Mijn laatste deel van het verslag (ben weer terug)
Onze tweede dag in Mostar hebben we lekker rustig aan gedaan. Het reizen door dit gebied gaat je niet in de koude kleren zitten en af en toe even uitrusten is dan wel fijn. Dit keer zijn we het kroatische deel gaan checken, wat eigenlijk resulteerde in dat we wel aan de andere kant van de rivier zaten maar dan nog in het turkse gedeelte. We hadden namelijk het chillste cafe gevonden met een grote tuin met loungekussens en relaxte muziek. Daar lekker biertjes gedronken en daarna op zoek gegaan naar een restaurant. Ik moet nog maar eens terug naar Mostar om de stad beter te verkennen, maar mijn eerste indruk is dat het een supermooie relaxte stad is met geweldige loungeclubs.
De volgende dag weer richting Sarajevo gereden om vanaf daar naar de Servische grens te rijden. Omdat je hier vaak niet harder kan rijden dan 60km per uur hebben we 40km van de grens een hotel gezocht. We vonden een motel aan een prachtig meer in Bosnie, in de republika Srpska. Om het allemaal nog ingewikkelder te maken: de helft van Bosnie bestaat uit de republiek Srpska, dit is ook het gebied waar Kardzic vandaan komt (Pale). De oorlog ging er ook deels om om dit gebied te veroveren en tot Servie te laten behoren.
'S Ochtends op tijd weer vertokken richting de grens. We hebben even zitten twijfelen of we het wel aandurfden om naar Servie te gaan. Eerst waren er rellen ivm de uitlevering van Karadzic en daarna hoorde we dat je een internationaal rijbewijs nodig zou hebben om het land in te mogen. Na goed uitzoeken bleek dit alleen te zijn als je langer dan 6 maanden in Servie verbleef. Als je een groene kaart had waar SRB opstond kon je zo het land in, als er SCG opstond (oude naam) zou je een verzekering bij de grens af moeten sluiten. Op onze groene kaart stond SCG maar we besloten toch een poging te wagen.
Aangekomen bij de grens knepen we hem wel een beetje toen een norsogende man ons om de groene kaart vroeg. Maar toen hij hem daarna weer teruggaf en wij vroegen of het echt goed was, zei hij 'perfect' en konden we met een gerust hart Servie in.
Eenmaal in Servie aangekomen zetten we de koers in richting Valjevo, een relaxt dorpje zo'n 100km van Belgrado. Onderweg merkte je dat de natuur erg veranderde. In het begin nog net zo bergachtig als Bosnie maar na een tijdje steeds platter. In Valjevo een leuk pension gevonden die gerund werd door twee relaxte gasten. In de lobby wilde we een sigaretje opsteken omdat er een asbak stond, maar onze blik ging al snel naar het verboden te roken bord op de muur. Toen we vroegen hoe het zat vertelde de eigenaar dat er een algeheel rookverbod is in Servie maar dat niemand zich daaraan houdt. 'De Serven doen lekker wat ze zelf willen'. 'S avonds ontdekten we inderdaad dat er in ieder restaurant en cafe gewoon gerookt werd.
Hier hebben we ook onze eerste vervelende ervaring van de vakantie meegemaakt: we werden afgezet door een ober in het restaurant. Nadat we betaald hadden zagen we dat er op de rekening 5 cola en 8 bier stond terwijl we 2 cola en 4 bier hadden gehad. Toen we om opheldering vroegen zei de ober dat we het verkeerd hadden en dat dat de ordernummers waren. We hadden echter de prijzen op de kaart gezien en die lagen een stuk lager dan op onze rekening. Uiteindelijk gaf hij toe dat de 5 cola inderdaad niet klopte maar van het bier bleef hij overtuigd. Een deel van het geld kregen we terug en hebben het toen maar zo gelaten. Wel vervelend dat iemand zo glashard liegt in je gezicht.
Daarna naar een kroeg gegaan waar live muziek was. Een Servische vrouw die jammerend zong begeleid door een keyboard met accordeonachtige klanken. Geweldig! We hebben al een paar bosnische en servische cd's aangeschaft, I like balkan beats!
Daarna door naar Belgrado. Het eerste wat opvalt aan Belgrado is de chaotische opbouw van de stad. Omdat de stad zwaar gebombardeerd is in 1941 heeft Tito besloten om de nieuwe stadsplanning rond die schade te maken. Dit resulteert in veel lange straten af en toe gezellige pleintjes en straatjes die heel erg verdeeld liggen over de stad. De communistische Tito was erg gecharmeerd van het oostblokmodel en de stad is daarom grauw en grijs. Brede straten, grotesque gebouwen met enorme pleinen ervoor, precies wat je je bij het oostblok voorstelt. Het verschil is echter dat de stad wel echt de uitstraling heeft van een metropool. Midden in de stad bevindt zich een lange winkelstraat met alle grote merken van het moment.
Gisteravond gingen we de stad in op zoek naar een restaurant. Na door allemaal dodgy achterafstraatjes gelopen te hebben hadden we er weinig vertrouwen in dat het ook maar ergens in de stad gezellig kón zijn. Gelukkig kwamen we uiteindelijk uit bij een straat met allemaal terrasjes. Daar voor het eerst deze vakantie weer eens gezond gegeten. Elke avond vlees met patat komt na een tijdje wel je neus uit dus dan is een gezonde salade een welkome afwisseling
Omdat het al laat was zijn we vandaag weer verder gegaan met onze verkenning van de stad. Het was bloedjeheet en we sjokten daarom met trage tred door de stad. We kwamen in een leuk buurtje, Bohemian Quarter dat bekend staat om zijn terrasjes en live roma muziek. Daarna verder gewandeld door de stad, met afwisselend prachtige pleinen met enorme parlementsgebouwen en ministeries, maar een straat later weer een ogenschijnlijke verlaten achterafstraat midden in de stad. Onderweg zagen we dat ook Servie zijn wonden van de oorlog nog niet gedicht heeft. Een straat met ambassades en ministeries is tijdens de NAVO-bombardementen in 1999 (tijdens de Kosovo oorlog) zwaar beschadigd geraakt. Grote gebouwen met uitgebrande bomgaten en verwrongen stalen constructies. Heftig.
Toen we later weer een terrasje hadden gepakt in de grote winkelstraat begon het weer opeens om te slaan. Binnen een paar minuten ging het van stralende zon naar donkerzwarte lucht en voor we het wisten raaste er een soort storm door de straat en begon het keihard te hosen. Dit is niet de eerste keer dat we zo'n heftige weerswisseling meemaken dat we snel naar binnen moeten rennen. In Sarajevo is ons dit ook twee keer gebeurd. Blijkbaar slaat het weer hier een stuk sneller om dan in Nederland.
We hebben gelijk maar daar gegeten zodat het buiten droog was toen we weggingen. Nog verschillende boekwinkels afgestruind op zoek naar boeken over de oorlog met het Servische standpunt. NERGENS te vinden. De boekenzaken verkopen diverse boeken over WOI en WOII (waarin Servie zwaar geraakt is, 60% van de mannelijke bevolking is toen omgekomen) maar niks over de recente geschiedenis. Blijkbaar is de wond inderdaad nog te open...
Wel een leuk boekje gekocht over de servische mentaliteit en een boek van nobelprijswinnaar Andric. Ik hou wel van de relaxte mentaliteit van de Serven. We hebben al diverse keren 'nema problema' gehoord.
Hoe laat is het ontbijt? "Oh daar staat geen speciale tijd voor, kijk maar wanneer je gaat. No problem."
Hoe laat moeten we uitchecken? "Officieel om 12 uur maar als je om 1 uur wilt uitchecken is dat ook ok. No problem."
Het rookverbod hier vind ik nog het geweldigst. Hier in het hotel hangt een groot bord 'verboden te roken' en eronder paft de receptioniste de saffies weg.
Helaas gaan we morgen Servie weer verlaten, op naar een nieuw avontuur: Hongarije. Nog een paar dagen te gaan en dan huiswaarts. Maar 1 ding weet ik zeker, ik heb mijn hart verloren aan de balkan en kom hier zeker terug!