En toen zei hij: ‘weet je wat jij moet doen? Ga boksen’
Daar sta je dan. Voor een grote gele deur van een haast vervallen gebouw. We schrijven donderdagavond half negen, vrouw alleen in het donker, midden in de Haagse Schilderswijk. Moet ik hier echt zijn? Weifelend duw ik de deur open en stap naar binnen. De harde trance-muziek galmt van de stalen trap naar beneden. Oh nee! Ik zit verkeerd, ik ben beland in een verboden underground party! Een tweede luisterend oor verteld mij dat er meer aan de hand is. ‘….hoek links beginnen’ dringt er tussen de beats door. Oké, dat klinkt wat meer boks-achtig. Ik besluit toch maar de trap op te klimmen om te kijken wat er aan de hand is. Klimmend naar boven vervloek ik zachtjes een vriend van mij. Na mijn dubbele hernia was ik het vertouwen in mijn lichaam kwijtgeraakt waarop hij zei: ‘weet je wat jij moet doen? Ga boksen!’ Als ik toen had geweten wat ik nu weet…
Boven aangekomen (pfff wat een klim) zie ik mannen, vrouwen, jongens en meisjes allen hevig bezweet op elkaar in meppen. ‘Zie je wel, ik zei het toch, veel te gewelddadig voor mij dat boksen,’ denk ik bij mezelf. Of toch niet? Nee, nu zie ik het beter. De een houdt een hand op, stevig verpakt in een grote handschoen, en de ander mept gericht in die handschoen. Plots gaat er een pieptoon en door de microfoon wordt geroepen: ‘BUIKIE’. Gecontroleerd worden er laatste stoten uitgedeeld en iedereen stevent op mij af! Oh-oh, wat nu? Geschrokken doe ik een stapje achteruit. Onnodig zo blijkt, want de horde boksers loopt vriendelijk knikkend langs mij richting de waterkranen waar gretig aan gelurkt wordt. Een lachend gezicht komt op mij af. ‘Hoi, kan ik je misschien helpen?’
En zo is het begonnen. Mijn verslaving genaamd boksen.
Het lachende gezicht heet Chris en Chris is samen met Martin de drijvende kracht achter boksschool “ Haagse Directe”. Naast deze twee gediplomeerde hoofdtrainers lopen er nog vier trainers rond en iedereen werkt op vrijwillige basis. In het dagelijks leven zijn ze onder andere loodgieter, docent grafische vormgeving en winkeleigenaar. De een is Nederlander, de ander heeft Surinaamse roots, een volgende komt uit Marokko.
Zo divers als de samenstelling van de trainers, zo divers is het volk dat rondloopt op de boksschool: groot en klein, gekleurd en blank, arm en rijk, vrouw en man, christen en islamiet en alles wat tussen deze categorieën te vinden is. Oftewel, alles wat onze samenleving rijk is kan je in de zaal vinden. Wat het allemaal zo bijzonder maakt is de manier waarop iedereen rondloopt. Wanneer je een keer de ideale samenleving wilt zien moet je zeker een keer langskomen. Er is geen onderscheidt tussen de een of de ander. Iedereen is gelijk. Naast de eerder genoemde “sociaal-maatschappelijke criteria” maakt het ook niet uit of je amateur, prof, recreant, beginner, of gevorderde bent, iedereen praat met elkaar. Er wordt veel lol getrapt en iedereen traint met elkaar. Inderdaad, de volwassen zwaargelovige islamiet traint met een vrouwelijke atheïst en alles wat hier tussen zit. En dat toont het allerbelangrijkste: het volledige respect voor elkaar. En dan heb je gelijk de basis te pakken waar het om draait bij het boksen: respect.
ik kan me voorstellen dat je denkt: ‘respect? Hoezo respect, een beetje elkaar de hersens in slaan heeft niets te maken met een ideale samenleving en al helemaal niet met respect!’ En toch is het juist dat waaruit blijkt hoeveel respect er voor elkaar is. Persoonlijke instelling en gedrag is het allerbelangrijkste. Niets stoer doen en grote mond.
Dat zie je direct terug bij de ervaren boksers in het sparren (‘echt’ boksen in trainingsvorm, dus niet vangen in de handschoen), waarbij rake klappen uitgedeeld worden. Beide boksers houden elkaar nauwlettend in de gaten. Als de klap ook maar iets te hard aankomt, wordt gelijk gestopt. Alles in orde? Zeker weten? Goed, handschoenen tegen elkaar en we gaan verder. Ook wordt tijdens de trainingen regelmatig een minder ervaren bokser tegenover een zeer ervaren bokser gezet. Het is een vanzelfsprekendheid dat de ervaren bokser met veel beleid en zo mogelijk nog meer geduld de mindere bokser helpt en begeleid. Niets saai, vervelend, lastig of ik voel me te goed gedrag. Dit heb ik zelf aan den lijve mogen ondervinden.
Ik, vrouw van 33, durf te zeggen dat ik veel meer spierkracht heb dan de gemiddelde vrouw van mijn leeftijd. Niet zo gek, want ik heb jaren in de paarden gewerkt en tot zes jaar terug altijd zwaar lichamelijk werk gedaan. Dan krijg je wel spieren. Maar dat spieren hebben niet alles is in het boksen heb ik inmiddels wel geleerd.
Ik was driekwart jaar aan het boksen wanneer ik me rustig sta op te warmen voor de training. Tijdens de training zelf ben je 3 minuten met je trainingspartner aan het stoten in de handschoen, afgewisseld met een minuut rust en dat een uur lang. Afijn, ik ben zo lekker bezig wanneer Robert op me af stapt. Deze man van Antilliaanse afkomst is zeker een kop groter dan ik, twee keer zo breed en zeker zoveel sterker. Of ik al iemand heb om mee te trainen? En anders kan ik me bij hem melden in de laatste ring.
Robert geeft non-stop aanwijzingen: blijf bewegen, niet stilstaan, hou je dekking, niet duwen maar trekken aan die stoot, blijf kijken! Na een paar rondjes hang ik doodmoe in de touwen uit te puffen tot ik me realiseer dat er tegen me gekletst wordt. Van alle kanten krijg ik van iedereen allerlei lofuitingen toegeworpen: ‘Gaat goed man, top!’, ‘Laat hem een poepie ruiken hoor, hou vol!’, ‘Knap hoor, je zet hem aan het werk!’ en zo nog meer.
Na de training kijk ik versuft naar Mohammed, een van onze profboksers. Ik zeg tegen hem: ‘wat liepen jullie allemaal te roepen man, het leek helemaal nergens op. Conditioneel nul, technisch nog minder!’ Mohammed begint te lachen en zegt: ‘daar gaat het niet om. Je hebt niet opgegeven. Je ging je hoofd gebruiken in plaats van je kracht, waardoor je af en toe een punt kon maken,’ zo legt Mohammed uit. ‘Het gaat er in het boksen niet om hoe sterk je bent. Kracht is handig, zeker, maar nog veel belangrijker is dat je blijft nadenken. Respect voor je tegenstander in plaats van dom meppen. Zie je tegenstander voor vol aan. Respecteer hem en zoek naar zijn sterke en zwakke punten. Weet je die, dan weet je hoe je jezelf tegen hem moet verdedigen en hoe je kunt aanvallen. Je tegenstander doet hetzelfde. Techniek en hart zijn belangrijker dan brute, domme kracht.
Deze woorden gaven mij een hernieuwd inzicht in de wereld van het boksen. En dat niet alleen. Ook in het dagelijks leven merk ik dat het van grote waarde is. Mensen in hun waarde laten, luisteren naar wat ze te zeggen hebben zonder gelijk een oordeel of mening over iemand te hebben. Niet generaliseren, of ik die persoon nou lief, leuk en aardig vind of niet. Met andere woorden: gewoon respect en begrip voor de ander. Gewoon zoals het hoort. En het vertrouwen in mijn lichaam? Helemaal terug. Al na drie trainingen. Grappige is dat je er dan achterkomt dat ik mij altijd heb verscholen achter mijn fysieke kracht. Ergo: ik was niet zozeer het vertrouwen in mijn lichaam kwijt, als wel dat ik om te beginnen te weinig vertrouwen had in mijn eigen persoontje.
Toen ik de eerste keer voet zette in de bokszaal, dacht ik dat boksen banaal en barbaars was. Nu ik inzicht heb gekregen in de eigenlijke filosofie van deze sport, vind ik het jammer dat ik deze sport niet 15 jaar eerder heb ontdekt. Maar des te gelukkig ben ik dat ik een jaar geleden op een donkere donderdagavond de stoute schoenen heb aangetrokken en daadwerkelijk naar binnen ben gestapt.
[ Bericht 0% gewijzigd door BrandX op 22-03-2008 00:20:53 ]