Op dinsdag 3 juni 2003 15:42 schreef HAL9000S het volgende:Omdat hier alleen nog maar een handjevol topics over was, nu dan dit topic over deze verwonderlijke muzieksoort, wat het precies is en wat de meest invloedrijke platen ervan zijn.
Met de compilatie
Artificial Intelligence bracht het label
Warp de ietwat pretentieus genaamde 'intellent techno' op gang, ook wel 'new electronica', 'electronic listening music' of 'IDM' genoemd. Er waren twee soorten stromingen toendertijd. Was een groep als
The Orb geworteld in de house- en rave-cultuur,
Aphex Twin en
Autechre gingen uit van techno. Samplecollages kwamen daarbij niet van pas: de muziek draait om het verregaand experimenteren met vooral analoge synthesizers. Intelligent techno wijst zo naar muziek met avant-gardistische neigingen. Ook al zou die ambitie telkens anders worden ingevuld en werd de term intelligent techno later ingeruild voor 'isolationism', 'illbient' of 'clicks & cuts', het experimenteren met elektronica blijft een constante.
WARPWarp is een belangrijk label voor de totstandkoming van de IDM, al vanaf 1989 weerklonk de experimenteerzucht en de liefde voor noise van
cabaret Voltaires Richard H. Kirk op de eerste Warp-releases. Naast andere gropen als
LFO en
Nightmares on Wax verklankte hij als
Sweet Exorcist de prille Warp-filosofie.
Veel meer dan toevallige vondsten van acid house gingen Warp-artiesten samplers en synthesizers misbruiken.
Sweet exorcist maakte bijvoorbeeld muziek met testtonen die een sampler meekrijgt om de apparatuur te testen, terwijl
LFO (Low Frequency Oscillation) basklanken tot in het extreme ging vervormen. Op een gegeven moment was er tussen de artiesten zelfs een gezonde concurrentie om met de extreemste basklank op de proppen te kunnen komen, iets wat 'bleep n bass' genoemd werd.
Bass slaat daarbij op de haast wetenschappelijke basexperimenten, terwijl bleep verwijst naar de fragiele elektronische geluidjes en klanktexturen die de muziek kleur geven.
Met electro-breakbeats bouwde
Warp voort op de Detroit techno, maar door de felle aanpak en de strakke technobeat paste het label evenzeer in de ontluikende Britse hardcore scene.
Aphex TwinAphex Twin ook bekend als Polygon WIndow, The Dic Man, Bleu Calx, AFX, Caustic Window of Soit PP rekende rond 1990 af met clichematige elektronische effecten, met doorzichtige computergrafieken, met de futuristische technothematiek. Geen overvloed aan informatie meer, wel een sober, rudimentair en archaisch geluid.
Slechts datgene dat echt tot de verbeelding spreekt, wordt overgehouden.
Aphex Twin begon als dj in een technoclub waar hij opviel door zo nu en dan in plaats van vinylplaat ook schuurpapier op de draaitafel plaatste. Voordat hij het pronkstuk van
Warp werd kreeg hij vanuit Gent een platencontract aangeboden door
R&S.
Aphex Twin is slechts geinteresseerd in klank, en die verwerkt hij zowel in op techno-gebaseerde muziek als in pure ambient.
Zijn eerste 12-inches (o.a. Surfing on Shine Waves-1992) illustreren zijn harde kant. Conventionele danstracks wordne dan op hoogst onconventionele manier verdraaid en gesaboteerd. De ritmepatronen zijn ongewoon complex, ruw en agressief en met zwaar vervormde klanken die je doorgaans niet op danceplaten aantreft.
Aphex Twins meer zuivere ambient-kant was voor het eerst te horen op
Selected Ambient Works 1985-1992, een selectie tracks die hij maakte vanaf zijn veertiende, en later ophet 2,5 uur durende
Selected Ambient Works deel 2. Dan klink hij warm en melancholisch, al staat dat bij hem niet synoniem voor gemoedsvriendelijk en rustgevend. Met beangstigende en vervreemdende ambient verstoort
Aphex Twin de innerlijke rust.
Soms is zijn muziek ambient verwant aan die van
Brian Eno, dna weer leunt hij aan bij de minimale muziek van
Philip Glass.
Ook op zijn latere releases blijft
Aphex Twin zijn uitgangspunten verder uitwerken. Ritmisch mag hij dan aansluiten bij de modes van de tijd,
Aphex Twin verbaast keer op keer en laat de concurrentie ver achter zich.
Intelligent TechnoNadat
Aphex Twin kwam, zag en overwon bleek hij niet alleen in zijn aanpak te staan. Steeds meer technoartiesten gingen over tot een dergelijke 'intellectuele' aanpak. De strakke structuren waarbinnen techno meestal werd gemaakt, werden als een last ervaren, de muziek werd abstracter en tegendraadser, en elektronica het middel tot experiment.
Maar door vaak met oudere analoge apparatuur te werken, klink de muziek toch warm en emotievol. Rond 1993 was het legioen makers van abstracte techno in GB sterk aangedikt: B12, Black Dog (later Plaid), Krik Degiogio, Autechre, Mike Paradinas, Luke Vibert, Tom middleton, Scanner, Bedouin Ascent, Andrew Weatherall, en later ook Matthew Herbert, Locus, Boards of Canada en Mike Dred. Op het Eurpoese vasteland spande Duitsland de kroon met Mouse on Mars, Air Liquide en Funkstorung. Uit Oostenrijk kwam Patrick Pulsinger en uit Japan kwam Bisk en uit Canada kwam Richie Hawtin (Plastikman).
Intelligent techno wil het experiment in ere herstellen, vanuit eenzelfde drang als de allereerste techno uit Detroit.
Hij wil onontgonnen terreinen in de elektronische uziek ontdekken en vanuit een experimentele kijk op klank en ritme de muziek een meerwaarde geven, en daarbij zijn meerdere pistes mogelijk. Terwijl sommige artiesten duidelijk uitgaan van techno, evolueren anderen steeds meer naar een complexe vorm van geluidsarchitectuur. Een beat kan dan nog wel aanwezig zijn, maar is eerder een vage herinnering aan de dansvloer, een echo van wat de technobeat ooit was. Dat is bijvoorbeeld zo op
Plastikmans Consumed 1998: de ritmes suggereren eerder een beat dan er een te zijn, en vormen slechts een onderdeel van dreigende en donkere klankgolven die traag en subtiel over elkaar schuiven.
Op
Clichlisuite 1997 maakt
Autechre van de ritmes juist weer volwaardige muzikale partijen: minicomposities voor (elektronische) percussie. De muziek is tegendraads en grillig, maar tegelijk ook subtiel en evenwichtig. Een heel andere invulling komt van
Scanner: hij ziet in techno een middel om aan telefoonvoyeurisme te doen: conversaties plukt hij uit de ether en plaatst ze in zijn eigen muzikale wereld, waardoor een vervreemdingseffect ontstaat.
En waar sommige technoartiesten in bittere ernst grenzen willen verleggen, weet het Keulse duo
Mouse on Mars avant garde aantrekkelijk en licht verteerbaar te maken. Ook al is zijn muziek even complex, behoorlijk druk en ritmisch vol stijlbreuken, een plaat als
Autoditacker valt op door speelse in lichtvoetige deuntjes.
Mouse on Mars gebruikt machines als speelgoed en bespeelt ze met kinderlijke naieve charme. Zelfrelativering met een glimlach.
Experimentele Ambient - Etnische ambient - Isolationism en IllbientTerwijl veel ambient artiesten weggleden in te verwaarlozen achtergrond muziek of vage new age-symboliek, wilden anderen het sublimerende geluidsdesign creatief en experimenteel houden. Een mogelijkheid is dan zich te richten op etnische muziek, zoals
David Toop/Max Eastley, Tuur, Lights IN A Fat City, Jeff Greinke en Jorge ReyesOp
Burried Dreams 1994 werken
David Toop en instrumentenbouwer
Max Eastley zowel met hightech als met lowtech instrumenten, zowel met akoestische als met elektronische apparatuur. Met oude analoge apparten, samplers, wersterse instumenten, uitheemse percussie, zelfgemaakte geluidsinstallaties (gevoed door de weersomstandigheden of elektromagnetica) en met talloze digitale reisverslagen bouwden ze een weelderig en indringend klankspectrum. Bij andere ambient artiesten moeten rustgevende klanken zelfs volledig wijken voor de meest vervreemdende, verontrustende, beklemmende en beangstigende klankspinsels. Daarvoor bedacht
Kevin Martin (journalist en het brein achter acts als God, Ice, Techno Animal en de Experimental Audio Research) de term 'isolationism': obscure en desolate muziek.
'Isolationism is 'reele' muziek die zich afzet tegen het creeren van utopisch dromen over een buitenaardse werkelijkheid.
Soortgelijke uitgangspunten treffen we aan in NY. Daar kreeg de zogenaamde 'illbient' vorm:ambient met de illness van een grootstad. Met duistere en dreigende soundscapes verstoren
DJ Spooky, We, Byzar, Olive, Sub Dub en Bill Laswell de innerlijke rust.
Maar omdat een stad een smeltkroes van culturen is, wordt 'illbient' gekenmerkt door een eclectische houding, met ambient, techno, dub, triphop of drum n bass.
In de tweede helft van de jaren 90 stonden steeds meer artiesten op die zich verzetten tegen de tot een bijna cliche uitgegroeide 'intelligent techno' en nieuwe wegen wilden bewandelen.
De essentie van techno blijft echter het uitgangspunt, maar die wordt op een strikt minimalistische manier benaderd. Niet dat Juan Atkins weer tevoorschijn wordt gehaald, maar de versies van Robert Hood en Plastikman zijn wel mogelijke uitgangspunten.
Abstracte geluidsarchitectuur is telkens het resultaat. Vooral Duitsland is vanaf het midden van de jaren 90 de draaischijf voor deze nieuwe golf van minimalistische techno, met Pole, Thomas Brinkmann, Wolfgang Voight, Thomas Kohner en Marcus Schmickler. Daarnaast valt Finland in het oog, met Pan Sonic (origineel Panasonic, maar je snapt wel waarom dat niet doorging
) en Vladislav Delay. Kit Clayton en Matmos opereren vanuit de VS en Cristian Vogel vanuit Groot Brittannie.
Minimalistische techno en clicks & cutsAls verzamelnaam voor deze nieuwe garde experimentele muzikanten werd/wordt de term 'clicks & cuts' in de mond genomen. Die naam komt van de gelijknamige compilatie die het Duitse platenlabel Mille Plateaux in 2000 uitbracht. In een poging om de uiteenlopende benaderingswijzen in een term samen te vatten, gaf Mille Plateaux een impressie van de muziek: tikkende en afgebroken klanken.
Clicks staat eigenlijk - net als noise - voor nietmuzikale geluiden, geluiden die aantonen dat iets niet naar behoren functioneert en die onregelmatig, onvoorspelbaar, ongeordend en oncontroleerbaar zijn. Cuts wijst op de ingreep van de artiest: hij die de clicks in een context plaatst, reageert op het toevalseffect en de klanken structureert.
Clicks & Cuts is daarom geen genreterm maar, net zoals isolationism of illbient, eerder een aanduiding voor een muzikale richting. Voor artiesten van dat slag is klank het enige criterium en uit welke bron die komt doet er uiteindelijk niet toe.
Men kan werken met zelfontworpen of gespecialiseerde muzieksoftware {zoals Oval of recente album van Autechre) , experimenteren met zelf geassembleerde analoge synthesizers, draaitafels misbruiken (zoals Thomas Brickmann die er 2 armen aan bevestigd
) of de grenzen van de sampler verleggen.
Clicks & Cuts ook wel bekend als glitch of gewoonweg electronica klinkt dus als misbruikte apparatuur en kapotte machines met hortende, vervormde geluidsgolven vol geknars en gekraak.
Maar die krijgen een betekenis door de context waarin ze worden geplaatst. Waar normaal een basdrum of hihat zou komen, hoor je deze keer een click; samen vormen ze electro of technoritmes: geen felle beats maar wel een stimulerende impuls. Bij dit soort experimentele muziek is het immers om de subtiele en sobere details te doen, om een ogenschijnlijke leegheid die zich ontpopt tot iets groots. Vederlichte en heldere elektronische zinderingen geven de muziek sfeer en emotionaliteit
Wat vinden de luisteraars van deze muziekstroming inspirendende artiesten? Pleur hier ook je mening neer over nieuwe releases....
Toepasselijke links op het forum:
AutechreAutechre - Gantz grafAphex TwinMuziek in de richting van FSOLDromerige ambientmuziekIDM/ElectronicaWat zijn je favoriete ambient/IDM albums?Hier weer verder dan maar.
Wie heeft nog leuke DVD tips?
[ Bericht 48% gewijzigd door krioro op 07-07-2011 03:36:02 ]