Zou onderstaand verhaaltje aub. in de openingspost van het Tour topic geplaats kunnen worden.
(
Tour de France 2008 #2 )
Bij voorbaat dank
ps. heb de profielen er als links neergezet ivm. snelheid van laden
____________
Zaterdag 5 juli begint weer het grootste jaarlijkse sportevenement ter wereld, de Ronde van Frankrijk. De eer van de Tourstart is ditmaal aan Brest in het wielergekke Bretagne besteed. Twintig ploegen met (hopelijk) 189 renners beginnen iets na het middaguur in de maritieme havenstad aan hun drieweekse tocht door Frankrijk (en een stukje Italië). Na, op papier, 10 vlakke etappes, 5 bergritten, 4 etappes door het middengebergte, 2 tijdritten en 2 rustdagen zal de opvolger van de niet uitgenodigde Alberto Contador op de Champs Elysées in Parijs de laatste gele trui van 2008 in ontvangst mogen nemen om zijn naam bij te schrijven op de meest prestigieuze erelijst van de wielersport.
'La Grande Boucle' wordt dit jaar voor de 95e keer verreden. De als Italiaan geboren Fransman Maurice Garin was in 1903 de eerste winnaar van de door de sportkrant L'Auto georganiseerde Tour de France, toen slechts zes etappes lang.
In totaal werd de Tour 36x door een Fransman gewonnen, andere landen met Tourzeges zijn België (18), de Verenigde Staten van Amerika (11), Spanje (10), Italië (9), Luxemburg (4), Zwitserland (2), Nederland (2). Duitsland, Ierland en Denemarken leverden elk één Tourwinnaar. Vorig jaar leek het erop dat Michael Rasmussen de tweede Deen zou worden die het geel naar Parijs zou brengen, maar het liep zoals bekend anders. De Rabobank-coureur werd uit de Tour gehaald waarna de jonge Alberto Contador met 23 seconden voorsprong op Cadel Evans de Tour won, het op één na kleinste verschil in het eindklassement aller tijden.
De Ronde begint dit jaar voor het eerst sinds 1967 niet met een proloog of tijdrit, maar een rit in lijn. Ook is de eerste week, naar Tour begrippen, opvallend lastig te noemen.
De sprinters zijn niet geheel kansloos, maar krijgen het zeker lastig in de eerste twee etappes door Bretagne. Op de eerste dag is er vrijwel geen meter vlak te vinden, er worden vier heuveltjes van 4e categorie bedwongen en de aankomst ligt zelfs aankomst op een klimmetje van 1.7km aan 6.2% ! Er zijn geen bonificaties te verdienen, dus de winnaar van de eerste etappe zal ook de eerste gele trui uitgereikt krijgen.
(Profiel) -
(Slotkilometers) Ook in de tweede etappe liggen vier klimmetjes, drie van 4e en één van 3e categorie. De laatste kilometers zijn niet zo lastig als in de eerste rit, maar lopen voornamelijk vals plat en soms redelijk steil omhoog. De laatste 500 meters stijgen gemiddeld aan 2.4%.
(Profiel) -
(Slotkilometers) In de derde etappe wordt Bretagne verlaten en is er een haast onvermijdelijke massasprint in Nantes alvorens in en rond Cholet de eerste tijdrit verreden wordt. Deze is 29.5km lang en zo goed als vlak.
(Profiel)De vijfde etappe is de langste etappe van de ronde (232km) en waarschijnlijk voor de sprinters, maar daarna trekt het peloton het Centraal Massief in. Etappe 6 is namelijk al de eerste bergrit mét aankomst bergop. Het eerste driekwart van de rit is vrij eenvoudig met twee klimmetjes van 4e categorie, maar in de laatste 50km worden de renners serieus op de proef gesteld met eerst de Col de la Croix-Morand (2e cat., 1401m hoog, 8km aan 5.2%) en aankomst boven op Super-Besse (2e cat., 1401m hoog, 11km aan 4.7%). Geen schokkende gemiddeldes, maar de laatste anderhalve kilometer stijgt wel aan 10%. De verschillen zullen nog niet al te hoog oplopen, maar het is een mooie eerste test voor de klassementsrenners.
(Profiel) -
(Super-Besse) De tweede etappe door het Centraal Massief telt vijf hellingen (1x 4e, 2x 3e en 2x 2e categorie), het zwaarste stuk zit net voor de finale met de twee colletjes van 2e categorie vlak achter elkaar op zo’n 50km van de streep. Het laatste klimmetje van 3e categorie is erg steil (1.7km aan 9.9%) en ligt op slechts 9km van de finish, kortom kansen voor verschillende type renners.
(Profiel)Op de tweede zaterdag van de ronde trekt het peloton zuidwaarts naar Toulouse, de eerste helft van de etappe telt twee hellingen van 4e en twee van 3e categorie, de rest van de etappe is vrijwel vlak al zijn er twee klimmetjes (geen bergpunten) op resp. 10 en 20km van de finish. In principe mag dit echter geen probleem opleveren voor de meeste sprinters.
Een dag later doemen de eerste Pyreneeën op in een 224km lange etappe met zeven hellingen. De eerste vijf stellen echter niet zo veel voor, vier van 4e categorie en één van de derde. De twee laatste beklimmingen zijn echter van eerste categorie, de eerste is de zwaarste: de Col de Peyresourde (1589m hoog, 13.2km aan 7.1%) waarvan de top op een kleine 60km van de finish ligt, na de afdaling volgt onmiddellijk de Col d'Aspin (1489m hoog, 12.3km aan 6.5%). Na een afdaling van 26km ligt de finish getrokken in Bagnères-de-Bigorre, even ten oosten van het bedevaartsoord Lourdes.
(Profiel) De tweede Pyreneeën etappe, op de Franse feestdag Quatorze Juillet, heeft itt. de vorige wel een aankomst bergop en zoals het cliché dan luidt: de Tour begint hier pas echt. Een kort ritje, slechts 156km, maar wel met twee loodzware cols van de buitencategorie. Wederom zit het venijn in staart, na twee klimmetjes van 3e categorie en een vals platte aanloop van zo'n 20km wordt de legendarische Col du Tourmalet (2115m hoog, 17.7km aan 7.5%) genomen, op de top zijn er nog precies 50km te rijden waarvan zo'n 35 bergaf gaan naar de voet van de slotklim. Deze voert naar het skioord Hautacam (14.4km aan 7.2%) waar in 2000 Lance Armstrong één van zijn indrukwekkendste staaltjes fietsen liet zien, al moest hij de ritzege aan Javier Otxoa laten. De enige twee andere winnaars op Hautacam: Luc Leblanc en Bjarne Riis.
(Profiel) -
(Hautacam)Na de eerste rustdag wordt nog één Pyreneeëncol beklommen, de Col de Portel (1e cat., 1432m hoog, 12.6km aan 6.8%), deze ligt echter op 57.5km van de finish en de rest van de etappe stelt niet veel voor met twee klimmetjes van 3e categorie en een vrijwel vlakke finale.
(Profiel)Met drie overgangsritten voor sprinters en/of aanvallers wordt de oversteek gemaakt naar de Alpen waar op zondag 20 juli de loodzware slotweek aanbreekt. Te beginnen met de 15e etappe waarin na een lange licht bergop lopende aanloop de op één na hoogste berg van de ronde beklommen wordt; de Col Agnel (buitencat., 2744m hoog, 20.5km aan 6.6%), op de top van deze klim rijdt het peloton Italië binnen waar deze berg bekend staat als de Col d'Agnello (vorig jaar beklommen in de Giro-rit naar Briançon). Veel spektakel hoeven we echter niet te verwachten, na de top zijn er nog ruim 100km te rijden tot de slotklim naar Prato Nevoso (1e cat., 1440m hoog, 11.4km aan 6.9%). Het is, op de minder lastige eerste twee kilometer na, een vrij gelijkmatige klim. Niet makkelijk, maar ook niet bijzonder zwaar. Deze beklimming zat nog niet eerder in de Tour, wel al twee keer in de Giro: Pavel Tonkov (1996) en Stefano Garzelli (2000) wonnen er. Toeval of niet, beiden zouden vervolgens ook de Giro winnen.
(Profiel) -
(Prato Nevoso)Na wederom een rustdag start de tweede Alpenrit nog altijd op Italiaanse bodem in het stadje Cuneo (nee, niet Cunego
), geen aankomst bergop maar er worden wel twee enorme reuzen beklommen in deze rit. Na precies 50km vals plat doemt de Col de la Lombarde (2351m hoog, 21.5km aan 6.9%) op, op de top wordt Frankrijk weer binnengereden. De tweede berg van de dag is nog hoger, de Cime de la Bonette (2802m hoog, 25.5km aan 6.5%) is zelfs de hoogste berg ooit beklommen in de Tour en uiteraard ook het dak van de ronde dit jaar. Robert Millar van TVM kwam in 1993 als eerste boven op de volgens de Fransen hoogste weg van Europa, al wordt deze claim betwist. De finish ligt na een lastige 23.5km lange afdaling en slechts één km vlak in Jausiers, het kan dus een zeer hectische afdaling van de Bonette worden.
(Profiel) -
(slotkilometers)Het derde deel van het beslissende Alpen-drieluik is de 210.5km lange koninginnerit met drie legendarische buitencategorie bergen. Na een aanloop van 40km vlak en een klimmetje van 3e categorie komen de renners in Briançon, een bekende stad voor de Tourvolgers van waar je naar vele bekende Tour-bergen kunt waardoor het vrijwel ieder jaar wel op het parcours ligt, één van die bergen is natuurlijk de Col du Galibier (2645m hoog, 20.9km aan 5.6%) die dit jaar via de Col du Lautaret beklommen wordt, de afdaling gaat over de zwaardere kant met de Col du Télégraphe. De Galibier wordt opgevolgd door de zeer onregelmatige Col de la Croix de Fer (2067m hoog, 29km aan 5.2%), kilometers lange stroken van 8 en 9% worden meerdere keren afgelost met vals platte of zelfs bergaf lopende stroken waardoor het gemiddelde weinig zegt over de zwaarte van de klim.
De finish ligt op de wellicht meest bekende van alle bergen in de wielersport: l'Alpe d'Huez (1850m hoog, 13.8km aan 7.9%). Het is de 26e keer dat er gefinisht wordt op "de Nederlandse berg", voor het laatst in 2006 toen Frank Schleck het andere horizontale rood-wit-blauw liet wapperen.
(Profiel etappe) -
Profiel Briancon-LautaretProfiel Lautaret-GalibierProfiel Croix de Fer(Profiel l'Alpe d'Huez)Na twee heuvelachtige overgangsritten zal het klassement in haar definitieve vorm gegoten worden op de voorlaatste dag met een tijdrit over een licht glooiend parcours van maar liefst 53km tussen Cérilly en Saint-Amand-Montrond.
(Profiel)De overgebleven sprinters krijgen hun traditioneel laatste kans op de Champs Elysées in de Franse hoofdstad Parijs waar de gele trui drager triomfantelijk zijn rondjes tussen het Louvre en de Arc de Triomphe zal draaien.