quote:
'Ik bepaal of ik stop, niet mijn knie'
MADRID - Ruud van Nistelrooy staat maanden aan de kant na een knie-operatie. De 32-jarige spits werkt gedisciplineerd aan een rentree bij Real Madrid en sluit een optreden met het Nederlands elftal op het WK van 2010 niet uit.
Ruud van Nistelrooy krijgt tijdens zijn revalidatie tijd om na te denken. ,,Ik ben nog niet klaar. Mijn verstand bepaalt of ik stop, niet mijn knie.’’
Op weg naar een plaats om te lunchen in zijn woonwijk La Moraleja begint Ruud van Nistelrooy over het tv-programma Holland Sport. Daarin was er maandag veel aandacht voor de Nederlanders bij Real Madrid. ,,Royston stelde zich daar heel kwetsbaar op. Kwam er gewoon voor uit dat hij beter moet gaan spelen en daar hulp bij nodig heeft. Dat vind ik heel knap. Kwetsbaar opstellen in deze wereld is een verdienste. Je komt er verder mee.’’
Elke dag zit hij in de ‘gym’ van zijn club. Door een groot venster ziet hij alle bewegingen op het trainingsveld. Lachend: ,,Mij ontgaat niets.’’
Zijn landgenoten hebben het niet eenvoudig bij de Spaanse kampioen. Niemand heeft het daar gemakkelijk. ,,Allemaal kunnen we het niveau van Real halen. Maar om dat constant en jaar in jaar uit te brengen, daar gaat het om. Als je dat vijf jaar doet, ben je een grote. Het komt goed, ze zijn allemaal midden twintig. Royston is een ander verhaal, die is jonger, zijn weg is langer. Wat het is? Je moet een positie creëren in het team die je onmisbaar maakt. Dat moet je afdwingen bij de beste spelers van de wereld, elke dag.
,,Ik bemoei me niet te veel met die jongens. We gaan goed met elkaar om. Er is een soort van verbondenheid. Het is meer vriendschap dan collegialiteit. Klaas kwam in het begin met vragen. Hoe is die en die, wat doet die man, van hoog naar laag, hoe werkt het in de club? Er lopen veel lijntjes, het is een ingewikkelde club. De media zijn geïntegreerd in de club. Ik weet precies hoe alles loopt. Als je dat weet, is het prima en handel je naar die kennis. Zulke dingen vertel je nieuwe spelers.’’
De openhartigheid van Drenthe en een week daarvoor ook van Wesley Sneijder waren voor Van Nistelrooy positieve signalen. ,,Dat deden Royston en Wesley goed. Je weet dat je even niet goed genoeg bent en durft het te zeggen. Je moet niemand voor de gek houden en zeker jezelf niet. Geef het toe en gooi het open. Kwetsbaar opstellen. Doe ik ook. Heb ik altijd gedaan.’’
Dat er zo veel Nederlanders bij Real onder contract staan, ziet Van Nistelrooy niet als een voordeel. ,,Ik ben er geen fan van dat zo veel spelers van een bepaald land hier bij één club zitten. Het is toch veel te veel. Het gaat me niet om die jongens of om mij.
,,Het is best gezellig. Maar er moeten hier vooral Spanjaarden doorbreken, vind ik. Vorig weekeinde was er van al die Nederlanders maar één bij de selectie; Klaas. Dat is voor de bondscoach ook niet prettig.’’
Dat het Nederlands elftal nog in zijn systeem zit, valt op. ,,Mwah, dat is normaal, het is een belangrijk deel van mijn carrière.’’
Zou hij voor het WK van 2010 warm te maken zijn? ,,Luister, ik heb zelf bedankt, daarbij moet ik eerst herstellen, weer op mijn top zien te komen, maar als de bondscoach vervolgens zegt dat hij me nodig heeft, dan zeg ik niet bij voorbaat ‘nee’. Tuurlijk niet.’’
Soms denkt hij dat hij zo tegen een bal kan trappen. Nu al. Maar er staat negen maanden voor zijn herstel. Hij houdt zich aan het regime van de Amerikaanse chirurg Richard Steadman. ,,In mei mag ik lopen op het veld, medio juni vakantie met een schema, daarna de voorbereiding deels met de andere jongens. Medio augustus een oefenwedstrijdje. Nu voel ik niks. De knie is totaal geen belemmering in mijn normale leven. Dat maakt het zo raar dat het zo lang duurt.
,,Het was wel een klap, hoor. Kraakbeenschade, dat was écht schrikken. Het was anders dan de eerste keer. Een knieband scheuren, gebeurt in een moment, pech. Kraakbeen heeft een heel andere betekenis. Het is weg, versleten, ouderdom. Raar, als je zo jong bent en je voelt je lijf slijten.
‘Natuurlijk zeg ik geen nee tegen Oranje’
,,Als dit goed gaat, kan ik later zelf bepalen wanneer ik stop. En ik houd de rest van mijn leven een goede knie. Ik had het dicht kunnen laten maken en doorgaan. Maar dan loop je alles kapot. Daarom heb ik de tijd genomen.
,,Uit tegen Juventus voelde ik voor het eerst de pijn. Ik had de beste seizoenstart uit mijn carrière, tien goals in dertien wedstrijden. Het ging zó lekker. Ik wilde door. Wilde geen operatie. Die flow, jézus, maar dat kon dus even niet. Ik had Steadman nodig om te stoppen. Toen hij nog eens helder zei wat ik had, wat er aan gedaan moest worden en hoe veel herstel dat nodig had. Pfffff. Dat was zo heftig. Ik moest even gaan liggen, letterlijk. Ik zeg tegen hem, ik word niet goed. Ik werd fysiek onpasselijk; duizelig, zweten. Het gesprek werd daardoor afgekapt.
,,Ik zou de dag daarna geopereerd worden. Ik was de eerste. Ik moest om half zeven ’sochtends in de kliniek in Vail zijn. Om half zes het wekkertje gezet en om zes uur belde Steadman me op. Hij zei: Ruud, ons gesprek van gisteren is nog niet af. Ik wil dat even afmaken voor we de operatie ingaan. Ik zat om kwart over zes op zijn kantoor. Praten. Toen naar de operatiekamer en om half acht geopereerd. Ik wilde er bij zijn, maar de ruggenprik verdoofde me niet voldoende.’’
Door het herstel na zo’n operatie kwam de spits in een geheel nieuw ritme terecht. Hij doet andere dingen, denkt anders, heeft af en toe een weekeinde vrij. ,,Dat nieuwe ritme is hartstikke fijn. Ik ben op dit moment geen voetballer. Een weekend naar Sevilla, naar Nederland, dingen bekijken zolang het publiek me met rust laat. Ik voel geen druk, er zijn geen verwachtingen, geen zorgen, er is heel veel rust om me heen. Van Real zeiden ze, géén interviews, vond ik niet erg, geblesseerden geven hier geen interviews. Prima.’’
Zo’n periode kan best nieuwe conclusies over oude gebeurtenissen opleveren. Hij heeft er alle tijd voor. ,,Als je zo’n zware blessure hebt, gaan je gedachten terug. Je vraagt je af of het misschien allemaal ophoudt. Dan heb ik een prachtige carrière gehad, stelde ik vast. Maar ik ben niet klaar. Mijn verstand bepaalt of ik stop, niet mijn knie. Ik wil de Champions League winnen met Real, ja, oké. Maar ik wil vooral lekker ballen.’’
Hij dacht terug aan het conflict met Alex Ferguson, de manager van Manchester United die hem ineens als een baksteen liet vallen. ,,Ik snap niet zo goed waarom dat zo heftig was. Dat lag aan beiden, denk ik. Het explodeerde. Omdat wij zo’n goede relatie hadden, dacht ik, wat flik je me nou? Ik was verdrietig. Als prof ben je nooit zo dicht bij een club of trainer betrokken dat een conflict pijn gaat doen. Dit wel. Het werd heel persoonlijk.
,,Ik denk dat we beiden toe waren aan wat anders. Hij vond het mooi geweest met me. Ik daarna ook. Misschien dacht hij te kunnen cashen. Voor de club geld pakken en doorgaan. Als hij dat had gezegd, had hij me niet zo gekwetst. Ik mocht gewoon niet meer spelen! Ik hoop nog altijd op een ontmoeting met Ferguson. Dat we praten en dat het opklaart.’’
Een parallel met het conflict met Marco van Basten tijdens het WK van 2006 dringt zich op. Volgens Van Nistelrooy is die er niet. ,,Achteraf heb ik dat verkeerd ingeschat. Ik dácht dat ik een geweldige, hechte relatie had met Van Basten. Maar dat was gewoon helemaal niet zo. De wens was de vader van de gedachte. Het was mijn wens, ik hoopte daarop. Het was een illusie. Hij had dat in 2006 niet met mij. In 2008 wel. Dat vond ik wel mooi.
,,Hebben we het met Van Basten en Van ’t Schip nog wel over gehad. Na de uitschakeling, op weg naar het vliegveld in de bus. Héél goed afscheid genomen. Er kunnen dingen mis gaan, het leek onherstelbaar, dan ga je er van beide kanten voor en dan lukt het. Dat moet je als persoon kunnen. Je moet dan niet haatdragend zijn, niet rancuneus, gewoon de bereidheid hebben om opnieuw te beginnen. Sommige mensen zijn in zo’n situatie voor de rest van hun leven klaar. Vreselijk.
,,Met Dick Advocaat heb ik ook zo’n ervaring gehad. In Praag na die wedstrijd met Oranje dat hij me wisselde, terwijl we op jacht waren naar een doelpunt. In het hotel kwam er toen een clash die niemand heeft gezien. Hij vroeg wat er nou allemaal aan de hand was. ‘Ik wissel je gewoon, meer niet.’ Toen heeft het echt geknald. Dat was wel goed.
,,‘Ga voor mij of niet’, zei ik. ‘Je stelt me op en je haalt me er elke keer weer er af. Het staat 2-2, er moet gescoord worden en je haalt me eraf. Wat is dan het vertrouwen? Helemaal niks. Laat maar gewoon, dan.’ Daarna ging het fantastisch. Die conflicten ontstaan af en toe rond mij. Daar speel ik een rol in, maar het komt altijd weer goed en ook dáárin speel ik zelf een rol.
,,Bedacht ik me op de fiets, muziek als behang, uitzicht op trainende collega’s. Zo’n blessure maakt een mens wijzer.’’
Uit het AD van morgen.
Kortom de deur naar Oranje staat op een hele kleine kier.