Tom Egbers (Almelo, 18 oktober 1957) is een Nederlands journalist, schrijver en sportpresentator met een fascinatie voor de Engelse sportcultuur en Heracles Almelo.
Jeugd In het jaar dat Steve Mokone naar Heracles werd gehaald, werd in de Almelose Bloemenbuurt Tom Egbers geboren, als telg van een slagersfamilie.
In 1957 was de donkerkleurige Zuid-Afrikaan een bezienswaardigheid in Almelo. Ondanks zijn korte aanwezigheid in de Twentse textielstad werd Mokone een legende, waarover Tom Egbers later nog twee boeken zou schrijven, waarvan er één verfilmd zou worden.
Vader Egbers bouwde de slagerij aan de Rietstraat uit en begon een (nog steeds bestaande) supermarkt in de Aalderinkshoek. Toms Engelse moeder wist de supermarkt na het vroege overlijden van haar man draaiende te houden. Zijn moeder was al even sport-minded als zijn vader. Ze zat bij Heracles op de tribune en leefde met de club mee in voor- en tegenspoed. Ze stond 's nachts op om met Tom naar Mohammed Ali te kijken. Al heeft Tom weinig op met de bokssport, voor Mohammed Ali maakt hij een uitzondering: "Als je hem zag bewegen zag je een danser".
Een ander sportidool is Johan Cruyff, de man die hij later zo vaak zou interviewen voor Studio Sport.
Zijn middelbare schooltijd bracht hij door op het Erasmus Lyceum in Almelo waar hij de HBS volgde. Een leraar herinnert zich Tom uit de eerste klas: "Hij zat in een bandje dat Drambuie heette, dat op klasse-avonden speelde. Ik kende dat woord niet en zei dat ze inderdaad nogal eens dram-buien hadden. Nee, zei Tom serieus, drambuie is een sterke drank uit Schotland". Een paar jaar later fuseerde de band met een andere schoolband en werd Lapland opgericht. De band die "moderne swing" (van Weather Report tot Frank Zappa) speelde, kreeg regionale bekendheid.
Nadat de transportbus het begeven had was het gebeurd met de muzikale aspiraties van de bandleden. Alleen de saxofonist zou later van muziek zijn beroep maken. Tom zou later nog wel deel gaan uitmaken van de Almelose formatie Mr. Boo Boo.
Dat Tom na de middelbare school niet in Almelo zou blijven hangen lag voor de hand. Het had te maken met de Engelse afkomst van zijn moeder: "Ik wist dat er meer was ten westen van Deventer".
Als 18-jarige ging hij naar de School voor de journalistiek in Utrecht omdat hij filmpjes wilde maken. "Schrijver heb ik nooit willen worden. Ik zag mezelf al met een camera op reis gaan. Reportages maken. Eigenlijk vind ik dat nog steeds het mooist". Met een documentaire over urinoirs studeerde hij af. Tijdens studiereizen door heel Europa met de Amsterdamse urinoircommissie hanteerde hij de camera. Tijdens zijn journalistieke carrière heeft hij later bewezen ook een uitmuntend reportagemaker te zijn, daarover hieronder meer.
CarrièreKoos Postema vroeg hem in 1984 na zijn eindexamen of hij niet bij Langs de Lijn wilde komen werken. "Koos wees op zijn voorhoofd toen ik hem vertelde dat ik liever filmpjes maakte. Ieder ander had meteen ja gezegd. Er heerste toen een enorme werkloosheid onder pas afgestudeerde journalisten". Twee weken later werd hij gebeld door Studio Sport. Postema had een goed woordje voor hem gedaan. Kon hij toch nog filmpjes maken. Althans, dat dacht hij. "Binnen twee weken zat ik achter die tafel in plaats van achter de camera", vertelde hij later. Tot 1990 was hij, na kortstondig als redacteur bij het Journaal te hebben gewerkt, presentator bij Studio Sport. Na een inhoudelijk meningsverschil vertrok hij daar en kwam in dienst bij Veronica waar hij twee programma's maakte: Stop de Persen en Nieuwslijn. Twee jaar later was hij terug bij de NOS, waar ze hem graag terug wilden hebben.
Naast zijn werk voor Studio Sport presenteerde hij ook in Nova, maakte een aantal televisie-portretten (getiteld: In mijn ogen) en kreeg een eigen muziekprogramma Tom & Herrie.
Uiteraard is Tom Egbers een groot liefhebber van voetbal. Maar de uitslagen van de wedstrijden zijn voor hem minder interessant dan de maatschappelijke verhalen achter de sport, vertelde hij in de Volkskrant in 2002. Niet zo vreemd dat de verhalen van zijn vader over Steve Mokone, de Zuid-Afrikaanse stervoetballer die werd gekocht door Heracles, hem intrigeerden. Toen hij voor het eerst een elftalfoto uit 1958 zag waarop Mokone breed lachend poseerde, wilde hij weten hoe het de toen nog jonge voetballer vergaan was. Hij vond zijn idool in de Verenigde Staten en een vriendschap was geboren. Na een aantal interviews en bezoeken van Mokone aan Almelo liet Tom Egbers in 1995 "De zwarte meteoor of de zoektocht naar een geliefde voetbalheld" verschijnen. In 2000 werd het boek verfilmd. Tom Egbers stond regisseur Kees van Beijnum regelmatig bij op de set met adviezen over inhoud en locaties. Enkele dagen na de première waarbij Steve Mokone aanwezig was geweest kwam het bericht over de 12 jaar gevangenisstraf van Mokone wegens een aanslag op zijn ex-vrouw. De verbijsterde Egbers hoorde voor het eerst over dit verborgen deel van Mokone's leven. Aan de telefoon wilde Mokone er niet over praten. Tom Egbers besloot alles uit te zoeken en dook de Amerikaanse archieven in. Hij kwam tot de conclusie dat de rechtszaak aan alle kanten rammelde en Mokone zeer waarschijnlijk onschuldig was. Zijn bevindingen zijn te lezen in het in 2002 verschenen "Twaalf gestolen jaren". Over zijn zoektocht zegt Tom Egbers in de Volkskrant: "Ik ben bevooroordeeld op zoek gegaan. Niet als journalist maar als vriend. Ik was vastbesloten bewijzen te vinden die aantoonden dat het hele verhaal niet waar was".
Naast het verhaal over Mokone heeft de geboren Almeloër ook voor de NOS enkele imponerende reportages in beeld gebracht, ‘That final day’ en de reportage over de Amerikaanse schaaklegende Bobby Fischer zijn voorbeelden die sportliefhebbers waarschijnlijk niet snel zullen vergeten.
Heracles AlmeloAl van jongs af aan is Egbers idolaat van Heracles, reeds op jonge leeftijd werd hij door familie meegenomen naar de Bornsestraat om wedstrijden van ‘de Trots van Almelo’ bij te wonen. Tevens had hij de eer om in enkele jaren van zijn jeugd te spelen in het zwart-wit van Heracles Almelo, tot een doorbraak in het eerste elftal kwam het echter niet.
Zijn band met Almelo is ondanks dat hij al weer geruime tijd in Amsterdam woont altijd gebleven en zeker zijn band met Heráácles. Zoals de OerHeraclied zelf zei: ‘’You can get the boy out of Almelo, but you can’t get Almelo out of the boy.’’
Bij de Eredivisionist is Egbers nog altijd een graag geziene gast, regelmatig maakt hij een praatje met de beleidsbepalers. Dat de keuzeheren niet te beroerd zijn om oprecht te luisteren is in het verleden al meermaals gebleken, aardig voorbeeld is misschien wel de belangrijke stem die hij heeft gehad bij de keuze voor het uitshirt van de Tweekleur.
quote:
’’ Wat wordt de outfit van Heracles in uítwedstrijden? Welbeschouwd zijn er maar vier eredivisionisten die een shirt dragen dat, voor half blinden en scheidsrechters, tot mogelijke verwarring met het Heracles-shirt zou kunnen leiden, zwart/witkijkers niet meegerekend. Die vier zijn: PSV, ADO, Willem II en Vitesse. Dat uitshirt is een zaak van belang. In de eerste plaats omdat dat de club, qua merchandising, een hoop geld op kan leveren. Zo zijn er, twee dagen na het winnen van het kampioenschap door Heracles, zes en een half duizend Heracles-shirts verkocht, á toch snel 75 Euro per exemplaar. In de tweede plaats: een uitshirt roept ook van alles op. Herinnert u zich het uitshirt van Willem II een paar seizoenen geleden? Paars en laf groen! Bij Wimbledon is het schitterend, in Tilburg was het niks. De allure van de Wimbledonkleuren sloeg bij Willem II dood als bier in een vet glas. Het was, in vijf woorden: niet-om-aan-te-zien.
Een kleur waarvoor Heracles nu zou kúnnen opteren is roze. Maar dat wordt in Nederlandse voetbalkringen ervaren als een uitgesproken nichtenkleur. Hetgeen, in dezelfde kringen, bepaald geen aanbeveling is. Als jeugdspeler van Heracles had ik de bijnaam Marie, uitsluitend omdat ik met twee woorden sprak. Palermo, in de Serie A, is de enige club die ik ken die in roze shirts speelt. Maar Twente en Sicilië zijn als planeten die miljoenen lichtjaren van elkaar verwijderd zijn. Roze dus maar niet. Wit. Helemaal wit, zou dat iets zijn? Nee. Nee. Al was het maar omdat er eigenlijk in de hele wereld maar één club is die in smetteloos wit zou mogen spelen: Real Madrid. [/b]Helemaal zwart dan? Ja prachtig, en dan met gouden rugnummers, zoals AS Roma twee jaar geleden. De Romeinen verloren weliswaar in de Arena van Ajax, maar zelden zag Europa zo'n schitterend geklede voetbalploeg.[/b]* Maar, clubs die een geheel zwarte outfit hebben, daar zit de nieges op. Kent u een club die, geheel in zwart gekleed, kampioen is geworden? Precies.
*Niet gek veel later speelde Heracles zijn uitwedstrijden in een geheel zwart tenue met gouden letters.Voor- en tegenstandersTom Egbers is voor velen
De ideale presentator, daarentegen zijn ook een niet gering aantal liefhebbers fel tegenstander van de anchorman. Zijn performances voor de camera zijn nogal onzeker en verre van foutloos, tegenstanders zullen zich dan waarschijnlijk ook vooral kunnen vinden in deze
Analyse over Tom Egbers. Jammer dat hij tegenwoordig niet meer op pad mag van de NOS om prachtige beeldwerken in elkaar te sleutelen.
[ Bericht 0% gewijzigd door Blawh op 25-02-2009 11:47:25 ]