quote:
'Mister Middelmaat hunkert naar de top'
Naar sommige mensen kan ik uren luisteren. Als het over voetbal gaat zijn Johan Cruijff, Willem van Hanegem en Wim Jansen mijn favorieten. Zij zeggen inhoudelijk louter verstandige en interessante dingen. Op de televisie komt dat er niet uit, omdat ze dan niet vrijuit praten, maar ik heb ze ook off the record in een ontspannen sfeer meegemaakt. Dan komen de échte verhalen en meningen, dan weet je niet wat je hoort.
Riemer van der Velde kan heel boeiend over voetbal praten. Aan het eind van zo'n gesprek ben ik het altijd roerend met hem eens, omdat er geen speld tussen te krijgen is. René van der Gijp en Rob Jacobs kunnen met humor over het spel vertellen. Die typen sterven uit. Er wordt in de voetbalwereld veel minder gelachen dan vroeger.
Naar Maarten van Rossum kan ik ongelimiteerd luisteren als hij uitwijdt over de politieke verhoudingen in Amerika. Met Koos Postema heb ik dat zodra hij verhaalt over de tv-wereld en de intriges op het Mediapark. Jan Donkers, Cor Sanne en Harry Muskee hebben ieder hun specialiteit op muziekgebied. En niemand bezit zoveel parate kennis over blues als de eigenaar van Blues Record Centre in de Amsterdamse Hendrik Jacobstraat. Zijn lezingen zijn louter aan freaks besteed.
Gerrit Zalm was mijn favoriete politicus. Hij paste goed op de centen, bracht zijn boodschap met humor, als het moest serieus en hij kon ook heel geagiteerd reageren. Maar hij wist altijd waarover hij sprak. De meeste politici zijn door mediatraining gevormde sprekende poppen. De woordvoerder van de VVD is nu een jongeman met stoere teksten, maar met de uitstraling van een hbs-scholier, waardoor zijn boodschap nooit overkomt.
Hele volksstammen maken zich druk over de jeugdzonden van Wijnand Duyvendak van GroenLinks, maar ik vind de jeugdzonden van VVD'er Hans van Baalen veel ernstiger. Ik hoopte lange tijd dat hij zich zou aansluiten bij Rita Verdonk of Geert Wilders, waar hij niet zou misstaan, maar Van Baalen ziet meer carrièremogelijk-heden binnen het voormalige liberale bolwerk. Jan Marijnissen en Agnes Kant van de SP hebben niet mijn kleur, maar ik waardeer ze zeer. Ze brengen hun boodschap met passie en duidelijk geformuleerd bij de kiezers. Nu ik wat ouder word, kan ik ook heel goed naar de tegenpartij luisteren.
Ik merk aan mezelf dat ik me steeds minder ga ergeren. Ik vermaak me tegenwoordig met afwijkende meningen, pedante presentaties, obsessief gedrag, schaamteloze zelfoverschatting, gedram of mensen die pure onzin uitkramen. Toen Alexander Pechtold de ambtsketen van Wageningen inleverde om de landelijke politiek in te gaan, vond ik hem een gladjanus. Nu respecteer ik hem, omdat hij helemaal alleen het zieltogende D66 heeft gereanimeerd en er weer een partij met toekomstperspectief van heeft gemaakt.
Binnen de PvdA hebben ze de verkeerde mensen op de verkeerde plaats posteren tot kunst verheven, maar de kroonprins is al in huis. Let u maar eens op: Frans Timmermans, een fanatieke Roda JC-supporter, is niet af te stoppen.
Ik stoor me niet eens meer aan superbobo Charles van Commenée. Hij is chef de mission van de olympische ploeg en technisch directeur van de sportkoepel NOC*NSF. Van Commenée wekt de indruk dat hij verantwoordelijk is voor elke aansprekende prestatie in China, maar hij kan mij niet vaak genoeg in beeld komen met dat uitgestreken hoofd.
Ronald Giphart vind ik een puberale schrijver, maar toen hij tijdens de vakantie van columnist Martin Bril diens column overnam in de Volkskrant heb ik hem toch iedere morgen even gelezen, al geniet Nico Dijkshoorn mijn voorkeur. Het overkomt je toch zelden dat je een column met een glimlach leest.
Het moment nadert dat ik niet meer zapp zodra Herman den Blijker, Edward van Cuilenborg, Piet Paulusma of zo'n dom blondje met cup-D, van wie er blijkbaar dozijnen in voorraad zijn, in beeld verschijnt. Mart Smeets ervaar ik intussen als een warm bad. Heerlijk, hij moet me vooral toespreken alsof ik een kleuter ben. En hij bezit natuurlijk een surplus aan kennis over sport in het algemeen, wielrennen, muziek, Amerika, vrouwen, politiek; eigenlijk alles.
Als hij dat maar blijft uitstralen, dan ben ik helemaal gelukkig. Lekker arrogant vanaf die troon in de studio het klootjesvolk als notoire domoren uitleggen wat iedereen ziet en waar ook iedereen een eigen mening over mag hebben.
Bennie Jolink is een favoriet van me. Prachtige verteller, als hij maar niet gaat zingen. Hetzelfde geldt voor Henk Westbroek. Van mij had hij burgemeester van Utrecht mogen worden in plaats van die gladde salonsocialist die niets met de stad heeft, maar louter met zijn eigen carrière bezig is. Westbroek maakte een paar jaar geleden een item voor de regionale televisiezender met me. Op dat moment werd mijn uit de Middeleeuwen stammende huis geschilderd.
Mijn vrouw en ik wilden het interieur laten verven in de kleuren van Piet Mondriaan, een pionier op het gebied van de abstracte kunst. Daarom hadden we op alle deuren, kozijnen, trapleuningen en radiatoren stickers geplakt voor de schilders, waarop we de kleur aangaven. De balorige Westbroek verwisselde die middag alle stickers, waardoor mijn interieur een rood-geel-blauw-zwarte chaos is, maar de schilders kon ik de schuld niet geven. Ik moest de hoofdprijs betalen, maar ik heb nooit iets tegen Westbroek gezegd.
Onlangs was er een BN'er op bezoek die alle vloekende kleuren erg mooi vond. Hij wilde het zijn vrouw eens laten zien. De volgende avond kwamen ze samen langs. Toen ze het pand verlieten, hoorde ik hem tegen haar zeggen dat je kon zien dat er goed over nagedacht was. Zij laten hun interieur nu ook zo schilderen.
De laatste tijd vermaak ik me kostelijk met Han Berger (foto). Aan het begin van vorig seizoen zinspeelde hij nog op Europees voetbal voor De Graafschap, maar het werden uiteindelijk de play-offs voor promotie/degradatie. Als je Berger niet ziet maar alleen hoort, dan denk je dat Guus Hiddink, Johan Cruijff, Marco van Basten of Dick Advocaat het woord voert.
Nee, de Jupiler League is niet van zijn niveau. Hij is een crisismanager. Op de winkel passen boeit hem niet, hij heeft een uitdaging nodig. Berger stapt op bij De Graafschap, hij wil nog wel eens in de keuken kijken bij een topclub of ergens bondscoach worden. Als ik mijn ogen open, zie ik Berger in beeld. In een nerveus gesneden kostuum, met dat eigenwijze, jongensachtige hoofd.
Bijna iedereen wil dolgraag een baan in de Achterhoek, wonen in het pittoreske ’s-Heerenberg in het glooiende landschap van Montferland. Nee, de voormalige trainer van FC Utrecht, FC Groningen, AZ, Fortuna Sittard, SVV/Dordrecht’90, Sparta, Cambuur Leeuwarden en Jong Oranje, oftewel Mister Middelmaat, hunkert naar de top. Ik zou ook zo graag hoofdredacteur worden van The New York Times, The Chicago Tribune of The Boston Globe, maar ik houd het nog even voor me.
Toch geniet ik van mensen die hun ambities zonder schroom prijsgeven. Berger is geen onsympathieke kerel, maar hij profileert zich als een topcoach. In het verleden stoorde zoiets me, nu kijk ik al uit naar zijn volgende interview. En verslaggevers die hem van repliek dienen door hem duidelijk te maken dat hij uit zijn nek staat te lullen, bestaan niet meer. Eigenlijk moet zo'n megalomane mafkees de mond worden gesnoerd. Berger moet beseffen dat hij met zijn staat van dienst zijn handen mag dichtknijpen met een baan bij een prachtige provincieclub.
Maar ik ga nu eerst de zoveelste Privé-pagina in De Telegraaf over het sprookjeshuwelijk van Louis van Gaal en Truus Opmeer lezen. Dat is pas smullen. En ik blijf me afvragen hoe Van Gaal had gereageerd indien een AZ-speler tijdens de voorbereiding op het nieuwe seizoen zijn bruiloft zou plannen.
Johan Derksen