Wat spannend om nu zelf aan de beurt te zijn! Ik heb geprobeerd het kort
te houden maar dat bleek toch wel moeilijker dan ik dacht!
Ik ben dus Owlet, mijn echte naam is geen geheim maar hoeft niet in dit topic. In 1981 werd ik geboren in het toenmalige Westeinde ziekenhuis in Den Haag. Tot mijn vijfde heb ik daar gewoond op een kleine bovenwoning met tegen elke wand meters boekenkast. Mijn vader verkocht auto's, mijn moeder studeerde pedagogiek maar was diep in haar hart actrice, danseres en eeuwige hippie. Na de geboorte van de kinderen is ze gestopt met studeren en werken om thuis bij ons te kunnen zijn. Ze organiseerde moedergroepen en bijeenkomsten voor borstvoedende moeders en in mijn herinnering waren we altijd wel met een aantal moeders en heel veel kinderen bij elkaar.
Toen ik vijf was verhuisden we naar Waddinxveen en hoewel Waddinxveen als stad (dorp?) zo'n beetje alles vertegenwoordigt wat ik nu verafschuw heb ik daar met heel veel plezier gewoond. Van de kleine stadse bovenwoning naar een grote nieuwbouwwoning in een wijk in aanbouw. Heel wat bouwplaatsen heb ik met mijn zusje afgestruind, we waren de hele dag buiten.
Vergeleken met vriendjes en vriendinnetjes zijn we heel vrij opgevoed. Er was weinig wat niet mocht, iedereen was altijd welkom en we werden vrij gelaten om alles zelf te ontdekken en te ervaren.
Omdat wij (inmiddels was er een tweeling bijgekomen en waren we met vier kinderen) in Gouda naar school gingen kochten mijn ouders daar een huis. Door een beetje geluk, een goede huizenmarkt en een verkopende familie die het niet eens kon worden lukte het om een kast van een herenwoning te kopen. Volkomen verouderd en aan alle kanten bekleed met zes lagen behang en minstens zo veel lagen vloerbedekking, maar nog helemaal in originele staat. Het duurde een tijdje voor het tot een modernere versie van de oude staat terug gebacht was en mijn zusje en ik zijn heel wat uren zoet geweest met het ontdekken van alle door de jaren heen verzamelde "schatten" in de kelder, achter verborgen deurtjes en onder al die lagen vloerbedekking. In mijn herinnering bestond mijn jeugd vooral uit veel buitenspelen, boomhutten bouwen, heeeeeeeeeel veel lezen met mijn rug tegen de Aga, experimenteren met koken, pianospelen en veel tekenen en schilderen.
Ik ging in Den Haag naar de middelbare school. Elke dag met de trein heen en terug. Dat was vermoeiend maar ook fijn omdat ik mijn huiswerk in de trein kon doen en zo thuis echt helemaal vrij was. Het heeft er ook voor gezorgd dat ik altijd een soort liefde voor Den Haag heb gehouden. Verschillende familieleden woonden (en wonen) er en de bibliotheek was in tegenstelling tot die van Gouda een paradijs voor een boekenwurm als ik.
Ik weet niet meer hoe veel lessen ik gespijbeld heb om daar in een hoekje op de bovenste verdieping me met een stapel boeken te verstoppen of de sleutel van de pianostudiecel te lenen en uren te oefenen. Het waren er veel, dat weet ik wel!
Toen ik veertien was werd mijn broertje geboren. Een klein wondertje want mijn moeder had zich na de geboorte van de tweeling laten steriliseren. Maar het gezin bleek nog niet compleet en dus werd er een hersteloperatie gedaan. Mijn broertje is nu een beginnende puber, een heerlijke jongen met PDDnos en de bijbehorende uitgebreide gebruiksaanwijzing.
Met vijf kinderen waren we dus. Vijf kinderen die a la pippi langkous het huis op zijn kop konden zetten en die op de gebruikelijke broer-zus irritaties na met heel veel warmte en plezier samen opgroeiden.
Toen ik 18 was gingen mijn ouders scheiden. Je hoort vaak dat mensen het al jaren aan hebben zien komen maar voor ons kwam het echt als een donderslag bij heldere hemel. Ze hebben nog een jaar geprobeerd een latrelatie te laten werken maar uiteindelijk was de koek op. Het huis werd verkocht, mijn vader trok in bij zijn vriendin en mijn moeder en de inmiddels vijf kinderen verhuisden naar een huurwoning. Met passen en meten werden er kamertjes in kamertjes gebouwd. We zaten dicht op elkaar, leefden van aanbiedingen bij de Aldi en hebben heel wat afgehuild, gepraat en gelachen. Ik denk, eigenlijk weet ik het wel zeker, dat het ons als gezin nog sterker heeft gemaakt.
Het heeft mij in ieder geval vrij vroeg volwassen doen worden. Er was op dat moment geen mogelijkheid vanuit mijn ouders om me te helpen met zelfstandig worden. Niet financieel (dat hoeft natuurlijk ook niet) maar vooral ook niet emotioneel.
Maar ik ben door ploeteren, vallen en weer opstaan uiteindelijk in een leuk huisje voor mezelf terecht gekomen. Ik volgde de toelatingsprocedure voor de kunstacademie in Den Haag maar had nog te weinig werk om dat jaar al aangenomen te kunnen worden. En dus begon ik aan een studie biologie om die na een maand in te ruilen voor de Pabo voor vrijescholen.
Na twee jaar onderbrak ik die omdat ik eigenlijk wilde reizen maar daar eerst voor moest sparen. Ik kwam in een baan in de kraamzorg terecht waarbij ik naast het zelfstandig werken via het kraamzorgbureau de opleiding kon doen. Uiteindelijk werd ik gillend gek van de onzinnige protocollen en de domheid van de meeste collega's en besloot ik om maar snel mijn studie weer op te pakken. In afwachting van het begin van het nieuwe schooljaar ging ik via een uitzendbureau aan de slag bij een callcenter.
Van klantenservice voor een aantal grote bedrijven en verkoop van allerlei nare producten aan onwetende bejaarden klom ik in kleine stapjes omhoog om uiteindelijk met een klein team voor verschillende accountmanagers van verschillende bedrijven de agenda's vol te plannen en bij te houden. Ik zat steeds meer op kantoor in plaats van achter de telefoon en kreeg zelfs een salarisverhoging en een vast contract. Da's best een prestatie op een callcenter
Toen ik net was begonnen met werken op het callcenter werd ik ingepland op een voor mijn nieuw zaaltje. En daar viel mijn oog op een bijna twee meter lange, altijd een muts dragende, altijd pratende en altijd de meest flauwe grapjes makende collega. Maar ja, ook mijn zelfvertrouwen was na zeven jaar pesten nou niet echt meer echt aanwezig dus ik richtte me maar op het bellen van bejaarden, het citeren van Beau van Erven Dorens (u gaat alleen maar besparen, *ping*!) en het voltekenen van mijn kladblok.
Twee dagen later kreeg ik een lift van mijn leidinggevende, die me vertelde dat "die lange droogkloot" me wel leuk vond. Mij? Hij vind mij leuk? neeeeeee, dat denk ik niet. Maar om de een of andere reden besloot ik om de gok maar te wagen. Toen M. en ik na werktijd naar de bus liepen hield ik een nep-telefoongesprek met mijn zusje over een computerspelletje in de hoop daarmee zijn aandacht te trekken en *bingo!*, we raakten aan de praat.
We zijn niet meer opgehouden met praten. Een paar weken later trok hij bij mij in, en een half jaar na de eerste ontmoeting was ik (surprise!) zwanger van Ronja. Toen Ronja een half jaar oud was zijn we getrouwd. Met alleen de wederzijdse ouders, broers en zussen en onze dochter er bij op de gratis trouwochtend in normale kleding.
Mijn studie heb ik weer opgepakt toen Ronja een jaar oud was maar na de geboorte van onze tweede dochter gaan er weer andere dingen voor. Nu ben ik dus weer even fulltime thuis met de meisjes. Een peutermeisje dat met haar lieve stemmetje en grappige uitspraken het elke dag weer een feest maakt en een babymeisje dat met haar gevoeligheid een moederlijke beschermingsdrang bij me los maakt die ik nog niet van mezelf kende.
We wonen nog steeds in mijn eerste kleine woning. Weliswaar met drie mini-slaapkamertjes maar nog steeds eigenlijk te klein voor een gezin met twee kinderen.
Maar we wonen er goedkoop en we willen geen huis kopen dat we eigenlijk nu nog niet goed kunnen betalen. De keus om één van ons thuis te laten zijn met de kinderen heeft dus als keerzijde dat we bepaalde zaken zoals een groter huis en meer financiele bestedingsruimte nog even uit moeten stellen.
Ach, het is het meer dan waard!
Het enige waar ik op dit moment mee worstel is dat ik weinig tot geen ruimte heb om iets te doen met de creatieve bubbels die ik altijd van binnen voel. Er is geen plek om mijn tekenwerk veilig neer te leggen en mijn textielwerk moet te voorschijn gehaald worden en weer opgeborgen worden als ik er aan wil werken. Dat gaat dus niet en ik tel diep van binnen de dagen af tot ik, al was het maar een klein bureautje, de mogelijkheid heb om echt weer lekker aan de slag te kunnen. Het is een bijna fysieke behoefte om met mijn handen aan de slag te gaan en iets te creëren. Maar het komt vanzelf wel weer en op dit moment doe ik er alles aan om met de mogelijkheden van nu toch zo veel mogelijk te kunnen doen.
Mijn andere passie: koken en bakken, combineer ik nu vooral met de liefde voor lezen. Kookboeken dus! Op dit moment lees ik de dikke van Dam op de wc,
The silver palate in bed en het NRC handelsblad kookboek in de huiskamer.
Ik lees bij voorkeur in het Engels, zeker als het gaat om kookboeken, fantasyboeken en wegwerpthrillers. John Irving blijft ook wel favoriet, maar eigenlijk lees ik alles wat los en vast zit.
Ik kook nog steeds heel graag maar op de meeste doordeweekse dagen ben ik al blij als ik een gezonde, kindvriendelijke maaltijd in elkaar gedraaid krijg met een peuter op het aanrecht en een baby in de draagdoek.
Films.... tsja..... ik kijk ze graag maar ik geloof niet dat ik een lievelingsfilm heb. De laatste film die indruk op me maakte was
Me and you and everyone we knowMijn muzieksmaak is denk ik net zo eclectisch als mijn boeken- en filmsmaak. Als puber had ik een metallica-fase en daarna een britpop-fase en nu luister ik eigenlijk alles behalve R&B (bestaat dat nog?) en techno-achtige herrie. De speler speelt op dit moment Belle & Sebastian, fatboy slim, Robert Long, Paul Simon en Mozart. Door elkaar ja.
's Nachts mag je me overal voor wakker maken, als het maar met zorg en met goede ingrediënten klaar is gemaakt. Als ik echter één ding zou moeten kiezen dan zou het een uitgebreide broodmaaltijd met verschillende soorten beleg en goed brood mogen zijn.
De mooiste uitspraken komen zonder twijfel van mijn dochter, maar de uitspraak die het meeste met me heeft gedaan is die van mijn moeder.
"als iets je niet bevalt moet je er wat aan doen of het loslaten".
Ik probeer daar steeds weer aan te denken als ik merk dat ik ergens mee zit. Het is zó waar: er is niets waar je niet op een bepaald niveau een keuze in hebt. Dus kies er voor om iets te doen met je problemen of maak de keuze om ze los te laten. Ergens bij stil blijven staan heeft zo weinig zin.
Ik kan heel moelijk om gaan met slachtoffergedrag of mensen die klagen.
Van Reinhilde kreeg ik de volgende vraag:
'Avalon is nu 4 maanden, zijn jullie al helemaal aan elkaar gewend als gezin? En hoe is het om ineens voor twee kindjes te zorgen?'
Ja, ik denk dat we als gezin nu wel goed aan elkaar gewend zijn. Het lijkt ook wel alsof we nog meer een gezin zijn nu, inplaats van twee volwassenen en een kind. Avalon is, om met de vader van Dik Trom te spreken, een bijzonder kind, en dat is ze.
Ze is veel heftiger dan Ronja was en is. Ze lacht veel sneller maar huilt ook veel sneller. Ze geeft veel sneller liefde terug maar heeft ook meer liefde nodig. Waarmee ik dus niet wil zeggen dat Ronja minder lief is of minder liefde van ons krijgt, maar Avalon heeft meer behoefte aan direct merkbare aandacht. Knuffelen, vasthouden, veeeeeel in de draagdoek.
Dat is soms best zwaar, want er is ook nog een peuter die aandacht verdient en een huishouden dat gedaan moet worden.
Maar ook hier heeft de uitspraak van mijn moeder ons heel veel geholpen: "als iets je niet bevalt moet je er wat aan doen of het loslaten".
In ons geval kwam dat dus vooral neer op loslaten en accepteren in plaats van te blijven vechten en ontevreden te zijn. We hebben alle opvoedboekjes, richtlijnen, schema's en sociale regels losgelaten en hebben besloten om op dit moment vooral onze kinderen te volgen binnen een door ons opgesteld kader. De meiden slapen in ons bed, maar ze slapen wel zonder problemen. Avalon zit bijna de hele dag in de draagdoek, maar ze is dan wel een vrolijke en niet-overprikkelde baby.
We doen heel veel dingen anders dan de meeste mensen en zeker anders dan ze op het consultatiebureau willen zien. Maar we hebben geen stress meer en onze kinderen zijn blij en gezond dus blijkbaar past dit goed bij ons. Het is zeker geen vrijgevochten zooitje bij ons. Er mag veel en we zijn heel soepel en makkelijk maar wel binnen een kader van duidelijkheid. Niet strengheid, dat past niet bij ons. Maar wel de duidelijkheid die Avalon zo veel nodig heeft en waar Ronja ook blij mee is.
Er komt, waarschijnlijk sneller dan ik zou willen, vanzelf een tijd waarin we weer ons leven helemaal volgens ons eigen ritme en onze eigen wensen kunnen indelen maar op dit moment zijn we een gezin!
Wat dat betreft heeft de komst van Avalon dus veel meer verandering teweeg gebracht dan ik van te voren had gedacht.
Ik wil het stokje graag doorgeven aan Cattie.
Cattie, je komt over als een heel lieve, zachte en zorgzame moeder voor Ive en Fee en een leuk persoon. Dat heeft niets met mijn vraag te maken maar ik las je stukje over pesten en zelfvertrouwen dus ik wil het nog wel even tegen je zeggen
Mijn vraag is de volgende:
Fee is sinds kort aan het wennen op het kinderdagverblijf en jouw eerste werkdag komt steeds dichterbij. Voelt werken voor jou, nu je kinderen hebt, als een verplichting of een keuze? Zou je liever thuis zijn met je kinderen of heb je je werk voor jou als persoon ook nodig?