gedachten over geesten, denkbeeldige vrienden en goden uit ons sociale inlevingsvermogen voortkomen, mag je dus ook verwachten dat ons brein hen onbewust beschouwt als mensen. Ons sociale inlevingsvermogen is immers bedoeld om andere mensen beter te begrijpen. Laat dat nou precies zijn wat Justin Barrett van de Britse Oxford University tegenkwam. Toen hij gelovige mensen onbewust over God liet nadenken – ze lazen een verhaal over hoe God het gebed van een verdrinkende jongen aanhoort en hem direct helpt – gaven zij hun God typisch menselijke eigenschappen. God kon maar één gebed tegelijk aanhoren. Zelfs zijn gehoor leek op dat van mensen: hij hoort de vogels niet fluiten wanneer er straaljagers overvliegen. Net als wij dus. Als je dezelfde mensen daarna bewust vraagt naar Gods multitask- en luisterkwaliteiten, oftewel “Kan God meerdere gebeden tegelijk aanhoren?”, blijkt Hij het wel weer te kunnen. Is Gods mening jouw mening? Of jouw mening Gods mening? Afbeelding: © idyll23, Flickr.com Typisch aan ons sociale inlevingsvermogen is dat we onterecht vaak denken dat anderen onze mening delen. Als God een product is van iemands inlevingsvermogen, verwacht je dus ook dat zijn mening meestal hetzelfde is als de persoon die in ’m gelooft. En ja hoor, dat klopt. De psycholoog Nicholas Epley ontdekte dat de meeste mensen denken dat God ongeveer dezelfde mening had als zij. Zeker als het om morele kwesties ging zoals de doodstraf. Sterker nog, wanneer Epley op sluwe wijze de mening van zijn proefpersonen veranderde, waaide ook Gods mening mee. Het hogere doel achter de wereld Volgens Barrett is er nog een tweede, minstens zo belangrijk ingrediënt dat naast ons sociale inlevingsvermogen het intuïtief zo voor de hand liggend maakt om in goden te geloven, legt hij uit in het blad Religion. Hij stelt dat we automatisch geneigd zijn om de wereld te zien als een creatie, een schepping. In zo’n schepping heeft alles heeft een doel. Maar wie heeft het doel achter de wereld bedacht? Waarom zijn we we hier? Het enige wat ons sociale inlevingsvermogen hoeft te doen, is deze goede bedoelingen aan een denkbeeldige geest toe te kennen. Een god naar eigen of andermans keuze, maar daardoor dus wel een oppermachtige die met gemak een wereld kan schapen. Waarom, waarom, waarom? De Schepping. Afbeelding: © Wikimedia Commons Dat – daarmee samenhangend – het geloof in een scheppingsverhaal ook eerder intuïtief dan aangeleerd is, blijkt uit meerdere onderzoeken van Deborah Kelemen van de Universiteit van Boston. Zij stelt dat we bij alles wat we zien, ons afvragen: wat is het nut hiervan? Waarom is het hier? Kan ik het gebruiken? Volgens Kelemen is nut achter objecten zoeken handig, want het is juist zo typisch menselijk. We zijn immers een van de weinige dieren die niet alleen graag gereedschap gebruiken, maar ook zelf maken. Echter, dat systeem heeft een keerzijde. Gaat het iets te ver, dan ontstaat snel het idee dat alle objecten en dieren in de wereld een voorbestemd doel hebben. Die gedachtegang heet ook wel teleologisch denken, en is volgens Kelemen juist vanwege ons menselijke gereedschapsdenken erg intuïtief. Geen wonder dat de meeste scheppingsverhalen doorspekt zijn met teleologische ideeën. De wereld is er niet zomaar, maar moet ook nog eens nuttig zijn en ergens toe leiden. Kinderen zijn daarin het ergst. Dit komt bijvoorbeeld heel sterk tot uiting in hun onvermoeibare neiging overal een ‘waarom’-vraag van te maken. Wie het spel omdraait en de ‘waarom’-vraag aan het kind stelt, zoals Kelemen in haar experimenten deed, krijgt verrassende antwoorden. Waarom bijvoorbeeld hebben rotsen scherpe punten? De kinderen denken even na, maar dan komt het: “Zodat dieren zich eraan kunnen krabben”, of “zodat we er niet op gaan zitten.” Waarom zijn er vogels? “Om muziek te maken.” Bergen bestaan “zodat wij ze mogen beklimmen”, bomen “omdat we schaduw nodig hebben” en wolken “maken regen”. Kortom, de wereld is voor kinderen één grote gereedschapsdoos vol nuttige dingen; in een later onderzoek van Kelemen bleek zelfs dat kleuters vinden dat wanneer vogels of wolken ‘stuk’ zijn, ze aan reparatie toe zijn. Vooral dat laatste onthult hoezeer teleologisch denken samenhangt met het idee dat de wereld niet alleen vol nuttige dingen zit, maar als het ware zelfs een gereedschapsdoos voor mensen zou zijn, aldus Kelemen. Kinderen verraden hun teleologische denkbeeld door altijd maar ‘waarom’ te vragen. Afbeelding: © Miro-Foto, Flickr.com Net als dualisme is teleologisch denken moeilijk om van je af te schudden. Zelfs twaalfjarige kinderen die hebben geleerd dat de wereld en haar dieren uit chemische, biologische en natuurkundige processen zijn ontstaan, geven nog altijd de voorkeur aan scheppingsverklaringen voor het bestaan van de wereld. Dat ontdekte Margaret Evans, waarover ze in het tijdschrift Cognitive Psychology schrijft. Dat teleologisch denken intuïtief is blijkt uit het feit dat volwassenen er niet eens aan ontkomen. Mensen die een lijstje afgaan met teleologische uitspraken zoals “De zon straalt licht om planten van energie te voorzien” en “Aardplaten verschuiven omdat zichzelf netjes recht te zetten”, vullen meestal correct in dat deze fout zijn. Maar onder tijdsdruk keuren ze de teleologische uitspraken opeens goed. En God zelf dan? Psychologische verklaringen voor religie worden volgens wetenschappers soms onterecht gezien als een aanval op iemands geloof. Volgens Barrett – zelf een overtuigd christen – staat een verklaring voor waarom mensen geloven los van of dat geloof waar is of niet. “Stel dat wetenschap met een verklaring komt voor waarom mijn vrouw van mij houdt,” aldus de psycholoog in de New York Times, “kan ik dan maar beter ophouden daarin te geloven?” Het lijkt er in ieder geval op dat ons vermogen om in zielen, geesten en doelbewuste goden te geloven, net zo intuïtief is als ons vermogen om te plannen, muziek te maken, taal te ontwikkelen en gereedschap te gebruiken. Dat maakt religie, net als het eerdere rijtje, een typisch mensentrekje. (Kennislink) | |
ATON | woensdag 11 mei 2011 @ 09:05 |
ExperimentalFrentalMental :Zo nieuw is dit onderzoek nu weer niet. James D. Tabor, hoogleraar Godsdienstwetenschappen a/d Univ. N.Carolina wist dit al haarfijn uit te leggen in 2006.( bron: " The Jesus Dynastee " : Tabor ) | |
ExperimentalFrentalMental | maandag 16 mei 2011 @ 10:09 |
16-05-2011 Stephen Hawking: "Er is niks na de dood, da's een sprookje" © epa Dat de hemel zou bestaan of dat er een hiernamaals zou zijn, dat is een "sprookje" uitgevonden door mensen die bang zijn voor de dood. Er zijn er wel meer met die mening, maar als topgeleerde Stephen Hawking ze verkondigt in een interview met The Guardian, dan is dat nieuws. Groot-Brittanniës meest eminente wetenschapper wijst in de krant elke vorm van religie af en beweert dat er niks meer is nadat het licht in ons brein definitief uitgaat. U kent hem ongetwijfeld, Stephen Hawking, die op zijn 21ste al werd gediagnosticeerd met ALS, een ongeneeslijke motorische zenuwaandoening. Daardoor was hij voorbestemd om jong te sterven, maar Hawking is nog altijd onder ons en is 69 intussen. "Dagelijks de afgelopen 49 jaar met dat vooruitzicht te leven heeft gemaakt dat ik niet bang ben van de dood, al wil ik nog niet gaan", zegt hij in The Guardian. "Ik heb nog zoveel te doen hier." Voor Hawking is het brein een soort computer die stopt met werken als de onderdelen het begeven. "En er is geen hemel of hiernamaals voor kapotte computers. Dat is een sprookje voor wie bang is van het donker." Geen schepper Hiermee gaat Hawking verder dan in zijn boek uit 2010, 'The Grand Design'. Daarin argumenteerde hij dat we het bestaan van het universum niet moeten toedichten aan een schepper. Hawking kreeg meteen de hele religieuze wereld over zich heen. Onder meer hoofdrabbijn, Lord Sacks, die hem ervan beschuldigde een "elementaire logische denkfout" te maken. Maar voor Hawking is er een duidelijk onderscheid tussen God als metafoor en het geloof in een alwetende schepper die de kosmos bestiert. In het interview verwerpt Hawking dus dat er leven na de dood is en benadrukt hij dat we onze mogelijkheden op Aarde moeten invullen door goed te leven. Op de vraag van The Guardian hoe we dan precies moeten leven, antwoordt hij: "We moeten de hoogste waarde van onze daden zoeken." (jv) (HLN) | |
ExperimentalFrentalMental | dinsdag 19 juli 2011 @ 08:49 |
15-07-2011 De Reformatie: Religie is politiek Johannes Calvijn speelde een belangrijke rol in de periode die in de West-Europese geschiedenis bekend staat als de Reformatie. Wat begon als een poging het Christelijke geloof te hervormen kreeg al snel grimmige politieke trekjes. Veertiende- en vijftiende-eeuwse intellectuelen als Jan Hus en John Wycliffe hadden al pogingen ondernomen de Katholieke kerk van binnenuit te hervormen. Met name voor Jan Hus liep zijn kritiek op de praktijken binnen de Kerk slecht af. In 1415 werd hij levend verbrand wegens ketterij. Aan het begin van de zestiende eeuw ontstond er een nieuwe generatie van hervormers die het er voortvarender vanaf brachten. Duitsland staat nog altijd vol met standbeelden van kerkhervormer Luther, zoals hier in Dresden. Afbeelding: © Wikimedia Commons Toen de Duitse priester Maarten Luther in 1510 Rome bezocht, vierde de decadentie en corruptie zijn hoogtijdagen in de Heilige Stad. Hij zag priesters die bordelen bezochten en aflaten die zelfs nog aan doodsbange nabestaanden van overledenen verkocht werden, om voor hen maar een plekje in de hemel veilig te stellen. Wie maar genoeg betaalde kon zelfs het ambt van priester kopen. Luther verwoorde zijn kritiek in pamfletten die hij verspreide in zijn thuisstad Wittenberg. Ook vatte hij zijn ideeën over wat er allemaal mis was in de Katholieke kerk samen in 95 stellingen die hij – rebels als hij was – prominent op de deur van de kathedraal van de stad spijkerde. Luther’s kritiek richtte zich vooral op de corruptie van de geestelijkheid. Ook was hij van mening dat de Bijbel ook in andere talen dan het Latijn beschikbaar zou moeten zijn. Een idee dat nog altijd de kern van de Reformatie vormt maar niet zo nieuw was als vaak word gedacht. Dankzij de kort daarvoor uitgevonden boekdrukkunst konden de ideeën van Luther zich snel verspreiden. Andere prominente Christelijke denkers, zoals de Zwitser Ulrich Zwingli en de Fransman Johannes Calvijn waren er evenals Luther van overtuigd dat er iets moest veranderen binnen het Christendom. Op dat moment hadden deze denkers geen plannen de Katholieke Kerk te verlaten en nieuwe kerkgemeenschappen te stichten. Wel ontstonden er al snel heftige discussies over welke kant het dan wél op moest met de inrichting van het geloof. Bloed en lichaam Bestaat de vrije wil? Veranderen de wijn en het brood tijdens de eucharistieviering echt in het bloed en lichaam van Christus? Tegenwoordig zijn dat vragen die – buiten de kerk – nog maar weinig mensen echt het overdenken waard vinden, maar gedurende de zestiende eeuw waren het religieuze twistpunten die een belangrijke weerslag op de politiek in Europa hadden. Sterker nog, het Katholieke dogma dat het brood en de wijn werkelijk in het lichaam en bloed van Christus veranderde (mits door een priester toegediend), maakte zo’n belangrijk deel uit van de Katholieke theologie dat Luther’s verwerping daarvan het begin vormde van grootschalige politieke omwentelingen in vrijwel heel Europa. Rond 1500 besloeg het Heilig Roomse Rijk een groot deel van Europa. Een hechte politieke eenheid was het echter nooit. De opkomst van de Reformatie droeg eraan bij dat het enorme rijk in de zestiende en zeventiende eeuw verscheurd werd door interne oorlogen. Afbeelding: © Wikimedia Commons .In 1529 stelde Luther aan de zetel van het Heilig Roomse Rijk voor, het dogma van de eucharistie voortaan te verwerpen. Een definitieve breuk met de Katholieke kerk in Rome zou daarmee onvermijdelijk zijn. Omdat Luther in zijn theologie ook had opgenomen dat de Paus zich niet met politieke zaken zou moeten bezighouden, zagen veel regionale Duitse vorsten de nieuwe Christelijke leer wel zitten. Deze machthebbers wilden baas in eigen huis zijn en van de Roomse bemoeienissen op hun politiek af. Met name in het noorden van het Rijk kreeg Luther veel steun. De religieuze twistpunten vertaalden zich vrijwel direct in politieke spanningen door het hele rijk. Religie en politiek waren in de vroegmoderne tijd buitengewoon nauw met elkaar verweven. Binnen korte tijd raakte Europa verdeeld in aanhangers van protestantisme en katholicisme, van behoud en hervorming, van machthebbers die hun voordeel probeerden te doen met de nieuwe ontwikkelingen en zij die de status quo wilden behouden. Als gevolg van deze spanningen scheurde de Dertigjarige Oorlog tussen 1618 en 1648 het Heilig Roomse Rijk uiteen. In vrijwel elk Europees land woedde ergens in de zestiende of zeventiende eeuw wel een godsdienstoorlog als direct of indirect gevolg van deze wisselwerking tussen religie en politiek. De Tachtigjarige oorlog in de Nederlanden was daarbij slechts een van de vele. (Kennislink) | |
ExperimentalFrentalMental | donderdag 28 juli 2011 @ 08:39 |
27-07-2011 Archeologen vinden een van Jezus' 12 apostelen in Turkije De kruisiging van Filippus door schilder José de Ribera. (Foto: Wikimedia) Een groep archeologen is ervan overtuigd de laatste rustplaats gevonden te hebben van Filippus, een van de twaalf apostelen van Jezus Christus. De heilige zou ontdekt zijn in een ruïne in Pamukkale, ten westen van Turkije. Dat heeft het Turkse persbureau Anatolia laten weten op gezag van Francesco d'Andria, de Italiaanse leider van het archeologenteam. "We hebben jarenlang gezocht naar de graftombe van Sint Filippus", aldus d'Andria. "Ons team van archeologen heeft hem uiteindelijk ontdekt in de ruïne van een kerk, die we vorige maand al opgegraven hebben." De ontdekking is volgens de Italiaan een belangrijke ontwikkeling voor de archeologie en voor het christendom. Filippus zou volgens de verhalen als martelaar gestorven zijn aan het kruis. De tombe met het stoffelijk overschot is nog niet geopend. Pamukkale heette in de antieke tijd Hierapolis. Filippus zou er het christelijke geloof verkondigd hebben. De plaats staat nu vooral bekend als kuuroord en is zeer in trek bij toeristen. (adha) (HLN) | |
ExperimentalFrentalMental | maandag 8 augustus 2011 @ 08:40 |
04-08-2011 Een planeet vol akelige, zichzelf kwellende wezens Volgens de Duitse filosoof Peter Sloterdijk moet en zal de mens boven zichzelf uitstijgen. Anders wordt het nooit wat. De Franse graaf Pierre de Coubertin, de bedenker van de Olympische Spelen, wilde aanvankelijk veel meer dan een oud sportevenement nieuw leven inblazen. Zijn Spelen moesten het begin zijn van de heropleving van de Griekse geest, van de antieke wereld die de moderne wereld zou redden. Sport moest de wereld redden. En die overtuiging heerst nog steeds, onder de flauwe slogan ‘Sport verbroedert’. De Duitse filosoof Peter Sloterdijk gaat nog een stapje verder: alle levensovertuiging, van het geloof in sport tot het geloof in God, is in wezen ‘antropotechniek’, het streven om zich te verbeteren. De mens moet en zal boven zichzelf uitstijgen. Het was Nietzsche die dit als eerste scherp zag. Vanaf een ver hemellichaam gezien, schreef hij, zien buitenaardse wezens een ‘ascetische planeet bij uitstek’, waar intens ontevreden, akelige schepsels zichzelf zoveel mogelijk kwellen. Het is, aldus Nietzsche, ‘waarschijnlijk hun enige genoegen.’ In zijn boek Je moet je leven veranderen bouwt Sloterdijk deze observatie verder uit. Meditatie, sport, moderne kunst, alternatieve leefwijzen, en uiteraard politieke ideologieën zijn allemaal gefundeerd op dat ene morele imperatief: je moet je leven veranderen! Je moet uit de stroom van alledag stappen; je moet oude gewoonten afleren; honger en gebrek tot deugden verheffen, en (de ultieme daad van verzet) de dood ontkennen. Het moet. Anders worden we nooit andere, betere mensen. Rode draad Sloterdijk vergelijkt en speculeert, vertelt en abstraheert. Van de grot van Socrates tot de Nieuwe Mens van het communisme, van de geestelijke oefeningen van jezuïeten tot de donderpreken van de milieubeweging. Slo-terdijk wijst op de rode draad dwars door al het menselijk falen en streven. Hij biedt ontegenzeggelijk een fascinerende intellectuele pelgrimstocht, zij het vaak over zeer moeilijk begaanbaar terrein. Sloterdijks boeken zijn in Duitsland bestsellers. Dat is merkwaardig, want ze zijn allesbehalve lichte kost. Een redelijke kennis van de belangrijkste filosofen is een vereiste, en daarbij komt dat Sloterdijks proza allerminst eenvoudig is. Hij is voortdurend op zoek naar de beste formulering, op het hoogste abstractieniveau, en schiet daarbij regelmatig (ook voor deze lezer) door de grens van het begrijpelijke. Neem de tijd, sla desnoods een al te zwevende alinea over, want door zijn onstuitbare gedrevenheid is Je moet… uiteindelijk toch ?verslavend. En de zware reis wordt gelukkig verlicht door regelmatig opduikende rake formuleringen, waarmee Sloterdijk menige populaire filosofie en ‘intellectuele’ discussie genadeloos opzij schuift. Sloterdijk wil er toe doen. Tegelijkertijd zorgen zijn verkoopcijfers dat ‘beroepsfilosofen’ hem met argwaan behandelen, en niet echt serieus nemen. Zijn felle polemiek met de Duitse opperfilosoof Jürgen Habermas, naar aanleiding van Sloterdijks Regels voor het mensenpark (over het telen van mensen) heeft daar ongetwijfeld veel aan bijgedragen. Wat collega-filosofen daarbij ook niet bevalt, is zijn zorgeloosheid. Hij neemt van Nietzsche, combineert Heidegger en Foucault, en gaat voort. Maar zijn filosofische wandeling is de moeite waard; de vergezichten zijn ontegenzeggelijk groots (Depers.nl) | |
ExperimentalFrentalMental | dinsdag 27 september 2011 @ 09:02 |
26-09-2011 Dode Zeerollen staan online © ap Een deel van de Dode Zeerollen staat sinds vandaag online. Het Israel Museum in Jeruzalem en internetbedrijf Google hebben vijf rollen op het web gezet, zo heeft het museum bekendgemaakt. © ap Op de webiste dss.collections.imj.org.il zijn afbeeldingen van de tweeduizend jaar oude tekst gratis en in hoge resolutie te bekijken. Zowel de oorspronkelijke tekst van de rollen als een Engelse vertaling is op de website te lezen. Het gaat om het Bijbelboek Jesaja, de Tempelrol, de Oorlogsrol, de Gemeenschapsregel en de Bespreking van Habakuk. De Dode Zeerollen bestaan uit ongeveer negenhonderd documenten, die in 1947 werden gevonden in grotten bij Qumran. Het gaat om de oudste bijbelse manuscripten waar het bestaan van bekend is. (belga/gb) (HLN) | |
ExperimentalFrentalMental | maandag 3 oktober 2011 @ 08:27 |
01-10-2011 Eén lange litanie van haat, wraak en wreedheid 1099 na Christus Nadat de Kruisvaarders de stad hadden veroverd, vermoordden ze alle joden die ze te pakken konden krijgen, plus duizenden moslims die de Al-Aqsa-moskee waren binnengevlucht Uit de ‘biografie’ over Jeruzalem van Simon Sebag Montefiore blijkt vooral dat het geloof het slechtste in de mens naar voren haalt. Jezus is op twéé plaatsen gedoopt. Althans, Jordanië heeft een heilige plek waar dat zou zijn gebeurd, en Israël heeft er ook een. De Jordaanse plek heeft de oudste papieren; daar zijn dan ook al twee pausen langs geweest. Maar Israël (is dat niet de joodse staat?) zet stug door, en is op ‘zijn’ plaats met een omvangrijk bouwprogramma gestart. Om pelgrims te lokken. Wie Jeruzalem heeft gelezen, de biografie van deze stad door Simon Sebag Montefiore, staat daar niet van te kijken. Als uit dat boek één ding blijkt, dan is het dat geloof het slechtste in de mens naar voren haalt. En nergens in zulke groteske mate als in het zogenaamde Heilige Land, en Jeruzalem. Uit naam van God Hoe vaak is Jeruzalem uit naam van God uitgemoord en geplunderd? Tientallen keren. ‘Als een land twee geloven heeft’, zei de filosoof Voltaire, ‘snijden ze elkaar de strot af.’ Welnu, Jeruzalem is het strijdtoneel van drie godsdiensten, die alle drie op hun beurt weer uiteengevallen zijn in kerken en sekten die elkaar tot op het bot haten. Geen enkele stad heeft een geschiedenis zo bloedig, zo deprimerend als Jeruzalem. Deze ‘biografie’ is dan ook één litanie van haat, wraak en wreedheid. Iedereen die denkt dat het geloof een kracht ten goede is, doet er verstandig aan het te lezen, om volledig van zijn dwaling te genezen. De stad was joods, totdat de Romeinen begin tweede eeuw na Christus de inwoners uitroeiden en de stad tot verboden gebied verklaarden. Daarna kwamen de christenen, die joden in Palestina nog verder vernederden, onder andere door de Tempelberg, het voor de joden heiligste deel van de stad, als vuilstortplaats te gebruiken. De moslims ruimden de rommel op, maar bouwden daar de Rotskoepel – om de joden én de christenen te vernederen. Een paar eeuwen later richtten de kruisvaarders er een bloedbad aan, en werden op hun beurt verjaagd. Moslims joegen elkaar over de kling vanwege de heilige stad, Turken, Fransen en Engelsen zouden volgen – en al die eeuwen gingen christelijke monniken van diverse kleuren die de Heilig Grafkerk onderling hadden verdeeld, elkaar regelmatig met knuppels te lijf. Het verwoestende fanatisme en de zich voortdurend repeterende wreedheden worden de lezer uiteindelijk te machtig – en ook Sebag Montefiore (van aristocratische, Brits-joodse komaf) raakt vanaf omstreeks 1900 eigenlijk de draad van zijn verhaal kwijt. Vanaf dat moment vallen land en stad ten prooi aan de zionistische droom van de ‘terugkeer van het Joodse volk’, en zijn het vooral joodse terroristen (ze worden later vaak Israëlische leiders) en Palestijnse meutes die bloed doen vloeien. De slothoofdstukken van zijn indrukwekkende boek verkruimelen daardoor tot een onsamenhangende opsomming van gruweldaden over en weer. Korter was beter geweest. Geen haalbare kaart De hereniging van de stad onder Israëlisch bestuur, na de zesdaagse oorlog in 1967, was zeker een historische gebeurtenis. Voor het eerst sinds negentien eeuwen konden joden weer vrij hun geloof belijden aan de Klaagmuur, het enig zichtbare restant van de oude , door de Romeinen verwoeste tempel. Joden, christenen én moslims kunnen nu, binnen nauwe grenzen, ieder hun eigen heiligdommen bezoeken. Maar Jeruzalem was, is en blijft een politieke tijdbom. Een massagraf in de greep van religieuze fanaten die elkaar op z’n best negeren, maar net zo makkelijk kunnen vermoorden. De Israëlische schrijver Amos Oz stelt voor om alle heiligdommen af te breken en naar Scandinavië te verplaatsen, ‘en ze pas weer terugbrengen wanneer men in Jeruzalem heeft leren samenleven.’ Sebag Montefiore noemt dat ironisch ‘geen haalbare kaart, helaas’. Sterker nog, er komen daar in die door God verlaten streek alleen maar heiligdommen bij. Simon Sebag Montefiore, Jeruzalem. Een biografie. Uitgeverij Nieuw Amsterdam, 39,95 euro. (depers.nl) | |
ExperimentalFrentalMental | dinsdag 15 november 2011 @ 08:53 |
14-11-2011 Hoe Aristoteles 2300 jaar geleden al problemen voorzag bij handel met geld In de vroege middeleeuwen kwam een handelaar die rente durfde te vragen zonder meer in de hel terecht. Deze opvattingen stamde af van de Griekse filosoof Aristoteles (384-322 voor Christus) die als velen wordt gezien als ontdekker van de economie. Volgens Aristoteles streven mensen in eerste plaats naar een goed en deugdzaam leven. De inrichting van een staat moet daarom zo zijn, dat het mensen in staat stelt dit hoogste doel te kunnen verwezenlijken. Om überhaupt te kunnen leven zijn een aantal materiële middelen noodzakelijk, welke door middel van verschillende levenswijzen door een persoon kunnen worden verworven. Één van deze levenswijzen noemt Aristoteles de chremastike, het verdienen van geld; de manier van bezitsverwerving via ruil en handel. De levensvorm van de chremastike wordt alleen noodgedwongen gekozen, rijkdom is duidelijk niet het goede wat we zoeken: het is een gebruiksgoed, een middel tot iets anders. (Ethica 1096 a8) Omdat niet iedereen alle middelen direct voor zichzelf kan verwerven, is de ruilhandel volgens Aristoteles een natuurlijk proces. Het levert een evenwicht in een samenleving. Uit deze ruilhandel ontstaat de chremastike, waarbij het geld aanvankelijk slechts als een simpel ruilmiddel tussen twee producten dient. Dit stadium werd jaren later door Karl Marx als volgt uitgedrukt in een schema: W -> G -> W. Duidelijk is te zien dat het geld (G) als middel wordt gebruikt om twee waren (W) met elkaar te ruilen. Tot zover geen probleem, maar: [...] al spoedig werd het een systematische techniek, toen de mensen meer ervaren werden in het ontdekken van plaatsen en tijden voor het maken van grote winsten uit transacties. (Politica 1257 b5) Dit kunnen we als volgt in een schema noteren: G1 -> W -> G2, waarbij een handelaar puur het doel heeft om van een bepaalde hoeveelheid geld (G1) naar een grotere hoeveelheid geld (G2) te komen. Via wat voor waar hij dit doet is daarbij niet van belang; het idee achter het oorspronkelijke schema is hiermee op de achtergrond geraakt. Omdat iemand de gebruikerswaarde van een waar niet niet kan opsparen maar geld wel, ‘is er geen grens aan de hoeveelheid rijkdom die men langs deze weg van bezitsverwerving kan verkrijgen’ (1257 b25). Aristoteles keurt deze omkering van het schema af. Het middel om het doel van het goede leven te bereiken, verwordt zelf het hoogste doel. Een nog grotere afkeer heeft Aristoteles tegen het idee van rente. Deze afkeer [tegen rente] is volledig gerechtvaardigd, omdat de winst uit het lopende betaalmiddel zelf ontstaat, niet als een product van dat waarvoor het betaalmiddel bedoeld was. De valuta is bedoeld als een wisselmiddel, terwijl de rente een toename van het geld zelf betekent. [...] Van alle typen van zakendoen is dit daarom de manier die het meest tegen de natuur in is. (Politica 1258 b1-b9). In schema-vorm zou dit er als volgt uit zien: G1 -> G2. Er komt geen waar meer aan te pas. Hoewel Aristoteles tot bijna twee millennia na zijn dood nog de manier van denken omtrent geld heeft beïnvloed, hebben zijn opvattingen vandaag de dag de tijdsgeest grotendeels verlaten. Voor vele mensen is geld inderdaad een doel op zich geworden, en zijn zij vergeten dat het ware hoogste doel het nastreven van een goed en deugdzaam leven is. Bron: De utopie van de vrije markt, Hans Achterhuis (Rotterdam, 2010). Pp. 155-159. (Visionair.nl) | |
Perrin | woensdag 25 januari 2012 @ 10:59 |
Erasmusprijs naar filosoof Daniel C. Dennett | |
Molurus | woensdag 25 januari 2012 @ 13:11 |
Dubbel en dwars verdiend! | |
ExperimentalFrentalMental | woensdag 22 februari 2012 @ 08:56 |
21-02-2012 'Dolfijnen moeten eigen grondwet krijgen' Dolfijnen moeten hun eigen rechten krijgen, net zoals mensen die hebben. De zwemmende zoogdieren moeten dan ook gezien worden als 'niet-menselijke personen'. Foto: Novum Een groep wetenschappers en filosofen heeft daarom een grondwet voor dolfijnen samengesteld en die toegelicht tijdens een bijeenkomst van American Association for the Advancement of Science in het Canadese Vancouver, schrijft de Britse krant Daily Mail. De grondwet moet ook gelden voor walvissen en bruinvissen, zoogdieren die in het water leven. De reden is dat dolfijnen intelligente wezens zijn met hun eigen culturen, samenlevingen en persoonlijkheden die zo complex zijn dat ze als mensen gezien moeten worden. "Omdat studies uitwijzen dat dolfijnen een eigen karakter hebben, staat het doden van een dolfijn gelijk aan het doden van een mens", legt Thomas White uit, expert ethiek aan Loyola Marymount University in Californië. "Wetenschappelijk bewijs is nu sterk genoeg om te kunnen zeggen dat dolfijnen daadwerkelijk emoties en persoonlijkheden hebben. Ethisch gezien kun je dan stellen dat het doden en gevangen houden van dolfijnen niet juist is." Gevangenschap De grondwet die is samengesteld moet ervoor zorgen dat dolfijnen het recht op een leven hebben en dat ze niet in gevangenschap mogen leven. Tijdens de bijeenkomst werden er voorbeelden getoond waaruit blijkt dat dolfijnen een eigen wil hebben. Zo zijn ze van zichzelf bewust als ze in de spiegel kijken en hebben ze verdriet als een soortgenoot komt te overlijden. De wetenschappers hopen dat ze dankzij de bijeenkomst meer aanhangers krijgen om uiteindelijk de grondwet er doorheen te krijgen. Hiermee hopen ze dat de jacht op dolfijnen en walvissen tot het verleden behoort. © NU.nl/René Hartkamp (nu.nl) | |
ExperimentalFrentalMental | woensdag 29 februari 2012 @ 09:19 |
28-02-2012 Oudste sporen van christendom gevonden Wetenschappers hebben in een tombe uit de eerste eeuw na Christus de eerste archeologische sporen van het christendom ontdekt. De onderzoekers vonden de tombe in Jeruzalem. Met behulp van een robotcamera werd een kijkje in de tombe genomen. De onderzoekers stuitten zo op een Griekse inscriptie en een bijzondere afbeelding. Jona De inscriptie telt vier regels en vertelt dat God mensen uit de dood op laat staan. De afbeelding laat een grote vis met een mens in de bek zien. Dat laatste is een verwijzing naar Jona. De profeet was niet gehoorzaam aan God en werd voor straf door een grote vis opgeslokt, zo vertelt de Bijbel. Jona bracht drie dagen in de buik van de vis door: een verwijzing naar de drie dagen die Christus alvorens Hij uit de dood opstond in het graf doorbracht. Eerste volgelingen? Volgens de onderzoekers stamt het graf uit het jaar 70 na Christus. Dat zou betekenen dat de Griekse tekst en afbeeldingen verreweg de oudste archeologische sporen zijn die ooit van het christendom zijn teruggevonden. Het is dan ook zeer aannemelijk dat de tekening en tekst door één van Jezus’ eerste volgelingen zijn gemaakt. Ongelofelijk Het is best bijzonder dat naast de tekst ook een beeltenis uit de bijbel is teruggevonden. De onderzoekers wijzen er op dat het niet zo gebruikelijk was onder de joden om beeltenissen van profeten te maken. “Als iemand had beweerd een verklaring over de opstanding van Jezus of een beeltenis van Jona in een Joodse tombe uit deze tijd te hebben gevonden dan zou ik gezegd hebben dat het onmogelijk is,” vertelt onderzoeker James Tabor. “Tot nu. Ons onderzoeksteam was vol ongeloof, maar het bewijs voor onze ogen was duidelijk.” De tombe bevindt zich dichtbij een andere bekende tombe die ook wel wordt aangeduid als de ‘Jesus Family Tomb‘. Sommige wetenschappers vermoeden dat familie van Jezus in deze tombe begraven ligt. (scientias.nl) | |
Semisane | woensdag 7 maart 2012 @ 10:43 |
Wellicht niet geheel on topic, maar goed kon even geen ander plekje vinden. A month ago I wrote a piece making fun of Newt Gingrich's wild ideas about space exploration. In the interest of fairness, it is time to make fun of what are now the two leading Republican candidates ideas, not about space, but about heaven. One might think that the religious beliefs of political candidates should remain off limits in public discourse. I don't think so, at least not when candidates wear their religion on their sleeves. Candidates should have the right to keep their religious views private, but in the current climate essentially none of them actually do so. Rick Santorum has gone so far as to argue that John Kennedy's strict confirmation of the separation of church and state, which many consider one of the pillars of American democracy, should be discarded. In this case, it is all the more important to explore his theological views. More generally, should we not be able to question whether the beliefs of the religion publicly espoused by a candidate may reflect on candidate's judgment and their ability to distinguish sense from nonsense? Why is it acceptable to dissect Newt Gingrich's fanciful plans for making the Moon a 51st state but not his implicit suggestion that Pope John Paul II was responsible, via divine intervention, for the fall of communism? Not all religious beliefs are currently so immune. Christine O'Donnell, the Tea Party Senate candidate from Delaware, had her campaign torpedoed when it was revealed she had "dabbled in witchcraft" as a teenager. This, in spite of the fact that, as my colleague and Templeton prizewinner Paul Davies reminded me at the time, Wiccan theology is in many senses no less strange than Christian theology. This issue is particularly relevant in this election season because the two leading Republican candidates, Mitt Romney and Rick Santorum, are an enthusiastic Mormon and a fundamentalist Catholic respectively. The bible is full of dubious scientific impossibilities, from Jonah living inside a whale, to the Sun standing still in the sky for Joshua. But while the miracles at the foundation of the Mormon Church may be no more or less believable in an a priori sense than those attributed to mainstream Judeo-Christianity, they are clearly more suspect. Joseph Smith was previously tried for the crime of claiming to falsely find lost treasure when he then claimed to discover golden tablets buried under a tree in upstate New York in the 19th century, and with the aid of an angel translates them into 17th century English, and then the original tablets miraculously disappear. Among the beliefs that followed include the claim that native American tribes represent the lost tribe of Israel and that Jesus Christ also conveniently visited North America. Shouldn't we wonder about the judgment of anyone who buys that story without doubt, especially when that person is vying for our trust as commander in chief? It should be admitted that Mitt Romney does not openly defend the dubious claims of Mormonism while declaring his faith on the campaign trail. Rick Santorum on the other hand is more explicit about his own unique brand of Catholicism. He is most well-known for his religious opposition to both contraception and abortion, which have led him to make ridiculous statements regarding how birth control leads to more abortions for example, which bring back memories Pope Benedict's famous claim that condom use in Africa would increase the likelihood of AIDS. However, his theological beliefs have led him to more bizarre beliefs that transcend even the doctrines of the Roman Catholic Church. Unlike the official statements of the Vatican, Santorum has argued strenuously that his theology is incompatible with the facts of biological evolution, and he has spearheaded calls for the insertion of religious based nonsense, labeled "intelligent design" into public school science curricula. Perhaps even more worrisome is his "end of days" theological belief that "Satan has his sights on the United States of America," as the former Senator put it in a speech a few years ago. When a person's religious beliefs cause him to deny the evidence of science, or for whom public policy morphs into a battle with the devil, shouldn't that be a subject for discussion and debate? As Richard Dawkins has emphasized, you wouldn't want to go to a doctor who subscribed to the Stork theory of reproduction, so why should we not focus on the actual content of the publicly espoused beliefs held by politicians? Both Romney and Santorum no doubt gained their faith by exposure to their respective religions as children. Nevertheless, as adults we should amass sufficient tools of critical thinking to know which stories to keep and which to discard. It thus seems fair game to openly and directly ask Mr. Romney and Mr. Santorum to outline the specifics of their beliefs about the sacred as well as the profane, in order to more fully probe the character and intellect anyone who proposes to lead this nation. To do any less is to be negligent in our duties as citizens. Lawrence M. Krauss Director of the Origins Project at Arizona State University, author of A Universe from Nothing http://www.huffingtonpost.com/lawrence-m-krauss/election-2012-religion_b_1320886.html | |
ExperimentalFrentalMental | donderdag 12 april 2012 @ 08:36 |
11-04-2012 Creationisme mag voortaan onderwezen worden in Tennessee Creationisme, de leer dat God de wereld in zes dagen heeft geschapen, mag voortaan in Tennessee onderwezen worden. © photonews. Op openbare scholen in de Amerikaanse staat Tennessee mag binnenkort onderwijs worden gegeven in het creationisme, dat ervan uitgaat dat God de wereld in 6 dagen heeft geschapen. Dat melden verschillende Amerikaanse media. Het door conservatieven gedomineerde parlement in Tennessee heeft ingestemd met een wetsvoorstel voor creationisme op school. Een poging van gouverneur Bill Haslam om een veto over de wet uit te spreken, mislukte. Toch zei hij niet te vrezen dat "de wetenschappelijke standaarden in onze scholen worden veranderd". Scholieren in de Verenigde Staten bestuderen doorgaans de evolutieleer van Charles Darwin. Dit tot ongenoegen van conservatief religieuze groeperingen die de gedachte dat mensen van apen afstammen in strijd achten met het Bijbelse scheppingsverhaal. Het creationisme mag nu naast en als alternatief voor de evolutieleer worden onderwezen in Tennessee. Het creationisme heeft veel aanhangers in het religieuze Amerika. Uit een opiniepeiling uit december 2010 bleek dat 40 procent van de Amerikanen gelooft dat God de mens in zijn huidige vorm ongeveer 10.000 jaar geleden heeft geschapen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt echter dat apen zijn geëvolueerd in mensen in een periode van circa 6 miljoen jaar. In 1968 bepaalde het Amerikaanse Hooggerechtshof dat het ongrondwettelijk is om het onderwijs van de evolutieleer te verbieden. Het oordeel was gebaseerd op de scheiding tussen Kerk en Staat. (HLN) | |
Molurus | donderdag 12 april 2012 @ 08:39 |
40 procent! En dat zou dan 1 van de beschaafdste landen ter wereld moeten zijn. | |
ExperimentalFrentalMental | donderdag 19 april 2012 @ 08:28 |
18-04-2012 Geloof het sterkst in katholieke landen Het aantal gelovigen neemt bijna overal langzaam af, maar blijft in katholieke landen het sterkst. Dat blijkt uit onderzoek. Landen met het sterkste geloof in God zijn meestal katholiek. Neem bijvoorbeeld de Filippijnen. Van de inwoners zegt 94 procent altijd in God te hebben geloofd. In het voormalige Oost-Duitsland geeft slechts 13 procent dat aan. De inwoners van de Verenigde Staten hebben het sterkste geloof van ontwikkelde landen met grote protestantse groepen. Daarnaast zou het geloof in God het grootst zijn onder oudere mensen, ongeacht waar zij wonen. Dat concluderen wetenschappers van de National Opinion Research Center (NORC) van de University of Chicago op basis van gegevens uit de jaren 1991, 1998 en 2008 in dertig landen. Geloof Atheïsme is het sterkst in de noordwestelijke Europese landen zoals Scandinavië en de voormalige Sovjet-staten, met uitzondering van Polen. Voormalig Oost-Duitsland heeft het hoogste aantal mensen dat nooit in God heeft geloofd, namelijk 59 procent. In de Verenigde Staten is dit slechts vier procent. Hier zegt 81 procent altijd in God te hebben geloofd. Het Filippijnse volk is het meest gelovig: 94 procent noemt zichzelf gelovig. In de drie onderzoeken moesten mensen ook vragen beantwoorden over hun houding tegenover het idee dat God begaan is met individuen. In het voormalig Oost-Duitsland zegt slechts acht procent deze visie te hebben tegenover 82 procent in de Filippijnen en 68 procent in de Verenigde Staten. Minder Hoewel uit het onderzoek blijkt dat het geloof in God wereldwijd aan het verminderen is, groeit het in landen als Rusland, Slovenië en Israël. In Rusland werd in het voordeel van het geloof een verschil van zestien procent waargenomen tussen de mensen die nu in God geloven maar dit eerst niet deden en mensen die eerst in God geloofde maar nu niet meer. Leeftijd Ook leeftijd speelt een rol in het geloof. Het geloof is namelijk het hoogst onder oudere mensen. Zo gelooft 43 procent van de 68-plussers in God tegenover slechts 23 procent van mensen jonger dan 27 jaar. Het verschil lijkt in landen waar het geloof in God het minst is, het sterkst te zijn. In Frankrijk zegt acht procent van de jonge generatie in God te geloven, tegenover 26 procent van de oudere generatie. In de Verenigde Staten, waar het geloof erg sterk is, is het verschil zeer klein. Van de mensen jonger dan 28 gelooft 54 procent in de aanwezigheid van God tegenover 66 procent van de mensen ouder dan 68. In Nederland In het onderzoek werd ook het geloof in Nederland bestudeerd. Volgens de wetenschappers is in ons land sprake van een consistente afname van het aantal gelovigen. Iets minder dan 20 procent van de Nederlanders zou atheïst zijn. Iets meer dan 21 procent stelt niet te twijfelen aan het bestaan van God. Van de mensen die nu in God gelooft, heeft 40 procent dat altijd gedaan. Van de mensen die niet in God geloven, heeft bijna vijftig procent dat ook nooit gedaan. Lees de volledige resultaten van alle landen in het onderzoek op NORC. (scientias) | |
ExperimentalFrentalMental | donderdag 17 mei 2012 @ 08:35 |
16-05-2012 Sterk gecensureerd werk van Erasmus ontdekt Met inkt, lijm en vooral onaflatende ijver ging iemand dit werk van Erasmus waarschijnlijk in de zestiende eeuw te lijf. Medewerkers van de Thomas Fisher Rare Book Library van de universiteit van Toronto ontdekten het boek tussen de vele boeken die door een overleden professor aan de bieb waren gedoneerd. Toen ze het boek gingen catalogiseren, viel hun oog op de ijverige censuur die op het boek was toegepast. Boek Het draait allemaal om het boek ‘Adagiorium’ van Erasmus. Het boek stamt uit 1541 en werd in Lyon gedrukt. De uitgave op zichzelf is niet zo heel bijzonder: er zijn veel meer exemplaren van bekend. Wat deze versie wel heel bijzonder maakt, is dat deze heel sterk is gecensureerd. Inkt en lijm. Foto: Thomas Fisher Rare Book Library. Lijm Er zijn pagina’s uitgehaald. En pagina’s die overbleven, zijn aan elkaar gelijmd. En dat met grote ijver. Dat blijkt wel uit het feit dat de pagina’s die aan elkaar gelijmd zijn (en dus onleesbaar werden) vaak ook nog eens met zwarte inkt zijn bewerkt. Dat is op de foto hierboven goed te zien. Bedreiging Wie het werk van Erasmus zo toetakelde, is onduidelijk. Er waren genoeg mensen die dachten een reden te hebben dit werk te verminken. Erasmus en zijn ideeën werden in de zestiende eeuw gezien als een bedreiging voor de katholieke kerk. In 1541 werden al zijn boeken zelfs verboden. Ook zijn al met enige regelmaat gecensureerde boeken van de grote denker teruggevonden. Maar vaak vond die censuur toch iets subtieler plaats dan in dit exemplaar. Zelfs op de titelpagina van het boek kon degene die het boek censureerde zich waarschijnlijk niet inhouden. Daar pronkt namelijk het volgende ietwat venijnige zinnetje: ‘Erasmus, je was de eerste die de lof der zotheid schreef, dat wijst op de zotheid in je eigen natuur’. Venijn op de titelpagina. Foto: Thomas Fisher Rare Book Library (Scientias.nl) | |
ExperimentalFrentalMental | zaterdag 26 mei 2012 @ 09:22 |
25-05-2012 Sedimenten helpen sterfdatum van Jezus te achterhalen Door in sedimenten naar sporen van aardbevingen te zoeken, denken wetenschappers nu te weten in welk jaar Jezus van Nazareth gekruisigd werd. In het bijbelboek Mattheüs is in het 27e hoofdstuk te lezen hoe Jezus door de Romeinen gekruisigd wordt en sterft. Direct na de dood van Jezus gebeurt er iets bijzonders. “En ziet, het voorhangsel des tempels scheurde in tweeën, van boven naar beneden; en de aarde beefde, en de steenrotsten scheurden,” zo schrijft Mattheüs. Het bijbelvers vormde het uitgangspunt voor de studie van de onderzoekers, zo is in het blad International Geology Review te lezen. Sedimenten De onderzoekers bestudeerden sedimenten afkomstig van de westkust van de Dode Zee. Aan deze sedimenten is te zien, wanneer het gebied met bevingen te maken heeft gehad. De bevingen hebben er namelijk voor gezorgd dat de sedimenten vervormd zijn. De onderzoekers vonden een vervorming die veroorzaakt was door een zware beving. De beving zou ergens in 31 voor Christus hebben plaatsgevonden. Ook vonden ze vervormde sedimenten die het resultaat waren van een beving die ergens rond het jaar 31 na Christus (met een foutmarge van vijf jaar) plaatsvond. Exacte datum Waarschijnlijk heeft Mattheüs het in zijn boek over die laatste beving, die dus tussen 26 en 36 na Christus plaatsvond. Om tot een exactere datum te komen, richtten de wetenschappers zich tot de bijbel en eerder onderzoek dat onder meer wetenschapper Colin Humphreys heeft uitgevoerd. De bijbel vertelt onder meer dat de kruisiging op een vrijdag plaatsvond, onder toeziend oog van Pontius Pilatus (die slechts tien jaar stadshouder van Jeruzalem was) en dat kort na de dood van Jezus het Pascha werd gevierd. De onderzoekers pakten de kalender uit die tijd erbij en ontdekten dat alle informatie samenvalt, wanneer men ervan uitgaat dat Jezus in het jaar 33 na Christus werd gekruisigd. Die datum is al vaker door wetenschappers geopperd en de sedimenten nabij de Dode Zee lijken dat nu dus te onderschrijven. Maar de onderzoekers houden een slag om de arm. Zo is het best mogelijk dat de aardbeving niet exact met het sterven van Jezus samenviel, maar iets ervoor of erna plaatsvond. “En dat deze ‘geleend’ werd door de auteur van het evangelie van Mattheüs,” zo schrijven de onderzoekers. Mogelijk was de beving die tussen 26 en 36 na Crhistus plaatsvond sterk genoeg om vervormde sedimenten op te leveren, maar niet energetisch genoeg om in een nog steeds bestaand geschiedenisboek, anders dan de Bijbel, vermeld te worden. Als die laatste mogelijkheid klopt, zou dat betekenen dat de vermelding van de beving in het evangelie van Mattheüs een soort allegorie is.” (scientias.nl) | |
ExperimentalFrentalMental | maandag 4 juni 2012 @ 08:46 |
02-06-2012 Jezus Christus is gekruisigd op 3 april in het jaar 33 © Photonews. Vrijdag 3 april in het jaar 33 zou de dag zijn waarop Jezus Christus aan het kruis genageld werd. Dat is volgens RKNieuws.net het resultaat van een geologisch onderzoek. Wetenschappers waren al langer op zoek naar de precieze datum van de kruisiging van Christus, maar geen enkel ander onderzoek "kon met zoveel zekerheid een datum aanwijzen als nu". Het resultaat komt van een geologische studie, waarvan bericht wordt in het vakblad Geology Review en op de website Christianpost.com. Zij zijn ervan overtuigd dat Jezus Christus gekruisigd werd op vrijdag 3 april in het jaar 33. Tot die conclusie kwamen ze door de bodem van en de aardlagen onder de Dode Zee in verband te brengen met de evangelietekst van Mattheus 27. Daarin staat namelijk dat de kruisiging van Jezus gepaard ging met een aardbeving. (HLN) | |
ATON | dinsdag 5 juni 2012 @ 10:28 |
Pure onzin. | |
ExperimentalFrentalMental | maandag 13 augustus 2012 @ 09:02 |
06-08-2012 Op zoek naar Bijbelse koninkrijken Is er in de Israëlische bodem iets te vinden dat met zekerheid bevestigt dat de glorieuze verhalen van de Bijbel op waarheid berusten? Nee. Sterker nog, er is, voor de periode vóór 800 v.Chr., een lelijke tegenspraak tussen onze geschreven bronnen en de vondsten. Wat kan je als archeoloog in zo’n geval doen? Fragment van de Hebreeuwse Bijbel (Oude Testament) De bronnen, die zijn verzameld in de Bijbel, beschrijven het glorieuze koninkrijk van de koningen David en Salomo, dat later uiteenviel in twee kleinere staatjes: Israël in het noorden en Juda in het zuiden. Archeologisch is er van dat glorieuze koninkrijk tot nu toe niets met zekerheid geïdentificeerd. Er is wel een inscriptie die bewijst dat David heeft bestaan, maar je zou van een groots koninkrijk, zoals beschreven in de Bijbel, verwachten dat je eens een briefje opgraaft, met daarop een datering als ‘in het zesde jaar van koning David’. Elke vierkante meter in Israël is inmiddels honderd keer omgespit, en zo’n briefje is er domweg niet. Je kunt nu twee dingen doen. De ene methodische keuze staat bekend als maximalisme: je neemt aan dat de teksten betrouwbaar zijn, tenzij je archeologische aanwijzingen hebt voor het tegendeel (de betrouwbaarheid van de tekst is maximaal). Dit is de benadering die Jan Blokker en zijn zonen kozen in hun bijbelse geschiedenis Er was eens een God. De andere methode heet minimalisme: je neemt aan dat de teksten niet betrouwbaar zijn, tenzij je archeologische bevestiging vindt (de betrouwbaarheid van de tekst is minimaal). Bijbelse aanwijzingen Wat betekent dit concreet? Veel draait om de vraag of we een archeologische chronologie kunnen opstellen die overeenkomt met het verhaal van de Bijbel. En dat draait, in de praktijk, eigenlijk vooral om twee deelvragen: - Is er bewijs voor de Intocht? Volgens de Bijbel ging de intocht van het volk Isräel in het beloofde land gepaard met grote verwoestingen. treffen we op het juiste moment in de juiste steden hiervan sporen aan? - Is er bewijs voor monumentale architectuur ten tijde van koning David en Salomo? Het gaat dus steeds om de vergelijking van de Bijbelse en de archeologische chronologie. Komen die tweemaal overeen, dan hebben de maximalisten gelijk. Worden beide vragen met nee beantwoord, dan wordt het lastig de verhalen over David en Salomo nog anders dan als legenden te lezen. De Tempel van Salomo zou op de Tempelberg hebben gestaan. Omdat er geen archeologische opgravingen op deze heilige plek gedaan mogen worden is er nooit archeologisch bewijs voor de tempel gevonden. Afbeelding: © wikimedia commons De relevante bijbelse chronologie is te vinden in de boeken 1 en 2 Koningen, waarin de geschiedenis van Juda en Israël wordt beschreven. De regeringslengtes van de heersers worden eveneens vermeld, en door die bij elkaar op te tellen en rekening te houden met wat co-regentschappen, kunnen we vaststellen dat het eenheidsrijk van koning Salomo rond 930 v.Chr. uiteen is gevallen. Vijf jaar na de dood van Salomo deed de Egyptische farao Shoshenq een inval in Juda en Israël (1 Koningen 14.25-28). Omdat Shoshenq inderdaad ruwweg in deze tijd regeerde, hebben we een ruwe bevestiging van het jaar 930, dat voor ons verdere betoog van cruciaal belang zal zijn. De Bijbel geeft nog meer chronologische aanwijzingen. Eén daarvan is dat koning Salomo veertig jaar regeerde (1 Koningen 11.42); een ander is dat hij de tempel van Jeruzalem voltooide in zijn vierde regeringsjaar en dat dit 480 jaar na de Uittocht uit Egypte was (1 Kon. 6.1); en tot slot zwierven de vluchtelingen veertig jaar door de woestijn. In schema: 930 Ontstaan van de twee koninkrijken 931 Dood van Salomo 967 Tempelbouw 970 Begin van de regering van Salomo 1407 Intocht 1447 v. Chr. Uittocht Mogelijke route van de uittocht door de woestijn en de intocht van het Joodse volk in de Kanaän. Omdat het gebied, destijds Kanaän geheten, rond 1400 aantoonbaar was onderworpen aan Egypte, kan de Intocht echter niet rond die tijd hebben plaatsgevonden. Al heel lang wordt de oplossing gezocht in de aanname dat de Intocht in feite plaatsvond aan het begin van de twaalfde eeuw v. Chr. Ook in niet-Bijbelse teksten zijn daarvoor aanwijzingen te vinden. Een Intocht in het eerste kwart van de twaalfde eeuw is een hele redelijke hypothese, en de discussie spitst zich nu toe op twee vragen: - Is er bewijs voor de Intocht? Met andere woorden: treffen we in de eerste helft van de twaalfde eeuw in de juiste steden sporen van verwoesting? - Is er bewijs voor monumentale architectuur ten tijde van koning David en Salomo? Met andere woorden: zijn er monumentale resten van voor 930? Hoewel er boeken bestaan met titels als Und die Bibel hat doch recht, heeft de ontwikkeling van de archeologie van Israël deze aanname vooral geproblematiseerd. Illustratief is de onlangs afgeronde opgraving ten zuiden van de Tempelberg in Jeruzalem, waar Eilat Mazar van de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem de resten van een groot gebouw heeft gevonden, met opvallend zware funderingen. De ‘lage stone structure’ in Jerusalem. Afbeelding: © Jona Lendering Deze ‘large stone structure’ staat op de plaats die in de Bijbel wordt aangeduid als die van het paleis van David en Salomo. Maar is het ook het paleis van die koningen, of is het later gebouwd en heeft de auteur van het betreffende Bijbelgedeelte het ten onrechte zo genoemd? Aardewerk dateren Om die vraag te beantwoorden ga je kijken naar het gevonden aardewerk. Deze vondstcategorie is makkelijk te dateren omdat antieke pottenbakkers bepaalde modes volgden. Het blijkt nu dat het aardewerk uit Jeruzalem behoort tot een soort die bekendstaat als IJzer IIa. De door Mazar geraadpleegde catalogus dateert deze aardewerksoort na ongeveer 1000-980 v.Chr.(‘hoge chronologie’), wat betekent dat de ‘large stone structure’ er al kan hebben gestaan in de tijd van koning Salomo. Zo staat het ter plekke ook op de uitlegborden – maar met een opmerking dat “other scholars contest this view”. Om de kritiek te begrijpen moeten we onder andere kijken naar dateringen v de C-methode. Volgens de al genoemde archeoloog Israel Finkelstein begon het IJzer IIa niet meer ergens tussen 1000 en 980, maar rond 900 (‘lage chronologie’). Dit wil dus zeggen dat gebouwen als die in Jeruzalem niet gebouwd kunnen zijn door Salomo, wiens regering immers rond 930 ten einde liep. Misschien heeft een latere heerser de large stone structure gebouwd. In elk geval bewijst de toeschrijving aan Salomo dat de auteurs van het betreffende deel van de Bijbel weinig wisten van het verleden en dat het minimalisme de slimmere methode is. Hoe kunnen we nu weten hoe oud het gevonden aardewerk daadwerkelijk is? Beide partijen zijn het erover eens dat 14C-dateringen de beste manier zijn om de aardewerkchronologie te ijken. 14C-datering kan alleen op organisch materiaal worden toegepast. Je kan dus graanresten die in de buurt van aardewerk gevonden zijn dateren, al moeten we wel bedenken dat het graan en het aardewerk niet noodzakelijkerwijs even oud zijn. Het aardewerk kon immers al jaren oud zijn voor het graan erin werd gestopt. Het moment waarop IJzer IIa begint is dus buitengewoon belangrijk maar het probleem is ook buitengewoon complex. Dat wordt ook van alle kanten erkend, en beide kampen geven ook wel aan elkaar toe. De onderzoekers zijn het weliswaar grondig oneens, maar ze zijn in dialoog met elkaar. Aanhangers van de hoge chronologie erkennen inmiddels dat de grens van 1000-980 ook wel een generatie later kan liggen, dus rond 970-950; omgekeerd zijn de aanhangers van de lage chronologie ook wat opgeschoven, en komen zij nu op 930. Twee toppen Hoe kan het nu dat de C-14 methode geen definitief antwoord geeft? Finkelstein legt in een artikel uit hoe de vork volgens hem in de steel zit. Anders dan de benaming suggereert, zijn 14C-dateringen geen dateringen. Het zijn waarschijnlijkheden. Als je verschillende dateerbare vondsten hebt, kun je de waarschijnlijkheden combineren. Je zou hebben gehoopt dat de gecombineerde waarschijnlijkheden een kansverdeling zouden hebben opgeleverd met één, liefst duidelijke top, die aangeeft wanneer IJzer IIa precies begon. Maar, alsof de duvel d’r mee speelt, het eindresultaat heeft twee toppen. Dit plaatje verklaart een hoop. Om te beginnen blijkt dat de aanhangers van de hoge chronologie gelijk hadden toen ze van 1000-980 opschoven richting 970. De datum die ze kozen voor de overgang, is consistent met de linkertop van dit schema. Ook blijkt dat de aanhangers van de lage chronologie gelijk hadden toen ze opschoven van 900 naar 930. Dat correspondeert met de rechtertop van dit schema. En je zou kunnen zeggen dat de rechtertop nét iets waarschijnlijker is dan de linker – ergo, de lage chronologie is het meest plausibel, gebouwen als de ‘large stone structure’ dateren van ná Salomo, de Bijbelse toeschrijving aan hem is onjuist en de minimalisten hebben de betere argumenten. Er zitten allerlei technische haken en ogen aan deze analyse, maar voor nu zullen we het erbij laten dat de aanhangers van de lage chronologie en de minimalisten vóór staan, ook al is het niet overtuigend en is laatste woord er nog niet over gezegd. Chaos en Zeevolken Hoe zit het met bewijs voor de Intocht? Zoals gezegd is de bijbelse chronologie, met een intocht rond 1400, onmogelijk te verdedigen omdat de Egyptische farao op dat moment ook over Kanaän regeerde. Hebreeuwse slaven zullen niet gauw zijn weggelopen uit Egypte om zich elders in het Egyptische rijk te vestigen. De oplossing was dat men de Intocht verplaatste naar het moment waarop het Egyptische gezag begon te tanen. Dit is voor het eerst geopperd door W.F. Albright, de vader van wat men destijds ‘bijbelse archeologie’ noemde. Ten tijde van farao Ramses III (r. 1184-1152) werd Egypte aangevallen door de zogenaamde Zeevolken, waarvan sommige over het water kwamen en andere over het land. Hun aankomst zou de oorzaak zijn geweest van grote veranderingen. Ramses III slaat de Zeevolken neer. Egyptisch relief op tempelwand. Afbeelding: © wikimedia commons Ramses claimt ze te hebben verslagen in 1175. Hij zou echter misschien een veldslag hebben gewonnen, was de redenering, maar een van de groepen zwervende plunderaars bemachtigde toch land in Kanaän. Deze Peleset zijn bekender als Filistijnen en gaven uiteindelijk hun naam aan Palestina. De ondergang van het Egyptische gezag leidde tot chaos en schiep ruimte voor nieuwe nomadenvolken, zoals de Hebreeën, om zich als boeren te vestigen in het bergland. Haar elegantie maakt deze lezing aantrekkelijk, maar er zijn wat voetangels en klemmen. Om te beginnen is er weinig bewijs voor de gewelddadige verwoesting van de steden die in de Bijbel worden genoemd. Zeker, in Jericho zijn ingestorte muren gevonden, maar op het moment dat de Hebreeën de stad zouden hebben ingenomen, lagen die muren er al een eeuw of tien. Een tweede probleem is dat als de Hebreeën zich vestigden in het gebied, je veranderingen zou verwachten in de materiële cultuur. Die ontbreken. De nederzettingen in het bergland hebben bijvoorbeeld hetzelfde soort aardewerk als de oude, door de Egyptenaren bestuurde steden. Er lijkt iets heel anders te zijn gebeurd: de Egyptische steden werden verlaten in de tweede helft van de twaalfde eeuw. Het kustgebied kwam vrij en werd overgenomen door de Filistijnen. Hun aankomst is dus niet de oorzaak van de chaos, maar het gevolg daarvan. Het is bovendien interessant te zien wat er in het bergland gebeurde. Daar neemt na het midden van de twaalfde eeuw het aantal bekende boerennederzettingen sterk toe. Deels zal het gaan om boeren die ooit in de door de Egyptenaren bestuurde steden woonden, deels zal het gaan om nomaden die hun eigen graan gingen verbouwen nu ze het niet langer in de stad konden kopen. De maximalist, die het verhaal uit de geschreven teksten accepteert tenzij er archeologische aanwijzingen zijn voor het tegendeel, raakt nu toch echt in de problemen. Sowieso moest hij de Intocht enkele eeuwen later dateren dan de Bijbel suggereert, maar zelfs het idee om het Bijbelverhaal uit zijn chronologische context te halen en te plaatsen in de chaos die de Zeevolken hadden veroorzaakt, blijkt niet houdbaar omdat de Zeevolken geen chaos hebben veroorzaakt. Er zijn steden verwoest, maar het zijn – op één na – niet de in de Bijbel genoemde steden. Hazor Toch kan de minimalist nog geen victorie kraaien. Eén stad lijkt wel op het juiste moment te zijn verwoest. Dat is Hazor, en dat is niet de minste stad. De farao lijkt de koning van Hazor te hebben beschouwd als zijn onderkoning in Kanaän, het hoofd van de andere stadstaatjes. Dit staat ook in de Bijbel (Jozua 11: 10-11). Er moeten ongeveer 30.000 mensen hebben gewoond. Uitzicht over de vallei vanaf de ruïne van Hazor, Israel Afbeelding: © Jona Lendering De stad Hazor is compleet verwoest. De enorme voorraad olijfolie in het paleis en het cederhouten dak moeten zo’n gigantische brand hebben veroorzaakt dat de tichelstenen van de muren bikkelhard werden, waardoor de verbrande muren nog altijd zo’n anderhalve meter hoog staan. De volgende bewoners waren nomaden, die geen huizen bouwden maar wel putten groeven om afval in te dumpen en voorraden in op te slaan. De aandachtige lezer herkent inmiddels het al behandelde archeologische probleem: de kuil zelf ligt in het stratum van de Late Bronstijd, maar de voorwerpen zijn jonger. Hoeveel jonger is moeilijk uit te maken. We weten niet hoeveel tijd is verstreken tussen de brand en de aankomst van de nomaden. Onlangs werden er graanresten gevonden in Hazor, organisch materiaal dat dateerbaar is volgens de 14C-methode. Het werd gedateerd op 1300 v. Chr en de betrokken archeologen zien dat als een bewijs dat de verwoesting plaatsvond tijdens de Intocht van het volk van Israel, precies zoals het Oude Testament volgens hen voorschrijft. Uitzicht over de vallei vanaf de ruïne van Hazor, Israel Afbeelding: © Jona Lendering Maar dat is dus echt onzin. De Bijbel dateert de gebeurtenis een eeuw eerder en archeologisch is er pas een plek voor de Intocht ná 1150. Een datering rond 1300 kan van alles zijn, maar géén Intocht. De verwoesting van Hazor in 1300 v.Chr. ±50, zal een andere verklaring moeten hebben. - De stad kan zijn ingenomen door de bewoners van een andere Bronstijdstad, zoals Megiddo of Beth Shean. De Amarna-brieven bevatten verwijzingen naar onrust, hoewel de Egyptische macht onaangetast is. - Een Hittitisch leger kan zijn doorgebroken naar het zuiden. - Een Egyptisch leger wilde de orde herstellen. Farao’s als Horemheb (rond 1300) en Ramses II (na 1279) zijn mogelijke kandidaten. - En dan is er ook nog de doodsimpele verklaring dat we te maken hebben met een gewone stadsbrand, waarvan er in de voorindustriële wereld dertien in een dozijn gingen en waarvoor je helemaal geen vijanden nodig hebt. De vernietiging van Hazor lijkt dus geenszins op een bewijs dat er een Intocht heeft plaatsgevonden. Al met al lijkt het erop dat minimalisme (de teksten zijn onbetrouwbaar tenzij je archeologisch bewijs vind) de betere benadering is voor de archeologie van Israël. De lage chronologie voor de overgang van IJzer I naar IJzer IIa is geschikter dan de hoge, zodat enkele monumentale gebouwen die werden opgevat als bewijs voor het glorieuze rijk van koning Salomo, uit zicht verdwijnen. Ook is de Intocht ondanks lang zoeken nog altijd niet in het bodemarchief terug te vinden. Jona Lendering is oud-historicus en werkt voor Livius Onderwijs. Oikos, De Nederlandse onderzoeksschool van classici en oudhistorici, onderscheidde hem in 2010 voor zijn werk als popularisator. Dit achtergrondartikel is een ingekorte versie van een uitgebreider artikel over de archeologie van Israël op het weblog van Jona Lendering. (Kennislink) | |
ExperimentalFrentalMental | vrijdag 26 oktober 2012 @ 09:02 |
25-10-2012 Amerikaanse filosoof Paul Kurtz overleden © ap. De wereldvermaarde filosoof, scepticus en seculiere humanist Paul Kurtz is op 86-jarige leeftijd overleden, meldt de krant New York Times. Kurtz doceerde filosofie aan de Universiteit van Buffalo en was de voorzitter van de door hem gestichte uitgeverij Prometheus Books. De 'vader van het seculiere humanisme' propageerde een denken dat op feiten is gebaseerd en niet op geloof, alsmede een ethisch systeem dat losstaat van religie. Kurtz was ook oprichter van CSICOP, een wereldwijd zeer invloedrijke sceptische vereniging met prominente leden als Karl R. Popper, Isaac Asimov, Richard Dawkins, en een reeks Nobelprijswinnaars. Bedoeling ervan is pseudowetenschap de das om te doen. De wetenschapper overleed zaterdag in zijn woning in Amherst (New York). (HLN) | |
ExperimentalFrentalMental | dinsdag 11 december 2012 @ 18:39 |
11-12-2012 Leven we in een computersimulatie? Dat is na te gaan! Wat is er op de afbeelding hierboven te zien? De rode kegel laat zien wat we zouden zien als ons universum geen simulatie is. Als er wel sprake is van een simulatie, zien we het blauwe oppervlak. Bijna tien jaar geleden opperde een Britse filosoof dat het universum waarin we leven wellicht één grote computersimulatie is, die gerund wordt door onze nakomelingen. Maar ja, hoe kunt u achterhalen of dat klopt? Wetenschappers hebben nu een manier gevonden. Het is even ingewikkeld als fascinerend: het idee dat filosoof Nick Bostrom in een paper in 2003 naar voren bracht. Hij bedacht in het paper dat zeker één van de drie volgende mogelijkheden waar is: 1. De menselijke soort sterft waarschijnlijk uit voordat we de fase van posthumans bereiken. (Posthumans zijn een soort verbeterde versies van de huidige mensen: het zijn – volgens één van de definities van het begrip – mensen met ongeëvenaarde intellectuele, lichamelijke en psychische mogelijkheden, zelf-programmerende, zelfstandig en onafhankelijk handelende, potentieel onsterfelijke, ongelimiteerde individuen). 2. Het is zeer onwaarschijnlijk dat een posthuman-beschaving een significant aantal simulaties van haar evolutionaire geschiedenis uitvoert. 3. Het is bijna zeker dat we in een computersimulatie leven. Ook stelde Bostrom dat het idee dat er een significante kans is dat we op een dag posthumans worden die simulaties omtrent hun voorouders uit laten voeren, niet klopt, tenzij we op dit moment in een simulatie leven. Simulatie Maar hoe kunnen we toetsen of het wilde idee dat we wellicht in een computersimulatie leven, klopt? Daarvoor moeten we zelf een simulatie uitvoeren, zo schrijven onderzoekers van de universiteit van Washington. En wel een simulatie van een groot deel van ons universum. En tijdens zo’n simulatie, kunnen we op eigenschappen stuiten die erop wijzen dat we inderdaad in een computersimulatie leven. Computerkracht Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan: het zal waarschijnlijk nog decennia duren voordat we in staat zijn om een simulatie van ons universum uit te voeren en dan zal die simulatie nog bijzonder primitief zijn. Supercomputers van vandaag de dag gebruiken een techniek die ook wel lattice quantum chromodynamics wordt genoemd en gebruiken fundamentele wetten uit de fysica om het universum te stimuleren. Maar zij kunnen maar een piepklein stukje van het universum stimuleren: een stukje kleiner dan de kern van een atoom. In andere woorden: we missen de computerkracht om zulke simulaties uit te voeren en dus kunnen we het idee van Bostrom op deze manier niet toetsen. Kleine schaal Maar daarmee is de kous niet af. Wetenschappers van de universiteit van Washington suggereren namelijk dat het wel mogelijk is om – nu of in de nabije toekomst – tests uit te voeren die sporen van de computersimulatie waarin we wellicht leven, kunnen blootleggen. Zo kunnen er in huidige simulaties sporen van zo’n computersimulatie worden aangetroffen die we in de verre toekomst waarschijnlijk ook op grotere schaal, in grotere simulaties gaan aantreffen. Raster De supercomputers van vandaag de dag die de techniek lattice quantum chromodynamics toepassen, verdelen de ruimtetijd in een vierdimensionaal raster en stellen onderzoekers zo in staat om de sterke kernkracht – één van de vier fundamentele natuurkrachten, en de kracht die subatomische deeltjes samenbindt en er neutronen en protonen van maakt – te bestuderen. “Als je de simulaties groot genoeg maakt, zou er zoiets als een universum moeten ontstaan,” stelt onderzoeker Martin Savage. Dan zou het een kwestie zijn van zoeken naar sporen die erop wijzen dat we in een computersimulatie leven. Hoe zo’n spoor er uit zou kunnen zien? Nou, bijvoorbeeld als een beperking van de energie van kosmische straling. In het paper stellen de onderzoekers voor dat de kosmische straling met de meeste energie zich in deze simulaties – wanneer we werkelijk in een computersimulatie leven – heel anders zou gedragen dan verwacht. Deze straling zou bij voorkeur langs de assen van het rooster glijden en dus niet in alle richtingen even sterk de interactie met elkaar aan gaan, zoals onderzoekers verwachten. Sterker nog: we zouden zo de oriëntatie van het rooster waarop ons universum gesimuleerd wordt, kunnen achterhalen. Het is voor het eerst dat onderzoekers met een manier komen om te toetsen of het idee van Bostrom klopt. Of hun aanpak gaat werken? Dat is nog even twijfelachtig. Aan deze aanpak gaan namelijk een aantal aannames vooraf. Wie zegt bijvoorbeeld dat het rooster er werkelijk zo uitziet als deze onderzoekers in hun paper stellen? Mochten de onderzoekers het wel bij het juiste einde hebben, dan zouden we op korte termijn in staat moeten zijn om vast te stellen of we in een computersimulatie leven. En als dat het geval blijkt te zijn, gaat er een wereld aan mogelijkheden open. Want wellicht is de computersimulatie waarin wij leven niet de enige: misschien worden er op dit moment nog wel meer uitgevoerd. In dat geval zouden er dus parallelle universa gecreëerd worden. Onderzoeker Zohreh Davoudi: “Dan is de vraag: kunnen we met deze andere universa communiceren, wanneer deze op hetzelfde platform worden uitgevoerd?” (scientias.nl) | |
ExperimentalFrentalMental | dinsdag 29 januari 2013 @ 09:02 |
28-01-2013 Duitse geleerde Jürgen Habermas krijgt Erasmusprijs 2013 Duitse geleerde Jürgen Habermas heeft de Erasmusprijs 2013 toegekend gekregen. Dat heeft de Nederlandse organisatie, de Stichting Praemium Erasmianum, bekendgemaakt. Aan de prijs is een bedrag van 150.000 euro verbonden. "Jürgen Habermas is al ruim 50 jaar een van de belangrijkste denkers op het grensvlak van sociologie, filosofie en politiek. In zijn denken staan de democratie en de betrokkenheid van de burgers centraal. Hij is scherp en kritisch in zijn politieke analyses maar tegelijkertijd optimistisch over de toekomst van een democratisch Europa", verklaart de organisatie de prijs voor Habermas. De Erasmusprijs heeft dit jaar het thema "de toekomst van de democratie". De prijs wordt jaarlijks toegekend aan iemand die een belangrijke bijdrage heeft geleverd op cultureel, sociaal of sociaal-wetenschappelijk gebied. De prijsuitreiking is op een nog te bepalen datum in het najaar. (HLN) | |
ExperimentalFrentalMental | dinsdag 26 februari 2013 @ 08:57 |
25-02-2013 Hoe de paus de baas werd ‘Ecclesia Romana semper habuit primatum’ Deze week zal Benedictus XVI, paus en bisschop van Rome, aftreden. Al eeuwen is het zo dat wie de Heilige Stoel in het Vaticaan bezet, de onbetwiste leider van de Rooms-Katholieke kerk is. Maar de kerk heeft vele bisschoppen. Waarom is juist die van Rome zo machtig geworden? Lange politieke strijd en vervalste documenten hebben de paus een waar monopolie in geloofszaken gegeven… De apostel Petrus. wikimedia commons Wanneer de Rooms-Katholieke kerk van leider wisselt maakt dat ook anno 2013 indruk, zowel binnen als buiten het katholieke geloof. Allerlei eeuwenoude rituelen en symboliek moeten de toeschouwer duidelijk maken dat het hier om iets gewichtigs gaat. Elke katholiek kan dit bevestigen. In die godsdienst is de paus (Latijn: ‘papa’, vadertje) namelijk de rechtstreekse ‘tussenpersoon’ van God. Letterlijk de Pontifex: ‘bruggenbouwer’ tussen hemel en aarde. De autoriteit die die functie meebrengt ontleent de Paus tot op de dag van vandaag onder andere aan de ‘Liber Pontificalis’, het Boek der Pausen. Het is een serie levensbeschrijvingen van de vroegste pausen tot in de negende eeuw, te beginnen met de allereerste paus, de apostel Petrus. Dit belangrijke boek is vermoedelijk in de zesde eeuw na Christus ontstaan. Daarin staat te lezen dat Petrus door Jezus zelf uitverkoren was als de eerste leider van de Christelijke kerk. Al zijn opvolgers – de huidige paus Benedictus XVI als laatste in dat rijtje – zijn rechtstreekse opvolgers. Petrus: de Rots Volgens de Bijbel noemde Jezus zijn apostel Simon ‘de rots (’Kefas’ in het Aramees, ‘Petros’ in het Grieks) waarop hij zijn kerk zou bouwen’ en kreeg hij de sleutels van het koninkrijk van de hemel. De twee sleutels zijn nog altijd het symbool van de paus. In het evangelie van Johannes noemt Jezus hem zelfs als zijn opvolger. Volgens de Christelijke traditie – al staat het niet in de Bijbel – stierf Petrus de marteldood in Rome door zich uit respect voor Jezus ondersteboven te laten kruisigen. [img] http://www.kennislink.nl/system/files/000/166/871/large/Sleutels_van_Petrus.jpg?1361788752[/img] Jezus geeft de sleutels aan Petrus. Fresco van Pietro Perugino in de Sixtijnse Kapel. wikimedia commons Of deze Petrus ooit echt in Rome is geweest en daar de leiding heeft genomen over de vroege Christelijke gemeenschap is echter nogal onduidelijk. In ieder geval is wel bekend dat de vroegste Christelijke gemeenschappen helemaal niet bekend waren met een centrale leider of het begrip paus. Ze waren losjes georganiseerd omdat de eerste Christenen in de veronderstelling leefden dat Jezus snel terug zou komen op aarde. Pas toen rond het begin van de tweede eeuw bleek dat die terugkeer nog wel even op zich liet wachten ontstond de behoefte aan meer hiërarchie en organisatie. Er ontstonden lokale leiders in de vorm van bisschoppen (Latijn: Episcopus, toezichthouder). Terwijl de gemeenschappen groeiden en de Christelijke heilsleer zich door het steeds instabieler wordende Romeinse Rijk verspreidde, kregen de bisschoppen steeds meer macht en invloed. Maar de bisschop van Rome had nog geen bijzondere positie. Op de eerste grote kerkvergadering, in het jaar 325 georganiseerd door keizer Contstantijn de Grote, was hij niet eens aanwezig. Tegen het einde van de vierde eeuw veranderde dat. Constantijn had zich als eerste Romeinse keizer tot het Christendom bekeerd. Veel van zijn latere opvolgers zagen in dat het Romeinse Rijk voor zijn politieke stabiliteit afhankelijk was van de steun van de Christenen. Verschillende Romeinse keizers stelden geld ter beschikking om voor de bisschop in de hoofdstad Rome kerken en paleizen te bouwen. Paus Leo I houdt de Hunnen tegen, detail van basrelief in de Sint-Pieterskerk. wikimedia commons Verdediger van de stad Toen in 395 n. Chr. het Romeinse Rijk definitief werd opgedeeld in een oostelijk en westelijk deel en de macht van de West-Romeinse keizer daarna snel afnam, was het steeds vaker de bisschop van Rome die de leiding nam als de stad verdedigd moest worden tegen barbaarse volken. Zo verdedigde paus Leo I in 452 de stad tegen een aanval van de Hunnen. Leo I, die in zijn strijd tegen dit soort vreemde stammen van de wereldlijke macht geproefd had, legde ook nog maar eens uit waarom de bisschop van Rome de belangrijkste was: In vele van zijn brieven en geschriften haalt hij de evangelieteksten over Petrus aan. Petrus was door Jezus immers aangewezen als opvolger en stierf in Rome. Wie durfde te betwijfelen dat de macht bij de paus in Rome lag, bracht zijn eigen zielenheil in het grootste gevaar. “Ecclesia Romana semper habuit primatum” (De kerk van Rome heeft altijd het primaat) was zijn krachtige lijfspreuk. Om zijn verbintenis met Petrus kracht bij te zetten liet hij zich als eerste paus bijzette in de Sint-Pietersbasiliek, die eerder in opdracht van Constantijn was gebouwd op de plek van het (vermeende) graf van Petrus. Een traditie die nog altijd voortduurt. Paus Gregorius de Grote met de duif die hem volgens de legende de beroemde kerkzang influisterde. De opvolgers van Leo I gingen daarna door met het versterken van de macht van de bisschop van Rome. Paus Gelasius I (492-496) noemde zich voor het eerst pontifex. Een toespeling op de grote Romeinse keizers van weleer die zichzelf Pontifex Maximus (grootste bruggenbouwer) noemden, om te onderstrepen dat ook zij een rechtstreekse band met de Romeinse goden hadden. Gregorius I, bijgenaamd de Grote, verdedigde in 568 wat over was van het Romeinse Rijk – niet veel meer dan het noordelijke deel van het Italische schiereiland – tegen de Longobarden. Hij legde de basis van de Pauselijke Staat, gebieden waar de paus als soeverein wereldlijk heerser erkend werd. Tegenwoordig is daarvan alleen nog Vaticaanstad over. Paus Gregorius de Grote zou de bedenker zijn van de beroemde gregoriaanse kerkzang die hem door een duif zou zijn ingefluisterd. Geknutseld document Ondertussen was ook op kerkvergaderingen (concilies) steeds vaker een punt van strijd wie het laatste woord had bij religieuze vraagstukken. Kwesties over het geloof hadden in de oudheid tenslotte ook altijd een sterke politieke kant. Had de wereldlijke vorst (koningen en keizers) of de bisschop het voor het zeggen? Het was een strijd die tot ver in de middeleeuwen door zou gaan. In de achtste eeuw knutselde de pauselijke curie een document in elkaar om te bewijzen dat dat recht de bisschop van Rome toekwam. Met dat document, bekend als de Constantijnse schenking, zou keizer Constantijn in de derde eeuw die beslissingsbevoegdheid hebben overgedragen aan de toenmalige paus Sylvester I, omdat hij hem van melaatsheid zou hebben genezen. Pas in de vijftiende eeuw toonde de Italiaanse humanist Lorenzo Valla na vergelijking met andere bronnen aan dat het een vervalsing betrof. Sylvester I geneest Constantijn van melaatsheid. Muurschildering in de Santi quattro coronati in Rome. wikimedia commons Ondanks dat de bisschoppen van Rome steeds vaker een primaire positie opeisten, stelde een grote kerkvergadering in 691 nog dat vijf bisschoppen van belangrijke steden, de patriarchen, een ‘erepositie’ hadden binnen de Christelijke wereld. Naast Rome was dat de bisschop van Constantinopel, Alexandrië, Antiochië en Jeruzalem. Officieel waren zij allen gelijkwaardig. Machtsvacuüm Maar door de oprukkende Islam in het oosten verminderde de macht en het aanzien van de patriarchen van Alexandrië, Antiochië en Jeruzalem al snel. In Constantinopel hield de Byzantijnse keizer veel macht in handen. Maar de bisschop van Rome bevond zich na de ondergang van het West-Romeinse rijk in een machtsvacuüm en kon zijn bevoorrechte positie ook echt omzetten in macht. Vroeg-middeleeuwse pausen deden dat dan ook volop. In de achtste eeuw werd Rome een echte pauselijke stad vol nieuwe kerken, symboliek en openbare rituelen. Omdat de paus inmiddels werkelijk een hoop macht had deden vorsten als Karel de Grote hier graag aan mee. Duizenden mensen wachten op het Sint-Pietersplein op witte rook: het teken dat een nieuwe paus gekozen is. De vaste basis van de macht van de paus was in de achtste eeuw wel gelegd. Maar de strijd rond het pausdom ging in de middeleeuwen en de vroeg-moderne tijd volop door. De zogenaamde investituurstrijd, een jaren durende politieke controverse tussen de paus en de keizer over wie het recht had bisschoppen te benoemen, is daarvan het bekendste voorbeeld. Dat de paus voor heel veel mensen nog altijd een autoriteit is zal ook op 28 februari weer blijken. Dan zal Benedictus XVI, de 256e paus van de Katholieke kerk, aftreden. Het wachten is daarna op witte rook uit de schoorsteen van de Sixtijnse Kapel, dat is het teken dat de kardinalen het eens zijn over wie hun nieuwe leider wordt. God heeft dan weer een nieuwe opvolger voor de apostel Petrus aangewezen. Bronnen: Frans Willem Lantink en Jeroen Koch (red.), De paus en de wereld. Geschiedenis van een instituut (Boom Uitgevers, 2012) John Julius Norwich, De pausen, een geschiedenis (Uitgeverij Bert Bakken, 2011) (Kennislink) | |
Perrin | woensdag 6 maart 2013 @ 13:47 |
| |
Perrin | woensdag 10 april 2013 @ 13:59 |
| |
Perrin | donderdag 11 april 2013 @ 20:36 |
| |
Perrin | maandag 1 juli 2013 @ 13:39 |
| |
ExperimentalFrentalMental | vrijdag 19 juli 2013 @ 09:36 |
17-07-2013 “Via taal zijn wij mensen aangesloten op een soort superbrein” Interview met taalfilosoof Max van Duijn Mensen kunnen heel ingewikkelde redeneringen maken over wat anderen denken. Zij hebben daarin een enorme voorsprong op andere primaten. Volgens promovendus Max van Duijn komt dat deels doordat ons brein de verhaalstructuur van onze eigen én andermans ervaringen opslaat. Door een enkel woord kan zo’n structuur al geactiveerd worden in ons brein. Promovendus Max van Duijn Het promotieonderzoek van Van Duijn is interdisciplinair van aard. Dat heeft ook met zijn achtergrond te maken: behalve taalwetenschap, studeerde hij literatuurwetenschap en filosofie. Nu probeert hij aan de hand van bestaande theorieën in de taalkunde, ook een bijdrage te leveren aan een langslepend debat binnen de psychologie. Hij verzet zich vooral tegen het ‘geloof’ dat veel psychologen aanhangen dat mensen een niet-talig redeneerorgaan hebben. En dat taal slechts een kwestie is van het labelen van het redeneerproces. Van Duijn is van mening dat taal veel meer invloed heeft op ons denken. Zijn favoriete metafoor is die van de iPad. “Je zult nooit een app kunnen installeren die ervoor zorgt dat een iPad gaat vliegen. Maar je kunt wel apps installeren binnen de marges van de hardware van dat apparaat. Ik denk dat dat een adequate metafoor is van wat taal kan doen. Taal kan ons denken, gegeven allerlei hardwarebeperkingen zoals ons geheugen, wel efficiënter maken.” Sociaal brein Mensen kunnen heel goed andermans gedachten raden. En dat is niet voor niks. Van Duijn legt uit dat ‘gedachtelezen’ van levensbelang is. Niet alleen voor mensen, maar voor alle primaten. Primaten leven namelijk in groepen: ieder individu is deel van een netwerk. Van Duijn: “Die groep is cruciaal voor de overleving van elk individu. Op het moment dat je verstoten wordt, is dat eigenlijk een doodsoordeel. Dus het is heel belangrijk om je sociale relaties op een goeie manier te onderhouden.” Om die relaties te onderhouden, moet je behoorlijk complexe redeneringen kunnen maken, aldus de promovendus. Groep chimpansees “Ten eerste moet je je af kunnen vragen wat iemand anders denkt. Maar dat is niet genoeg. Je moet je ook kunnen afvragen wat iemand anders denkt dat iemand anders denkt. Dat maakt het cognitief zwaar. De sociaal brein-hypothese zegt dat er een correlatie is tussen groepsgrootte en breingrootte bij primaten. Kapucijnapen leven in relatief kleine groepen en hebben een relatief klein brein. Chimpansees leven in grotere groepen en hebben een groter brein.” “Als je die lijn doortrekt naar mensen dan leven wij in nog veel grotere groepen en wij hebben ook een nog veel groter brein. De grootte van die groepen in primaten ligt vaak redelijk vast. Bij chimpansees is dat tussen de 40 en 60 individuen in een groep. Mensen hebben ongeveer 150 sociale relaties, afhankelijk van de intensiviteit. Als je een heleboel intensieve relaties hebt, heb je er in totaal minder. Het idee is dat ieder mens er ongeveer evenveel energie in steekt.” Wildobservaties Net als mensen kunnen chimpansees redeneringen maken over wat iemand anders denkt. En wat iemand anders denkt dat iemand anders denkt. Maar er zijn meer slimme dieren, weet Van Duijn: “Er zijn ook aanwijzingen dat er vogels zijn die dat kunnen, met name kraaiachtigen, en dolfijnen. Uit onderzoek van Frans de Waal blijkt dat olifanten net zo goed zijn in het uitvoeren van bepaalde testjes als chimpansees.” Maar hoe weten we eigenlijk wat dieren denken? Door te kijken naar hun gedrag, aldus Van Duijn. “Denk maar aan het gezicht van een vrouw die op een trap een koffer omhoog aan het zeulen is. De ultieme test om te kijken of je de juiste redeneringen hebt gemaakt over wat die vrouw bedoelt te doen, is of je wel of niet te hulp schiet. Bij dieren worden wildobservaties gedaan, waarbij bijvoorbeeld gekeken wordt naar anticipatie tijdens jacht. Daarbij kun je zien of het ene dier begrepen heeft wat het andere dier van plan was.” Ook bij het onderzoek van Van Duijn kun je spreken van wildobservaties, maar dan van mensen. Die spontane gesprekken zijn te vinden in het Corpus Gesproken Nederlands, een grote dataverzameling met onder andere uitgeschreven conversaties. Recursiviteit Uit het gedrag van dieren en mensen kun je redeneringen afleiden. En die kun je weergeven in zinnen van het type ‘X denkt dat Y denkt dat Z.’ Het zijn recursieve zinnen, die je oneindig kunt uitbreiden. Het aantal bijzinnen of inbeddingen in de zin geeft aan hoeveel denkstappen er gemaakt zijn. De onderzoeker spreekt liever over ordes binnen een structuur. “Chimpansees kunnen redeneringen uitvoeren over twee ordes. Maar mensen kunnen wel iets van vijf ordes aan.” Othello is een toneelstuk van William Shakespeare, vermoedelijk uit 1603 of 1604. Wikimedia Commons Als voorbeeld noemt Van Duijn het toneelstuk Othello. “Daarin heb je na een half uur ongeveer de situatie dat het publiek begrijpt dat Jago de bedoeling heeft Cassio te laten denken dat Desdemona van plan is Othello ervan te overtuigen dat Cassio het juiste deed op het moment dat (…). Dat is wat er na een half uur met Othello aan de hand is. Als je het toneelstuk ziet is het geen enkel probleem om dat te begrijpen, hoewel de zin tamelijk ingewikkeld is.” In gesproken taal komen zulke zinnen niet voor, benadrukt de promovendus. “Een belangrijke vraag in mijn onderzoek is waarom je wel het narratief begrijpt, maar niet de zin. Wat doet het verhaal om ons te helpen die ingewikkelde redeneertaak uit te voeren? Dat het procedé recursief is, betekent niet dat we het eindeloos kunnen begrijpen. Na drie inbeddingen wordt het tamelijk ondoorzichtig; in het wild kom je zulke zinnen ook niet tegen.” Schaakcomputer “De puzzel die er ligt is dus dat onze naaste verwanten in de natuur twee ordes aankunnen, terwijl wij er vijf of zes aankunnen. En dat terwijl er evolutionair maar heel weinig tijd tussen zit. Een oplossing die vaak geopperd is, is dat ons brein veel groter is en daardoor veel beter kan rekenen. Daardoor kunnen wij die vijf orde redeneringen uitrekenen. Maar ik denk dat we ze helemaal niet uitrekenen, want wij zijn helemaal niet zo goed in uitrekenen. In plaats daarvan passen we allerlei slimme trucs toe, net als een goeie schaker.” “Wat een schaakcomputer doet op het moment dat hij een zet doet, is alle mogelijke volgende zetten doorrekenen. Een goeie schaker heeft scenario’s in zijn hoofd. Die scenario’s construeren toekomstige mogelijkheden. Ik denk dat wij een hoeveelheid scenario’s aangeleerd krijgen, die we in dit soort situaties kunnen toepassen. Die scenario’s zijn een beetje dwingend, maar tegelijkertijd kun je met losse delen aan de slag. Als je nu kijkt naar taalgebruik in corpora, is de indruk die je krijgt, dat het los construeren van wie wat denkt in bepaalde situaties, niet de gebruikelijke is, maar een herstelstrategie op het moment dat het misgaat.” Kant-en-klare pakketjes Volgens Van Duijn maken we doorgaans gebruik van vaste bundeltjes informatie, die hij viewpoint packages noemt. Deze worden geactiveerd door een enkel woord, of een zin. “Bijvoorbeeld het woord moord heeft de onderliggende structuur dat er een partij is die iets veroorzaakt heeft. Dus op het moment dat we ermee geconfronteerd worden gaan we niet denken: hij dacht dat X dacht dat Y dacht, enzovoorts. De structuur hebben we al kant-en-klaar in ons hoofd als ‘pakketje’, terwijl de delen toch toegankelijk blijven.” “Mijn idee is dat je tijdens het leren van taal ook die kant-en-klare structuren verwerft. Zo kun je bij iedere nieuwe situatie niet alleen gebruik maken van je eigen ervaring, maar vooral ook van die van anderen. Eigenlijk zijn we via taal aangesloten op een soort superbrein. Daarmee leren we van de ervaring van mensen die generaties terug geleefd hebben, en van tijdgenoten en van verzonnen personages. Daarom zijn wij veel beter in gedachtelezen dan onze naaste verwanten in de natuur. Door al die pakketjes die in omloop zijn.” (Kennislink) | |
ExperimentalFrentalMental | woensdag 31 juli 2013 @ 09:50 |
30-07-2013 Waar komt wiskunde vandaan? Een filosofisch vraagstuk is met nieuwe ontdekkingen weer actueel: is wiskunde een eigenschap van het universum of is het een verzinsel van ons brein om orde te scheppen? Vier wetenschappers gaan op uitnodiging van de Kavli-stichting in discussie. Een stukje universum, zoals kosmologen denken dat het gestructureerd is. Het ingewikkelde web van zichtbare materie, donkere materie, donkere energie en nog veel meer is wiskundig te beschrijven. NASA Het is een oud filosofisch vraagstuk: is wiskunde een universele natuurwet, of is het gewoon een verzinsel van mensen om de wereld begrijpelijker te maken? De oude Grieken maakten zich al zorgen over deze vraag, maar vonden (zoals gewoon is in de filosofie) nooit een sluitend antwoord. Maar tegenwoordig kunnen neurowetenschappers iets bijzonders: in het brein kijken. En er is onderzoek dat laat zien dat er wel degelijk ‘wiskundeknobbels’ zijn en dat mensen aangeboren rekenvaardigheden hebben. Met dit soort ontdekkingen is de vraag of wiskunde menselijk of universeel is weer actueel. Vandaar dat de Kavli-stichting vier wetenschappers samenbracht voor een discussie over de oorsprong van wiskunde. Twee natuurkundigen, een neurowetenschapper en een cognitiewetenschapper. Het lijkt misschien een discussie van niks, alleen interessant voor de experts. Maar is het niet interessant om te weten of wiskunde een verzinsel is of één van de bouwstenen van het universum? Bovendien is een universum waar wiskunde een belangrijk deel van is voorspelbaar te maken. Sterker nog, een aantal wiskunde-ontdekkingen bleken later heel nuttig te zijn voor kosmologie of relativiteitstheorie. Aan de andere kant, als wiskunde puur iets is van onze hersenen, dan kan dat weer veel zeggen over de mogelijkheden van ons brein om orde en structuur te vormen in chaotische dingen. Natuurkunde = wiskunde Eén van de fysici, Max Tegman van het MIT, heeft een theorie dat het universum inherent wiskundig is. Daarmee bedoelt hij dat de opbouw van alles begint bij wiskunde en daarom ook zo goed met wiskunde beschreven kan worden. Dan doelt hij natuurlijk voornamelijk op de formules die natuurkundigen gebruiken voor de bewegingen van de planeten, de paraboolboog van een geworpen bal of de rare kwantumeffecten. Maar inderdaad, met wiskunde is de wereld te beschrijven of zelfs na te bootsen. Tegman: ‘In feite is een kat niets anders dan een verzameling deeltjes. En die deeltjes beschrijven wij als natuurkundigen gewoon als formules, of getallen. Een ééntje met een plusje of een minnetje, dat is wat een deeltje is voor ons. Als je een kat zo kan omschrijven, kan je alles in getallen vatten.’ Simeon Hellerman, collega-natuurkundige, deelt Tegmans idee. ‘Veel natuurkundigen geloven in het idee dat het hele universum in een formule te vatten is. Dat is ook waar het standaardmodel voor dient.’ Het standaardmodel probeert alle soorten minideeltjes, waar alles uit bestaat, zo in te delen dat ze bij elkaar passen en alle natuurkunde kunnen verklaren. Dat het Higgs-boson, dat onlangs werd ontdekt, bestaat, is een bevestiging van de wiskunde. Higgs berekende namelijk al een tijd terug dat het deeltjes moest bestaan volgens de regels van de wiskunde. Dat het universum zich vormt naar wiskunde, is een aanwijzing dat het wel degelijk inherent wiskundig is.’ Zit wiskunde alleen in ons brein, om de wereld beter te begrijpen en het dagelijks leven makkelijk te maken? Popular Science Monthly Hersenrekenen Hun ideeën zijn precies tegenovergesteld aan de visie van neuropsycholoog Brian Butterworth en cognitief wetenschapper Rafael Núñez. Núñez schreef eerder het boek ‘Where Mathematics comes from’ over het discussieonderwerp. Hij is voorstander van het standpunt dat wiskunde in de hersenen van mensen ontstaat en daarom een puur menselijke constructie is. Butterworth ontdekte dat er delen van het menselijk brein zijn die reageren als mensen aan het tellen zijn. Het laat zien dat tellen een mentale bezigheid is, waar het brein zelfs een apart deel voor heeft. Ook apen en zelfs goudvissen hebben een telgedeelte in hun hersenen. Volgens Butterworth ontstonden deze delen tijdens de evolutie, om goed onderscheid te kunnen maken tussen hoeveelheden in een groep. Dat is handig, bijvoorbeeld om in te schatten of jou leefgemeenschap een gevecht met een andere groep apen zou winnen. Mensen hebben dat instinct voorzien van symbolen – getallen dus. Ook gelooft hij niet dat een getal een verklaring is voor het universum. ‘Je hebt een oorzaak nodig van natuurkundige, kosmologische of scheikundige verschijnselen. Een getal kan volgens mij nooit een oorzaak zijn; er moet iets zijn áchter het getal. Dat is de essentie van het leven en de wereld, niet een getal of een formule.’ Núñez is het met Butterworth eens dat getallen niet alles zijn, maar denkt dat wiskunde vooral een vorm van verbeelding is, die niet alleen geëvolueerd is maar ook cultureel bepaald. Volgens hem is wiskunde niet universeel, en bestaat veel wiskunde uit afspraken die je zo kan veranderen om een ander systeem te krijgen dat ook klopt. Dat is het bewijs dat wiskunde niet een essentieel onderdeel is van het universum, aangezien een verandering van wiskunderegels geen ander universum oplevert. De vier mannen die deelnamen aan de discussie. Van links naar rechts: Butterworth, neuropsycholoog; Tegmark, natuurkundige; Núñez, cognitiewetenschapper; Hellerman, natuurkundige. Kavli Foundation Een universum simuleren Tegman is het eens met de cognitiewetenschapper over de wiskunderegels. Maar met een aantal standaardregels kan je het universum simuleren; dat is volgens een aanwijzing dat er een vorm van wiskunde is die in het universum is geweven. De natuurkunde en wiskunde sluiten zó goed op elkaar aan, dat kan bijna geen toeval meer zijn. Misschien, pareert Núñez. Maar misschien líjkt wiskunde alleen maar perfect bij de fysica te passen. ‘Wij mensen zijn erg goed in ’cherrypicking’, het doorsnuffelen en specifiek uitzoeken van bepaalde bruikbare formules. In de afgelopen duizend jaar is er heel veel wiskunde ontdekt en ontwikkelt. Maar lang niet al die wiskunde wordt nu nog gebruikt, in de wiskunde zelf of in de natuurkunde. Alleen de formules die overleven, zien wij nu. En dan lijkt het alsof wiskunde perfect past in de puzzel van het universum. Maar er zijn zat voorbeelden van wiskunde die geen enkele toepassing kent; als het universum inherent wiskundig zou zijn, zou die toch ergens moeten voorkomen; waarom zou die wiskunde anders bestaan.’ Wiskunde heeft toepassingen Het klopt wat Núñez zegt, maar aan de andere kant zijn er ook wiskundige ontdekkingen gedaan die nutteloos leken, om later toch een toepassing te vinden. Zo bleek de niet-euclidische meetkunde een goede beschrijving te zijn van de vorm van het universum. Bij niet-euclidische meetkunde is het namelijk mogelijk dat parallelle lijnen elkaar toch raken in een oneindig ver punt, precies wat er door de buiging van de ruimte gebeurt. Dankzij Einstein zag iedereen plotseling de toepassing van een vage wiskundige ontdekking. Ook topologie, lange tijd het paradepaardje van wiskundigen omdat het geen toepassing had, bleek bruikbaar om de structuur van het universum te beschrijven. Het debat kent uiteindelijk geen winnaar, zoals meestal bij een debat over dit soort filosofische dilemma’s. Maar het is interessant om over na te denken hoe het nou zit met wiskunde. Het is inderdaad alomaanwezig in ons leven. Maar komt dat omdat onze breinen alles als wiskundig zien? Of omdat het universum zich wiskundig aan ons openbaart? Misschien is het allebei wel waar. Bron Dit artikel is gebaseerd op een transcript van een debat, georganiseerd door de Kavli Foundation, dat plaatsvond in de zomer van 2013. (Kennislink) | |
ExperimentalFrentalMental | donderdag 8 augustus 2013 @ 09:03 |
07-08-2013 Onuitgegeven brief van Albert Camus aan Jean-Paul Sartre ontdekt © afp. "Mijn beste Sartre (...) Geef me een teken van uw terugkomst en we zullen een ongedwongen avond doorbrengen". Een onuitgegeven brief van Albert Camus aan Jean-Paul Sartre werpt een nieuw licht over de twee filosofen, over wie vooral de breuk bekend is. Hervé en Eva Valentin, boekhandelaars en organisatoren van een tentoonstelling over Camus in Lourmarin, waar de filosoof is begraven, troffen de brief aan in een boek dat bij een verzamelaar was aangekocht. Het manuscript is niet gedateerd, maar kan stammen uit de periode tussen 1943, het jaar dat de filosofen elkaar ontmoetten, tot 1948, toen ze met elkaar braken, aldus deskundigen. Volgens de ontdekkers, die een beroep deden op de expertise van de Amerikaanse Sartre-specialist Ronald Aronson, is het briefje "heel belangrijk". "Het toont dat in tegenstelling tot wat enkele auteurs schreven, Sartre en Camus een vriendschappelijke en ononderbroken relatie hadden." De brief wordt aan het publiek voorgesteld tijdens de expositie "Camus de Tipasa à Lourmarin", van 3 tot 8 september in Lourmarin, voor de honderdste verjaardag van de geboorte van de filosoof. (HLN) | |
Molurus | zaterdag 10 augustus 2013 @ 12:50 |
Deze wil ik jullie toch niet onthouden... Mevrouw denkt dat de Islam een land is. | |
Perrin | dinsdag 13 augustus 2013 @ 11:37 |
A political map of the world, circa 200 A.D. The best and worst places to be born World map of major religions (er zitten ook veel politieke kaarten tussen) | |
Perrin | dinsdag 27 augustus 2013 @ 11:14 |
| |
Perrin | vrijdag 13 september 2013 @ 15:07 |
Atheisten gaan ook naar de hemel
| |
CitizenKane | maandag 16 september 2013 @ 17:23 |
Op de voorpagina van FOK! zelf, nota bene.
| |
Molurus | maandag 16 september 2013 @ 19:35 |
Hier meer: http://www.washingtonpost(...)44100e647_story.html | |
ExperimentalFrentalMental | maandag 16 september 2013 @ 23:45 |
lol | |
Perrin | vrijdag 27 september 2013 @ 09:08 |
NWS / Ierland gaat lessen Atheïsme op openbare scholen geven. | |
ExperimentalFrentalMental | maandag 28 oktober 2013 @ 16:12 |
26-10-2013 'Religie en wetenschap moeten ver uit elkaars buurt blijven' © ANP. Tunesische salafisten protesteren bij hun universiteit tegen gemengde klassen en willen verplichte boerka's voor vrouwen op school Religie en wetenschap moeten ver uit elkaars buurt blijven, betoogt de Tunesische natuurkundige Faouzia Charfi. Want godsdienst is gebaseerd op absolute waarheid en wetenschap, dat is twijfel, altijd zekerheden ter discussie stellen. De orthodoxie gaat ervan uit dat de rede slechts kan bestaan bij de gratie van de openbaring, de boodschap van de profeet. Waarom? Omdat de rede anders twijfel zou kunnen uitlokken. En zodra je gaat twijfelen, loop je het risico het geloof te verliezen De Tunesische natuurkundige Faouzia CharfiAls hoogleraar heeft zij dagelijks met ze te maken in de collegezalen van de Universiteit van Tunis, de salafistische studenten die niets willen horen van Darwin en de evolutietheorie, die menen dat de oerknal het werk van God was, die beweren dat alle wetenschappelijke kennis tot en uit de Koran te herleiden is. Faouzia Charfi gruwt ervan. Voor haar is het geen academisch vraagstuk, de verhouding tussen wetenschap en islam, het is een permanente strijd. Wetenschap en religie moeten bij elkaar uit de buurt blijven, vindt de natuurkundige. Wetenschap, dat is 'twijfel, vragen stellen, het onderzoeken van hypothesen, teleurstelling soms, altijd zekerheden ter discussie stellen'. In de wetenschap, zegt ze, 'bestaat nooit een definitieve waarheid'. Absolute waarheid Wel in de godsdienst, althans in de stellige varianten daarvan. Godsdienst is gebaseerd op een absolute waarheid. De rede is daaraan ondergeschikt. 'De orthodoxie gaat ervan uit dat de rede slechts kan bestaan bij de gratie van de openbaring, de boodschap van de profeet. Waarom? Omdat de rede anders twijfel zou kunnen uitlokken. En zodra je gaat twijfelen, loop je het risico het geloof te verliezen.' Charfi schreef er een boek over, La Science voilée (de gesluierde wetenschap), onlangs uitgekomen bij de Franse uitgever Odile Jacob. Daarin beweert ze niet dat wetenschap en islam elkaar uitsluiten. Ze herinnert aan de eeuwen - zo tussen 800 en 1250 - waarin de islamitische wereld voorop liep in de wetenschap, met Arabische geleerden als de wiskundige, filosoof en astronoom Ibn al-Haytham (ook wel Alhazen, 965-1040), een van de grondleggers van de optica. Of de jurist, arts en filosoof Averroes (Ibn Rushd, 1126-1198), homo universalis en de grote commentator van Aristoteles. Er was sprake van een 'grote intellectuele rijkdom', die alleen kon bestaan dankzij de vrijheid van denken. © ANP. Man leest in zijn Koran Voor de islamisten is zekerheid de kern van het geloof. Ze kunnen bepaalde wetenschappelijke inzichten wel aanvaarden, maar ze menen dat alle theorieën al bestonden in de tekst van de Koran, dat de Koran reeds de gehele wetenschap omvat. Faouzia CharfiDe Koran 'Voor de islamisten is zekerheid de kern van het geloof', zegt Charfi in haar woning in Tunis, waar ze zojuist is teruggekeerd van haar boekpresentatie in Parijs. 'Ze kunnen bepaalde wetenschappelijke inzichten wel aanvaarden, maar ze menen dat alle theorieën al bestonden in de tekst van de Koran, dat de Koran reeds de gehele wetenschap omvat. 'We noemen dat concordisme - het op elkaar afstemmen van godsdienst en wetenschap. Islamisten interpreteren de verzen zo dat die bijvoorbeeld de oerknal verklaren. Het vers over het scheiden van de aarde en de hemel - voor hen is dat de Big Bang. Op het internet zijn tal van sites waarop dat wordt uitgelegd. 'Je zou kunnen zeggen: nou ja, dat is niet erg. Maar het is heel erg. Ik probeer aan te tonen dat het concordisme gevaarlijk is. Waarom? Omdat de koranische tekst misbruikt wordt. De Koran is geen natuurkundeboek. En de wetenschap wordt gepresenteerd zonder enige wetenschappelijke basis.' 'Geloof is een intieme zaak' Zelf is Charfi 'van cultuur moslim', zoals ze de vraag naar haar religie beantwoordt. 'Het geloof is een intieme zaak, een persoonlijke kwestie die ieders diepe geheim blijft.' In haar boek zet ze de Pakistaanse wetenschapper Abdus Salam in het zonnetje, in 1979 winnaar van de Nobelprijs voor natuurkunde. Zijn medeprijswinnaar Steven Weinberg was een uitgesproken atheïst. Toch kwamen beiden in hun onderzoek naar elementaire deeltjes tot hetzelfde resultaat. Dat bewijst, zei de moslim Salam, dat het geloof in onze wetenschappelijke activiteit geen enkele rol speelde. Charfi richt haar pijlen niet alleen op de islam. Andere religies met een absolute waarheidspretentie kampen in principe met hetzelfde probleem. Ze wijst op evangelische christenen in de VS die de evolutietheorie uit het onderwijs willen bannen. Op de propaganda in Europa voor het door haar verafschuwde intelligent design. Op de strapatsen van het Vaticaan. Op het obscurantisme waarmee menig Poolse katholiek is behept. Als tegenpool daarvan noemt ze abt Georges Lemaître (1894-1966), een Belgische kanunnik, tevens astronoom, wiskundige en natuurkundige, van 1960 tot 1966 voorzitter van de Pauselijke Academie voor de Wetenschappen. Lemaître is de grondlegger van de oerknaltheorie. 'Hij noemde dat de theorie van het 'primitief atoom'. Het woord 'primitief' kan godsdienstig worden uitgelegd. De toenmalige paus, Pius XII, zei: het is een theorie die au fond strookt met de geest van de kerk.' Lees het volledige interview met de Tunesische natuurkundige Faouzia Charfi in de weekendbijlag Vonk in de Volkskrant: 'In mijn boek toon ik aan hoe rampzalig de invloed is geweest van de islamisten op het onderwijs.' (Volkskrant) | |
ExperimentalFrentalMental | donderdag 31 oktober 2013 @ 10:07 |
28-10-2013 Psalm 91 verjoeg demonen Tot op de dag van vandaag gebruiken joden en christenen overal ter wereld de tekst van psalm 91 om kwade geesten en demonen af te weren. Gerrit Vreugdenhil onderzocht de historische context waarin dit oud-testamentische lied tot stand kwam, en waarom juist deze tekst al zo vroeg op amuletten en in magische teksten opdook. In Chili of andere christelijke, Zuid-Amerikaanse landen moet je niet vreemd opkijken als er een bij Psalm 91 opengeslagen Bijbel op het nachtkastje van een slaapkamer of bij een ziekenhuisbed ligt. Je ziet hem ook vaak hangen op kleine schilderijtjes bij de ingang van een huis of op voorwerpen van porselein in de vorm van een opengeslagen boek. Aramese magische schaal van terracotta uit de zesde eeuw v. Chr., gebruikt om demonen te vangen. In spiraalvorm staat de tekst van psalm 91. Blijkbaar wordt er aan psalm 91 een magische kracht toegekend die mensen beschermt tegen allerhande onheil, kwade geesten, demonen en ander gespuis. Al in de vroegste Joodse geschiedenis duikt de magische kracht van de tekst op. Psalm 91 is slechts één van de 150 liederen die in het oud-Testamentische boek Psalmen staat. Gerrit Vreugdenhil (UU) analyseerde het woordgebruik in deze psalm nauwkeurig en reconstrueerde hoe de oude Israëlieten ver voor Christus over demonen en geesten dachten. Hij ontdekte dat psalm 91 ooit specifiek als afweer tegen demonen moet zijn geschreven. In de belangrijkste brontekst, het Oude Testament, is weinig te vinden over hoe men in de tijd dat de psalmen tot stand kwamen dachten over geesten en demonen. Maar uit de meest recente archeologische opgravingen blijkt dat amuletten, sieraden met hangertjes, maar ook afbeeldingen van Egyptische goden als Horus en de dwerggod Bes veel gebruikt werden om kwade demonen af te wenden. In de wereld van het oude Israël waren demonen alom aanwezig. Psalmen 91 1 Wie in de beschutting van de Allerhoogste woont en overnacht in de schaduw van de Ontzagwekkende, 2 zegt tegen de HEER: ‘Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God, op u vertrouw ik.’ 3 Hij bevrijdt je uit het net van de vogelvanger en redt je van de dodelijke pest, 4 hij zal je beschermen met zijn vleugels, onder zijn wieken vind je een toevlucht, zijn trouw is een veilig schild. 5 De verschrikking van de nacht hoef je niet te vrezen, ook de pijl niet die overdag op je afvliegt, 6 noch de pest die rondwaart in het donker, noch de plaag die toeslaat midden op de dag. 7 Al vallen er duizend aan je linkerzijde en tienduizend aan je rechterhand, jou zal niets overkomen. 8 Open je ogen en zie hoe wie kwaad doen worden gestraft. 9 U bent mijn toevlucht, HEER. Als je mag wonen bij de Allerhoogste, 10 zal het kwaad je niet bereiken, geen plaag je tent ooit treffen. 11 Hij vertrouwt je toe aan zijn engelen, die over je waken waar je ook gaat. 12 Hun handen zullen je dragen, je voet zul je niet stoten aan een steen. 13 Leeuw en adder zul je vertrappen, roofdier en slang vermorzelen. 14 ‘Ik zal bevrijden wie mij liefheeft en beschermen wie met mijn naam vertrouwd is. 15 Roep je mij aan, ik geef antwoord, in de nood zal ik bij je zijn, je bevrijden en met roem overladen, 16 je overvloed geven van dagen. Ik zal je redding zijn.’ Vervolgens analyseerde Vreugdenhil de tekst van de psalm. De psalm veronderstelt dat ‘iemand’ bang is voor onheil, dat mogelijk van demonische origine is (‘De verschrikking van de nacht hoef je niet te vrezen, ook de pijl niet die overdag op je afvliegt’ Ps. 91,5)). Een angstige mens wordt toegesproken, maar door wie? Welke personages of actoren spelen in de psalm een rol? Wat gebeurt er met hen? Relief van de dwerggod Bes, die vanwege zijn groteske uiterlijk demonen en kwade geesten kon verjagen. RMO ‘Verschrikking van de nacht’ Er zijn vier actoren in de psalm; de angstige mens, de Joodse godheid jhwh, iemand die bevoegd is namens jhwh te spreken en een soort algemene toehoorder, aan wie het verhaal verteld wordt. De psalm spreekt verder niet van koning, tempels of het volk of andere thema’s uit de officiele religie van het volk Israël. Daarom werd de psalm waarschijnlijk buiten de officiele tempelcultus gebruikt, binnen familiekringen. Het grote aantal amuletten dat gevonden is op plaatsen van familiaire huiscultus laat zien dat men de bedreiging van (demonisch) onheil serieus nam. Bovendien blijkt uit de linguistische analyse van Vreugdenhil dat termen als ‘verschikking van de nacht’, ‘pijl’, ‘leeuw’ en ‘adder’ geassocieëerd werden met demonische machten. Vers 9a gaat over de macht van JHWH over de kwade machten van de wereld. Omdat er in de psalm een priester of vertegenwoordiger van jhwh spreekt is de psalm waarschijnlijk geschreven voor gevallen van ziektes en demonisch onheil die de kracht van de familiaire godsdienstbeleving te boven ging. De macht en bescherming van JHWH staat op de voorgrond. De psalm erkende dat er demonische machten in de wereld zijn, en is met dat idee in het achterhoofd geschreven. Maar deze demonen moeten het afleggen tegen de almachtige jhwh. Deze dubbele boodschap maakt dat psalm 91 van oudsher populair is voor het verjagen van kwade geesten. Gerrit Cornelis Vreugdenhil promoveerde op 22 oktober op zijn proefschrift ‘Onheil dat voorbijgaat. Psalm 91 en de (oudoosterse) bedreiging door demonen’ aan de Universiteit van Utrecht. (Kennislink) | |
Molurus | zondag 24 november 2013 @ 15:57 |
Crea's saboteren onderwijs in Texas In Texas is een strijd gaande tussen creationisten en mensen die wèl normaal kunnen nadenken. De inzet is het introduceren van nieuwe wetenschappelijke boeken in het klaslokaal. Deze boeken zouden dan onder andere over een bewezen feit als evolutie gaan. De crea’s proberen dit tegen te houden door te muggenziften over de inhoud van de studieboeken. Hoewel het gekozen lesmateriaal al door het halve land gebruikt wordt, weten de verdedigers van Gods woord toch de boel te saboteren. Zo maken ze zich ineens druk over de vraag hoelang de aarde erover deed om af te koelen, vlak na haar geboorte. Is dit 4 miljard jaar of 4, 2 miljard jaar? Ook maken ze zich erg druk over het verschijnsel evolutie. Evolutie is namelijk een nogal koud, chagrijnig selectieproces en de gelovige leden van de onderwijsraad missen hierin een creatieve goddelijke kracht. Door de onenigheid is de onderwijsraad gedwongen opnieuw over de geselecteerde boeken te gaan stemmen. Dit zou in januari plaats moeten gaan vinden. De beslissing over de boeken zal waarschijnlijk landelijke gevolgen hebben. Texas is namelijk nogal groot en heeft veel inwoners. Uitgevers zouden nog wel eens hun beleid kunnen aanpassen om zoveel mogelijk boeken te kunnen verkopen. | |
ExperimentalFrentalMental | dinsdag 26 november 2013 @ 08:42 |
18-11-2013 Manicheïsme was ‘christelijker’ dan gedacht Het Manicheïsme was een belangrijke stroming binnen het christendom die tot in de Middeleeuwen veel aanhangers had. Wat we ervan weten was altijd grotendeels gebaseerd op het werk van christelijke kerkvaders. Onderzoek van VU-promovendus Roland van Vliet geeft nieuwe inzichten in deze eeuwenoude religie. door Maarten Muns Afbeelding van Manicheïstische priesters aan een schrijftafel, Gaochang, west-China, negende eeuw. Het Manicheïsme werd gesticht door de Perzische profeet Mani (216-276). Het was een van de vele stromingen die in die tijd binnen het Christendom bestonden. Wat het aantrekkelijk maakte als opvolger voor de vele ‘heidense’ godsdiensten uit die periode, was dat het een samenvoeging was van allerlei kenmerken uit andere, succesvolle religies. Het Manicheïsme was dualistisch. Dat wil zeggen dat het een scherpe tegenstelling kende tussen goed en kwaad, tussen licht en duister, tussen ziel en materie. Mani hield zijn aanhangers onder andere voor dat zij door helder en rationeel te denken terug in het licht konden komen. Een belangrijk verschil tussen het Manicheïsme en het Christendom zoals dat zich in de late oudheid ontwikkelde, was de natuur van Jezus Christus. De Rooms-Katholieke kerkvader Augustinus, die zelf negen jaar lang manicheeër was, beschreef samen met andere auteurs de status van Jezus Christus in het Manicheïsme als ‘docetisch’: vanwege de Manicheïsche scheiding tussen ziel en materie, kon het ‘goddelijke lichtwezen’ Jezus onmogelijk echt als mens op aarde hebben rondgelopen. Omdat zowel Jezus als het verhaal van zijn kruisiging en wederopstanding in het Manicheïsme terugkomen, werd daarvoor de oplossing bedacht dat Jezus alleen geestelijk op aarde verscheen en ‘simuleerde’ mens te zijn. De goddelijke Jezus kan geen aards lijden ondergaan. Het lijden van Jezus is slechts schijn geweest, stelt Augustinus in zijn geschrift ‘Tegen Faustus’. Oudste afbeelding van Augustinus, Rome, zesde eeuw. Veel ‘christelijker’ De meeste kennis die we nu van het Manicheïsme hebben, is gebaseerd op deze Augustinus. Maar heeft de moderne wetenschap er niet meer over te zeggen? Promovendus Roland van Vliet onderzocht vele (vooral Koptische) manicheïsche geschriften en komt met maar liefst zestien argumenten waarom er in het Manicheïsme helemaal geen sprake was van zulk soort radicaal dualisme. In westerse bronnen, met name in de ‘Coptica’, staan verschillende passages waarin beschreven wordt hoe de Verlosser aan het kruis wel degelijk als mens geleden heeft. Ook in Manicheïsche teksten uit Perzië staat te lezen hoe Jezus als mens de kruisdood stierf. Hoe zijn deze bronnen nu te rijmen met het beeld dat Augustinus en andere grote christelijke schrijvers van het Manicheïsme geven? Hoe zagen Mani en zijn aanhangers Jezus nu werkelijk? Volgens Van Vliet ligt de sleutel daarvoor in een uitspraak van bisschop Faustus tegen Augustinus. Het cruciale moment voor Jezus’ menswording in het Manicheïsme is zijn doop in de rivier de Jordaan. Voor die doop was Christus puur goddelijk, niet de zoon van Maria, en maakte hij geen embryonale ontwikkeling door. Met de doop werden de goddelijke Christus en de historische Jezus één. Een mooi compromis tussen wel docetisme vóór de doop, en geen docetisme meer erna. Het Manicheïsme kent zowel een Vorst van het Licht als een Vorst der Duisternis. Maar evengoed is er volgens Van Vliet sprake van een impliciet monotheïsme: het idee dat er maar één werkelijke god bestaat. Dat maakt dat het Manicheïsme toch vooral een christelijke stroming is, en veel minder minder beïnvloed was door Perzië, waar Mani vandaan kwam. Roland van Vliet promoveert 27 november op zijn proefschrift ‘Gnostischer Adoptianismus in der manichaischen Christologie’ aan de Vrije Universtiteit. (Kennislink) | |
ExperimentalFrentalMental | maandag 9 december 2013 @ 09:38 |
07-12-2013 Kunstmatige intelligentie brengt de schrijvers van de Dode Zee-rollen tot leven De Dode Zee-rollen behoren tot de belangrijkste archeologische vondsten ooit en bieden een unieke kijk op het ontstaan van wat later de Bijbel is gaan heten. Ze zijn één van de weinige geschreven bronnen van de joodse cultuur van ruim tweeduizend jaar geleden. Alfa- en bèta-wetenschappers slaan nu de handen ineen om de Dode Zee-rollen en de cultuur waar zij uit voortkwamen nog beter te begrijpen. Grotten bij Qumran. Foto: Wikimedia Commons In de periode van 1947 tot 1956 werden in de grotten rond Qumran (Israël) meer dan 900 documenten ontdekt. Het verhaal gaat dat de eerste grot is ontdekt door bedoeïen. Een herder was op zoek naar zijn kudde en stuitte onverwachts op een grot. Nieuwsgierig wierp hij een steen naar binnen, niet wetende dat deze grotten al meer dan tweeduizend jaar een geheim bij zich droeg. “Ten tijde van de vondst was nog niet duidelijk hoe belangrijk de teksten eigenlijk waren,” vertelt Mladen Popović, directeur van het Qumran Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen in een interview met Scientias.nl. Popović is dé Dode Zee-rollenexpert in Nederland en doet onderzoek naar de vaak zwaar gehavende geschriften. Vroege Jodendom De eeuwenoude, wereldberoemde teksten zijn waarschijnlijk tijdens de Joodse opstand (66-70 na Christus) verstopt in grotten bij de nederzetting Qumran. “In die tijd werd het gebied rond Qumran, het oude Judea, overheerst door de Grieken en de Romeinen. Het was een tijd waarin het Jodendom heel erg versplinterd was. De zogenaamde sekten hadden allemaal een eigen kijk op het geloof. De schrijvers van de rollen waren geleerden die hun religieuze tradities koste wat het kost wilden voortzetten,” zegt Popović. Rond 66 tot 70 na Christus vond de Joodse opstand plaats. De opstand werd al snel neergeslagen door Romeinse legioenen waarbij ook Jeruzalem werd verwoest. Op de vlucht voor de Romeinen wisten de schrijvers de Dode Zee-rollen in veiligheid te brengen. Ze werden diep in de grotten bij Qumran verstopt en ze zijn van 68 tot aan 1947 voor de wereld verborgen gebleven. Tekstoverlevering van het Oude Testament Ongeveer 230 documenten worden aangeduid als de Dode Zee-rollen. Onder de rollen zijn gedeeltelijke of volledige exemplaren van elk boek in het Oude Testament (Eerste Testament, Tenach) gevonden. Na de vondst van de Dode Zee-rollen bleek dat er in de tweede en eerste eeuw voor Christus verschillende Hebreeuwse versies van het boek Jeremia in omloop waren. Er was een kortere versie waarin de volgorde van de hoofdstukken ook anders was en een langere versie. Het was een tijd waarin het Jodendom heel erg versplinterd was. De zogenaamde sekten hadden allemaal een eigen kijk op het geloof. Tussen de oudste volledige Hebreeuwse tekst (Masoretische tekst) van het Oude Testament uit de Middeleeuwen en het moment van ontstaan van de boeken van het Oude Testament ligt een groot gat. Men kan niet zomaar veronderstellen dat de tekst van het Oude Testament gedurende al die eeuwen geheel ongewijzigd is gebleven. Belangrijke aanwijzingen voor de tekst van het Oude Testament vinden we in de Dode Zee-rollen. “We hebben de Dode Zee-rollen en de tekst uit de Middeleeuwen met elkaar vergeleken. Dankzij de vondsten kunnen we de tekst van het Oude Testament zoals wij die kennen, herleiden tot in ieder geval de tweede eeuw voor Christus.” Maar de periode van de derde tot en met de eerste eeuw voor Christus biedt ook veel sporen van Hebreeuwse teksten die afwijken van de Masoretische tekst uit de tiende en elfde eeuw. Er waren meerdere tekstversies en tradities die in de loop van de tijd om welke reden dan ook de Middeleeuwen niet hebben bereikt. Psalmen. Foto: © Drents Museum. Het is de vraag of de mensen in het oude Judea de teksten zagen als een Bijbel zoals wij die kennen. “De teksten waren in die periode al wel erg belangrijk. Men gaat een tekst niet herschrijven, er commentaar op geven of er door geïnspireerd raken als de teksten niet belangrijk zouden zijn. De teksten uit de Bijbel waren al wel degelijk belangrijk, maar waren nog niet de Bijbel in katholieke zin. Maar al wel op weg daar naar toe,” aldus Popović. DE ESSENEN De meeste onderzoekers nemen aan dat de Essenen, een joodse religieuze partij rond het begin van de jaartelling, diegene waren die de teksten schreven. Volgens Popivic is die opvatting onjuist. “De teksten hebben wel kenmerken met hoe de Essenen werden beschreven, maar ook weer verschillen en dan is het de vraag of het wel om dezelfde groep gaat. Schrijvers de hand geven Wie schreven de teksten? Werkten er één of meerdere mensen aan een tekst? Hoe belangrijk was hun rol? Hebben we te maken met provinciaalse elites of hebben we te maken met geleerden uit de stadscultuur? “Feitelijk weten we niet wie de schrijvers zijn en we hebben geen idee hoeveel mensen met de teksten bezig zijn geweest. Alleen maar een paar losse gissingen. Nog nooit heeft er iemand serieus naar gekeken,” zegt Popović. Maar daar komt verandering in. In samenwerking met het Artificial Intelligence Institute van de Rijksuniversiteit in Groningen wil Popović met behulp van kunstmatige intelligentie de individuele hand herkennen van de mensen die tweeduizend jaar geleden de Dode Zee-rollen schreven en kopieerden. “Dit is spannender dan de Da Vinci Code. Met nieuwste technieken willen wij deze mensen letterlijk en figuurlijk een hand geven.” “DIT IS SPANNENDER DAN DE DA VINCI CODE” Traditioneel en digitaal Speciaal voor dit onderzoek is een uniek systeem ontwikkeld genaamd Monk. Monk moet leren letters, woorden en handschriften te herkennen. “Het systeem houdt rekening met hoe de inkt is neergeslagen, de houding van de schrijver en materiaal dat is gebruikt.” Hoe meer analyses, hoe efficiënter het systeem handschriften zal kunnen identificeren en letters zal kunnen herkennen die met het oog vrijwel onleesbaar zijn. “Veel van de handschriften van de Dode Zee-rollen zijn niet met een cursief handschrift geschreven maar met een formeel handschrift. Individuele schrijfkenmerken zijn veel subtieler en soms moeilijk te zien met het menselijke oog.” Juist hier komen de computers van pas. De minutieuze verschillen tussen de lettervormen geven de computer hints over de individuele hand van elke schrijver. “We krijgen niet miraculeus een antwoord uit de computer. Nadat de computer zijn werk heeft gedaan, is het de bedoeling dat wij de gegevens nog een keer bekijken en beoordelen.” Het crowdfunding-project ‘Wie schreven de Dode Zee-rollen’ staat nog in de kinderschoenen. Monk is nu bezig met een deel van de beroemde Dode Zee-rollen. “Het resultaat laat nog even op zich wachten. De verwachtingen zijn hoog en voor de collega’s van de bèta-wetenschappen is het een lastige klus,” benadrukt Popović. De specifieke kenmerken van de Dode Zee-rollen bieden technische uitdagingen. De resultaten van het onderzoek worden vastgelegd in een database die een belangrijke aanvulling biedt op de traditionele paleografische kennis. De verwachting is dat met zeer geavanceerde technieken voor patroonherkenning en beeldverwerking de individuele schrijvers van de teksten kunnen worden herkend. Met die kennis is het mogelijk de Dode Zee-rollen en de cultuur waar zij uit voortkwamen nog beter te begrijpen. (Scientias) | |
Perrin | woensdag 11 december 2013 @ 12:12 |
| |
Perrin | vrijdag 13 december 2013 @ 13:27 |
| |
Molurus | donderdag 19 december 2013 @ 17:29 |
God belief declining in the US. Goed nieuws zou je zeggen... tot je verder leest: 42% believe in ghosts. 36% believe in creationism. 36% believe in UFOs. 29% believe in astrology. 26% believe in witches. 24% believe in reincarnation. Holy fuck. | |
ExperimentalFrentalMental | zaterdag 28 december 2013 @ 02:53 |
Triest ja. Zijn er ook cijfers voor Nederland? Ik denk dat je je daarover zou verbazen | |
Molurus | zaterdag 28 december 2013 @ 10:52 |
Dit was een puur amerikaans onderzoek. Geen idee of een soortgelijk onderzoek is gedaan onder nederlanders. CBS heeft wel cijfers of religiositeit in het algemeen en per religie, maar niet per categorie onzin... zover ik weet. Maar ik weet bijna zeker dat die cijfers allemaal lager liggen in Nederland. | |
Perrin | donderdag 9 januari 2014 @ 10:27 |
| |
deelnemer | donderdag 9 januari 2014 @ 18:05 |
Veel van wat men retorica noemt, kun je in Wikipedia vinden onder de zoekterm "drogreden". Dat heeft allemaal betrekking op de strategie. Je ken het wel. In debating is men niet geinteresseerd in 'de waarheid' maar probeert men het debat te winnen. Iedere stelling is even verdedigbaar. Of je het debat wint wordt bepaald door je retorische kwaliteiten. Dit was de insteek van de Sofisten en dat stuitte Plato tegen de borst [ Bericht 48% gewijzigd door deelnemer op 09-01-2014 18:12:40 ] | |
ExperimentalFrentalMental | vrijdag 7 februari 2014 @ 19:17 |
07-02-2014 "De Bijbel is later geschreven en wemelt van de fouten" © afp. De Bijbel is historisch niet correct en bevat fouten. Dit betoogt geschiedkundige Juan Cole van de Universiteit van Michigan op zijn weblog Informed Comment, onder andere aan de hand van archeologisch onderzoek van de Universiteit van Tel Aviv naar... kamelen. De oudste hoofdstukken van de Bijbel beschrijven gebeurtenissen van duizenden jaren geleden, waarbij het bij de westerse bijbelgeleerden gemeengoed is om bijvoorbeeld Abraham in 2000 voor Christus te dateren. Die datering is gebaseerd op niets anders dan generaties naar achteren te tellen en elke generatie een arbitrair aantal jaren toe te kennen. Maar er zijn bewijzen dat het Heilige Boek later is geschreven en latere ontwikkelingen in een verder verleden projecteert, zegt Cole. Zo staat in de Bijbel dat in wat nu Israël is, kamelen vierduizend jaar geleden werden gedomesticeerd. Maar dat klopt niet, blijkt uit onderzoek van archeologen Lidar Sapir-Hen en Erez Ben-Yosef van de Universiteit van Tel Aviv. Zo zou de passage in Genesis waarbij Rebbekah bij het zien van Isaac van haar kameel afsteeg op 2026 voor Christus slaan, terwijl de archeologen pas bewijzen van domesticering van kamelen vanaf 930 tot 900 voor Christus vonden. David en Solomon Niet alleen inzake het berijden van kamelen zit de Bijbel fout, aldus Cole. Zo hadden David en Solomon in de jaren 1000 en 900 voor Christus geen enorm paleis in Jeruzalem. Want de Assyriërs, dé roddelaars van de Antieke Wereld die alles op hun kleitabletten neerschreven, wisten niets van een glorieus koningschap van David en Solomon in Jeruzalem. Bovendien was Jeruzalem in de tijd dat David volgens de Bijbel leefde, overwegend onbewoond. De stad is ook niet door de joden maar door de Kanaänieten gesticht. In de jaren 1000 en 900 voor Christus zullen wellicht enkel Kanaänieten de stad hebben bewoond. Als specialist in het Midden-Oosten filtert Cole een politieke boodschap uit zijn bevindingen: rechtse Israëlische politici die bijbelse verhalen als basis gebruiken om Palestijnen uit hun huizen in Oost-Jeruzalem te zetten, maken historische fouten, naast hun tekortkomingen met betrekking tot de mensenrechten. (HLN) | |
Molurus | maandag 31 maart 2014 @ 21:18 |
Nou... de heilige graal schijnt gevonden te zijn... dailymail.co.uk Met dank aan de FrontPage: De Heilige Graal is gevonden! | |
ExperimentalFrentalMental | woensdag 16 april 2014 @ 11:14 |
11-04-2014 ‘De mens zal zijn eigen evolutionaire opvolger scheppen’ Filosoof Jos de Mul over technologie, evolutie en de Homo sapiens 3.0 Mens en techniek staan centraal in de Maand van de Filosofie 2014. Filosofische antropoloog Jos de Mul schreef voor deze gelegenheid het essay Kunstmatig van Nature. Onderweg naar Homo Sapiens 3.0. Een filosofische zoektocht naar verleden en toekomst van de kunstmatige mens. door Maarten Muns Antropologisch filosoof Jos de Mul Bob Bronshoff Wat zouden we tegenwoordig nog zijn zonder smart phone en tablet? Langzaam worden we steeds afhankelijker van onze intuïtieve en gemakkelijk te gebruiken apps. Steeds meer defecte lichaamsdelen kunnen we vervangen en onderzoekers zetten nu al de eerste stappen om onze gedachten en dromen op een harde schijf vast te leggen. Dit soort ontwikkelingen, op het gebied van de robotica, neurowetenschappen en biotechnologie, dwingen ons om de vraag te stellen wat eigenlijk nog het verschil is tussen mens en robot. Kortom: machines worden steeds menselijker en de mens wordt steeds meer machine. Waar ligt de grens tussen beter maken en mensverbetering? Tussen natuurlijk en kunstmatig leven? Tussen evolutie en innovatie? In zijn essay Kunstmatig van nature. Onderweg naar Homo Sapiens 3.0. neemt filosoof Jos de Mul je mee op een filosofische zoektocht naar verleden en toekomst van de kunstmatige mens. Tegen de samensmelting van mens en techniek hoeft helemaal geen bezwaar te bestaan, zegt hij, mits we er verantwoordelijk mee omgaan. “Want in zekere zin is de mens altijd een cyborg geweest.” Bedoelt u daarmee dat mens en techniek altijd al versmolten zijn geweest? “Ik geef een voorbeeld: wanneer een paleontoloog bezig is met het opgraven van botjes en zich de vraag stelt of de resten die hij ontdekt van een vroege mensensoort (van het geslacht Homo [1]) afkomstig zijn of van een voorloper daarvan, dan is een van de criteria daarvoor het vinden van werktuigen. Werktuigen zijn blijkbaar definiërend voor de mens. En dat is eigenlijk heel merkwaardig, want we worden niet gedefinieerd aan de hand van wat we zijn, maar aan de hand van wat we maken, van onze technische en culturele supplementen.” “Anatomisch en genetisch gezien verschillen de vroege Homo sapiens (De Mul noemt hem Homo sapiens 1.0, red.) en de huidige ‘culturele’ mens (ondersoort Homo sapiens sapiens, die De Mul Homo sapiens 2.0 noemt, red.) maar heel weinig. Het is dus de vraag of je die twee op enkel biologische gronden wel twee verschillende soorten kan noemen. Maar dat gebeurt toch, en wel op basis van een aantal culturele kenmerken; bijvoorbeeld het bedrijven van landbouw en veeteelt in plaats van jagen/verzamelen.” “Een tweede cultureel kenmerk is externe symbolisering, uitingen zoals schrift of grotschilderingen. Sindsdien is onze evolutie in een stroomversnelling gekomen. Dat het zo snel gaat komt door onze cultuur. Natuurlijke selectie is in feite vervangen door kunstmatige selectie. Degenen die het best aangepast zijn om te overleven zijn degenen met de superieure technieken.” Wikimedia Commons Het onderzoek dat zich richt op het bouwen van ‘levende structuren’ uit ‘dode materie’ heeft een eigen themapagina op Kennislink: Leven bouwen uit moleculen. “Inderdaad. Maar de vraag ‘wat is de mens’ is breder, en is ook van belang. De mens bestaat uit drie bestanddelen: materie, leven en bewustzijn. Materie is het oudste, vervolgens krijg je levende materie en de ontwikkeling van het raadselachtige verschijnsel ‘bewustzijn’. In die lange evolutiegeschiedenis zie je verschillende tendensen steeds terugkomen. In het allereerste begin ontstonden sub-atomaire deeltjes. Die vormden atomen, die vormden moleculen, die vormden weer biologische moleculen, vervolgens ééncellige wezens, meercellige wezens, individuen, groepen en tenslotte hele samenlevingen. Met de komst van internet zijn we weer begonnen met een hoger niveau van zelforganisatie.” “Je ziet niet alleen dat elementaire processen bepalen hoe de organisatie werkt – zonder genen geen organisme – maar die organismen hebben ook weer invloed op de lagere, elementaire processen. Er speelt een feedbacksysteem. En op dezelfde manier zijn wij scheppers van cultuur en technologie, maar die ontwikkelingen gaan op den duur ook ons weer bepalen.” In de futuristische film ‘I Robot’ heeft de mens een androgyne robot geschapen die hem met allerlei klussen helpt. Maar er komt een moment dat de mens zijn creatie niet meer onder controle heeft. Dus eigenlijk is het best logisch dat technologie ons steeds meer gaat beïnvloeden? “Voor veel mensen is het iets heel nieuws, maar het past inderdaad in een hele lange ontwikkeling. Het laat ons inzien dat de versmelting van mens en technologie in zekere zin onvermijdelijk is: als de werkelijkheid complexer wordt, dan moet ook de aansturing complexer worden. In dat proces neemt de techniek de taal van de biologie deels over. In tegenstelling tot de meeste dieren hebben mensen ook bewustzijn ontwikkeld. Sindsdien zijn we ons bewust van ons eigen bestaan, maar ook van onze eigen tekortkomingen, zodat je een steen kan pakken wanneer je een noot niet zelf kunt kraken.” Het schrift volgde op de uitvinding van landbouw en handel. Dat maakte het nodig het geheugen uit te besteden, omdat de wereld steeds complexer werd. Zegt u dan ook dat er niets mis is, met die toenemende samensmelting van mens en techniek? “Aan de ene kant is er niets mis mee, want we doen dat al van meet af aan. Zonder schrift kunnen we niet goed meer functioneren. Geschreven tekst is weliswaar geen deel van ons biologische lichaam, maar wel een deel van ons geheugen en dus van ons cognitieve systeem.” “Schrift is een soort passief geheugen. Maar met computers en internet gaan we ook een deel van ons eigen denken uitbesteden. Een eenvoudige rekenmachine maar ook een zoekmachine als Google, doet een deel van ons denken voor ons. Zo lang we die ontwikkelingen zien als een verlengstuk van onze cognitie, is dat prima. Maar er zit ook een gevaarlijke kant aan: als deze systemen een eigen dynamiek krijgen en ons gaan bepalen, dan hebben we het niet meer helemaal in de hand. Economische en technologische systemen hebben allerlei negatieve bij-effecten, maar we zijn lang niet altijd bij machte om daar iets aan te doen. We moeten deze eigen dynamiek van technologie niet miskennen. Grote ontwikkelingen kunnen we niet altijd stoppen maar we kunnen gelukkig altijd wel bijsturen.” Je hoort soms wel dat zaken als sociale media en smart phones ons ‘mens zijn’ veranderen… “Ja dat is zeker zo, maar niet perse negatief. Plato was bijvoorbeeld tegen de invoering van het schrift, het nieuwe medium uit zijn tijd. Dialogen moeten levendig zijn, vond hij. Teksten zijn maar een dode letter. Schijnkennis, geen echte kennis. Hij had natuurlijk een punt: in een orale cultuur kunnen we veel beter dingen onthouden dan in een schriftcultuur. Aan de andere kant is er juist door het schrift een heel andere manier van denken ontstaan, lange lijnen en abstract redeneren ging toen veel beter. Nu zeggen critici dat onze parate kennis door internet ten gronde gaat. Maar aan de andere kant heb je daar ook veel minder aan. Het is nu belangrijk om goed je weg te kunnen vinden in alle beschikbare informatie, aangezien die voortdurend verandert.” De mens is de eerste soort die in staat is zijn eigen evolutionaire opvolgers, de – Homo sapiens 3.0 – te scheppen, schrijft u. “Ja, door middel van genetica, elektronische implantaten en robotica zijn wij, de homo sapiens 2.0, daar nu mee bezig. We zijn inderdaad bezig onszelf te transformeren. Op het gebied van genetica zijn we daar, onder andere door negatieve historische associaties zoals de genetische experimenten van de nazi’s om een ‘superras’ te creëren, nog aarzelende over. En het is ook gewoon heel complex, en we weten nog lang niet precies hoe alle knoppen werken, laat staan dat we de mogelijke negatieve neveneffecten volledig kunnen overzien.” Een mens, maar met allerlei technologische hulpmiddelen. Misschien ziet de Homo sapiens 3.0 er zo uit? En hoe zal de Homo sapiens 3.0 eruit zien? “Er zijn verschillende scenario’s denkbaar. Ten eerste het extra-humane (‘het menselijk lichaam aanvullende’) project van de medische- en neurowetenschappen. Dan houd je hetzelfde lichaam, maar met technische supplementen. Daar zijn we nu al mee bezig, denk aan de pacemaker of aan een kunstheup. Maar er wordt ook gedacht aan mensverbetering. Het kunnen zien van infraroodlicht bijvoorbeeld. Dat is best mogelijk, sensoren die dat op kunnen vangen te koppelen aan ons zichtvermogen.” “Een tweede scenario is de trans-humane (‘voorbij aan het humane’) weg van de genetica. Door genetisch te sleutelen zijn we op een gegeven moment niet meer biologisch dezelfde soort. Daar zijn allerlei specifieke gevaren aan verbonden. Misschien krijg je geen genetic divide van twee mensenssoorten op aarde: de rijken, die het zich kunnen veroorloven genetisch aan zichzelf te sleutelen, en armere mensen die dat niet kunnen en daardoor op afstand raken. Ook nu al vergroot modificatie de kloof tussen rijk en arm, doordat natuurproducten uit armere gebieden, rubber bijvoorbeeld, synthetisch gemaakt worden in het rijke westen.” “Tenslotte is er de robotica. In dat scenario komt onze opvolger niet meer voort uit ons lichaam. Hij is enkel techniek. Die komt niet voort uit ons lichaam, maar uit onze geest. Je zou dat de ultieme masculiene droom kunnen noemen. Op die manier kunnen mannen ook kinderen krijgen. Geesteskinderen althans.” Ben je een cyborg als je een pacemaker hebt? Of is het apparaat slechts een onschuldig hulpmiddel? En die drie ontwikkelingen samen vormen uiteindelijk de Homo sapiens 3.0? “In de evolutie zie je heel vaak dat er een hele explosie van concurrerende soorten ontstaat, maar dat er uiteindelijk slechts één overleeft. Je kunt je voorstellen dat dat nu ook gebeurt. Ze worden allemaal gecreëerd door ons, langs genetische weg, langs organische weg of via de robotica, maar het is goed mogelijk dat er maar één type van deze nieuwe mensen overleeft. Eigenlijk op dezelfde manier als dat mensen nu al allerlei genetisch aangepaste plantensoorten creëren. En die overleven ook niet allemaal, alleen de sterkste.” Dus we spreken over een moment in de verre toekomst dat de mens zoals wij die nu zijn niet meer bestaat? “Ja, of misschien zoals apen nu ook nog bestaan. Ik hoop in ieder geval dat onze opvolgers iets humaner met ons omgaan dan wij met de apen. Door ons bewustzijn zijn wij ons bewust van onze sterfelijkheid. Door al deze nieuwe technologieën worden wij ons ook bewust van onze _uit_sterfelijkheid. We worden ons ervan bewust dat onze soort ook uitsterft. En dat is best een spooky idee. Aan de andere kant, wij zijn enkele seconden voor twaalf uur op het wereldtoneel verschenen. Er zijn miljarden soorten voor ons gegaan en die zijn ook allemaal verdwenen. Het zou dus best naïef zijn om te denken dat wij eeuwig zouden bestaan. Maar wij zijn dus wel de eerste die onze evolutionaire opvolgers gaan creëren.” Wanneer is het zover? Wanneer houdt de mens op mens te zijn? “Denk eens aan mieren of honingbijen. Eén bij is eigenlijk geen bij, wordt wel gezegd. Ze kunnen niet functioneren zonder organisatie met een bijenkoningin. De hele zwerm bijen vormt het organisme, niet één bij. Dat wordt wel aangeduid met de term ‘zwermgeest’. Door internet krijg je ook een soort zwermgeest. Denk bijvoorbeeld aan een project als Wikipedia. De kracht daarvan ligt in het collectief, niet bij een individu. Ik kan me voorstellen dat er een soort levensvorm gaat ontstaan waarin wij door internet of misschien wel door fysieke brein-connecties één organisme gaan vormen.” “De stap van Homo sapiens 2.0 naar 3.0 gaat geleidelijk, maar juist door alle technologie gaat de evolutie wel steeds sneller. Een wetenschapper als Miguel Nicolelis is nu al bezig met apenhersenen fysiek aan elkaar te koppelen om ze samen complexere problemen te laten oplossen. Op dezelfde manier als bij mieren en bijen ontstaat er misschien zo wel een superorganisme. En misschien is dat wel nodig om de toenemende complexiteit van de wereld aan te kunnen.” April filosofiemaand Voor de Maand van de Filosofie schreef Jos de Mul het essay Kunstmatig van Nature. Onderweg naar Homo Sapiens 3.0. Het is te koop bij de boekhandel voor ¤4,95 (Kennislink) | |
Molurus | vrijdag 25 juli 2014 @ 19:47 |
Extremists destroy Jonah's tomb, officials say (CNN) -- If you blink during the video, you might miss the moment an explosion destroys what is said to have been the tomb of Jonah, a key figure in Christianity, Judaism and Islam. The first few frames show the revered shrine towering over its landscape. Then comes a sudden burst of dust, fire and smoke. Then, nothing. Militants with the Islamic State in Iraq and Syria, or ISIS, planted explosives around the tomb and detonated them remotely Thursday, civil defense officials there told CNN. The holy site is said to be the burial place of the prophet Jonah, who was swallowed by a whale or great fish in the Islamic and Judeo-Christian traditions. http://edition.cnn.com/2014/07/24/world/iraq-violence/ Moderne versie van de beeldenstorm. | |
ExperimentalFrentalMental | dinsdag 9 september 2014 @ 08:07 |
08-09-2014 Eén van de eerste christelijke talismannen ontdekt Wetenschappers hebben in de bibliotheek van de University of Manchester één van de oudste christelijke talismannen teruggevonden. Het gaat om een 1500 jaar oud stukje papyrus waarop onder meer verwezen wordt naar het laatste avondmaal. Onderzoeker Roberta Mazza dook in de archieven van de University of Manchester John Rylands Library. In die archieven bevinden zich duizenden (fragmenten van) ongepubliceerde historische documenten. Tussen al die documenten ontdekte Mazza de talisman: een stukje papier met daarop stukjes uit de Bijbel. Bescherming De talisman is zo’n 1500 jaar oud en verwijst behalve naar het laatste avondmaal ook naar de manna die de Israëlieten vanuit de hemel ontvingen (een verhaal uit het Oude Testament). Volgens Mazza droeg de persoon aan wie dit stukje papyrus toebehoorde het bij zich in de veronderstelling dat het hem beschermen zou. Egyptenaren Een religieuze tekst als bescherming tegen het kwaad: het was niet het idee van de christenen. De oude Egyptenaren deden het lang daarvoor al. Op hun stukjes papier stonden echter gebeden aan de goden. De christenen vervingen die gebeden door stukjes uit de Bijbel. De in de Engelse bibliotheek aangetroffen talisman gaat de boeken in als één van de oudste christelijke talismannen die tot op heden is teruggevonden. “Tot op de dag van vandaag gebruiken christenen passages uit de Bijbel ter bescherming, dus dit is het begin van een belangrijke trend binnen het christendom,” stelt Mazza. “TOT OP DE DAG VAN VANDAAG GEBRUIKEN CHRISTENEN PASSAGES UIT DE BIJBEL TER BESCHERMING, DUS DIT IS HET BEGIN VAN EEN BELANGRIJKE TREND BINNEN HET CHRISTENDOM” Gerecycled De onderzoeker bestudeerde de talisman uitgebreid en ontdekte dat de teksten op een gerecycled stukje papier zijn geschreven. Op de achterkant zijn heel vaag nog enkele woorden te lezen die suggereren dat het stukje papier eigenlijk dienst deed als bewijsje dat de eigenaar van het stukje papier belasting had betaald over zijn graan. “De maker van het amulet heeft een stukje uit het ontvangstbewijs gesneden, de tekst op de andere kant geschreven, het papiertje gevouwen en in een medaillon of pendant gestopt. Eigenaar Aan wie de talisman precies toebehoorde, is onduidelijk. Wel weten we – dankzij de achterzijde van het stukje papier – dat de eigenaar de woorden in Egypte optekende, in wat nu el-Ashmunein is. Waarschijnlijk was hij geen priester of edelman. “De maker van het amulet kende duidelijk de Bijbel, maar maakte veel fouten, sommige woorden zijn verkeerd gespeld en anderen bevinden zich in de verkeerde volgorde. Dat suggereert dat hij het vanuit zijn hart schreef in plaats van dat hij het overnam uit een bijbel.” De ontdekking is van grote waarde. “Het is heel opwindend. Dankzij deze ontdekking weten we nu dat de bijbelkennis in het zesde eeuwse Egypte veel groter was dan we voorheen dachten.” (scientias.nl) | |
ExperimentalFrentalMental | woensdag 15 oktober 2014 @ 12:08 |
13-10-2014 René Descartes had tumor Vandaag in 't kort: René Descartes had een tumor in zijn hoofd, er is een mozaïekvloer in Griekenland gevonden, exotische slakken in de Oosterschelde en nieuwe supergladde coating. © VisualForensic: Philippe Froesch/Isabelle Huynh-Charlier De zeventiende-eeuwse filosoof René Descartes (1596-1650) had een flinke (goedaardige) tumor in zijn hoofd. Franse onderzoekers legden zijn schedel, die wordt bewaard in het Parijse Muséum national d’histoire naturelle, in een CT-scanner en vonden in de neusholte een verdikking van 3 bij 1.8 centimeter. Of de grondlegger van de moderne filosofie in zijn leven last had van de tumor is niet goed te zeggen. Veel voorkomende symptomen zijn onder andere hoofdpijn, een verstopte neus en verminderde reukzin, maar in biografieën van de Franse denker worden zulke aandoeningen niet genoemd. Het is bekend dat Descartes migraine had (en daarbij zelfs hallicuneerde), maar dat kan niet aan het gezwel toegeschreven worden. Ook zijn relatief vroege dood heeft zeer waarschijnlijk niets met de aandoening te maken. In Noord-Griekenland is een mozaïekvloer gevonden in een eeuwenoude graftombe. Het kunstwerk meet 3 bij 4,5 meter en bestaat uit blauwe, zwarte, witte en goudkleurige steentjes. In het midden is een grote beschadiging, maar die kan volgens de archeologen worden opgevuld met steentjes die bij het mozaïek zijn gevonden. Het werk stamt uit de vierde eeuw voor Christus en beeldt de boodschapper-god Hermes af, die een man achter een span paarden begeleidt. De man zou Philippus II kunnen zijn, de vader van Alexander de Grote. Het graf behoort waarschijnlijk aan een familielid van Alexander, of een hoge generaal. Foto: stichting Anemoon De Oosterschelde heeft er een nieuwe bewoner bij: Aeolidiella sanguinea. De ‘verborgen vlokslak’, zoals het beestje in het Nederlands genoemd wordt, is een naaktzeeslak die nog niet eerder is waargenomen in de Zeeuwse wateren. Het is herkenbaar aan uitsteeksels op het lijf en de specifieke vorm van het eisnoer dat de slak afzet. De nieuwe slakkensoort is op eigen kracht van de West-Europese kust, via de Noordzee, de Oosterschelde binnengekomen. Het is in Nederland dus een exoot: een diersoort die oorspronkelijk niet hier voorkomt. Het zal bij de slak niet direct zo’n vaart lopen, maar het komt vaak voor dat zulke invasieve soorten de biodiversiteit van een gebied ernstig aantasten. In Groot-Brittannië wordt er bijvoorbeeld gevreesd voor een ‘Invasional meltdown’, vanwege oprukkende 'killer shrimps' (Dikerogammarus villosus) en Nederlandse mossels die de lokale soorten kunnen domineren. Er is een nieuwe supergladde coating ontwikkeld, die zowel bloed- als bacterie-afstotend is. Het spul is bedoeld om medische apparatuur schoon te houden, en is zó glad dat zelfs gekko's er geen grip op hebben. (npowetenschap.nl) | |
ExperimentalFrentalMental | vrijdag 17 oktober 2014 @ 12:18 |
16-10-2014 Bijbelrol bevat oudste officiële Bijbeltekst Een Hebreeuwse Bijbelrol die al zeven jaar te zien is in het Israël-museum in Jeruzalem, is het oudste handschrift met de officiële tekst van een deel van de Bijbel. Foto: Thinkstock Dat heeft Paul Sanders ontdekt, die als oudtestamenticus is verbonden aan de Protestantse Theologische Universiteit in Amsterdam. De rol bevat grote stukken uit Exodus, het tweede boek van het Oude Testament. Sanders kwam het zogeheten Ashkar-Gilson-handschift op het spoor via de website van het museum. Hij raakte geïnteresseerd, toen hij las dat de rol al in de 7e of 8e eeuw na Christus is geschreven. Tot nu toe moesten Bijbelonderzoekers het doen met handschriften die uit de 10e eeuw of later stammen. Sanders belde naar het museum en toen hij hoorde dat nog niemand over de rol had geschreven, ging hij aan de slag. Details De oud-testamenticus is tot de conclusie gekomen dat de schrijvers die later de Hebreeuwse tekst van de Bijbel keer op keer overschreven, vermoedelijk van de Bijbelrol gebruik hebben gemaakt. Het blijkt namelijk dat unieke details in de rol precies zo in latere handschriften voorkomen. Sanders heeft zijn bevindingen gepubliceerd in het gerenommeerde online tijdschrift Journal of Hebrew Scriptures. Door: ANP (nu.nl) | |
Perrin | maandag 3 november 2014 @ 14:45 |
Randje R&P, wel. | |
ExperimentalFrentalMental | woensdag 19 november 2014 @ 09:09 |
18-11-2014 Computermodel voorspelt strenge goden In culturen die moeten overleven in een ruig klimaat waar het moeilijk is om aan voedsel te komen, geloven mensen in strengere, persoonlijke goden. Dat is een verschijnsel dat religiewetenschappers al lang kenden, maar nu is het ook nog eens bevestigd door… een computermodel. door Maarten Muns ‘JHWH’, de god van het Jodendom, is een van de oudste en strengste goden ter wereld. wikimedia commons In de loop van de geschiedenis hebben mensen uiteenlopende soorten goden vereerd. Als je dat van een flinke afstand bekijkt zijn die goden in twee categorieën in te delen. Aan de ene kant staan afstandelijke goden, die de wereld geschapen hebben maar zich er verder niet meer mee bemoeien. Ze oordelen niet en houden zich nauwelijks met het leven van mensen bezig. Natuurgoden uit Afrika bijvoorbeeld. Aan de andere kant bestaan goden die de wereld geschapen hebben en zich er regelmatig tegenaan bemoeien. Deze andere soort zijn strenge, persoonlijke goden. Mensen zijn aan hen verantwoording schuldig en met mensen die zich niet aan bepaalde regels houden kan het wel eens verkeerd aflopen. Een voorbeeld is de god van het Jodendom of bepaalde godsopvattingen binnen het christendom. Binnen deze twee extremen bestaan uiteraard heel veel tussenvormen. Waar komen al die verschillende soorten goden vandaan? Waarom vereert de ene cultuur een strenge, persoonlijke god vereert en ziet de andere meer in een afstandelijke natuurgod? Dat is een discussie waar religiewetenschappers zich mee bezig houden. Dat strenge, persoonlijke goden vaker opduiken in samenlevingen die een hogere mate van politieke hiërarchie en sociale complexiteit hebben is al langer bekend. Een complexe samenleving heeft immers regels nodig, en het geloof in een strenge god die toeziet op die regels is een goed bindmiddel voor zo’n samenleving. Onvriendelijke omgeving Maar hoe zit het met ecologische factoren? Een ruiger klimaat leidt immers sneller tot complexe organisatie. Zou er dan ook een verband zijn tussen klimaat en godsbeleving? Het ligt voor de hand, maar is moeilijk aan te tonen. Om dat toch uit te zoeken maakten Amerikaanse evolutionair biologen een computerprogramma. Daarmee brachten ze de factoren in kaart die invloed hebben op de keuze voor een strenge dan wel afstandelijke god. De resultaten beschreven ze in wetenschappelijk tijdschrift PNAS. In de uitkomst van het computermodel zijn de blauwe stipjes samenlevingen die een strenge, wetgevende god kennen. De rode stipjes kennen die niet. Op de onderliggende kaart zijn ecologische gegevens verwerkt. Wetgevende goden kwamen meer voor op plaatsen waar van nature minder ecologische variatie voorkomt (hoe grijzer het gebied, hoe meer ecologische variatie). PNAS De Amerikanen onderzochten de godsbeleving van groot aantal (historische) samenlevingen wereldwijd en vergeleken dat met gegevens over zaken als klimaat, temeratuurvariaties, aanwezigheid van wilde dieren en de beschikbaarheid van voedsel. Er bleek, zoals verwacht, inderdaad een sterk verband te zijn tussen de aanwezigheid van een strenge godheid en politieke complexiteit. Ook was volgens het computermodel de kans op een strenge god groter in samenlevingen die minder toegang tot water en voedsel hebben en in samenlevingen die in een veranderlijk en ruig klimaat leefden. De invloed van verschillende factoren werd zo duidelijk. Er lijkt een duidelijk verband uit het model te komen: In een ruig klimaat ontstaan strenge goden. Het model kon het soort god dat ergens zou ontstaan met 91% zekerheid voorspellen. Een gedeeld geloof in een persoonlijke god kan helpen angst weg te nemen en zodoende een samenleving beter in staat stellen te overleven in een gevaarlijke en onvriendelijke omgeving. Het is voor het eerst dat een verband tussen ecologie en religie op deze manier aangetoond is. Laten complexe historische en culturele ontwikkelingen zich echt op deze manier verklaren? Niet volledig, want elke situatie is uniek en moet afzonderlijk onderzocht worden om per geval iets zinnigs te kunnen zeggen. Maar computermodellen kunnen geesteswetenschappers wel helpen met overzicht krijgen in moeilijke culturele en historische vraagstukken. (Kennislink) | |
ExperimentalFrentalMental | dinsdag 2 december 2014 @ 18:20 |
02-12-2014 Inzicht in Jezus en andere obscure joodse sektes Het boek ‘Israël Verdeeld’ van de eigenzinnige oudheidkundige Jona Lendering is een complexe, maar toch lovenswaardige geschiedenis van de gedeelde oorsprong van twee wereldreligies. Duidelijk wordt in ieder geval dat kerken het geloof in Jezus verkondigen, en zeker niet het geloof van Jezus. door Maarten Muns Athenaeum-Polak & Van Gennep Ondanks dat de kerk ons graag anders doet geloven, is het beslissende moment in de ontstaansgeschiedenis van het christendom niet de geboorte van Jezus. Ook niet zijn kruisiging of wederopstanding. Het beslissende historische moment was het jaar 70 na het begin van onze jaartelling, toen Romeinse legers na een langdurige en bloedige oorlog de joodse tempel in Jeruzalem vernietigden. Op dat moment kwam het oude tempel-jodendom ten einde. Het rabbijnse jodendom ontstond, zoals we dat anno nu kennen. De vernietiging van de tempel was ook de aanleiding voor de veelal joodse volgelingen van Jezus van Nazareth om zich als aparte religie te organiseren. Na dat noodlottige jaar 70 n. Chr. groeiden het jonge christendom en het nieuwe rabbijnse jodendom spoedig uit elkaar. Maar de religies hebben een gedeeld verleden. En het is precies dit gezamenlijke verleden waar oudheidkundige Jona Lendering zich op richt in zijn boek Israël Verdeeld. Hij bespreekt de periode van grofweg 180 v. Chr. tot 70 n. Chr., toen er een heel ander jodendom bestond dan nu. Het offeren van dieren in de tempel stond daarin nog centraal. Er was nog geen vaststaande verzameling religieuze teksten, en geen religieuze autoriteit. Dientengevolge waren allerlei stromingen en sektes met elkaar in discussie over ‘halachische vraagstukken’: hoe te leven volgens de wetten van God? Lendering bespreekt een belangrijke, maar nevelige periode, die veel méér is dan een voorbode van Jezus en het christendom. ‘Kwakhistorici’ vs goede historici Jona Lendering is erop gebrand de methode uit te leggen die oudheidkundigen gebruiken. Dit onderscheidt echte oudhistorici volgens hem van ‘kwakhistorici’, en weerlegt de bergen onzin over de oudheid die vooral op internet te vinden is. De materie is complex en omdat Lendering weigert zaken sensationeler te maken dan ze in werkelijkheid zijn, is zijn boek niet altijd even toegankelijk. Lendering is daar open over. “Als u een page turner zoekt, is dit niet uw boek”, waarschuwt hij vooraf. Het vergt inderdaad wat inspanning om Israël Verdeeld te lezen. De eerste hoofdstukken, die vooral over de politieke ontwikkelingen gaan, zijn – om eerlijk te zijn – gortdroog. Maar wel van belang: sinds de Makkabeeën het koninkrijk Judea aan het Seleucidische Rijk ontworstelden raakten het land en de religie langzaam verdeeld. Het ambt van hogepriester raakte gecorrumpeerd. Op het moment dat de Romeinen het land in 67 v. Chr. annexeerden was elke politieke eenheid ver te zoeken. Bij veel joden leefde de hoop op een messias die eenheid zou brengen, bij anderen het geloof in de eindtijd: God zou de wereld spoedig ten onder doen gaan. Veel van wat we weten over het voor-Christelijke jodendom komt uit de Dode Zee-rollen, die in 1947 gevonden werden in Qumran, bij de Dode Zee in Israël. Interessanter wordt het boek wanneer Lendering de religieuze diversiteit in die periode blootlegt en we mogen lezen over obscure sektes als farizeeën, essenen, sadducenen en een nationalistisch-achtige ‘vierde filosofie’. Ze worden beschreven door de Romeinse historicus Flavius Josephus (een van de favoriete bronnen van Lendering) die ze vergelijkt met Griekse filosofische stromingen. Een misleidende vergelijking volgens Lendering, maar wat deze sektes wel precies behelsden blijft schimmig. Oudheidkundigen weten het gewoon niet precies. De fragmentarische bronnen, zoals de beroemde Dode Zee-rollen geven hier en daar een klein inkijkje, maar veel blijft onduidelijk en speculatief. Het is nauwelijks een kritiek te noemen; Israël Verdeeld is niet een boek dat vertelt ‘hoe het zit’, maar eerder een boek dat beschrijft hoe oudheidkundigen op basis van kleine stukjes bewijs een verloren wereld proberen te reconstrueren. ‘De Weg’ Dan de hamvraag: hoe moeten we Jezus van Nazareth plaatsen in deze op alle mogelijke manieren verdeelde, joodse wereld? Hij was een gelover en aankondiger van de eindtijd, zoveel is zeker. Verder was Jezus ‘halfgeschoold en afkomstig uit een provinciestadje, en vertegenwoordigde hij een ander type autoriteit dan de Schriftgeleerden. Hij stond dichter bij de chakram, bij mannen als Honi de Cirkeltrekker, diens zonen en Hanina ben Dosa: mensen die een zo persoonlijke band met God hadden dat ze konden gelden als zijn zonen.’ Het teruggrijpen op vele eerder aangehaalde figuren is kenmerkend voor Lenderings nogal academische stijl (en Honi de Cirkeltrekker is een naam die je dan best weer even in de appendix mag opzoeken) Jezus verkondigde de eindtijd, de ondergang van de huidige orde en de komst van een nieuw koninkrijk, dat van God, waarin ook plaats was voor niet-joden. Een visie die recht tegen elke gevestigde autoriteit inging. Maar hij was tegelijk ook een jood, die zich bezig hield met ‘halacha’: hoe te leven volgens de joodse wet. Lendering probeert het allemaal zo goed mogelijk uit te leggen, hoe moeilijk het allemaal met onze moderne, westerse blik soms te begrijpen is. De Vernietiging van de tempel in Jeruzalem, schilderij van Francesco Hayez, Italië, 1867. Jodenbelasting Duidelijk is in ieder geval volgens Lendering dat de kerken het geloof in Jezus zijn gaan prediken, en zeker niet het geloof van Jezus. In de verwoesting van de tempel in 70 na Chr. zagen veel van Jezus’ joodse volgelingen een vervulling van zijn profetie, namelijk de ondergang van de wereld. Voor de volgelingen van Jezus waren de machtsaanspraken van het nieuwe Rabbijnse jodendom onaanvaardbaar. Synagogen begonnen de Jezusbeweging uit te sluiten. De Romeinen voerden na de tempelvernietiging voor straf een extra jodenbelasting in (Fiscus Iudaicus) die alle joden moesten afdragen maar waarvan aanhangers van ‘De Weg’ (de Jezusbeweging) vrijgesteld waren. Paulus het geloof in Jezus en de verlossing die het zou brengen open voor niet-joden. Ergens in de derde of vierde eeuw was de breuk totaal, maar de aandacht die Lendering aan de gebeurtenissen van na 70 besteedt is helaas wat summier. Hoewel Israël Verdeeld erg gedetailleerd is, blijf je als lezer met een hoop vraagtekens achter. Lendering vertelt hoe rijk en divers het voor-christelijke jodendom is, maar geeft tegelijk aan dat oudheidkunde vaak alles behalve sensationeel is. Maar voor mensen die enigszins geïnteresseerd zijn in het onderwerp is het boek – ondanks Lenderings waarschuwing vooraf – wel degelijk een page turner, omdat het eindelijk inzicht geeft in wat we wel en vooral ook wat we allemaal niet weten. Deze recensie verscheen eerder op de website van Athenaeum (Kennislink.nl) | |
deelnemer | zondag 14 december 2014 @ 17:53 |
A New Physics Theory of Life | |
Kijkertje | dinsdag 3 februari 2015 @ 14:00 |
VATICAN OBSERVATORY WHERE PRIESTS ARE ALSO ASTROPHYSICISTS 3 February 2015 Last updated at 03:41 GMT The desert landscape in America's South West is literally awe-inspiring - the scale, the beauty and the sheer emptiness has always made humans question their place in the Universe. That is particularly true at night when the sky, unpolluted by man-made light sources, is filled with stars. It is no surprise, then, that the mountains in Arizona are home to many observatories where scientists from all over the world come to study the cosmos. What is less well known, is that the Vatican has long had its own observatory here too. BBC Pop Up's Matt Danzico met two of the Jesuit priests who are also astrophysicists to find out more about this unexpected convergence of religion and science. You can find out all about the aims of the Pop Up project and see all the videos from the first four months. Check out Pop Up's behind-the-scenes blog to see how to get involved. http://www.bbc.com/news/magazine-31051635 | |
ExperimentalFrentalMental | donderdag 9 april 2015 @ 08:44 |
08-04-2015 "Jezus lag met vrouw en zoon begraven in Jeruzalem" Na ruim 150 chemische tests weet geoloog Arye Shimron het bijna zeker: Jezus van Nazareth is na Pasen niet opgestaan uit zijn graf en later ten hemel gevaren. Nee, Jezus lag begraven in het graf van Talpiot in het zuidoosten van Jeruzalem. Bovendien lag hij daar niet alleen. Hij was getrouwd met Maria en had een zoon, Judas. Ook zij lagen in het graf. Dr. Arye Shimron © Screenshot NBC News. Een fragment uit de documentaire Het Verloren Graf van Jezus © Screenshot YouTube. De beweringen van de Israëlische geoloog werden deze week opgetekend in 'The New York Times' en 'The Jerusalem Post'. Ze vormen een nieuwe episode in een discussie die al zo'n 35 jaar duurt. Jezus, zoon van Jozef Al in 1980 werd in Talpiot een familiegraf gevonden, met daarin tien ossuaria. In de kalkstenen grafkisten zaten de overblijfselen van tien personen, hun namen waren in het Aramees in het kalk gekrast. Het gaat om 'Jezus, zoon van Jozef', 'Mariamme e mara' (zijn vrouw Maria), en 'Judas, zoon van Jezus'. Ook lagen er een Maria (zijn moeder), Mattheüs, Jozef (een broer), en Yose (een naam die in het Nieuwe Testament wordt gelinkt aan een andere broer van Jezus). Dat in die tijd oude graven werden gevonden, was niet vreemd. In Jeruzalem werd in die jaren veel gebouwd. Honderden graven uit de tijd van Jezus kwamen aan de oppervlakte tijdens de vele graafwerkzaamheden. Ook het feit dat in het graf de namen werden gevonden van Bijbelse figuren hoefde niet te verbazen. "Normale namen" Statistici van de universiteit van Toronto berekenden dat in de tijd van Jezus en zijn aanhang ongeveer 8 procent van de mensen in die streek zo'n naam had. "Jezus was een normale naam in die tijd, net zoals Hans en Peter dat nu zijn. En Maria was dat ook", zegt Lucas Petit, een Nederlandse conservator van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Maar dat al die namen op deze manier werden teruggevonden binnen één familie, was volgens Shimron wel opvallend. Hij kreeg daarbij steun van Simcha Jacobovici, een Canadese documentairemaker met Israëlische roots. Mogelijk ging het hier om het familiegraf van Jezus van Nazareth? Het Verloren Graf In 2007 toonde Jacobovici zijn documentaire 'Het Verloren Graf van Jezus' op Discovery Channel. Daarin werd ook gemeld dat Jezus was getrouwd met Maria Magdalena. Critici meldden dat Shimron en zijn metgezel te snel conclusies trokken. Dat zouden ze vooral doen om reclame te maken voor de film. Ook Petit denkt er overigens zo over. "Ze hebben dat toen slim aangepakt in de aanloop naar die film." Ook het verhaal in de documentaire is volgens hem gekunsteld. "Er worden bepaalde zaken uitgelicht en andere bewust weggelaten." Bekijk de trailer hieronder. http://static1.hln.be/sta(...)/media_l_7620017.jpg Het gesteente van de ossuaria uit het familiegraf werden onderzocht in een laboratorium © Screenshot NBC News. Een van de ossuaria uit het mogelijke familiegraf van Jezus van Nazareth © Screenshot NBC News. Jacobus, broer van Jezus Tegenstanders wezen ook op het kalkstenen ossuarium met de inscriptie 'Jacobus, zoon van Jozef, broer van Jezus'. Deze dook in 2002 op bij Oded Golan, een antiekverzamelaar die zei het ding in de jaren zeventig gekocht te hebben. Hoewel men erachter kwam dat één van de tien kistjes uit het graf van Talpiot was verdwenen uit het magazijn waarin zij werden bewaard, werd Golan door de Israeli Antiquities Authority (IAA) beschuldigd van fraude: de inscriptie zou vals zijn. Golan werd in 2012 uiteindelijk vrijgesproken door een rechtbank in Jeruzalem. Zijn vrijspraak betekende volgens de autoriteiten echter niet dat het kistje van Jacobus echt was. Analyse en tests Ongeveer twee weken geleden kreeg Shimron toegang tot de kalkstenen grafkist van 'Jacobus'. De geoloog schraapte stukjes kalksteen en resten grond van het ding en vergeleek dat met stukjes steen en resten grond van de andere negen kisten uit het graf. Hij deed hetzelfde met vijftien andere willekeurige grafkisten. In 150 à 200 tests vond Shimron resten magnesium en ijzer die erop wezen dat het kistje van Jacobus in precies dezelfde omstandigheden was bewaard als dat van zijn negen familieleden. Deze Jacobus was een broer van Jezus, die weer een zoon van Jozef en Maria was. "Het bewijs kon niet sterker zijn", aldus Shimron tegen NBC News. "Wie in Liverpool een graf zou vinden met de namen van de vier Beatles erop zou ook zeker weten dat dat het graf van de vier Beatles zou zijn en niet van een andere band." "Volgens mij heeft hij een gigantische ontdekking gedaan", zegt Jacobovici over de vondsten van Shimron. "Ik volg hem al ruim zeven jaar. Dit is geen ondoordacht onderzoek geweest." "Haast onmogelijk" Als de beweringen van Shimron waar blijken te zijn, dan zou dat het bijbelverhaal fors schaden. Christenen gaan immers uit van de verrijzenis van Jezus. Bovendien wordt in de Bijbel niet gerept over een vrouw en een zoon. Petit, die twee maanden per jaar aan opgravingen werkt in de Jordaanvallei, nuanceert de bevindingen van Shimron echter stevig. "Het is een interessant graf, met die namen op die locatie en uit de tijd van Jezus. En het is ook goed dat erover gediscussieerd wordt. Maar we moeten deze vondsten los zien van de religieuze figuur Jezus. Ontdekkingen als deze vertellen ons meer over gezinssamenstellingen en over hoe mensen samenleefden. Het is haast onmogelijk om figuren die tweeduizend jaar geleden leefden te verbinden aan een vondst als deze. De archeologie is er niet om het bestaan van Jezus te bewijzen." (HLN) | |
ExperimentalFrentalMental | vrijdag 24 juli 2015 @ 00:51 |
23-07-2015 1.500 jaar oude Koran stamt uit de tijd van profeet Mohammed Geschreven door Tim Kraaijvanger op 23 juli 2015 om 08:29 uur Wetenschappers van de universiteit van Birmingham hebben een stokoud exemplaar van de Koran gedateerd. Het heilige boek is circa 1.500 jaar oud. De onderzoekers gebruikten C14-datering om de leeftijd van de organische materialen – die gebruikt zijn om het boek te maken – te bepalen. De tekst in deze Koran is met 95,4% zekerheid geschreven tussen het jaar 568 en 645 na Christus. Dit is in dezelfde periode dat profeet Mohammed leefde. Mohammed werd rond het jaar 570 na Christus geboren en stierf in 632. Koolstofdatering is een betrouwbare manier om de leeftijd van een materiaal te bepalen. Het perkament dat gebruikt is voor de oudste Koran is gemaakt van de huid van een kalf, geit of schaap. Algemeen wordt aangenomen dat Mohammed analfabeet was en niet kon schrijven of lezen. Toen de profeet in Mohammed stierf, bestond er nog geen complete, schriftelijke korantekst. De volgers van Mohammed onthielden de openbaringen van hun profeet. Pas enkele decennia na het overlijden van Mohammed werden de teksten opgeschreven. De oudste Koran is niet later dan twee decennia na de dood van Mohammed geschreven en bevat de soera’s (hoofdstukken) 18 tot 20. De tekst is geschreven in het Hidjazi-Arabisch. Dit is een taal die vandaag de dag nog steeds wordt gesproken door veel inwoners in het westen van Saoedie-Arabië. Benieuwd naar de oudste Koran? Dit boek is van vrijdag 2 oktober tot zondag 25 oktober te zien in The Barber Institute of Fine Arts van de universiteit van Birmingham. (scientias.nl) | |
ExperimentalFrentalMental | woensdag 13 april 2016 @ 08:44 |
12-04-2016 Bijbel lijkt ouder te zijn dan gedacht Nieuw onderzoek suggereert dat een deel van de Hebreeuwse Bijbel al voor de val van het koninkrijk van Juda werd samengesteld. In 586 voor Christus werd Jeruzalem verwoest en kwam er – door toedoen van de Perzen – een einde aan het koninkrijk van Juda. Wetenschappers breken zich al lang het hoofd over de vraag of de Hebreeuwse Bijbel (het oude testament) voordat de Perzen in 586 verwoesting brachten al grotendeels was samengesteld of dat dat pas daarna gebeurde. Een nieuw onderzoek kan wellicht meer duidelijkheid scheppen. Compilatie De meeste wetenschappers zijn het er wel over eens dat belangrijke teksten uit de Hebreeuwse Bijbel vanaf de zevende eeuw voor Christus werden opgeschreven. Maar wanneer werden die teksten samengevoegd om het verzamelwerk te vormen dat de Hebreeuwse Bijbel nu is? Dat bleef onduidelijk. Wetenschappers vroegen zich met name af of de verschillende teksten vóór of na 586 voor Christus werden samengevoegd. 586 voor Christus is een belangrijk moment in de geschiedenis van het Joodse volk: in dat jaar verwoestten de Perzen Jeruzalem, kwam er een einde aan het koninkrijk van Juda en werd de Joods elite in ballingschap naar Babylonië gevoerd. . Inwoners van het gevallen koninkrijk van Juda worden weggevoerd naar Babylonië. Afbeelding: via Wikimedia Commons. Geletterdheid “Er is een verhitte discussie gaande omtrent het moment waarop een groot aantal bijbelse teksten werd samengevoegd,” stelt onderzoeker Israel Finkelstein. “Maar om dit helder te krijgen, moet je een bredere vraag stellen: hoe zat het met de geletterdheid in Juda (kort voor de Perzen het koninkrijk van de kaart veegden, red.)? En hoe zat het met de geletterdheid onder de macht van de Perzen?” Finkelstein en zijn collega’s stellen namelijk dat het samenvoegen van bijbelse teksten een enorme klus was, waar veel geletterde mensen bij betrokken moeten zijn geweest. De compilatie kan dan ook alleen maar ontstaan zijn in een tijd waarin veel individuen konden lezen en schrijven. Grote vraag is of dat in de laatste dagen van het koninkrijk van Juda al het geval was. Teksten in een fort Om een antwoord te krijgen op die vraag bestudeerden wetenschappers zestien teksten die tijdens een opgraving in een afgelegen fort waren teruggevonden. De teksten stammen uit 600 voor Christus en gaan over de bewegingen van militaire troepen, maar ook over de kosten van voedsel. Een analyse toont aan dat de teksten het werk zijn van zeker zes verschillende schrijvers. Dat zich onder de weinige soldaten in dit afgelegen fort al zoveel geletterde individuen bevonden, suggereert dat het met de geletterdheid in de laatste dagen van Juda wel goed zat. “We hebben indirect bewijs gevonden voor een educatieve infrastructuur die de compositie van bijbelse teksten mogelijk moet hebben gemaakt,” stelt onderzoeker Eliezer Piasetzky. “In alle lagen van de overheid, het leger en de priesters van Juda was sprake van geletterdheid. Lezen en schrijven was niet alleen weggelegd voor de elite.” . De teksten die de wetenschappers analyseerden. Afbeelding: Michael Cordonsky / Tel Aviv University / Israel Antiquities Authority. En daarmee wordt het heel aannemelijk dat de Hebreeuwse bijbel grotendeels al voor de ballingschap werd samengesteld, zo stellen de onderzoekers. “Na de val van Juda werden er tot de tweede eeuw voor Christus weinig Hebreeuwse teksten geproduceerd,” stelt Finkelstein. “Dat verkleint de kans dat er tussen 586 en 200 voor Christus een compilatie van bijbelse literatuur werd gemaakt.” (scientias.nl) | |
Kijkertje | vrijdag 15 april 2016 @ 03:43 |
CONSCIOUSNESS OCCURS IN 'TIME SLICES' LASTING ONLY MILLISECONDS, STUDY SUGGESTS Think quickly. The question of how exactly we experience the world through our perception of consciousness is one that's long intrigued scientists and philosophers. And at its core are two divergent hypotheses. On the one hand, it could be that consciousness exists as a constant, uninterrupted stream of perception, like how it feels to watch a movie. You sit down with your popcorn and experience a film from beginning to end in one continuous flow, unaware of any segmentation or breakup as you go. But another hypothesis of consciousness reflects what a film technically is: a series of individual frames of time stitched together into a reel that – when played back – appear seamless. So which is it? Is consciousness a seamless film, or is it a reel composed of discrete moments? According to a new study by Swiss psychophysicists, neither hypothesis is truly correct. Rather, they propose a new two-stage model for how we process information, which they say reconciles the 'continuous vs discrete' debate. In their model, 'time slices' consisting of unconscious processing of stimuli last for up to 400 milliseconds (ms), and are immediately followed by the conscious perception of events. "The reason is that the brain wants to give you the best, clearest information it can, and this demands a substantial amount of time," said researcher Michael Herzog from the École Polytechnique Fédérale de Lausanne (EPFL). "There is no advantage in making you aware of its unconscious processing, because that would be immensely confusing." According to Herzog and fellow researcher Frank Scharnowski from the University of Zurich, neither the 'continuous' nor 'discrete' hypotheses can by themselves aptly describe how we process the world around us, as numerous studies testing people's visual awareness seem to disprove both notions. But what if elements of both hypotheses were taking place at the same time in a continuous interplay between conscious and unconscious thought? "According to our model, the elements of a visual scene are first unconsciously analysed. This period can last up to 400 ms and involves, amongst other processes, the analysis of stimulus features such as the orientation or colour of elements and temporal features such as object duration and object simultaneity," the authors write in PLOS Biology. After this analysis is complete, the researchers say the features we've detected are integrated into our conscious perception, compressing all the unconscious recording into something we're actually aware of. In other words, while we're taking the world in, we're not actually consciously perceiving it. Instead, we're just mutely using our senses to record data for up to 400 ms at a time. Then, in what could be called a moment of clarity, we consciously perceive the stimuli that our senses have detected. The team thinks this presentation of information to our consciousness lasts for about 50 milliseconds, during which we also stop taking new sensory information in. And then repeat. Our senses start taking new information in from whatever stimuli are around us, before handing it off to our consciousness to perceive and enjoy – back and forth, and so on, and so on. The team says each window of recording and playback would last for a different amount of time, depending on the kind of information being processed. While the constant to-and-fro suggests consciousness is anything but a seamless experience, if the researchers are correct, our brains somehow manage to stitch everything together so it feels like a continuous flow of events with no interruptions. "Metaphorically, such a representation is akin to the answer to the question of how were your holidays: 'We enjoyed the colours of the Tuscan landscape for three days and then went to Venice for four sunny days at the sea'," the authors write. "The response is a compressed post-hoc description regarding the temporal features of the trip, even though the actual event was spread over a long period of time." The scientists acknowledge that future research is needed to shed light on whether their hypothesised 'time slices' are indeed a more accurate representation of the way we experience reality, but it's a fascinating idea. http://www.sciencealert.c(...)conds-study-suggests | |
ExperimentalFrentalMental | zaterdag 16 april 2016 @ 08:58 |
interessant | |
ExperimentalFrentalMental | zaterdag 16 april 2016 @ 09:00 |
15-04-2016 ‘Wetenschap zal nooit bewustzijn kunnen verklaren’ Hoe ons bewustzijn echt werkt? De wetenschap gaat het ons niet vertellen, betoogt de Duitse sterfilosoof Markus Gabriel. En passant opent hij de aanval op Dick Swaab, ‘de radicaalste van alle gekke neurowetenschappers’. Markus Gabriel: ‘De neurowetenschap zou een puur medische functie moeten hebben.’ Bron: Flickr/neil conway Op 29-jarige leeftijd werd Markus Gabriel aangesteld als jongste hoogleraar in de filosofie ooit aan de Universiteit Bonn. Met de reeks boeken die achter zijn naam staat, heeft de inmiddels 35-jarige zich gevestigd als titaan in de filosofie. Hij brak door met Waarom de wereld niet bestaat, waarin hij beargumenteerde dat alles wat wij ons kunnen verbeelden bestaat, zelfs eenhoorns – maar de wereld zelf niet, want daar kunnen wij ons geen voorstelling van maken. In zijn laatste werk Waarom we vrij zijn als we denken heeft Gabriel een nieuw slachtoffer gevonden: de neurowetenschap. De Duitse titel van uw boek Ich ist nicht Gehirn (Ik is niet het brein) is afgeleid van Dick Swaabs Wij zijn ons brein. Waarom Swaab? ‘Toen ik met dit boek begon, zocht ik iemand om botweg te kunnen aanvallen. Van alle gekke neurowetenschappers is hij de radicaalste. Wetenschappers geloven dat objecten alleen maar materieel kunnen zijn, en bepaald worden door de wetten van de natuur. Maar hoe zit het dan met het bewustzijn? Neem koffie. We kunnen een definitie geven van de chemische samenstelling, maar niet van wat de smaak is van koffie. Hoe kun je van hetzelfde object, koffie, twee verschillende ervaringen hebben? Daarom denk ik dat het materialisme incompleet is.’ Wat maakt het uit dat we volgens u niet alleen maar ons brein zijn? ‘Om te beginnen dat het fout is. Als iemand gelooft dat er zoiets is als één grootste getal, dan zouden we hem ook willen verbeteren, omdat hij uiteindelijk zijn wiskunde-examen niet zou halen. Verder is het probleem dat er veel Europees geld naar hersenonderzoek gaat dat is gebaseerd op een verkeerd idee van de geest en het brein. De neurowetenschap zou een puur medische functie moeten hebben, zoals het genezen van alzheimer, of om te bepalen of iemand in een coma toch een actief bewustzijn heeft. Het kan nooit antwoord geven op de metafysische vraag wat wij zijn. Het brein is een verzameling neuronen. Wetenschap kan laten zien hoe deze neuronen werken, en de psychologie kan de menselijke geest bestuderen. Tegelijkertijd zal die aanpak geen verklaring geven voor de relatie tussen het brein en de geest. Waarom we vrij zijn als we denken - Filosofie van de geest voor de eenentwintigste eeuw ‘Gelukkig mag iedere filosoof wel eens een simpele oplossing gebruiken voor een moeilijk vraagstuk. Die van mij luidt als volgt. Stel: we willen een ander mens in dezelfde kamer waarnemen. Allereerst moeten we een brein hebben, met een bepaalde structuur. Niemand kan ontkennen dat het brein een noodzakelijke voorwaarde voor een bewustzijn is. Dat betekent niet dat dit genoeg is. Om in dezelfde kamer te zijn is ook een lichaam nodig dat het brein draagt, en de andere persoon die we waarnemen. Laat ik een vergelijking gebruiken die Nederlanders aan zal spreken. Wat is het verschil tussen een fiets en de handeling van het fietsen? Je hebt een fiets nodig om te kunnen fietsen, maar de handeling van het fietsen is niet hetzelfde als de fiets. De hersenen zijn de fiets, en onze geest is wat we doen met de fiets.” Als we meer zijn dan ons brein, wat zijn we dan? ‘Ons bewustzijn is een zelfverklarende structuur. Het is geen hard natuurlijk gegeven zoals het feit dat water hetzelfde is als H2O. Mijn overtuiging over wat de Alpen zijn zal de Alpen nooit kunnen veranderen. Maar mijn overtuiging over wat ik ben zal wel veranderen wat ik ben. Daarin komt ook de vrijheid van ons denken naar voren. Bepaalde mensen geloven dat zij een onsterfelijke ziel hebben. Dat als zij zich op een bepaalde manier gedragen, zij misschien een groot huis krijgen in de hemel. Daarin ligt ook onze vrijheid als we denken: onze geest kan ons begrip van onszelf, en daarmee ons gedrag, veranderen; bij simpele objecten in de natuur kan dat niet.’ Volgens u is de filosofie van de geest, die volgens u vrij is, belangrijker dan ooit. ‘Als we ontkennen dat we vrij zijn, geven we indirect een rechtvaardiging voor het kwaad. Dan kan je bijvoorbeeld het klassieke excuus ‘ik was dronken’ gebruiken. Daarmee negeer je je eigen verantwoordelijkheid. Ik ben een pluralist. Uiteindelijk is het ieders verantwoordelijkheid om te beseffen dat wij allemaal vrij zijn in ons denken. Dat ons handelen niet alleen maar het gevolg is van simpele neurologische processen. De westerse materialist gelooft dat hij een metafysische waarheid heeft gevonden die hij moet verdedigen tegen gestoorde fundamentalisten uit het Midden-Oosten. Daar zit ook het politiek-sociale aspect dat ik met mijn boek wil overkomen. Onze wetenschap zal nooit het bewustzijn kunnen verklaren, en wij zullen dus nooit kunnen begrijpen wat zich in iemands bewustzijn afspeelt.’ (newscientist.nl) | |
Kijkertje | zondag 24 april 2016 @ 21:34 |
FREE SPEECH AND ISLAM - IN DEFENSE OF SAM HARRIS written by Jeffrey Tayler The controversial atheist needs a fair hearing “It’s gross! It’s racist!” exclaimed Ben Affleck on Bill Maher’s Real Time in October 2014, interrupting the neuroscientist “New Atheist” Sam Harris. Harris had been carefully explaining the linguistic bait-and-switch inherent in the word “Islamophobia” as “intellectually ridiculous,” in that “every criticism of the doctrine of Islam gets conflated with bigotry toward Muslims as people.” The result: progressives duped by the word shy away from criticizing the ideology of Islam, the tenets of which (including second-class status for women and intolerance toward sexual minorities) would, in any other context, surely elicit their condemnation. Unwittingly, Affleck had confirmed Harris’ point, conflating religion with race. In doing so, the actor was espousing a position that can lead to a de facto racist conclusion. If you discount Islamic doctrine as the motivation for domestic violence and intolerance of sexual minorities in the Muslim world, you’re left with at least one implicitly bigoted assumption: the people of the region must then be congenitally inclined to behave as they do. There was a disturbing irony in Affleck’s outburst. Few public intellectuals have done as thorough a job as Harris at pointing out the fallacies and dangers of the supernatural dogmas of religion, for which far too many are willing to kill and die these days. An avowed liberal (who plans to vote for Hillary) Harris is the author of, among many books, the groundbreaking The End of Faith. Yet Affleck seemed predisposed to regard him with hostility, possibly because Harris, at least for some on the Left, has acquired a toxic reputation — one stemming from what amounts to a campaign of defamation involving, by all appearances, a willful misrepresentation of his work, plus no small measure of slipshod “identity politics” thinking. Harris has been lambasted as, among other things, a “genocidal fascist maniac” advocating “scientific racism,” militarism, and the murder of innocents for their beliefs, as well as racial profiling at airports, a nuclear first strike on the Middle East, plus, of course, Islamophobia and a failure to understand the faiths he argues against. (This is just a partial list.) The result? Harris has had to take measures to ensure his personal security, with negative ramifications in almost every area of his life. “I can say that much of what I do,” he told me in a recent email exchange, “both personally and professionally, is now done under a shadow of defamatory lies.” The attacks against Harris have emanated predominantly from a prominent yet persistent handful of supposed progressives (and their peons), among whom are the religion scholar and media personality Reza Aslan, and the journalists from The Intercept, Glenn Greenwald (famed for transmitting Edward Snowden’s NSA revelations to the world) and Murtaza Hussain. Lately, with Harris’ publication of Islam and the Future of Tolerance, they have even taken aim at his coauthor and friend, the onetime Islamist turned reformer Maajid Nawaz. Nonetheless, Harris’ own words, conveyed through his books, podcasts, blog posts, interviews, and Twitter feed, bely the attacks, which can be as mean-spirited as they are groundless and muddled. They have tainted the debates we need to conduct about Islam and terrorism in particular, but, more generally, the danger religious fundamentalism poses to our constitutionally secular republic and to the largely post-Christian countries of Western Europe now confronting huge inflows of Muslim migrants. The sum effect is to leave us all less well-off, less safe. And certainly more confused. The charge of insufficient religious expertise is the least substantial, but nonetheless worth dispensing with, given that it could potentially be leveled at any nonbeliever disagreeing with faith’s precepts. In a 2007 debate, for instance, Reza Aslan accused Harris of having a “profoundly unsophisticated” view of religion, and of relying on Fox News as his “research tools” – an assertion that can be disproved by just opening The End of Faith, a meticulously compiled treatise with 237 pages of text (in the paperback edition) followed by sixty-one pages of footnotes and twenty-eight pages of bibliography listing some six hundred sources. In this opus, Harris walks us through the many follies of faith (mostly Christianity and Islam), but one key message transpires: belief guides behavior. A self-evident proposition no reasonable person would argue with. Which has not stopped Reza Aslan from doing just that. Writing in relation to Harris’ skirmish with Affleck, Aslan has stated that religion “is often far more a matter of identity than it is a matter of beliefs and practices” and that “people of faith insert their values into their Scriptures,” with other, often contingent factors causing them to act as they do. So when ISIS guerrillas behead their captives, justifying their bloodshed by proclaiming jihad and citing verses from the Quran, by Aslan’s definition we cannot blame the doctrine of jihad or the contents of Islamic scripture, but must seek out other motives. This is prima facie obfuscatory, because it involves discounting the testimony of the perpetrators themselves. The “genocidal fascist maniac” moniker was born of a certain @dan_verg_ on Twitter (account since suspended), and retweeted by Reza Aslan and Glenn Greenwald. The tweet misquoted, without context, a line from Harris’s The End of Faith: “Some beliefs” — “propositions” in the original — “are so dangerous that it may be ethical to kill people for believing them.” Which suggests Harris might endorse the death penalty for thought crime. Yet context is critical and deprives the words of controversy. As is clear in reading the text, Harris was discussing terrorism and how to deal with the likes of Osama bin Laden, a fanatically committed ideologue with the capacity and demonstrated willingness to order others to murder on the basis of his (religious) beliefs. (Harris was not, thus, proposing death for thought crime.) Following the last line cited above, Harris wrote: “Certain beliefs place their adherents beyond the reach of every peaceful means of persuasion, while inspiring them to commit acts of extraordinary violence against others . . . . If they cannot be captured, and they often cannot, otherwise tolerant people may be justified in killing them in self-defense.” (Italics mine.) Note “If they cannot be captured.“ The beliefs in question? Not surprisingly, those of jihad and martyrdom, the primum mobile for the 9/11 hijackers (and so many other Islamist terrorists since then). As Harris went on to note, 9/11 proved “beyond any possibility of doubt that certain twenty-first-century Muslims actually believe the most dangerous and implausible tenets of their faith.” This is a truism, not evidence of an Orwellian mindset, and it underlies the U.S. government’s targeted assassinations of radical Muslim clerics and Al Qaeda and ISIS commanders, carried out before such people have a chance to harm Americans. Such killings are, to be sure, controversial, but the proposition that belief in certain tenets of Islamic doctrine can lead to murderous behavior is not. The charges of “scientific racism” and “militarism” hurled at Harris in an Al Jazeera essay by Murtaza Hussain derive from a maliciously “creative” misrepresentation of his critique of Islam and illogical, erroneous extrapolation therefrom. Murtaza’s essay is chiefly an exercise in innuendo, and opens with a lengthy prelude about “scientific racism,” phrenology, and even drapetomania (a long-discredited theory ascribing mental illness to slaves desiring to flee their servitude), which sets up his premise: “a new class of individuals” — Harris foremost among them — “have stepped in to give a veneer of scientific respectability to today’s politically-useful bigotry” — the New Atheists, some of whom happen to be scientists. The New Atheists, according to Hussain, “[w]hile . . . attempt[ing] to couch their language in the terms of pure critique of religious thought, in practice . . . exhibit many of the same tendencies toward generalisation and ethno-racial condescension as did their predecessors — particularly in their descriptions of Muslims.” Hussain tells us that “mainstream atheists must work to disavow those such as Harris who would tarnish their movement by associating it with a virulently racist, violent and exploitative worldview.” This is all textbook begging the question: assuming as true the very propositions (that New Atheists are racist, militaristic, exploitative) that one has first to prove. Hussain follows this with a distortion of Harris’ videoed remarks concerning the distressingly high percentages of British Muslims who wish to live under Sharia law, and favor death for apostates and the arrest and prosecution of neighbors who insult Islam. Harris concludes that “these people do not have a clue about what constitutes a civil society,” which Hussain distorts as applying to “Muslims as a people.” No definition of “civil society” can expand sufficiently, of course, to encompass the niceties of Sharia, which include stoning, beheading, and chopping off hands. From this distortion Hussain proceeds to warn us that “Harris’ pseudoscientific characterizations of Muslims dovetail nicely” with his “belief in the need to fight open-ended war against Muslims” (no source indicated, no sample quotes from Harris provided) which would involve launching a “wholesale nuclear genocide” against them. Harris has never called for “open-ended war against Muslims.” The thrust of his work regarding Islam concerns the “war of ideas” we are waging against radical Islam, which has, though, since 9/11, been accompanied by military action. For “wholesale nuclear genocide” (of Muslims), Hussain provides no source, but it comes straight from journalist Chris Hedges — a proven plagiarist, no less. Hedges alleged, based on graphs in the middle of The End of Faith, that Harris has called for “a nuclear first strike on the Arab world.” But check Harris’s words and you will find only a lucid discussion of the possibility that an Islamist regime (guided by the doctrines of jihad, martyrdom, and the primacy of paradise) might acquire long-range nuclear weaponry — an eventuality that could, he writes, prompt its opponents to launch “a nuclear first strike” (which he calls “an unthinkable crime”) as the “only thing likely to ensure our survival” against said regime. Fears of just this motivated the P5+1 countries to conclude the recent nuclear accord with Iran. (For Harris’ response to Hedges and his claim, check out his trenchant squib “Dear Angry Lunatic.”) Perhaps the most pernicious, undiscriminating, and widely circulated attempted takedown of Harris came from Glenn Greenwald, who published his prolix, scattershot assault on reason in The Guardian. Space prevents me from addressing all the article’s blunders and boners, so I will deal with those that have had some purchase among the most hypocritical of the Left. Citing Hussain’s article and one penned by Nathan Lean (research director at Georgetown University’s project for Pluralism, Diversity and Islamophobia, and a former employee of Reza Aslan), Greenwald declares that Harris and his fellow New Atheists “have increasingly embraced a toxic form of anti-Muslim bigotry masquerading as rational atheism.” He holds that Harris and his cohorts “spout and promote Islamophobia under the guise of rational atheism,” driven by “irrational bigotry.” Any rationalist critiquing Greenwald’s piece on Harris confronts a bewildering surfeit of material to refute, but essentially his argument turns on the term “Islamophobia,” which, as noted above, serves to exculpate the precepts of Islam and de facto shield the theological motivations of wife-beaters, genital mutilators, and honor killers. (Greenwald dismisses controversy over the term “Islamophobia” as a “semantic issue” that doesn’t interest him.) But as Harris has written, “If a predominantly white community behaved this way — the Left would effortlessly perceive the depth of the problem. Imagine Mormons regularly practicing honor killing or burning embassies over cartoons. Everything I have ever said about Islam refers to the content and consequences of its doctrine.” These words alone suffice to discredit Greenwald’s thesis. Greenwald diagnoses Harris as suffering from “irrational anti-Muslim animus,” which leads him to view Islam as “uniquely threatening,” and even as “the supreme threat,” and to propound, as a result, “unique policy prescriptions of aggression, violence and rights abridgments aimed only at Muslims.” (This latter assertion he fails to substantiate with examples.) Criticism of religion, with Harris, “morphs into an undue focus on Islam.” For Harris, “Islam poses unique threats beyond what Christianity, Judaism, and the other religions of the world pose.” Greenwald’s conceit is essentially that Harris, even when writing specifically of the misdeeds and crimes of Islamists, should presumably also remind us of, say, the Crusades and the Inquisition, as evidence that all religions produce equally bad behavior (when at this point in time — witness 9/11, Al Qaeda, Boko Haram, ISIS, and so on — they obviously do not.) In any case, according to Greenwald, Harris’ “irrational” obsession with Islam leads him to “justify a wide range of vile policies aimed primarily if not exclusively at Muslims” — most controversially, “anti-Muslim profiling.” In fact, “anti-Muslim profiling” is Greenwald’s sole example, so Harris’ “range” is not so “wide.” Greenwald is referring to Harris’ blog post entitled “In Defense of Profiling,” in which he denounced the “security theater” we suffer through at airports before boarding flights, with its “tyranny of fairness” that has TSA agents subjecting, for instance, elderly, infirm, wheelchair-bound couples and the sandals of toddlers to the third degree. “Some semblance of fairness makes sense,” Harris wrote. “Everyone’s bags should be screened, if only because it is possible to put a bomb in someone else’s luggage. But the TSA has a finite amount of attention: Every moment spent frisking the Mormon Tabernacle Choir subtracts from the scrutiny paid to more likely threats . . . . Imagine how fatuous it would be to fight a war against the IRA and yet refuse to profile the Irish . . . . We should profile Muslims, or anyone who looks like he or she could conceivably be Muslim, and we should be honest about it.” He adds that he could in theory fit the Muslim bill: “after all, what would Adam Gadahn look like if he cleaned himself up?” It follows, from Harris’ logic (and common sense) that if Mormons begin blowing up planes, Mormons would deserve close scrutiny when passing through TSA screenings. Note that what he is proposing amounts to reforming these procedures to reduce the sum amount of profiling, by making it more targeted on those statistically more likely to be terrorists, and less concerned with the rest of us — the vast majority, of whatever race we are. Here we should pause for a reality check. Most Muslims are nonwhite; hence skin color inevitably figures among the features associated with “looking Muslim.” Yet the crucial factor is not race, obviously, but the potential for belief in the tenets of Islam that could prompt violent behavior, which leads Harris to include himself (and by extension, almost anyone) among the profile-worthy. That being the case, Harris’ profiling proposal would not eliminate the threat Islamic radicals pose to air travelers, but merely streamline undeniably cumbersome, time-consuming procedures necessary for our security and allow TSA agents to do their job more effectively. The increased efficacy would come at a cost to the perceptions of equity we hold dear. Yet no honest critic of Harris would conclude that mooting the subject in the way he does should result in charges of “irrational anti-Muslim animus” or “irrational bigotry.” Absolved of the charges of racism, nuclear jingoism, and so forth, Harris has shown himself to be a committed public intellectual trying to help resolve the faith-induced crises of our time by dealing with their ideological bases and practical consequences. His “progressive” critics, in their efforts to becloud the causal relationship between belief and behavior, effectively provide cover for violent aspects of Islamic ideology, and are abetting the troublemakers and spreading confusion. Strikingly, they rarely, if ever, challenge Harris’ ideas, but instead opt to misrepresent them and denounce the resulting falsehoods. A decent concern for journalistic fairness — and the truth — is nowhere to be found in their works. One cannot escape the impression that the attacks on Harris bear the stamp of sordid identity politics, with, under the guise of multiculturalism, truth sacrificed for the respect for retrograde customs. But perhaps what irks Harris’ detractors most of all is the methodical way in which he demonstrates the link between Islamic doctrines and terrorist violence, and disassembles the case for religion, showing, through his work, that it is nothing more than “a desperate marriage of hope and ignorance,” yet a marriage that could be annulled by “making the same evidentiary demands in religious matters that we make in all others.” (Both these quotes come from The End of Faith’s first chapter.) By extension, Harris’ arguments collide with the identities of people finding community in religion. If he were not succeeding in proving the case against faith, they and their apologists would not react to him with such vitriol. An unwillingness to recognize the link between Islamic doctrine and terrorism in particular presages seismic political changes, with Western societies, fed up with Islamist violence and the inability of progressive governments to even speak frankly about it, lurching ever farther to the right. (This is happening in Europe today, of course.) But libeling Harris will not stop the next ISIS attack on Western soil, or slow that group’s depredations in Syria and Iraq. Now more than ever, we need clarity on the relation between Islam and violence. And we need to stop denigrating those, like Harris, capable of bringing us that clarity. http://quillette.com/2016(...)fense-of-sam-harris/ | |
Molurus | maandag 25 april 2016 @ 19:38 |
Letting them die: parents refuse medical help for children in the name of Christ Mariah Walton’s voice is quiet – her lungs have been wrecked by her illness, and her respirator doesn’t help. But her tone is resolute. “Yes, I would like to see my parents prosecuted.” Why? “They deserve it.” She pauses. “And it might stop others.” <...> http://www.theguardian.co(...)efusing-medical-help | |
Kijkertje | maandag 2 mei 2016 @ 18:52 |
OUR CONCEPT OF FREE WILL COULD BE AN ILLUSION, NEW RESEARCH SUGGESTS We're being fooled. We all like to think we have free will. It's comforting to know that every day we weigh up options (coffee or tea?), make a choice (coffee), and have some semblance of control over how our lives play out. But new research suggests that our idea of 'conscience choice' might not play out like we think it does on the short-scale, and hints that free will might be nothing more than a cruel, cruel trick our brains play on us. In other words, we're not actually making decisions, we're just telling ourselves we did. The new study was performed by neuroscientists from Yale University, and only applies to choices made over short periods of time (we're talking a few seconds here). But they found evidence that people aren't actually making split-second decisions before an action happens, even though they think they are. Exactly how this happens still isn't understood, and right now this is all just a hypothesis that needs further testing, but the Yale team thinks it could revolutionise our concept of free will, if proven correct. "Perhaps in the very moments that we experience a choice, our minds are rewriting history, fooling us into thinking that this choice - that was actually completed after its consequences were subconsciously perceived - was a choice that we had made all along," writes one of the researchers, Adam Bear, over at Scientific American. They figured this out by performing experiments that tested how often people actually made a choice prior to an action. For example, in one of the studies, they asked 25 students to look at five white circles in random locations on a computer screen. They were told one of them was going to turn red, and were asked to quickly choose which one they though it would be. If they didn't have enough time to make up their mind, they could indicate that, otherwise they simply answered "yes" or "no": "yes" if they had chosen the right circle, or "no" if they hadn't. They did this over and over again, and, statistically speaking, they should have answered "yes" on average just 20 percent of the time. But when the researchers analysed the results, they found that the students were reporting making the right choice way more often - more than 30 percent of the time when the circles turned red especially fast. "This pattern of responding suggests that participants’ minds had sometimes swapped the order of events in conscious awareness, creating an illusion that a choice had preceded the colour change when, in fact, it was biased by it," writes Bear. In other words, when the circles changed colour quickly, participants weren't actually choosing at all, but their brain was telling them that they had - and that what they'd seen was what they'd chosen. So their brain was working faster than they could process, leaving participants with the overwhelming feeling that they had chosen, when in reality they hadn't ever had the chance. Interestingly, this only happened when the red circles appeared quickly - when participants had more time before the colour changed, the percentage of "yes" answers dropped back down to around 20 percent, hinting that, given enough time, students really were making a conscious choice. "This result ensured that participants weren’t simply trying to deceive us (or themselves) about their prediction abilities or just liked reporting that they were correct," Bear added. Of course this study has its limitations - it was a small sample size and the groups were self-reporting their choices, which is always problematic. Also, watching shapes change colour on a screen is a far cry from the day-to-day choices we make in our lives. But it's one of the first tests of an hypothesis that was first put forward by psychologists almost 20 years ago, and it's worth further investigation. The big-picture question is why our brains would have evolved to do this. There's a chance that it doesn't actually happen in the real world, and our brains just aren't fast enough to process decisions without glitching in the space of time given in this experiment. Or perhaps, Bear speculates, our brains tricking us into thinking we have free will might actually be beneficial - giving us the perception of control over our lives, and encouraging us to punish people for wrongdoing. If that's the case, the research could have big implications for our understanding of mental health - where our feeling of control over our lives often goes awry. "The kind of inconsequential choices that participants made in our studies bear little resemblance to the most important choices people make over the course of their lives," the researchers explain in Psychological Science. "But everyday life is also made up of many less important decisions ... Perhaps, in these cases, our sense that we make a choice well in advance of our actions is an illusion, making us feel more in control of ourselves than we actually are." Either way, the results suggest it's time to start rethinking some of our "ironclad" beliefs about free will. http://www.sciencealert.c(...)ew-research-suggests | |
Kijkertje | maandag 23 mei 2016 @ 14:26 |
THIS MATHEMATICAL PRINCIPLE MAKES US BELIEVE IN CRAZY CONSPIRACY THEORIES It's inevitable. There's no denying that humans are incredible creatures, capable of putting a rover on Mars, detecting gravitational waves, and finding the Higgs boson. But until we become true cyborgs, deep down, we're all still just mammals. This means, no matter how hard we try to rise above it, peculiar behaviours persist, and one of the strangest is our belief in crazy conspiracy theories that, for the most part, make zero sense. What's even stranger than us needing something (anything) to believe in, is the fact that we pretty much can't avoid it - we humans love to find order in chaos, and from there, we get Herman Melville the soothsayer, the faked Moon landing, and climate change denial. As this TED-Ed video points out, if you took the entire text of Herman Melville's Moby-Dick, and arranged them into a rectangle, you'll find predictions about the Martin Luther King assassination, and the death of Princess Diana. Weird, right? Well, not really, because in a world of random chaos, we humans rely on order, and our brains will do whatever it takes to get it, whether it's finding word patterns in a haphazard mess of letters, or familiar shapes in the constellations above us. This is all explained by a mathematical principle called Ramsey Theory. (If you broke out in nervous hives just then, I don't blame you.) Named after British mathematician and philosopher Frank P. Ramsey, Ramsey Theory states that, "Given enough elements in a set or structure, some particular interesting pattern among them is guaranteed to emerge." The video above gives a perfect example of Ramsey Theory in action, called the party problem. Imagine you're at a party with just six other guests. Without knowing anything at all about these people, it's a mathematical inevitability that some group of three of them either all know each other, or have never met before, based on the number of possibilities that can be applied to the group. But the mathematical equation it takes to figure this out with just six people gets out of control the moment you start adding more and more people in, because the number of possibilities becomes overwhelming, even for as few as 40 or 50 people. Seriously, if you wanted to use this equation to find a group of five people in a party of 48, who either all know each other, or have never met, you'd end up with more possibilities than there are atoms in the Universe. "What this shows us is that specific patterns with seemingly astronomical odds can emerge from a relatively small set," says the TED-Ed video. "And with a very large set, the possibilities are almost endless." It's a mathematical inevitability that the stars in our sky are arranged in familiar shapes, and the letters in a novel appear to conceal a 'prophecy', and we humans have been conditioned to find them. But just as maths makes conspiracy theories an inevitability, so too does it render even the most persistent ones impossible. How? You can read more about it here, but let's just say that the suppression of a cancer cure would have been leaked by someone inside big pharma in just 3.2 years. http://www.sciencealert.c(...)-conspiracy-theories | |
Szikha2 | zondag 29 mei 2016 @ 19:01 |
http://www.telegraaf.nl/r(...)r_Samaritanen__.html Barmhartige volk uit de bijbel telt nog maar 750 onderdanen Laatsten der Samaritanen KIRYAT LUZA - Ze zijn nog maar met 750, de Samaritanen, het ietwat mysterieuze, maar barmhartige volk bekend uit de Bijbel. Door noodgedwongen inteelt – huwelijken tussen volle neef en nicht waren geen uitzondering – zijn de afgelopen decennia veel baby’s met afwijkingen geboren. Er is een uitweg gevonden: bruiden uit Oekraïne zorgen voor vers bloed. Rest van het artikel is te lezen op het internet [ Bericht 35% gewijzigd door Szikha2 op 30-05-2016 00:10:43 ] | |
Szikha2 | zondag 30 oktober 2016 @ 18:34 |
Onderzoekers openen vermeende graftombe van Jezus https://www.scientias.nl/(...)nde-graftombe-jezus/ http://news.nationalgeogr(...)urch-holy-sepulchre/ JERUSALEM For the first time in centuries, scientists have exposed the original surface of what is traditionally considered the tomb of Jesus Christ. Located in the Church of the Holy Sepulchre in the Old City of Jerusalem, the tomb has been covered by marble cladding since at least 1555 A.D., and most likely centuries earlier. | |
Szikha2 | zondag 30 oktober 2016 @ 18:36 |
Medieval Spain was no interfaith golden age http://www.huffingtonpost(...)-int_b_12260624.html The Myth of the Golden Age of Tolerance in Medieval Muslim Spain http://www.newenglishrevi(...)dieval_Muslim_Spain/ | |
ExperimentalFrentalMental | woensdag 7 december 2016 @ 09:34 |
07-12-2016 Wetenschappers: Omstreden boeken over Jezus zijn echt Loden boeken die in 2008 al zijn gevonden, bevatten mogelijk de eerste geschriften waarin Jezus wordt genoemd. Britse wetenschappers hebben een aantal loden boeken onderzocht die mogelijk de eerste geschriften zijn waarin Jezus wordt vermeld. De conclusie is dat de boeken rond de 2000 jaar oud zijn. Even bij het begin beginnen. In 2008 vond een bedoeïen 70 kleine boekjes van lood in een grot in Jordanië. De boeken bevatten tekeningen en teksten die Jezus vermelden. Zo beschrijven ze dat hij een god aanbad die zowel man als vrouw was. En dat Jezus geen nieuwe religie wilde beginnen, maar alleen de oude Joodse tradities in ere wilde herstellen. De vondst werd pas openbaar gemaakt in 2011, en de eerste berichten luidden dat de boeken uit de tijd van Jezus stamden. Nu hebben Britse wetenschappers van de University of Surrey de collectie geanalyseerd. Ze stellen vast dat deze zo’n 2000 jaar oud moet zijn – dus inderdaad zo oud als Jezus zelf. Lood uit de oudheid De wetenschappers hebben het lood van de boeken vergeleken met oud Romeins lood, en ze concluderen dat de materialen identiek zijn. Analyses wijzen bovendien uit dat het lood geen ‘sporen van radioactief polonium’ bevat, zoals je ziet in moderne loodstalen, en dat het op atoomniveau is afgebroken op een manier die je niet op kunstmatige wijze voor elkaar krijgt. ‘Dit alles vormt een sterk bewijs dat het voorwerp zeer oud is – wat overeenkomt met de onderzoeken van de tekst en het ontwerp, die duiden op een ouderdom van rond de 2000 jaar,’ aldus de wetenschappers in een persbericht. Vroegste geschrift Deze uitspraak is zeer omstreden, want verschillende erkende wetenschappers hebben de boeken eerder afgedaan als een vervalsing. Maar als de nieuwe analyses hout snijden, zal de boekenverzameling de eerste schriftelijke bron zijn die melding maakt van Jezus. Ook de namen van de apostelen Jacobus, Petrus en Johannes komen erin voor. (historianet.nl) | |
#ANONIEM | zondag 18 december 2016 @ 21:24 |
Ik weet niet zo goed waar ik het anders kwijt kan... Online resources for studying and teaching philosophy. http://www.byrdnick.com/a(...)-teaching-philosophy Misschien vinden sommige het handig. | |
Szikha2 | vrijdag 3 maart 2017 @ 17:00 |
Assyrische paleis gevonden onder het heilogdom Jonah Iets goeds ontdekt doordat het is vernield: Archaeologists documenting Isil’s destruction of the ruins of the Tomb of the Prophet Jonah say they have made an unexpected discovery which could help in our understanding of the world’s first empire. The Nebi Yunus shrine - containing what Muslims and Christians believe to be the tomb of Jonah, as he was known in the Bible, or Yunus in the Koran - was blown up by Islamic State of Iraq and the Levant (Isil) militants soon after they seized huge swathes of northern Iraq in 2014. The shrine is situated on top of a hill in eastern Mosul called Nebi Yunus - one of two mounds that form part of the ancient Assyrian city of Nineveh. The Iraqi army retook the area from Isil last month, revealing the extensive damage wrought by the jihadists. But local archaeologists have told the Telegraph that Isil also dug tunnels deep under the demolished shrine and into a previously undiscovered and untouched 600BC palace. Limited excavation was carried out by the Ottoman governor of Mosul in 1852, which was revisited by the Iraqi department of antiquities in the 1950s. But neither team reached as far as the palace. It is the first evidence of Isil's use of tunneling in ancient grounds in their hunt for artefacts to plunder. Inside one of the tunnels, Iraqi archaeologist Layla Salih discovered a marble cuneiform inscription of King Esarhaddon thought to date back to the Assyrian empire in 672BC. http://www.telegraph.co.uk/news/2017...ne-demolished/ | |
ExperimentalFrentalMental | woensdag 10 mei 2017 @ 08:29 |
10-05-2017 Filosoof Descartes had opvallende bobbel in hersenen Foto: Wikimedia Commons Franse wetenschappers hebben de hersenen van de beroemde filosoof René Descartes gereconstrueerd. De filosoof die bekend is van de uitspraak 'ik denk, dus ik ben' had een opvallende uitstulping in zijn voorhersenen. Een bobbel op die plek in het brein wijst mogelijk op een sterk ontwikkeld taalvermogen, melden de onderzoekers van het Natuurwetenschappelijk museum in Parijs in het wetenschappelijk tijdschrift Journal of the Neurological Sciences. De wetenschappers maakten de replica van Descartes' brein door zijn schedel te bestuderen. De hersenen van de filosoof zijn al vergaan, maar het brein heeft een duidelijke afdruk achtergelaten in de schedelpan van de Fransman. De onderzoekers maakten een scan van deze afdruk en reconstrueerden het brein met behulp van een computerprogramma. Zo ontstond er een virtuele replica van het brein. De hersenomvang van Descartes werd vervolgens vergeleken met het brein van meer dan honderd andere willekeurige mensen die in de afgelopen eeuwen zijn overleden. Taal Uit deze studie blijkt dat de prefrontale cortex van de filosoof een ongebruikelijke uitstulping had, zo meldt de nieuwssite van het wetenschappelijk tijdschrift Science. Eerdere studies hebben uitgewezen dat het hersenweefsel in dit deel van het brein een rol speelt bij de verwerking van woorden. Hoofdonderzoeker Philippe Charlier benadrukt echter dat het moeilijk is om precies te bepalen welke invloed de bobbel in het brein van de filosoof had op zijn denkvermogen. De vorm van het brein zegt namelijk maar in beperkte mate iets over de intelligentie van mensen. "Het gaat er niet alleen om of je een goed stel hersenen hebt", schrijft hij. "Het gaat er vooral om hoe je je brein gebruikt." Descartes wordt beschouwd als de vader van de moderne filosofie. De Fransman was tijdens zijn leven ook al beroemd, hij werd onder meer geportretteerd door de Nederlandse schilder Frans Hals (zie foto). Door: NU.nl/Dennis Rijnvis (nu.nl) | |
ExperimentalFrentalMental | dinsdag 13 juni 2017 @ 08:56 |
12-06-2017 Islam groeit 70 procent in halve eeuw Nu is het christendom nog de grootste religie wereldwijd. Maar als de trends aanhouden, zal de islam die positie rond 2050 overnemen. Dat zeggen onderzoekers van Pew Research in De Verenigde Staten na analyse van de trends op religieus gebied. Het boeddhisme boet juist aan invloed in. Tegen 2060 zullen er 70 procent meer moslims zijn in de wereld dan nu; het christendom groeit met 34 procent en het hindoeïsme met met 27 procent. Het aantal aanhangers van boeddhisme krimpt met vijf procent. De grootste groei ligt overigens buiten het Midden-Oosten, waar het geloof is ontstaan. De snelste groeiers zijn Indonesië, India, Pakistan, Bangladesh, Iran en Turkije. Het grootste moslim-land is nu nog Indonesië, maar het zal die status voor 2050 kwijtraken aan India, dat overigens wel in meerderheid hindoe zal blijven. De reden voor de explosieve groei is het aantal kinderen dat moslims krijgen. Wereldwijd ligt het gemiddelde op 2,9 per vrouw, terwijl andere groepen op 2,2 blijven steken. Moslims zijn dan ook gemiddeld jonger dan andere gelovigen, 24 tegen 31 jaar. Ze krijgen ook eerder kinderen, waardoor de generaties elkaar sneller opvolgen. Het relatief grote aantal migranten onder moslims, zorgt dat ze in sommige westerse landen de snelst groeiende groep zijn. Amerikanen kijken heel verschillend tegen tegen de islam aan. Hoe linkser mensen zijn, hoe positiever, des te rechtser des te kritischer. Voor andere landen is dat niet onderzocht, maar de trend lijkt ook daar volgens vergelijkbare levensbeschouwelijke lijnen te lopen. In Europa zijn de meest kritische landen als het om moslims gaat Hongarije, Italië en Polen. Daar geloven de meeste mensen de stelling ‘dat veel moslims IS steunen’. In het Verenigd Koninkrijk zijn de mensen het minst kritisch op moslims, hoewel ook daar bijna een derde gelooft in de link tussen gewone volgers van Mohammed en de Islamitische Staat.In Nederland heeft 35 procent van de bevolking een negatief beeld van de islam en moslims. Zowel moslims als niet-moslims werd ook gevraagd naar vooroordelen ten opzichte van elkaar. Volgens moslims zijn andersgelovigen ‘egoïstisch’, ‘gewelddadig’ en ‘hebberig‘. Bij niet-moslims staan ‘fanatiek’ en ‘eerlijk’ op de plaatsen één en twee. (faqt.nl) | |
Ribbenburg | zaterdag 1 juli 2017 @ 17:52 |
Welke filosoof zou elke millennial moeten lezen? Millennials zijn… (vul eigen, vaak slecht beargumenteerde omschrijving in). Welke filosoof is écht wat voor hen? Haye Hazenberg, postdoctoraal onderzoeker ethiek, afdeling Values, Technology and Innovation aan TU Delft: ‘Karl Marx laat in The Fragment on Machines duidelijk zien dat hij al in 1857 doorhad hoe robotisering en het internet onze levens zouden beïnvloeden. Marx legt uit hoe automatisering arbeidstijd vrij maakt, maar dat de belofte dat we daardoor eindelijk bevrijd worden van te hard werken niet uitkomt. We zullen steeds meer, steeds nuttelozer en met steeds minder zekerheid gaan werken, want we blijven gevangen in hetzelfde productieproces. Ik ben geen Marxist en het stuk is ook nog eens vrij onleesbaar, maar voor millennials in het bijzonder stelt Marx scherp dat zowel de economische crisis als een deel van onze zoektocht naar zingeving voortkomen uit onze vertwijfeling over wat precies te doen met alle technologische vernieuwingen waarmee we onszelf omringen.’ René ten Bos, filosoof, organisatiedeskundige en Denker des Vaderlands: ‘Michel Serres. Laatst las ik in Trouw een stukje van de Gentse filosoof Maarten Boudry, geboren in 1984, die zich boos maakt over obscure Franse filosofen die niet kunnen schrijven en gevangen zitten in hun eigen obscure denkbeelden. Ik denk dat dit een dommig vooroordeel is dat vooral een vrijbrief is om niet te hoeven lezen. De tijden waarin we leven en die millennials voor de kiezen krijgen, zijn te complex om experimenteel en maf schrijven te ontmoedigen. Als tegengif raad ik Michel Serres aan. Er gaat door zijn teksten een wind uit de bergen en een wind van de zee. Serres daagt je uit om het vloeibare woud dat het leven is binnen te dringen en je daar niet alleen maar ongemakkelijk te voelen. “Il faut entrer cet forêt fluide”, schreef hij lang geleden al. Zo is het maar net. Probeer het vooral ook in dat moeilijke Frans!’ Tinneke Beeckman, filosofe, docente bij The School of Life Antwerpen en columniste: ‘De Stoïcijnen. Of millennials nou egoïstischer, angstiger en onzekerder zijn dan andere generaties, of juist socialer, zelfbewuster en doelgerichter is een kwestie van perspectief. Vast staat in ieder geval dat millennials heel wat problemen te wachten staan. Dan zijn stoïcijnse denkers, zoals Seneca, Epictetus en Marcus Aurelius, uitstekende gidsen. De wereld evolueert voortdurend: verander vastberaden wat je kan, aanvaard wat je niet kunt controleren. Verzorg je gedachten, je bent wat je zelf denkt. Relativeer dus de opinies van anderen, hengel niet naar likes op Facebook of Instagram. Lees de stoïcijnen en realiseer je dat je deel uitmaakt van een groter geheel.’ Joke Hermsen, filosofe en schrijfster (van onder andere Melancholie in tijden van onrust): ‘Hannah Arendt. In het voorwoord van haar boek The Origins of Totalitarianism (1951) schreef ze: “Deze periode van bang afwachten lijkt op de stilte die intreedt nadat alle hoop verloren is. We hopen niet langer op een herstel van de oude wereldorde met al haar tradities. Hoe verschillend de omstandigheden ook zijn, we stellen de ontwikkeling van identieke fenomenen vast. Nooit is onze toekomst minder voorspelbaar geweest, nooit zijn we in die mate afhankelijk geweest van onbetrouwbare krachten, die de wetten van het gezond verstand met de voeten treden.” Ze schreef haar boek over totalitaire regimes omdat ze wilde begrijpen hoe de terreur in nazi-Duitsland had kunnen plaatsvinden en omdat ze meende dat we ook na de oorlog waakzaam moeten blijven, opdat tirannie niet opnieuw om zich heen grijpt. Alleen daarom al zou iedere millennial haar werk moeten lezen.’ Martijn Meerhoff, hoofd van de middelbare school Cartesius 2 in Amsterdam: ‘Theodor Adorno (1903-1969) was een scherp denker, vaak onnavolgbaar en soms ook onuitstaanbaar cynisch. Maar hij stond op overtuigende wijze stil bij de vraag hoe ons denken keer op keer in zijn eigen concepten verstrikt raakt. Dat gevaar is reëel voor de millennial die niet altijd even kritisch is op het eigen idealisme. Adorno zag juist daarin een groot gevaar. Ieder ideaalbeeld kan tenslotte totalitair worden als het ongereflecteerd blijft. Hij propageert daarom een denken dat zichzelf de maat neemt middels voortdurende en radicale zelfkritiek. Wijs leesmateriaal voor de idealistische millennial.’ Eva Meijer, beeldend kunstenaar, filosoof, schrijver (en millennial): ‘Donna Haraway raad ik millennials aan voor handvatten in het Antropoceen. In een tijd waarin media en maatschappij de nadruk leggen op verschil, waarin grote ideologieën op knappen staan en mensen meer stuk lijken te maken dan heel, moeten we zoeken naar nieuwe verbindingen en manieren om samen te leven met andere mensen, dieren, planten en de planeet. Haraway laat zien dat verschil een bron van rijkdom is en niet van verwijdering, dat we allemaal materie zijn en daarin al verbonden, en ze laat zien hoe het anders kan.’ Bron | |
ExperimentalFrentalMental | zaterdag 29 juli 2017 @ 09:26 |
28-07-2017 Wetenschap spreekt Bijbel tegen Helaas voor Andries Knevel Interessant nieuws voor EO-coryfee Andries Knevel, die vorige week nog bij Jinek verklaarde dat de wetenschap ‘steeds vaker bewijst dat de Bijbel klopt’. Wetenschappers hebben bewezen dat in ieder geval het Oude Testament onzin bevat. In het boek Deuteronomium staat dat God de Kanaänieten en hun steden Sodom en Gomorra vernietigde. Geen enkel lid van dat volk mocht de wrake Gods ontlopen. Nieuw genetisch onderzoek van de Britse Sanger Institute heeft echter uitgewezen dat er van vernietiging geen sprake is. Zo’n 90 procent van het genetisch materiaal van moderne Libanezen is rechtstreeks afkomstig van de Kanaänieten. Voor de studie, gepubliceerd in de American Journal of Human Genetics, onderzochten genetici de erfelijke code van botten uit de stad Sidon in Libanon. Die botten waren 4000 jaar oud, dus van voor de in de Bijbel genoemde vernietiging. Het DNA uit de botten werd vergeleken met de genetische informatie van moderne mensen uit de stad. Het was een bijna perfecte match. Dat maakt het bijna onmogelijk dat de huidige inwoners van de stad geen nazaten zijn van de Kanaänieten. De enige vreemde invloeden waren Macedonisch, Syrisch en Perzisch. Dat het Bijbelverhaal niet klopt, blijkt ook al uit archeologisch onderzoek. Van een grootschalige vernietiging van steden compleet met inwoners is in het hele gebied geen sprake. Integendeel, sommige steden in Libanon behoren tot de oudste, continu bewoonde plaatsen ter wereld. Grootschalige ruïnes zijn niet gevonden op de plekken die in de Bijbel worden genoemd. Pech voor meneer Knevel, die aan tafel bij Jinek geen weerwoord kreeg voor zijn claim, maar de verhalen in het heilige boek moeten dus toch niet letterlijk worden genomen. (Faqt.nl) | |
ExperimentalFrentalMental | vrijdag 15 september 2017 @ 09:33 |
14-09-2017 Marx’ eigen exemplaar van Das Kapital gedigitaliseerd ‘Das Kapital’ van Karl Marx is jarig. Het Internationale Instituut voor Sociale Geschiedenis viert dit door een gedigitaliseerde versie van het werk online te zetten. Bijzonder is dat hierin Marx eigen aantekeningen in de kantlijn staan. De socialist blijkt een zeer kritisch man die blééf schrijven aan zijn tekst. Aantekeningen van Marx nu door iedereen in te zien Op 14 september 1867, exact 150 jaar geleden, verscheen het eerste deel van Het Kapitaal van Karl Marx. Het Kapitaal behoort tot de meest invloedrijke boeken uit de wereldgeschiedenis. Een uniek exemplaar van de eerste druk, waarin Marx zelf correcties en aantekeningen in de kantlijn aanbracht, is vanaf nu volledig gedigitaliseerd beschikbaar. Karl Marx in 1875 Karl Marx (1818-1883) was behalve de belangrijkste theoreticus van het socialisme, ook een zeer (zelf-)kritische wetenschapper. Al vanaf het midden van de jaren 1840 verrichte hij grondige studie in de economische theorie. In 1857 begon hij met het schrijven van de eerste ruwe versie van wat tien jaar en verschillende pogingen later het eerste deel van Het Kapitaal zou worden. Kritiek Nog voordat Het Kapitaal bij de Hamburgse uitgeverij Meissner van de drukpersen kwam, liet hij in zijn brieven doorschemeren niet tevreden te zijn met de manier waarop hij zijn argumenten had gepresenteerd. Marx’ twijfels werden versterkt door de kritiek van zijn goede vriend Friedrich Engels (1820-1895). Drie weken voor de publicatie, op 23 augustus 1867, complimenteerde hij Marx met de ‘fameuze’ argumentatie van zijn boek. Maar hij liet daarop direct de uitroep volgen: ‘Maar hoe heb je de uiterlijke indeling van het boek zo kunnen laten, als het is!’ Aan een Franse uitgever die een vertaling overwoog, schreef Marx in november 1867 dat hij de tekst op een aantal punten zou willen aanpassen. Marx begon direct met het voorbereiden van zijn wijzigingen voor een volgende druk. Een eerste weerslag daarvan wordt gevormd door de correcties in zijn eigen exemplaar, dat zich in de collectie van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) te Amsterdam bevindt. De meeste potloodwijzigingen in dit exemplaar belandden uiteindelijk inderdaad in de nieuwe Duitse druk van 1872. Eerste druk van Das Kapitaal van Karl Marx, met zijn aantekeningen in de zijlijn (1867) Louis xiv crosses the rhine at lobith lodewijk xiv trekt bij het tolhuis bij lobith de rijn over 12 juni 1672 %28adam frans van der meulen%29 Geesteswetenschappen De onproductieve strijd van de Zonnekoning Marx paste in die tweede uitgave vooral de taaie eerste hoofdstukken aan, waarin hij belangrijke begrippen introduceert zoals ‘waar’, ‘gebruikswaarde’, ‘ruilwaarde’ en zijn theorie over de rol van geld in de kapitalistische economie. Ook voor de Franse uitgave die tussen 1872-1875 in afleveringen verscheen, en de derde Duitse druk die vlak na zijn dood in 1883 uitkwam, bleef hij herschrijven. Het tweede en derde deel van Het Kapitaal heeft Marx nooit voor publicatie af kunnen ronden. Hoewel hij het grootste deel van de manuscripten hiervoor al in de eerste helft van de jaren 1860 had geschreven, stelde hij publicatie steeds opnieuw uit voor verder onderzoek. Na langdurig redactiewerk van Friedrich Engels zijn deel twee (1885) en deel drie (1894) van Het Kapitaal uiteindelijk toch nog gepubliceerd. Onleesbaar handschrift Het nu gedigitaliseerde exemplaar van Het Kapitaal met Marx’ eigen aantekeningen kwam in de jaren 1930 in bezit van het IISG als onderdeel van de archieven en bibliotheek van de Duitse sociaal-democratische beweging. Het exemplaar is interessant omdat het een inkijkje geeft in de grondige wijze waarop Marx bij het formuleren van zijn theorieën te werk ging. Helaas zullen weinig mensen de notities ook daadwerkelijk in deze vorm kunnen lezen, want Marx’ handschrift is zo onleesbaar dat slechts een handjevol mensen op de wereld het vandaag de dag nog kan ontcijferen. Een volledige transcriptie werd wel eerder gepubliceerd in de Marx Engels Gesamtausgabe 2, de grote wetenschappelijke editie van het werk van Marx en Engels. Karl Marx en Friedrich Engels bij de Neue Rheinische Zeitung drukkerij (E.N. Sapiro, 1825-1849) UNESCO Het nu gedigitaliseerde exemplaar is een uniek document voor de geschiedenis van de arbeidersbeweging en de sociale wetenschappen. Het maakt deel uit van de omvangrijke collectie manuscripten van Marx en Engels in het IISG, die maar liefst tweederde van alle papieren bevat die Marx en Engels in hun leven hebben nagelaten. In 2013 werd het samen met de enige bewaard gebleven handgeschreven pagina van het Communistisch Manifest toegevoegd aan het Memory of the World Register van UNESCO. Het origineel zal het komende jaar onder andere te zien zijn op grote tentoonstellingen in het Museum Karl-Marx-Haus in Trier en het Joods Museum van België in Brussel, ter gelegenheid van het tweehonderdste geboortejaar van Karl Marx. (Kennislink.nl) | |
ExperimentalFrentalMental | zaterdag 2 december 2017 @ 09:34 |
01-12-2017 Grieks geschrift met geheime lessen van Jezus aan zijn broer ontdekt Nooit werd vermoed dat deze Griekse teksten de oudheid zouden hebben overleefd. Onderzoekers hebben de Eerste Openbaring van Jacobus in het oorspronkelijke Grieks gevonden. Voorheen werd gedacht dat alleen de Koptische vertaling uit de Nag Hammadi bibliotheek de tand des tijds had doorstaan. Nieuwe Testament Het huidige Nieuwe Testament bestaat uit 27 boeken die door Athanasius, bisschop van Alexandrië, zijn vastgesteld. De Eerste Openbaring van Jacobus kwam klaarblijkelijk volgens de bisschop niet in aanmerking voor een plekje in de Bijbel. Zo schrijft de bisschop in de Paasbrief: “Geen enkel boek mag eraan toegevoegd, of uit weggenomen worden.” Verhaal Het oude verhaal beschrijft de geheime lessen van Jezus aan zijn broer Jacobus. Jezus openbaart hierin over het hemelse rijk en toekomstige gebeurtenissen. Ook de onvermijdelijke dood van Jacobus komt aan bod. “De tekst is een aanvulling op het Bijbelse verslag van Jezus’ leven,” zegt Geoffrey Smith, assistent-professor in religieuze studies. “Het geeft ons meer duidelijkheid over de gesprekken die naar verluidt plaatsvonden tussen Jezus en zijn broer. Dankzij deze geheime lessen kon Jacobus een goede leraar zijn na de dood van Jezus.” Nag Hammadi Bibliotheek De ontdekking van het Griekse geschrift over de Eerste Openbaring van Jacobus is erg bijzonder. De Nag Hammadi Bibliotheek bestaat namelijk een een collectie van dertien boeken, gevonden in 1945 in Egypte. De geschriften zijn koptische vertalingen van teksten die oorspronkelijk in het Grieks geschreven zijn. Alleen een klein deel hiervan zijn gevonden in de oorspronkelijke Griekse taal. Leraarsmodel Het oude geschrift bijkt niet zomaar op papier te zijn geklad, maar is netjes en met een uniform handschrift geschreven. Daarom wordt gedacht dat dit originele manuscript als leraarsmodel werd gebruikt om studenten te helpen leren lezen en schrijven. “De schrijver heeft de woorden gescheiden in lettergrepen,” legt Landau uit. “Dit is erg ongebruikelijk in oude manuscripten, maar worden wel vaker aangetroffen in educatieve teksten.” Volgens de onderzoekers lijkt het erop dat de leraar een bepaalde affiniteit met de tekst heeft gehad. “Zo lijkt het geen kort uittreksel te zijn zoals gebruikelijk bij schooloefeningen, maar eerder een complete kopie van het verboden oude geschrift,” stelt Landau. (scientias.nl) | |
Szikha2 | zondag 11 februari 2018 @ 22:44 |
Voor mensen die ermee te maken hebben op wat voor manier en uiteraard voor de geinterseerden:https://www.amazon.co.uk/(...)=uprooted+lyn+julius | |
ExperimentalFrentalMental | donderdag 15 februari 2018 @ 09:27 |
14-02-2018 Filosofen en de liefde, als dat maar goed gaat Recensie van De liefdesparadox In het boek De liefdesparadox werpen acht hedendaagse filosofen hun blik op de liefde. Valentijnsdag is een mooi moment voor een wetenschappelijke benadering van dit meest ongrijpbare en tegelijkertijd allesomvattende, ehh, gevoel? Emotie? Staat van zijn? De liefde valt niet te verklaren, definities blijven vaag en je kunt het niet zien als je iemand opensnijdt. Filosofen hebben het onderwerp dan ook lang links laten liggen, zo beschrijft het boek De liefdesparadox. Maar tegelijk weet ook iedereen liefde bestaat – we zien het zelfs als onze drijvende kracht. Veel films, liedjes, boeken en kunst gaan erover of hebben op zijn minst een bijrol voor de liefde. Of het nu pijn doet of onnoemelijk veel vreugde geeft. Meerdere invalshoeken In De liefdesparadox geven acht hedendaagse filosofen op hun eigen manier antwoord op de vraag wat liefde is. Elk belicht een ander aspect van het onderwerp. Liefde volgens filosofen uit de Oudheid, de opkomst van de romantische liefde, meerdere liefdes op hetzelfde moment, enzovoort. Samen vormen ze een veelzijdig beeld van (het ontstaan van) de hedendaagse liefde in de westerse cultuur. Andere culturen en vormen van liefhebben worden helaas buiten beschouwing gelaten. Het boek is geschreven voor een breed publiek, nadat uit een symposium bleek dat er veel interesse was in het onderwerp. Dat wil niet zeggen dat het een makkelijk leesbaar boek is geworden; je moet er wel echt je aandacht bijhouden. Elke wetenschapper heeft zijn eigen hoofdstuk geschreven, waarbij de één meer jargon en lastige zinnen gebruikt dan de ander. Een kleine selectie, beginnend met het voorwoord. Romantische liefde? Huwelijksportret van een stel, waarschijnlijk Isaac Abrahamsz Massa en Beatrix van der Laen, getrouwd te Haarlem op 25 april 1622. ( Frans Hals, ca. 1622) Rijksmuseum Amsterdam, Publiek Domein Friends with benefits Wim de Muijnck (Radboud Universiteit Nijmegen) heeft van het voorwoord een prettige inleiding op het onderwerp gemaakt. Zo legt hij uit dat filosofen lang dachten dat het begrip liefde het denken zou vertroebelen. Er wordt pas serieus werk gemaakt van het onderwerp sinds de twintigste eeuw, waarbij de Amerikaanse filosoof Harry Frankfurt op een paradox stuitte. ‘Wie exact en om voor iedereen overtuigende redenen meent te kunnen uitleggen waarom hij van iemand houdt, begrijpt er duidelijk niets van. Maar wie zegt dat hij die iemand zomaar liefheeft, in de zin dat zijn liefde net zo goed een willekeurige andere had kunnen betreffen, begrijpt het al helemaal niet.’ Erastes en Eromenos die elkaar kussen. Detail van een Attische vaas, 480 v.Chr. Wanneer een man wordt bevangen door eros, denkt de filosoof Plato aan een andere man en niet aan een vrouw. Frank Rebel (Universiteit van Amsterdam) begint bij het begin: de Oudheid. Het westerse beeld van de liefde, die van die soulmate, is namelijk verre van een universeel beeld en ook pas vrij recent ontstaan. In de Oudheid maakten filosofen onderscheid tussen eros, philia en agape. ‘Eros in klassiek Grieks is intens verlangen of streven. Bij liefde tussen twee mensen is er sprake van een seksuele component.’ Philia is de liefde voor vrienden en familie, maar ook die van minnaars. Een soort friends-with-benefits, maar de grens met eros is niet altijd duidelijk. Agape is de onbaatzuchtige variant van de vroege christenen: de liefde voor God en voor de naaste. Ook Charles Hupperts (Universiteit van Amsterdam) kijkt naar de Oude Grieken. Aan de hand van Plato’s fascinatie met eros, gaat hij dieper op deze liefde in. Geen vrije wil bij liefde? Katrien Schaubroeck (Universiteir Antwerpen) diept de rationele kant van liefhebben uit. De eerder genoemde Harry Frankfurt, de oervader van de filosofie over liefde, beweerde ‘dat er geen redenen zijn om lief te hebben, hoewel de liefde zelf een bron is van redenen.’ Je kiest niet van wie je houdt, je bent daarin volkomen willoos. Vandaar dat een partner die op papier voldoet aan alle wensen, geen match hoeft te zijn. Maar in tegenstelling tot deze nu algemene denkwijze, beredeneert Schaubroeck dat we minder willoos zijn in de liefde. Daarmee bedoelt ze niet de redenen die uit liefde voortkomen: al het moois wat je ziet in de ander, juist omdat je van hem of haar houdt. Maar de redenen om lief te hebben zijn volgens haar wel beïnvloedbaar. Bijvoorbeeld door te praten over diegene die je liefhebt, waardoor je gevoel voor hem of haar groeit. Frank Hindriks (Rijksuniversiteit Groningen) wil ik ook niet onbenoemd laten. Zijn hoofdstuk gaat over onze vastgeroeste blik op de unieke romantische liefde en polyamorie (meerdere liefdes tegelijk). Het leest af en toe een beetje als een promopraatje voor het laatste. Of ben ik ook zo geïndoctrineerd door het romantische idee van die ene partner die (op dat moment) goed bij je past? Dit hoofdstuk intrigeerde mij in ieder geval, juist omdat ik liefde heel anders beleef. Volgens Hindriks berusten redenen van ware liefde op verbindingswaarden, die de relatie waardevol maken. ‘Een relatie biedt ons allerlei waardevolle zaken, zoals vertrouwdheid met elkaar en gedeelde herinneringen, die buiten een relatie niet mogelijk zijn OMDAT ze nu juist een speciale verbondenheid met een ander persoon vereisen.’ Even verderop gaat hij verder over de verbindingswaarden. ‘Maar waarom zou liefde gericht moeten zijn op slechts één persoon? Je kunt ook verschillende verbindingswaarden realiseren in meerdere relaties in plaats van slechts één relatie.’ Omdat dit niet onmogelijk lijkt, pleit Hindriks voor het opgeven van de liefde voor één persoon tegelijk als de ware liefde. En polyamorie als de andere optie. Interessant om te lezen, ook voor wie de kriebels krijgt van het idee alleen. Al met al een interessant boek met verfrissende invalshoeken en theorieën over de liefde. Wat mij betreft kan daar niet genoeg over geschreven worden. De Liefdesparadox. Acht hedendaagse filosofen over de liefde. Redacteur: Wim de Muijnck Aantal pagina’s: 208 Verschenen: 01-02-2017 Meer informatie bij Amsterdam University Press (nemokennislink.nl) | |
ExperimentalFrentalMental | zaterdag 17 maart 2018 @ 09:08 |
17-03-2018 Waarom zijn mensen geneigd om in een god (of iets anders) te geloven? Wij mensen zijn geneigd om te geloven in onverklaarbare dingen. Maar waarom eigenlijk? We denken graag van onszelf dat we heel rationeel zijn. Maar als je kritisch naar je eigen gedrag of dat van anderen gaat kijken, kom je al snel tot de conclusie dat dat toch niet helemaal waar is. Want waarom doe je dan toch een schietgebedje voor dat sollicitatiegesprek? En waarom moet je toch altijd even slikken als er een zwarte kat voor je de weg oversteekt? En waarom vereren mensen dan goden waarvan het bestaan niet bewezen kan worden? Dagelijks irrationeel Dergelijke gedragingen getuigen van een oer-neiging die we allemaal bezitten: we geloven graag in iets onverklaarbaars. Maar waarom? In zijn gloednieuwe boek ‘Dagelijks irrationeel‘ gaat Michiel van Straten op jacht naar een antwoord op die vraag (ondertussen benadrukkend dat hij alleen de neiging om te geloven onderzoekt en verder geen uitspraken wil doen over of die onverklaarbare dingen al dan niet bestaan). En hij komt al snel tot de ontdekking dat we op meerdere manieren aangezet worden om in iets of iemand te geloven. Vatbaar voor geloof Zo wijst onderzoek uit dat we onder bepaalde omstandigheden – vaak zonder dat we ons daar bewust van zijn – extra vatbaar zijn voor (bij)geloof. Bijvoorbeeld wanneer we: – totaal geen controle hebben over de situatie. Van Straten illustreert dat aan de hand van een experiment waarbij onderzoekers proefpersonen vroegen om een gebeurtenis te beschrijven: “Een deel beschreef spontaan ervaringen van controleverlies, bijvoorbeeld over een auto-ongeluk dat veroorzaakt was door een ander, of de ziekte van een vriend of familielid. Het andere deel beschreef situaties waarin ze wel controle hadden. Vervolgens werd aan beide groepen een fictieve situatie voorgelegd waarin ze een belangrijke presentatie moesten houden, met daarbij de vraag: zou het uitvoeren van een willekeurige actie als het drie keer stampen met je voet voordat je de presentatie gaat houden de kans op succes verhogen? De mensen die geschreven hadden over situaties waarin ze de controle kwijt waren, dachten vaker dat dat zou helpen dan de mensen uit de andere groep (…) We willen graag grip op de zaak. En is die er niet, dan creëren we die dus zelf, door patronen te zien die er niet zijn, of door met behulp van ‘mentale gymnastiek’ het gevoel van controle te vergroten. We houden van maakbaarheid en zijn niet graag overgeleverd aan toeval.” – geconfronteerd worden met de dood. Experimenten tonen aan dat nadenken over de dood er niet alleen voor zorgt dat gelovigen gesterkt worden in hun geloof, maar er tevens tot leidt dat atheïsten wat minder stellig worden. – bang zijn om fouten te maken. Experimenten suggereren dat ook angstreductie ons gevoelig kan maken voor geloven, zo schrijft Van Straten: “(Onderzoeker Michael, red.) Inzlicht laat zijn proefpersonen een Stroop-test doen (genoemd naar de bedenker, John Ridley Stroop). Dat is een test waarin mensen zo snel mogelijk de kleur moeten zeggen waarin een woord geschreven is, terwijl dat woord zelf een andere kleur beschrijft. Deze grappige test, die vaak zorgt voor vermaak en verwarring, is lastiger uit te voeren dan je misschien denkt. Doordat je twee tegenstrijdige soorten informatie ontvangt, bijvoorbeeld als het woord ‘rood’ in een groene kleur is weergegeven, maak je snel fouten. Het kost je moeite om in dat geval snel de kleur groen te benoemen. Maar Inzlicht gaat in zijn onderzoek een stap verder. Voordat hij zijn proefpersonen de test laat doen heeft hij hen gevraagd naar de mate van hun religiositeit. Tijdens de Stroop-test meet Inzlicht met elektroden de activiteit in het hersengebied de anterior cingulate cortex (acc), dat onder andere betrokken is bij het detecteren van fouten en bij zelfregulering. Wat Inzlicht ziet, is dat de acc minder actief is bij gelovigen dan bij ongelovigen wanneer ze fouten maken bij de Stroop-test. Zijn interpretatie hiervan is dat het hersengebied bij gelovigen minder actief is omdat zij met hun geloof een soort buffer hebben gecreëerd tegen eventuele spanning die zou kunnen optreden bij het maken van fouten. Volgens Inzlicht ervaren gelovigen meetbaar minder angst dan niet-gelovigen, en komt dat door de geestelijke rust die het geloof hun biedt. Dat laatste is zeker iets wat je veel religieuzen kunt horen zeggen: het geloof in een hogere macht die het goed met ons voorheeft geeft een zekere mate van rust.” “Mensen hebben moeite met toeval, onverklaarbaarheid” Verbinding en inzicht Wat ook in het voordeel van het geloof werkt, is dat het voorziet in enkele behoeften die (bijna) elke mens heeft: – we willen ons verbonden voelen met elkaar. Religie heeft een sociale functie, zo legt Van Straten in het boek uit. “Zo gaat mijn moeder nog altijd voornamelijk om die reden naar de kerk. Het samen zingen, het bij een groep horen, aandacht en warmte ontvangen van anderen, dat zijn zaken die ze daar ervaart en die haar goeddoen.” Het kan mogelijk ook verklaren waarom religie het in het ene land beter doet dan in het andere. “Hoe minder een sociaal netwerk hulp kan bieden in tijden van nood of problemen, des te vaker vult religie het achtergelaten gat op.” Wellicht dat we daarom juist in landen met de meeste sociale zekerheid relatief weinig gelovigen vinden. – we willen de wereld begrijpen. “Mensen hebben moeite met toeval, onverklaarbaarheid,” schrijft Van Straten. “We hebben liever de beschikking over een verhaal om uit te putten, om gebeurtenissen te kunnen duiden.” Religie kan dan helpen door niet alleen te verklaren hoe we ontstaan zijn, maar ook te onthullen waarom we er zijn en waar het met de wereld en onszelf naartoe gaat. Zo kan religie mensen een gevoel van controle geven. De oorsprong Daarnaast moeten we ook de mate waarin religie met ons mensen en onze evolutie verweven is geraakt, niet onderschatten. Veel wetenschappers gaan ervan uit dat religie in zijn geheel een evolutionaire basis heeft, zo schrijft Van Straten. Hij wijst erop dat onze voorouders baat hadden bij religie, omdat het een groot aantal voordelen biedt. Zo houdt het de groep bijeen. Dat doet het bijvoorbeeld door het beperken van gemengde huwelijken en het hanteren van specifieke sociale regels. Maar ook door uiterlijke kenmerken en zelfs door het bevorderen van de voortplanting. Daarnaast kan religie de gezondheid bevorderen door regels te stellen op het gebied van voedsel en verzorging, en biedt ze troost, optimisme en minder angst, maar ook concurrentiestrijd met andere groepen. Allemaal zaken die in evolutionair opzicht voordeel kunnen opleveren.” De meeste wetenschappers gaan er dan ook vanuit dat onze voorouders hun goden om die reden in het leven roepen. “De percentages van mensen die geloven in de werking van tarotkaarten (15%), astrologie (22%) en het bestaan van geesten (39%) zijn in de afgelopen decennia niet gedaald maar gestegen” Religie in Nederland Inmiddels is het 2018 en is het geloof nog steeds niet weg te denken uit onze samenlevingen. Ook in het seculiere Nederland niet. Recente cijfers laten zien dat de helft van de Nederlanders zich tot een kerkelijke gezindte of levensbeschouwelijke groepering rekent. Het aantal Nederlanders dat ook daadwerkelijk regelmatig religieuze diensten bijwoont, ligt echter veel lager. Komen we dan langzaam los van de oeroude neiging om in iets onverklaarbaars te geloven? Zeker niet. Het geloof in een god mag dan sterk afnemen: het geloof dat er ‘meer is tussen en hemel’ gedijt behoorlijk. “De percentages van mensen die geloven in de werking van tarotkaarten (15%), astrologie (22%) en het bestaan van geesten (39%) zijn in de afgelopen decennia niet gedaald maar gestegen,” merkt Van Straten op. Geloven: wij mensen kunnen bijna niet anders. We zijn geprogrammeerd om grip te krijgen op de ongrijpbare wereld om ons heen en snakken naar een gevoel van controle. En dus neigen we ernaar om in iets te geloven dat ons die dingen geeft. Dat kan een religie zijn, maar ook een bijgelovige handeling (zoals het ophangen van een hoefijzer). En zo zijn er nog wel meer onverklaarbare dingen te bedenken die we omwille van onze machteloosheid bereid zijn om te omarmen: denk aan paragnosten of alternatieve geneeswijzen, bijvoorbeeld. Geloven in iets, hoort in zekere zin dus bij ons en heeft ons waarschijnlijk zelfs gevormd tot wie wij vandaag de dag zijn. Het boek ‘Dagelijks irrationeel‘ onthult de psychologie achter het zelfbedrog waar we ons allemaal – onbewust – mee bezighouden. En daarmee houdt het boek ons een heldere en soms ietwat confronterende spiegel voor. Durf jij erin te kijken? Het boek ligt vanaf 21 maart in de boekwinkel! (scientias.nl) | |
Szikha2 | zaterdag 31 maart 2018 @ 17:43 |
ROME-Vlak voor Pasen heeft paus Franciscus paniek onder vele gelovigen teweeggebracht door in een interview met de Italiaanse krant la Repubblica te stellen dat de hel niet bestaat Bron https://www.telegraaf.nl/(...)-de-hel-bestaat-niet | |
Szikha2 | vrijdag 11 mei 2018 @ 09:35 |
https://hasepharadi.com/2018/04/29/lebanons-history-destroyed/ | |
Molurus | dinsdag 23 oktober 2018 @ 17:24 |
Bible Museum says five of its Dead Sea Scrolls are fake Washington (CNN)The Museum of the Bible in Washington, DC says five of its most valuable artifacts -- once thought to be part of the historic Dead Sea Scrolls -- are fake and will not be displayed anymore. German-based scholars tested the fragments and found that five "show characteristics inconsistent with ancient origin and therefore will no longer be displayed at the museum." | |
Szikha2 | zaterdag 27 oktober 2018 @ 20:58 |
https://www.volkskrant.nl(...)g-gegooid-~b1153e96/ | |
ExperimentalFrentalMental | dinsdag 29 januari 2019 @ 08:24 |
28-01-2019 Gerenommeerde historicus: Jezus is nooit verrezen, omdat hij nooit gestorven is aan het kruis EPA Jim Caviezel als Jezus in de film ‘The Passion of The Christ’. Wat is er waar aan het Bijbelverhaal over de kruisiging, dood en verrijzenis van Jezus Christus, en wat niet? Het zal een eeuwig debat blijven, en de bekende Duitse historicus Johannes Fried voegt er nu nog een nieuwe laag aan toe. Volgens hem was het goed mogelijk dat Jezus eigenlijk nooit gestorven is aan het kruis, maar in een coma is geraakt waar hij dan na drie dagen uit ontwaakt is. Fried schreef over de zaak een nieuw boek met de veelzeggende titel ‘Geen dood op Golgotha’, naar de berg waarop Jezus volgens het christelijke geloof door de Romeinen werd gekruisigd en stierf. Maar die these klopt mogelijk niet, aldus Fried, die in zijn boek een antwoord probeert te formuleren op de vraag hoe iemand zou kunnen opstaan uit de dood. En zijn theorie: niet. Want Jezus is mogelijk nooit gestorven aan het kruis en dus zeker ook nooit verrezen. Wel zou hij in een zogenaamde koolstofdioxide-coma zijn gevallen door een felle stijging van het koolzuur in zijn bloed. De lanssteek die Jezus in zijn zij kreeg van een Romeinse soldaat om de dood te bespoedigen, zou net het omgekeerde hebben teweeggebracht: daardoor kon het wondvocht en water uit zijn longen vloeien en kon Jezus blijven ademen. Drie dagen in coma met één long Daarna zou Jezus, nog steeds volgens de theorie, door de toename van CO2 in zijn bloed buiten bewustzijn zijn geraakt, waarna hij in het graf werd gelegd en daar drie dagen met nog één long verder hebben geleefd. De olie die in die tijd werd gebruikt om doden te zalven, zou Jezus’ wonden sneller hebben doen genezen. Na drie dagen zou hij dan uit zijn coma zijn ontwaakt, opgestaan, en aan zijn leerlingen zijn verschenen. Daarna zou hij richting het huidige Jordanië zijn gevlucht, om uiteindelijk naar Egypte te gaan. Ook haalt Fried aanwijzingen uit het feit dat andere mensen die door de Romeinen tot de kruisdood werden veroordeeld, soms dagenlang levend aan het kruis hingen vooraleer ze uiteindelijk stierven. Dat Jezus Christus toch zo snel ‘dood’ was, valt moeilijk uit te leggen, zegt de Duitser. De theorie dat Jezus op een of andere manier schijndood is geweest, is niet nieuw en duikt af en toe de kop op. Een twintigtal jaar geleden opperde de Noorse arts Kjell Ytrehus na onderzoek dat Jezus mogelijk zo fel onderkoeld is geraakt aan het kruis dat hij in een soort schijndode toestand kan zijn geraakt. Hoe geloofwaardig de theorie is, blijft een groot vraagteken. Het lijk van Jezus is nooit teruggevonden, noch enig ander materieel spoor. De verhalen over zijn leven werden door de evangelisten pas na tientallen jaren opgeschreven. Bovendien komt het verhaal over de lanssteek die Jezus’ long doorboorde enkel voor in het evangelie volgens Johannes, het laatste evangelie. Duitse media die Frieds boek al konden inkijken, wijzen er op dat zijn theorie niet meer dan “pseudeo-wetenschappelijke speculatie” is. (HLN) | |
hoatzin | maandag 18 februari 2019 @ 08:21 |
Een van de meer curieuze uitleggingen van het verhaal. Vooral het stukje over de lans is mooi gevonden. | |
ATON | maandag 18 februari 2019 @ 10:02 |
Zijn tombe is wel teruggevonden. Zijn lijk is ondertussen al vergaan. | |
EttovanBelgie | dinsdag 19 februari 2019 @ 19:49 |
Nee, 'zijn' tombe is niet gevonden. Talpiot is een mythe. | |
ATON | dinsdag 19 februari 2019 @ 20:02 |
Dat zou je wel willen. | |
EttovanBelgie | dinsdag 19 februari 2019 @ 20:55 |
Dat heeft niets met willen of niet willen te maken, maar met de feiten die we hebben. En daar valt een 'documentaire' van Simcha Jacobovici niet onder. | |
ATON | dinsdag 19 februari 2019 @ 21:43 |
Is dat je enige bron ?? | |
EttovanBelgie | dinsdag 19 februari 2019 @ 21:47 |
Nee, dat is de enige bron waarop jij verder je fantasie hebt uitgebouwd. | |
ATON | dinsdag 19 februari 2019 @ 22:37 |
Waarom denk je dat ? Het zou toch voor een oplettende en open geest al duidelijk zijn dat ik niet over een nacht ijs ga. En je moet ook weten dat ik echt geen zin meer heb met jou in discussie te gaan. Dit alles is hier al meermaals de revue gepasseerd en dit moet volstaan. | |
hoatzin | woensdag 20 februari 2019 @ 12:06 |
De tombe is opengesteld voor publiek toch? Kun je zelf poolshoogte gaan nemen... | |
ATON | woensdag 20 februari 2019 @ 12:55 |
Neen, er ligt een betonnen deksteen op en strikt verboden toegang, zelfs voor archeologen. Dat zegt al genoeg. | |
EttovanBelgie | woensdag 20 februari 2019 @ 18:06 |
Tuurlijk, het is weer eens een complot. | |
ATON | woensdag 20 februari 2019 @ 18:36 |
Gezien de ernst van deze vondst is dit wel zeer begrijpelijk, daar moet je geen genie voor zijn. | |
EttovanBelgie | woensdag 20 februari 2019 @ 18:53 |
Vandaar dat geen hond binnen de academische wereld de hersenspinsels van Jacobovici serieus neemt. | |
ATON | woensdag 20 februari 2019 @ 19:23 |
Toch maar eens beter informeren hoor. | |
EttovanBelgie | woensdag 20 februari 2019 @ 19:25 |
Het is inderdaad een enorm discussiepunt, wetenschappers zitten er boven op, heftige debatten, legio peer-reviewed artikelen in vakbladen... ... of toch niet. | |
ATON | woensdag 20 februari 2019 @ 20:09 |
Toch wel hoor, dat is er zeker geweest, en dan ging alles terug in de doofpot. En als je van mij verwacht dat ik dit hele proces hier opnieuw ga oprakelen... niet dus. | |
EttovanBelgie | woensdag 20 februari 2019 @ 20:11 |
Er viel niets in een doofpot te stoppen, dat is het hele punt. | |
DoubleUU | woensdag 20 februari 2019 @ 20:19 |
Filosofie en levensbeschouwing in 1 zin...brr,,, Alles met een religieuze achtergrond is per definitie onbetrouwbaar. | |
hoatzin | donderdag 21 februari 2019 @ 10:17 |
Nee ok maar waarom zit die tombe dan zo hermetisch op slot? | |
EttovanBelgie | donderdag 21 februari 2019 @ 17:54 |
Waarschijnlijk om dezelfde reden dat er een bepaalde tombe in Rennes-Le-Chateaux is verwijderd. Of liever: om dat te voorkomen. | |
ATON | donderdag 21 februari 2019 @ 18:19 |
Zeer slecht voor het toerisme. Stel je voor dat al die pelgrims dan naar die buitenwijk moeten om geconfronteerd te worden met een idool wat niet verrezen is. De Paus gaat daar ook niet gelukkig mee zijn. | |
EttovanBelgie | donderdag 21 februari 2019 @ 19:59 |
Inderdaad slecht, door toerisme. Door sensationele complotdenkerij is men gerust in staat Talpiot te laten verworden tot wat Rennes-les-Chateaux nu is. Dat is gewoon logisch denken. Volgens ATON echter is er een enorm complot gaande om Talpiot gesloten te houden, niet om deze oude plaats te beschermen, welnee... De duistere 'men' wil gewoon niet dat er gezocht gaat worden want uiteraard ligt daar minstens het stoffelijk overschot van Jezus. Ook al heeft de hele archeologische wereld Talpiot naar het rijk der fabelen gewezen, ook al is er in de wetenschappelijke wereld geen enkele academicus die de claims van Jacobovici et al serieus neemt, dat betekent allemaal niet dat er in Talpiot simpelweg niets te vinden is wat die claims onderbouwt, nee, daar zit een gigantisch complot achter omdat er wel degelijk iets te vinden zou zijn. En zo is het precies gegaan in Rennes-les-Chateaux. Geen hond die naar die plaats omkeek. Tot Lincoln zijn theorie begon te verkondigen, tot er documentaires kwamen, tot Leigh et al hun Bloed en Graal meuk tot bestseller wisten te maken, tot de Da Vince Code daar nog eens dunnetjes overheen ging... toen ging men en masse dat dorpje bezoeken. En vooral dat 'sinistere' grafmonument. Gevolg? De boer van wie het land is was het zat en heeft dat ding weg laten halen: teveel goudzoekers, graalzoekers en Jezus-zoekers. En DAT is waarom Talpiot dicht zit. | |
Panterjong | donderdag 21 februari 2019 @ 21:06 |
Heeft men de botten daar dan herbegraven? | |
EttovanBelgie | donderdag 21 februari 2019 @ 22:56 |
Nee, a.d.h.v. Lincoln, Baignet et al zijn er legio gelukszoekers afgereisd om aldaar hetzij goud, de graal, Jezus' bloedlijn, Maria Magdela's gebeente... wat dan ook te vinden. Kijk op youtube eens naar een filmpje van Lincoln waarin hij zelf aangeeft wat voor circus men van dat ooit zo rustige dorp heeft vervaardigd. Lincoln in gesprek met een complotdenker. Uiteraard allemaal aan de hand van vervalste documenten (Priorij van Sion) die stammen uit de jaren '50 en '60. Overigens is daarom die hele da vinci code verre van vernieuwend in diens opzet; allemaal gejat van Henry Lincoln en al bekend sinds de jaren '70. | |
Panterjong | donderdag 21 februari 2019 @ 23:03 |
Ik bedoelde de botten die in de tombe van Talpiot gevonden zijn. | |
EttovanBelgie | donderdag 21 februari 2019 @ 23:05 |
Waarom zouden ze die in Rennes-les-Chateaux begraven in een graf dat er al eeuwen staat? Nou ja, stond. Maar ongetwijfeld zijn er Talpiot-adepten die dat een uiterst interessante hypothese zouden vinden en meteen ook een verklaring hebben waarom dat graf in Rennes is verdwenen. | |
Panterjong | donderdag 21 februari 2019 @ 23:12 |
Nee. Zijn de botten die in de tombe van Talpiot gevonden zijn herbegraven in de tombe van Talpiot? | |
EttovanBelgie | donderdag 21 februari 2019 @ 23:18 |
Geen flauw idee | |
ATON | vrijdag 22 februari 2019 @ 08:28 |
Hij heeft helemaal geen idee waar je het over hebt. Komt die aanzetten met Rennes le chateau en de Priorij de Sion...grappig. | |
EttovanBelgie | vrijdag 22 februari 2019 @ 11:00 |
Het is een vergelijking, ATON. Precies dezelfde sensationele complotdenkerij heeft een dorp gemaakt tot circus waar mensen hun handen niet thuis konden (en kunnen) houden omdat allerhande sappige theorieën beweren dat er echt heel belangrijke zaken te vinden zouden zijn. Zo'n circus wordt Talpiot ook, omdat men liever een film van Jacobovici bekijkt en als waarheid aanneemt dan zelf de wetenschappelijke literatuur induikt. En nu ik het daar toch over heb: als jij zo ontzettend overtuigd bent dat je gelijk hebt, en dat derhalve zo ongeveer de gehele wetenschappelijke wereld er faliekant naast zit, PUBLICEER je theorieën. Leg je ideeën maar eens voor aan de academische wereld. Heeft iets meer zin dan tot in den treuren je riedel te herhalen op matig bezochte sub-onderdelen van een forum denk je niet? Wanneer mogen we je artikel verwachten? | |
ATON | vrijdag 22 februari 2019 @ 12:07 |
Jouw riedeltje : de academische wereld. En is Jacobovici jouw enige bekende in deze materie ? Toch maar eens verder zoeken hoor. En nogmaals, ik ga met niet meer herhalen. | |
EttovanBelgie | vrijdag 22 februari 2019 @ 16:57 |
Uhm ja, zo werkt dat ATON... ideeën en theorieën zijn leuk, maar als ze niet onderbouwd worden met deugdelijke bronnen dan zijn ze invalide. Laat dat nu steevast het probleem zijn met al je theorieën tot nu toe. Daarom zeg ik: als jij zoveel vernieuwende kennis en inzichten hebt, die de geschiedenis zelfs kunnen herschrijven, en als je er zo van overtuigd bent dat je het allemaal prachtig kunt onderbouwen met onweerlegbare bronnen: DOE HET. In plaats daar van blijf je hier rondhangen en kom je steevast met dezelfde uitgekauwde - en weerlegde - hypotheses die de academische graadmeter simpelweg niet halen. Prove me wrong. Publiceer. | |
Panterjong | vrijdag 22 februari 2019 @ 21:35 |
Het begint met een aanname. Alsof hij precies weet hoe jij erover denkt. Dat volgens jou het stoffelijk overschot van Jezus daar in de tombe zou liggen. Lijkt me sterk dat je daar zo over denkt. Een foutieve aanname wordt het dan. En om daar dan verder op te borduren met een beroep op de groep, een appels met peren vergelijking, het complot denken in de schoenen schuiven. Dezelfde herhaling van zetten, ik weet het inmiddels wel. En later wordt ook nog eens vergeten hoe hij zelf eerder kersenplukkend met dubieuze bronnen om is gegaan, een in twee talen geschreven kopie van een brief als de authentieke woorden van de schrijver van het origineel zien, kom op zeg er zaten eeuwen tussen. Daar moet jij dan netjes op reageren. Veel succes. | |
EttovanBelgie | zaterdag 23 februari 2019 @ 11:58 |
Ook aan jou het voorstel: zit de academische wereld er faliekant naast, leg je ideeën voor ter publicatie. Je kunt beginnen met het aan de kaak stellen van mijn zogenaamde 'dubieuze bron' die kersenplukkend toegepast is. Ik denk dat de vakbladen die als domein kerkgeschiedenis en vroege dogmatiek hebben enorm geïnteresseerd zijn in je hypothese. | |
hoatzin | maandag 25 februari 2019 @ 08:38 |
Over bijgeloof gesproken: dat zou men dan ook in Lourdes en dergelijke zo moeten doen. | |
ATON | maandag 25 februari 2019 @ 10:22 |
Tja, het probleem zou zich pas stellen als die verschijning zou hebben plaats gevonden op zowat 5 km. van de huidige locatie. | |
hoatzin | maandag 25 februari 2019 @ 10:42 |
Ik denk dat de omgeving van Lourdes mooier is dan die van Bethlehem en omgeving....Maria is niet gek natuurlijk.. | |
ATON | maandag 25 februari 2019 @ 11:12 |
Kan best, maar dit was niet mijn punt. | |
EttovanBelgie | maandag 25 februari 2019 @ 14:58 |
Als mensen daar monumenten gaan vernielen in een zoektocht naar iets super mysterieus, uiteraard, meteen dichtgooien die plek. | |
hoatzin | dinsdag 26 februari 2019 @ 13:48 |
Of als het mensen valse hoop geeft en op hoge kosten jaagt. | |
EttovanBelgie | dinsdag 26 februari 2019 @ 15:08 |
We weten het hoatzin, je vindt geloof helemaal niks. | |
hoatzin | dinsdag 26 februari 2019 @ 16:04 |
Niet als het valse hoop geeft en (een hoop) geld kost. Mensen genezen niet door naar Lourdes te gaan. Dat weet je zelf ook wel. | |
naatje_1 | dinsdag 2 april 2019 @ 15:08 |
F&L / VU-filosofen winnen Socratesbeker met kritisch boek over marktdenken Van dittem dus | |
witwitwit | maandag 11 januari 2021 @ 21:14 |
Wat is nu echt een pìrbíd beschouwing als er toch om gemoord wordt? | |
CharlesKinbote | zondag 9 oktober 2022 @ 17:46 |
Nos.nl - Franse filosoof en baanbrekend antropoloog Bruno Latour (75) overleden |