abonnement Unibet Coolblue
pi_54170097
Mochten jullie eens zelf een verhaal geschreven hebben, zou het dan niet leuk zijn dat hier te posten? Er worden geen eisen aan gesteld. TS begint, dus ik heb zelf een kort verhaal geschreven als stijloefening. Dat wil zeggen: het begint nergens, eindigt nergens maar is meer gericht op een bepaalde sfeer.

Verhaal.

Samen hadden ze de boot het dok uit laten glijden. Maarten was op de steiger blijven staan om het touw te laten vieren. Zij had de boot tegen de rails gezet. Ze zagen hoe de punt aarzelend naar beneden bewoog, de rest van de boot meetrok, nu dan met haar volle gewicht het water splijtte en keurig tegen de steiger gleed. Hij raakte even haar arm aan en vroeg haar in de boot te stappen. Daarna klom hij zelf handig over de reling en ging aan boord.
Hij vroeg haar op de kop plaats te nemen en ging zitten. Nu draaide hij de gashendel naar zich toe en kneep in het zwarte balletje. Twee gelijkmatige rukken aan het koord deden de motor starten. Zij haalde zwijgend de touwen binnenboord.
De boot draaide de lighaven uit. Het gekrijs van de meeuwen en de geur van olie en teer stierven langzaam weg. Hij keek naar haar. Ze had haar blik naar de hemel afgewend. Die had een merkwaardig rode kleur aangenomen, doorbroken door het wit van vliegtuigstrepen.
Hij probeerde haar aan te zien.
-Je zou een mooie zeemeermin zijn, wist je dat?
-Ik zou je meenemen naar de bodem van de zee.
Maarten lachte.
-Gevaarlijk meisje dus.
Hij draaide het roer naar links zodat de boot met een kunstige zwier langs het havenhoofd manouvreerde. Boven in de vuurtoren was het licht aangesprongen. De lichtbundel had zijn gebruikelijke rondje gedaan en scheen hem nu flauw in het gezicht. De middag liep ten einde.
Hij haalde een verfrommeld pakje sigaretten uit z'n zak.
-Wil je een Camel?
-Je bedoelt: een dromedaris?
-Nee, ik bedoel een Camel.
-Er staat een dromedaris op het pakje. Kijk zelf maar.
Hij glimlachte.
-De meermin heeft gelijk. Laten we het water ingaan.
Hij trok haar naar zich toe en kuste haar op de mond. Ze smaakte merkwaardig, naar koffie en sigaretten. Naar ontbintenis. Hij liet haar los.
-Ga maar alvast het water in. Ik zet het anker vast en laat het koelwater lopen.
Ze dook de zee in en was al snel een eind op weg. Met zijn gezicht naar de kust ging Maarten aan het werk. Toen hij op zijn horloge keek was er een half uur verstreken. Zijn hand aan zijn schouder houdend, rillend van de kilte die hem ineens doortrok, ging hij staan. Een blik op de kust: strandgasten die parasols inklapten, sjouwend met strandstoelen en tassen. Hij draaide zijn hoofd naar de dijk. De wind blies golven in het water en liet ze tegen het havenhoofd slaan. Hij schreeuwde in de richting waarin hij haar weg had zien zwemmen. Geen antwoord, behalve het ruisen van de zee dat hem in de war bracht.

[ Bericht 0% gewijzigd door Zwaardvisch op 27-10-2007 00:18:20 ]
Vroeger dacht ik dat ik mijn vijanden het vuur aan de schenen moest leggen. Een misvatting, want dat doen ze zelf wel. Ik hoef enkel mijn vergrootglas maar op ze te richten en het begint te smeulen.
pi_54170799
Ze leven nog lang en gelukkig
Lieutenant General Omar Bradley
"I have returned many times to honour the valiant men who died…every man who set foot on Omaha Beach was a hero."
  donderdag 25 oktober 2007 @ 23:01:26 #3
155006 Aoristus
SPelen is delen
pi_54171204
Het was koud die nacht op de berg, de bomen zagen wit van de sneeuw die de afgelopen tijd veelvuldig naar beneden was gevallen.
In het hutje waar de enige kostwinner en vader van 3 meisjes al maanden ziek lag te zijn, brak de wanhoop uit. Het duurde nu al 2 weken en het opgeslagen voedsel begon op te raken. .
De familie werd bijeen geroepen voor een plan, want vroeg of laat zou een van de gezinsleden bezwijken.
Er werd besloten dat Jolanda, de oudste dochter de volgende dag naar het dorp aan de voet van de berg werd gestuurd om haar diensten aan te bieden, want de andere 2 meisjes waren nog te jong en vertoonden al tekenen van ondervoeding.
Onder groot protest werd Jolanda in lappen gehuld en kreeg zij de oude veel te grote sandalen van het gezinshoofd. "Neee, neee, ik wil niet!" schreeuwde ze naar haar huilende moeder. Maar er was geen optie, er moest iets gebeuren.
Al snikkend schoof Jolanda de berg af, op weg naar het nieuwe avontuur. Zo tegen de avond begon haar bijna bevroren voetjes erg pijn te doen, maar gelukkig zag ze licht in verte. Dat licht bleek een herberg te zijn, een plek waar Jolanda altijd voor gewaarschuwd was door haar ouders, vanwege het ruwe arbeidersvolk wat daar hun zuurverdiende geld komt verkwisten. Maar wat voor keuze had ze nu? Met enige aarzeling draait Jolanda de deurknop om en duwt de deur naar binnen. Twaalf grijnzende mannen met rottende tanden kijken grijnzend op naar de nieuwe gaste.
"Ik heb het koud en ik heb geen geld", huilt Jolanda, mag ik me binnen komen warmen en misschien wat eten ? "
De waard wenkt Jolanda grijnzend naar zich toe en zet een bordje eten voor haar neer.
"'t was eigenlijk voor de hond, maar ik denk dat jij het beter kunt gebruiken", zegt hij met een onbestemde vriendelijkheid.
Dankbaar eet Jolanda het bordje leeg en is blij dat ze een beetje op warmte komt. Nu wordt haar duidelijk dat de te grote sandalen voor fikse blaren heeft gezorgd en dat er zelfs een stroompje bloed tussen haar grote teen vandaan komt. Ze probeert een snee op haar been van een eerdere val verborgen te houden door het met een lapje stof te bedekken.
Een van de grijnzende mannen die zich tegoed heeft gedaan aan lokale alcoholische versnapering, begint zich te bemoeien met Jolanda. Met ontbloot tandvlees waaronder wat resten van wat ooit een gebit was, zegt hij " Zo zo, waar kom jij vandaan, het is hardstikke koud buiten ". Angstig vanwege de vreemde toenadering van de voor haar onbekende man, stamelt ze uit: " We hebben geen eten, mijn vader is doodziek en de kost is op, ik zoek een manier om mijn ouders en zusjes te kunnen voeden en ik ben bang dat ik buiten zal moeten slapen ".
- "Is dat zo? ", zegt de man handenwrijvend.
" Ja, wat moet ik doen?", snikt Jolanda
-"Als je wilt, dan kun je in het logeerkamertje blijven overnachten, maar ik moet daar wel een vergoeding voor vragen".

Nou ja, de rest is wel duidelijk

[ Bericht 0% gewijzigd door Aoristus op 26-10-2007 00:37:48 ]
De voorzitter zegt: Laat duizend bloemen bloeien.
Laat duizend balletjes stuiteren.
pi_54171329
Ochtend

Een lege tas ritst gemakkelijk dicht. Ik hoor niet meer dan een vlug, aaneengesloten geluid, het klinkt hoog, omdat het snel gaat. De rits is dicht, de tas valt plat op de vloer. Er zit niets meer in. Nu ja, er zijn wat bonnetjes, versleten pennen en een kapotte rekenmachine in achtergebleven, en vooral die geur.
Ik ga even terug op de bank zitten en til de schooltas met mijn voet op. Als ik mijn voet weer terugtrek, valt hij direct weer om. Ik schuif hem over de grond weg, en kijk er even niet meer naar.
Ik had de tas leeggehaald, omdat er zo een rooklucht aan hing, dat ik hem buiten wilde laten luchten. Naast me op de bank lag wat ik eruit had gehaald: de krant, die ik in de trein had doorgelezen, een folder, wat rommel eigenlijk. Ik had ook een papier dat ik aan iemand mee had willen geven die haar tas niet bij had gehad, en dat daarom nu ook naar rook stonk. En mijn schoolagenda, volgepakt met knipsels en geestigheden, nu een vreemd pakketje op mijn tafel. Waren al die artikeltjes echt wel zo geestig geweest? Nu zag het er treurig uit.
Ik schrok van een geritsel, dat ik hard hoorde in mijn stille kamer.
Mijn schooltas had gezucht, was nog platter geworden. Alles klonk nu nog stiller, hoewel de verdovende pieptoon, dat ik gisternacht nog had gehoord, uit mijn oren verdwenen was.
Ik had geen dorst, zelfs geen hoofdpijn, en bedacht me dat ik er trots op moest zijn, dat ik geen kater had. Ik had zojuist nog door de telefoon gezegd, dat het betekende dat ik best met drank om kon gaan. Dat kon ik natuurlijk ook, al doende leert men… en toch leek het liegen.
Ik pakte mijn tas en stond op. Tussen mijn tafel en mijn bank in stond ik rechtop, ik moet hoog geleken hebben, al zag niemand dat – ik bleef staan. Buiten zag ik alleen geparkeerde auto’s en een gesluierde vrouw. Die vrouw kon me vast niet verstaan, bedacht ik, maar ik wilde dáár niet over piekeren.
Mijn salontafel was rommelig, er lagen papieren, en natuurlijk die agenda. De lijmvlekken zaten op de kaft, het zag er onverzorgd uit, net als al die andere papieren. Ik wilde het papier in mijn hoofd al ‘overblijfselen’ noemen, ik wist niet waarom. Waarvan waren dit de overblijfselen?
Voor de gedachte uit liep ik nu, mijn tas in de hand, en ik opende mijn balkondeur. Kijk, ik had een balkon, een eigen huis zelfs, ik had reden genoeg om een goede dag te hebben. De vorige avond had ik nog jaloerse reacties gehad toen ik onbekenden vertelde, hoe ik woonde. ‘Je hebt het wel getroffen,’ zei dat kind natuurlijk. ‘Ja, als je het met jezelf zo slecht treft, moet de rest wel goed zijn, anders wordt het echt zielig,’ had ik gezegd. Ik vond cynisme toen geloof ik nog heel grappig, al glimlachte het meisje zelfs niet, maar dat kan aan haar gelegen hebben.
Op het balkon moest mijn tas toch kunnen luchten, hoopte ik. Er waaide een aardige wind, hoewel het balkon natuurlijk luw was. Op het parkeerterrein reed een auto weg. De gesluierde vrouw was natuurlijk allang voorbij. Misschien ging ze naar het station, of woonde ze in de buurt. Het interesseerde me niet, ik ging weer naar binnen en sloot de deur van het balkon.
De tas hoorde ik nog net omvallen.

Natuurlijk was het een mooie avond geweest. Gelachen was er, er waren sullige liedjes gezongen, en als het bier wat zakte kreeg je van alle meisjes een kusje. Die meisjes waren ook mooi geweest. Dat vond ik eigenlijk nog wel het ergste.
Ik had die avond natuurlijk wat lam aan de bar gezeten, want dansen had ik nooit geleerd en staan viel niet genoeg op. Iedereen kwam langs de bar, betaalde voor mij bier en jenever, en sprak met me, natuurlijk steeds eerlijker. De mensen schenen me toch nogal aardig gevonden te hebben, al kwamen er ook mensen langs die ik helemaal niet kende en die, als het mannen waren, het fantastisch vonden dat ik bier en jenever dronk, en die als het meisjes waren zeiden dat ik erg geestig was. Volgens mij vonden ze dat vooral een geruststelling.
De mensen die ik wél kende, waren echt aardig, en ik natuurlijk ook voor hen. Het is makkelijk om te zeggen dat je iemand lief vindt, maar bij beschonken mensen komt zulks toch genoeg aan om de sfeer te verhogen.
Ik heb me vreemd genoeg niet verveeld.
De pinda’s die ik besteld had waren trouwens heel vies, en het bakje was snel ook verdwenen en is waarschijnlijk over de vloer leeg gestrooid en vergeten.
En ik vond het allemaal geweldig. Ja hoor, ik had een goede avond, zei ik als mensen me ernaar vroegen. ‘Life rulez,’ riep ik zo nu en dan om het ouwelijke van de jenever te overstemmen. Met de Haagse conciërge heb ik nog een gesprek in het Haags gehad, met mijn leraar wiskunde heb ik de rij van Fibonacci en de priemgetallen nog eens doorgenomen en aan mijn leraar Nederlands vertelde ik hoe ik voor maar vier euro de Camera Obscura op de kop had getikt. Misschien heb ik ondanks die jenever die ik nipte, de foute pinda’s die ik wegwierp en het bier dat ik in een keer achteroversloeg mijn imago toch nog hoog gehouden.
Ik heb trouwens ook nog iemand onder tafel gedronken, maar gelukkig heeft niemand die wedstrijd gevolgd. Ik heb tot het laatste moment het idee gehad dat ik erg intelligent overkwam. Ik twijfel daar achteraf wel wat over.
Echt dom van mezelf was dat ik de sfeer zo feestelijk vond. Iederéén was vrolijk, natuurlijk, het heette ook een feest. Gala.

Nee, stel ik mezelf gerust, terwijl ik naar het zonlicht kijk, ik heb géén kater. Geen hoofdpijn, geen dorst, een goede oriëntatie, niet misselijk – ik ben die ochtend vaak het rijtje kenmerken afgegaan. Geen van de kenmerken paste bij mijn gemoed.
Toch voelde ik me alsof ik een kater had. Ik voelde me bedrogen, leeg en dom. Wat was er zo leuk aan zo’n feestje? Al die lieve mensen zag ik er voor het laatst. Al die krankzinnige imagostunts hadden geen enkel nut. De mensen die mij drinken betaalden, hoeven het nooit terugbetaald te krijgen, ze zullen het vergeten. De mensen die ik drinken betaalde krijgen het ook niet van me terug.
Wie van die klas ga ik het meest missen, vraag ik me af, en weer voel ik me dom omdat ik in superlatieven wil denken. Ik weet dat superlatieven nietszeggend zijn, maar er is wel meer nietszeggend.
In mijn stille flat lijkt nu alles nietszeggend. Iedere lollige herinnering van de vorige avond is betekenisloos en vooral níet lollig. Eigenlijk is alles erg. Het bier was slecht, de jenever ben ik half vergeten en de pinda’s zijn nog steeds zoek.
Als je alleen bent, mag je dan vloeken?
Ik zwijg maar.
Als iemand me nu staren zag, zou hij zweren dat ik wel een kater had.
Maar niemand ziet me. Ik sta een beetje zielig te zijn zonder dat ik erge dingen heb meegemaakt, zonder dat iemand de neiging heeft medelijden te hebben, zonder geldige reden. Zelfmedelijden vindt ik trouwens net zo nietszeggend als superlatieven.

Weer zit ik op de bank, en kijk naar mijn cd’s. Misschien dat muziek afleidt van al deze emotieloze nietszeggendheid, denk ik, en nu lach ik zelfs om mijn zwaarmoedigheid.
Toch speel ik niets, en valt er ook niets te lachen.
Net als gisteren.
Groen Zwart Texels in 't Hart
pi_54173502
Kamer 315

'Eet nu maar de worteltjes, dat is goed voor je', zegt de verpleegster. Ongeduldig vist ze met een lepeltje de worteltjes van het bord en houdt het voor zijn gerimpelde mond. Twee waterige ogen, ooit felblauw maar nu vaal en grijs, staren naar de worteltjes. Hij houdt niet van worteltjes. Nooit van gehouden. Niet toen hij jong was en zeker niet nu hij oud is. Hij heeft eigenlijk helemaal geen trek meer de laatste tijd. Na een paar happen zit hij vol, maar hij heeft geen zin om dat aan de verpleegster te vertellen. Ze luistert toch niet. Ze ziet alleen een lastige oude man, die zijn worteltjes niet wil eten. Hij keert zijn hoofd af. De verpleegster zucht en zet het bord op het dienblad dat boven zijn borst hangt. 'Dan moet je het zelf maar weten', zegt ze vinnig en loopt de kamer uit.

Je, zegt ze. Niet u, maar je. En daar komt het uiteindelijk allemaal op neer. Als je maar oud genoeg wordt, gaan ze vanzelf weer je zeggen. De oude man draait zich op zijn zij en grimast even van de pijn. Iedere beweging doet pijn. Daar had hij vroeger toch nooit last van. Hij heeft een kamer voor zichzelf alleen in het verpleegtehuis. Betaald met het geld uit zijn eigen bedrijf waar hij zijn hele leven hard gewerkt heeft. Mooie tijden waren dat. Zware tijden, maar mooi. Aanzien had hij, en respect, daar draait het uiteindelijk allemaal om.

Door de open deur ziet hij een aantal mensen door de met TL-buizen verlichte gang lopen. Ze lachen. Waarschijnlijk net op bezoek geweest bij hun opa, oma, vader of moeder. Hoe lang heeft hij zijn kinderen al niet gezien? Zeker al een maand niet. Niet dat het erg is. Ze hebben allemaal hun eigen leven, maar hij mist ze wel heel erg. Het zo begeerde aanzien en respect vallen in het niets bij de glimlach van je eigen kind. Niets is zeker in het leven, helemaal niets, behalve dat je als vader je leven zou geven als je daarmee je kinderen pijn zou kunnen besparen.

Ja, hij mist zijn kinderen, maar nog meer mist hij Ellie. Samen met Ellie kon hij alles aan. Ellie was de spil in zijn leven waar alles om draaide. Ze gaf hem de kracht om iedere nieuwe dag met opgeheven hoofd tegemoet te treden. Eén blik in haar ogen en alles werd bijzaak. Vijfenveertig jaar lief en leed. Vijfenveertig jaar samen lachen en samen huilen. Wat zeiden de doktoren ook al weer? Haar hart wil niet meer. Haar geest is sterk, maar het lichaam is zwak. En dat was dat. Twee zinnetjes die het einde beschrijven van de persoon waar niet genoeg woorden voor bestaan om haar te bedanken voor alles wat ze voor je heeft betekent.

En daarna? Daarna wil je niet meer. Alles, zelfs de kleinste dingen, herinneren je aan de tijd samen. Jonge mensen snappen het niet. Zelfs zijn kinderen snappen het niet. Uren alleen in je huis. Niets te doen behalve treuren. Te oud om nog iets te gaan ondernemen en eigenlijk ook helemaal geen zin om het huis uit te gaan. De welkome afwisseling als je kinderen langskomen helpt je de weken door. Maar na een paar maanden word je een zeur. Vinden ze dat het tijd wordt dat je verder gaat met je leven en pakken ze hun eigen leven weer op. Dagen alleen worden weken alleen en de weken worden maanden. Slecht slapen, veel piekeren, heimwee naar de vrouw die je leven compleet maakte, eisen hun tol op je oude lichaam en voor je het weet lig je aan de hartbewaking in een groot ziekenhuis. De geest is zwak, maar het lichaam nog niet. Meneer is te oud om nog alleen thuis te blijven en heeft constante verzorging nodig. Moeilijke blikken bij de kinderen. Ze hebben het druk. Geen tijd voor een oude man. Het woord verpleegtehuis valt steeds vaker en je bent terug bij af. Behandeld worden als een klein kind, alleen nu door meisjes jong genoeg om je kleindochter te zijn.

Hij opent zijn ogen. Het bord met de worteltjes is weg. Weggehaald terwijl hij sliep. Hij slaapt te veel, het leven glip door zijn vingers, maar er is ook niets anders te doen. Door de deur op de gang klinkt muziek. Verbaasd slaat hij de dekens terug en stapt uit bed. Op blote voeten loopt hij naar de deur. De vloer is koud. Hij merkt het niet. Muziek in een verpleegtehuis? Dat is heel erg vreemd. De gang is verlaten. Zelfs het bureau waar altijd de nachtzuster zit is leeg. De muziek komt uit de recreatiekamer waar de tv staat en tijdschriften liggen. Waar hij af en toe stil voor zich uit staart en net als alle andere patiënten zijn tijd uitzit. Hij loopt de ruimte in. Er is een feestje aan de gang. Veel mensen in feestkleding. Ze praten en lachen. Vrolijke gezichten. Aan de zijkant van de kamer is een bar verschenen en muziek klinkt uit twee grote zwarte boxen. Niet die herrie die ze tegenwoordig produceren, maar mooie jazz. De muziek waar hij altijd van heeft gehouden. Het duurt even voordat hij doorheeft dat hij iedereen in de kamer kent. In de loop der jaren uit het oog verloren, maar allemaal mensen die ooit iets hebben betekend in zijn leven.

Daar staan Hans en Gerrit, vrienden waar hij in de tweede wereldoorlog samen mee heeft gevochten. Ze zien hem en zwaaien. Hij zwaait schuchter terug. Nu ziet iedereen hem en ze komen op hem af. Ze schudden zijn hand en groeten. 'Hoe gaat het?' zeggen ze en 'lang niet gezien.' Hij schudt de hand van Kees, zijn jeugdvriend. Van Margaretha, zijn eerste liefde. Meer en meer bekenden komen op hem af en een warm gevoel overspoelt zijn oude lichaam. De pijn waar hij al zo lang mee leeft dat ze een deel van hem is geworden, is weg. En daar, daar bij de deur ziet hij haar. Hij loopt langzaam op haar af. Bang dat als hij te snel loopt ze weer verdwijnt. Tranen van geluk stromen over zijn wangen. 'Ellie', zegt hij zachtjes, 'Ellie, ik heb je zo gemist', en hij neemt haar in zijn armen. In de recreatiekamer gaat het feest nog lang door.

De verpleegster op de ochtendronde komt zijn kamer binnen met het ontbijt en ziet het meteen. Vandaag hoeft ze geen lastige oude man te voeden. Ze loopt de gang weer op en belt de hoofdzuster. De familie moet ingelicht worden en een berichtje gaat naar de administratie, simpel en kort. Kamer 315 is vrij.
pi_54181411
Goed bezig mensen.
Vroeger dacht ik dat ik mijn vijanden het vuur aan de schenen moest leggen. Een misvatting, want dat doen ze zelf wel. Ik hoef enkel mijn vergrootglas maar op ze te richten en het begint te smeulen.
  woensdag 24 september 2008 @ 11:29:43 #7
221644 timmmmm
sp3c lives matter
pi_61872908
Er was een prinsesje in het dorpje Roosendaal
Ze heette Rosalinde en haar uiterlijk was werkelijk geniaal
En zeven knappe koningszonen, van overal uit die streek
Die kwamen naar haar kijken, minstens tweemaal in de week
Haar vader, dus de koning van het dorpje Roosendaal
Die vond dat heel vervelend en vond dat ook nog heel normaal
Daar staan ze weer, zo zei hij, kijk, daar staan ze op de stoep
Ze gluren in de vestibule, die hele prinsentroep
Kom, Rosalinde, ga naar 't park de eendjes voeren
Ik wil niet hebben dat die prinsen naar je loeren
En rosalinde ging gehoorzaam naar het park, maar ja
de koningszonen kwamen haar onmiddellijk achterna
De koning zag het dadelijk. Hij kreeg een rode kop
En sloot zijn dochter woedend in haar torenkamer op
Gelukkig zuchtte hij, dat is tenminste voor elkaar
Maar toen hij in de tuin ging zitten, kijk wat zag hij daar?
Daar stonden zeven ladders bij het raampje van de toren
Toen ging de koning schreeuwen, zo dat iedereen 't kon horen
En nu is het uit, zo brulde hij, door 't dolle heen van drift
Ik sluit haar in het kolenhok, of desnoods in de lift
De badkamer is beter, lieve, zei de koningin
Daar zit ze heel erg veilig en er zijn geen raampjes in
Die arme Rosalinde zat dus voortaan naast het bad
En maakte uit verveling telkens haar kroontje nat
Ze zat er drie, ze zat er vijf.. ze zat er veertien dagen..
Toen kon dat arme meisje het niet langer meer verdragen
Ze maakte met haar nagelvijl een gaatje in een buis
Het water spoot van psjj! Het was een vreselijk geruis
Dat was een consternatie in het koninklijk gezin
Bel dadelijk de loodgieter, zo riep de koningin
De koning stond te tieren met zijn vinger op het gat
En roselinde zat te kijken op de rand van 't bad
De loodgieter kwam binnen en wou daadlijk aan de slag
Maar toen hij daar die lieve mooie Rosalinde zag
Toen ging hij naast haar zitten en keek en keek en keek
Nou komt er nog van snauwde de koning boos en bleek
Jazeker, zei de loodgieter en gaf 't prinsesje een zoen
De koning sprong haast uit elkaar maar ja wat kon hij doen?
Daar stond hij met zijn vinger op het gat, hoog in de lucht
en ondertussen zijn die twee te zamen weggevlucht
De koningin riep: jakkes wat vreeslijk ordinair
Mijn dochter is zomaar weggegaan met een man van het sanitair
We hadden toch die zeven prinsen moeten laten komen
Dan had ze hoogstwaarschijnlijk daar wel eentje van genomen.

Wel op rijm, maar toch een verhaal, daarom hier gepost, en niet op het Gedichten topic
Laffe huichelaar
pi_61876766
Zonder titel

Ze had een wit minirokje aan, met daaronder roze uggs. Ze wilde wel met mij mee naar huis gaan, in ruil voor een goedkoop, zoet, alcoholisch drankje. Ik wilde haar een goedkope hoer noemen, maar dat deed ik toch niet, omdat dat de kansen dat ze met me mee zou gaan ernstig zou verkleinen. In tegenstelling noemde ik haar ‘schatje’ en ze slikte het als zoete koek.
Misschien was ze ook eenzaam, net als ik. Misschien had ze ook haar behoeften. Misschien wilde ze haar vriend pesten door vreemd te gaan. Achter haar beweegredenen kwam ik niet en, eerlijk gezegd, vond ik die ook niet zo interessant. Voor mij was ze gewoon een goedkope hoer, al zei ik het niet hardop.
We lagen in mijn bed, naakt. De uggs stonden netjes naast het bed, het minirokje lag ergens in de badkamer, haar topje in de keuken. Het was toen dat ik haar een vraag stelde. De eerste vraag sinds ze aanbood om met me mee te gaan.
‘Wat is eigenlijk je lievelingsbloem?’
Ik kreeg een wantrouwige blik naar me toe geworden. Ik besloot het nog maar te herhalen.
‘Wat is je lievelingsbloem?’
‘Een roos, kom nou, zit nog eens aan míjn roosje.’
Een goedkope hoer, dat was duidelijk.
Ik grabbelde met één hand onder mijn bed. Daar had ik hem. Een papieren roos, die ik ooit gevouwen had. Ik gaf hem aan haar.
‘Dít is vanaf nu je roos,’ zei ik.
‘Uhm…,’ zei ze, ‘wat moet ik hiermee?’
‘Houdt hem bij je! Denk dan nog eens aan de jongen met wie je de laatste keer seks hebt gehad.’
‘De laatste keer seks, wat bedoel je, freak, ik wilde dat ik nooit met je mee was gegaan.’
‘De laatste keer, want ik heb voorspelt dat je binnenkort zult sterven. Ik wilde je een afscheidscadeautje meegeven, door nog een keer seks met je te hebben.’
‘Wat ben jij een engerd, zeg, ik ben hier weg.’
En ze ging weg.
Twee dagen later hoorde ik dat ze was overleden in een auto-ongeluk. Ik was geschokt. Ze had mijn voorspelling, die als grapje bedoeld was, niet waar hoeven te maken. Zonde.
  woensdag 24 september 2008 @ 19:17:33 #9
66261 0033
3.14159265456295141.3
pi_61884171
Oude Maasweg


Ik Zit hier op de snelweg met een lege tank, regen klettert op 't dak. Ik zal nou wel naar huis toe moeten liften, denk aan jou bij elke stap. De tekst van het liedje zit in m'n hoofd maar nu zit ik hier echt in de regen naast mijn auto, cardanas gebroken. Een uur geleden reed ik bij je weg uit Rotterdam en via de 2de Middellandstraat en de 's Gravendijkwal de stad uit op weg naar Hellevoetsluis. Op de A15 begonnen zowel ik als de auto kuren te vertonen. M'n ogen deden zeer van de tranen en ik voelde de aders op mijn hoofd kloppen. Waarom doe je me dit aan, waar heb ik het aan verdiend? Ik vond dat we een leuk stel waren en ik dacht dat jij er ook zo over dacht. Natuurlijk waren er wel de gebruikelijke meningsverschillen en ik was de laatste tijd misschien niet zo verliefd meer als toen ik je net leerde kennen maar ik deed mijn uiterste best om een goed vriendje te zijn. Voordat ik jouw leerde kennen had ik al een tijd geen vriendin meer gehad en ik was dolgelukkig met jou. Volgens jou is de spanning weg, “ik voel er niets meer bij” zij je.


In de laatste week hadden we elkaar niet veel gesproken, zij was druk met haar aanstaande tentamens en ik was druk met denken aan haar. De hele week had ik uit gekeken naar ons avondje samen en ik was erg geschrokken toen ze belde om te zeggen dat niet naar me toe zou komen om samen te koken en een film te kijken. Op mijn aandringen mocht ik 's avonds even bij haar langskomen. Ik had boodschappen gedaan om bij haar in de keuken van het studentenhuis voor haar koken en ik had haar favoriete wijn meegenomen. Maar ze had al gegeten en eigenlijk niet zoveel tijd. Toen ik vroeg of er iets met haar was kwamen de tranen. Ze had de hele week met een studie genoot opgetrokken en twijfelde aan onze relatie. Toen ze huilend vertelde dat je ook met hem naar bed was geweest werd ik boos. Nadat ik haar voor alles wat slecht is had uit gemaakt kwam het hoge woord er uit, ze maakte het uit.

De ANWB kwam pas na een halfuur opdagen en was binnen twee minuten weer weg. De auto moest weggesleept worden en ik kon beter een taxi bellen. Toen de monteur weg reed kwam ik er achter dat de batterij van mijn mobiele telefoon leeg was en ik stapte terug de auto in. Ondertussen was de regen overgegaan in natte sneeuw. In de verte zag ik de bouwlichten van een kraan en het verkeer raasde met hoge snelheid langs mij heen. Ik kan mij prima alleen vermaken en heb mij nog nooit echt eenzaam gevoeld, maar dit begon er toch erg op te lijken. Ik stak een sigaret op en graaide tussen de boodschappen naar de wijn. Een uur later begon het verkeer af te nemen en was de wijn op. Ik begon mij af te vragen of de ANWB wel een sleepdienst had geregeld toen de sleepwagen net aan kwam rijden. Ik reed mee en werd samen met auto afgeleverd bij het dichtstbijzijnde garagebedrijf. De chauffeur moest naar zijn volgende klus en verwees mij naar het verderop gelegen tankstation voor een telefoon, niet wetende dat het tankstation tijdelijk gesloten was voor verbouwing. Toen ik erachter kwam dat het tankstation gesloten was storte ik neer op een stoeprand onder de overkapping en staarde ik radeloos naar de sneeuw. Ik kon het gezicht van Emma niet van mijn netvlies krijgen en de wijn had mijn hoofdpijn alleen maar verergerd. Het lag aan mij, ik kon geen enkele relatie tot stand houden, niet eens met mijn vrienden en laat staan met een mooi meisje. Misschien bestond onze liefde alleen in mijn hoofd en had ik al die tijd alleen maar als een figurant in haar leven gefungeerd. Ze deed wel altijd alsof ze van me hield. Of had ik het zelf verpest en kon het beeld wat zij van mij had in de eerste dagen niet waarmaken. Het was ook te goed om waar te zijn, zij was vele malen knapper dat ik en ik had vriend en vijand verbaast toen ik haar voor eerst voorstelde twee maanden geleden.

Aan het frame van de overkapping van het tankstation hingen camera's en ik vroeg mij of er op dit moment iemand keek. Ik kon hier onmogelijk blijven liggen en ik wilde naar huis. Ik liep de natte koude sneeuw in keek of ik ergens huizen zag waar ik kon bellen. Op het treurige bedrijven terrein stonden geen huizen en er was geen mens te bekennen dus ik begon richting de grote weg te lopen. Bij de oprit naar de snelweg was nog wel verkeer en ik bedacht dat ik een auto aan moest houden. Geen van de chauffeurs leek te willen stoppen, zelfs niet toen ik bijna de weg op sprong. Ik liep de vluchtstrook op en stak doorweekt een duim in de richting van de weg. Na meer dan een kwartier en veel verbaasde gezichten stopte er eindelijk een auto.


Ik reed mee met Frits die op weg was naar zijn schoonfamilie in Goes. Frits was een typische wannebee yup, en een ontzettende lul. Waarschijnlijk had hij mij opgepikt om zijn succes te etaleren een arme sloeber die stond te liften. Hij studeerde nog maar zijn vader had een duur appartement voor hem gekocht in Kralingen. Frits had een leuke vriendin, een mooie auto en deed fluitend zijn master bedrijfskunde. Hoe meer Frits over zijn fantastische leven vertelde hoe ellendiger ik me begon te voelen, ik antwoordde kortaf in de hoop dat hij zijn successtory zou beëindigen. Toen Frits mij naar mijn avond vroeg werd hij een beetje stil. Erg stil zelfs en hij trok een beetje wit weg. Frits vertelde dat hij in de afgelopen week iets had gedaan waar hij ontzettend spijt van had gekregen. Hij had namelijk met een studiegenote een korte affaire gehad en met haar het bed gedeeld. Hij maakte zich zorgen over zijn relatie met het lieve meisje uit Goes en wist niet of hij eerlijk tegen haar kon zijn. Ik dacht aan Emma, en Frits waarschijnlijk ook want tegelijkertijd vroegen wij elkaar naar haar naam. Er zullen best meer Emma's zijn in Rotterdam die bedrijfskunde studeren en een paar daarvan zullen misschien ook nog wel vreemd zijn gegaan in de afgelopen week maar na Frits zijn omschrijving van zijn maîtresse voor een week wist ik genoeg. Blijkbaar had god mij nog niet genoeg gestraft vanavond of speelde het lot een gemeen spel met mij want ik was in de auto beland van de persoon die mijn relatie had verkloot. En die bovendien gisteravond nog bij mijn droommeisje in bed lag. Even werd de wereld zwart voor mijn ogen, ik kookte van woede en keek in een roes om mij heen of ik iets zag waarmee ik Frits in zijn kop kon steken. Frits begon ondertussen heel lullig te lachen, waarschijnlijk van de stress. Hij begreep dat hij een probleem had en dat ik niet erg luchtig over zijn actie zou doen. Van spanning speelde hij medeleven en deed net alsof wij beide door Emma in de maling waren genomen. Hij moet even gedacht hebben dat dit werkte want hij begon lachend te vertellen over de geweldige seks met haar. Ik deed net alsof het mijn niet veel meer kon schelen maar ik begon serieus na te denken over wraak acties tegen deze oneerlijke wereld.


Een paar honderd meter verder had ik genoeg van het smerige lachje van Frits. De natte sneeuw was sneeuw geworden en begon aan de weg te kleven. Frits reed overmoedig hard met zijn kleine sportauto en haalde alles en iedereen in. Op een viaduct waar we links langs een vrachtwagen raasden en het voelbaar glad was greep ik mijn kans. Frits keek even in zijn buitenspiegel en zo snel als ik kon trok ik het stuur vol naar rechts. Van de schrik trapte Frits op de rem waardoor de auto compleet onbestuurbaar werd en voor mijn gevoel draaiden we zeker drie keer rond voordat er een ontzettend kabaal klonk en de bestuurders kant van onze auto geplet werd door de vrachtwagen naast ons. De zware wagen trok de auto met zijn achterwielen mee en ik raakte de kluts kwijt. Toen ik secondes later weer bijkwam lag Frits half over mij heen en was alles in de auto besmeurd met bloed. Het was donker om mij heen en ik klom op de tast door het raam aan mijn kant. Toen ik op mijn benen probeerde te staan klapte mijn linker been dubbel alsof er geen botten meer in zaten, ik viel neer en trok mijn lichaam over de grond. Ik voelde geen pijn, wel een soort euforie die ik nog nooit had gevoeld. Ik zag dat ik onder de vrachtwagen lag en aan een kant van de wagen zag ik de wielen nog draaien. Ik kroop die kant op zag nu waarom de wielen nog draaiden, ze hingen over de zijkant van het viaduct. Door het ongeluk was de vangrail naar het water toe gebogen en kon ik me er makkelijk over heen trekken.


Eenmaal in het water voelde ik mijn been verscheuren van de pijn. Ik had niet de kracht om mij drijvende te houden en het koude water verlamde mijn spieren. Voordat ik onderging zoog ik mijn hele lichaam vol met ijskoude lucht en sloot ik mijn ogen. Het duurde voor mijn gevoel nog zeker vijf minuten voordat ik iets onder mij voelde. Daarna voelde ik even helemaal niets meer totdat het water veranderde in warme lucht en het donker in een zomers licht. Ik zag Emma mooier voor mij dan ik haar ooit had gezien, ze droeg een jurkje en tuitte haat lippen. Ik hoorde haar mijn naam fluisteren. Ik zag niets om haar heen, alleen het zachte licht en haar lange blonde haren in de warme wind. Ze omhelsde mij en we zoenden. We keken elkaar aan. Daarna werd het voorgoed donker.
  woensdag 24 september 2008 @ 22:09:48 #10
221644 timmmmm
sp3c lives matter
pi_61889690
Wat een neerslachtigheid! iemand een leuk, grappig verhaaltje?
Laffe huichelaar
  vrijdag 26 september 2008 @ 19:18:42 #11
66261 0033
3.14159265456295141.3
pi_61938043
quote:
Op woensdag 24 september 2008 22:09 schreef timmmmm het volgende:
Wat een neerslachtigheid! iemand een leuk, grappig verhaaltje?
Vrolijk


Ik fiets naar werk en de zon schijnt. Het is nog aangenaam fris maar niet koud en ik ruik de regen van vannacht. Ik ben vrolijk. Meestal ben ik 's ochtends niet vrolijk maar vandaag lacht het leven mij toe. Ik werd voor mijn wekker wakker na een fijne droom, ik had geen koppijn of hoestbuien en ik heb zowaar zin om naar werk te gaan. Op werk ouwehoer ik met mijn favoriete collega's over voetbal en de tv van gisteravond en we blijven met z'n allen extra lang zitten bij de koffie. Mijn agenda is leeg voor vandaag en heb ik gisteren alle lopende zaken al afgesloten. Na de koffie ga ik even buurten bij de heren in het magazijn. De radio staat keihard en ze zijn druk met het verslepen van goederen van A naar B. Maar nooit te druk om even een praatje te maken. Sjaak heeft gisteren de tweede verjaardag van zijn dochtertje gevierd, heel de familie over de vloer, oma ziek van de advocaat en de barbecue omgevallen. Maar hij heeft het enorm gezellig gehad weet hij te vertellen. Henk gaat zijn geheime liefde in Duitsland opzoeken dit weekend. Maar meer wil hij er niet over kwijt. Er gaat niets boven een beetje keuvelen als je toch niet zoveel te doen hebt. Als er een vrachtwagen gelost moet worden maak ik dat ik wegkom en sla achter mijn pc de krant open. 'Minister President viert vakantie in Drenthe', 'Veel Caravans in slechte staat', 'Giraffe ontsnapt uit circustent', komkommertijd is begonnen dus.


Tijdens de lunch raak ik aan de praat met mijn baas. Hij is in een bijzonder goede bui want normaal is hij nooit zo spraakzaam. We hebben het over het filmfestival in Cannes waar hij is geweest maar al snel dwalen we af en komt de toekomst van het bedrijf ter sprake. Ik kom er achter dat mijn werkgever een veel hogere pet van mij op heeft dan dat ik voorheen dacht. In de afgelopen tijd heb ik er vaak aan gedacht om mijn heil ergens anders te zoeken want ondanks de loonsverhoging dit voorjaar had ik niet het idee dat ik heel hoog scoor op de schaal van tevredenheid. Schijnbaar heeft de baas een heel ander idee heeft over zijn staf dan hij meestal laat blijken want naar het blijkt is hij juist uitermate tevreden. Zo tevreden zelfs dat hij mij in korte tijd flink ziet opgroeien in functie, en salaris. Toch altijd een leuke opsteker zo'n gesprekje aan de lunchtafel. De rest van de middag zit ik nog na te genieten en dat straal ik uit zo lijkt het wel want uit het niets krijg ik de makkelijkste klant sinds weken en kan ik een top order noteren, zonder moeite.


Zoals gebruikelijk op vrijdag gaan we met z'n allen een half-uurtje eerder dan normaal richting koffiehoek voor een biertje. Meestal blijf het er niet bij één maar vaak eerder een stuk of zes. De baas is gelukkig inmiddels vertrokken en we laten in het kader van de goede zaken, en het lekkere weer, bitterballen komen en we verhuizen van koffiehoek naar de zon op het dakterras. Mijn collega's blijven ongewoon lang hangen, er is werkelijk niets aan te merken op deze dag. Behalve misschien dan dat ik binnen zat terwijl het buiten zonnig en vijf-en-twintig graden was, maar dat maakt me niets uit want morgen ga ik op vakantie.


...
  vrijdag 26 september 2008 @ 19:22:30 #12
221644 timmmmm
sp3c lives matter
pi_61938147
Wel vrolijk, maar ik verwachtte hier eigelijk verhalen, dus zeg maar, met een begin en eind, dat mis ik hier nog een beetje, T is allemaal heel goed geschreven, maar ik mis een beetje het verhaal, dit zijn fragmenten, geen verhalen
Laffe huichelaar
pi_61942050
DE LEGE FLES.

Peter heeft een hele fles belegen jenever gekregen, en wel een felbegeerd en veelgeprezen welbekend merk ketel één geheten.
Verlekkerd bekeek Peter de fles en wenst heel erg er meteen eentje te nemen.
Peter schenkt een kelkje met de reden er eentje te testen.
Het bleek wel heel erg lekkere jenever te wezen en Peter denkt: Deze jenever streelt het verhemelte, smeert de keel en verheft de geest, zeer tevreden neemt Peter er weer een.
Het werden er wel twee, vertederd denk Peter, hè, hè, welk een hemels en geestverhelderend mengsel en welk een wereldverbeterend recept.
Peter neemt er weer een, en weer een, het werden er wel zeven.
Peter bleef schenken, en neemt er veel te veel.
Peter denkt: verwen jezelf en neem eveneens het resterende deel, het verbetert het leven, versterkt het gebeente en vermeerdert de pret.
Geheel beneveld bekeek Peter de lege fles en denkt bedremmeld: Deze fles jenever werd te snel een lege jeneverfles, en bedenkt: enkel het flessengeld rest me.
pi_61948909
quote:
Op woensdag 24 september 2008 22:09 schreef timmmmm het volgende:
Wat een neerslachtigheid! iemand een leuk, grappig verhaaltje?
ZWARE STENEN

Het was meer dan nodig dat de vuurvaste binnenbekleding van mijn houtkachel gerepareerd werd.
Dit gaat het beste met speciale vuurvaste stenen en vuurvast cement.
Ik kende een haardenwinkel in de stad Groningen die het benodigde materiaal wel kon leveren en besloot de stenen zelf te komen ophalen want aflevering in mijn woonplaats kon niet zo gemakkelijk geregeld worden.
Ik nam de bus want er is een rechtstreekse verbinding tussen mijn woonplaats en Groningen en was zodoende van het probleem verlost mijn auto te parkeren in een druk gedeelte van de stad.
In de winkel hadden ze de stenen ruim op voorraad, ik schrok wel een beetje toen ik de stapel zag waar ik om gevraagd had.
Het leek mij nogal zwaar maar ik probeerde de stenen mee te nemen in een linnen draagtas die ik om mijn nek hing.
Deze tas kreeg ik van de vriendelijke mevrouw die in de winkel stond.
Ik wankelde naar buiten en liep de straat uit en deed nog een stuk in de richting van de bushalte toen het mij al gauw duidelijk werd dat dit zo niet ging.
De last was mij veel te zwaar zodat ik vreesde dat ik ongeveer dubbel zou klappen voor ik bij de bus was en ook mijn voeten begonnen luid te protesteren.
Mijn besluit was gauw genomen, ik keerde om en ging voetje voor voetje naar de winkel terug om daar mijn veel te zware last weer af te leggen met de boodschap: Ik kom morgen wel even met de auto langs.
Toen ik even later zeer lichtvoetig de straat uitliep keek ik nog even naar de naam van de straat waar de winkel gevestigd is, om hem de volgende dag terug te kunnen vinden.
Ik las de naam die ik niet gemakkelijk zou kunnen vergeten: STEENTILSTRAAT.
  zaterdag 27 september 2008 @ 12:05:44 #15
221644 timmmmm
sp3c lives matter
pi_61949497
Hahahaha, die vind ik wel grappig ja
Laffe huichelaar
pi_61992511
Voor de liefhebbers, er zijn hier nog drie plekken open:
FOK!'s Dagboek van een R&P-er schrijfwedstrijd

Hier is het geheel tot nu toe te lezen:
Inzendingen Dagboek van een R&P-er
Ja, die met de ballen in de bek.
pi_62010511
TVP

Fantastisch, dat mensen hier mee bezig zijn. Ik ga alle verhalen die hier worden gepost lezen.
  vrijdag 3 oktober 2008 @ 14:56:33 #18
221431 servus_universitas
Profeta Pluriforma
pi_62106516
Hierbij de eerste paar zinnen uit een kort verhaal in wording.

Kleine volwassenen

Het was nog vroeg, zo tegen achten. De zon had net zijn eerste stralen laten schijnen heel ver vanuit de horizon. Als een witte zijden deken bedekte de dauw alles tot zo ver het zicht kon reiken. Op het dorpsplein waren enkele raven neergestreken. Ze scharrelden wat rond. Meer deden ze niet. Verder viel er geen enkel leven te bespeuren. Het gehele dorp was nog in een diepe slaap. Of toch niet? Nee, in één van de vele kleine straatjes die het dorp rijk was konden vier kleine schimmen worden waargenomen. Het waren de schimmen van kinderen. Ze leken opgewonden van vreugde en tegelijkertijd van een zekere angst. Ze deden hun best om onopgemerkt te blijven, maar vanwege hun enthousiasme kostte hen dat duidelijk moeite. Zij hadden namelijk iets in hun bezit gekregen wat hen het leven zou kunnen kosten. Het was van een absolute noodzaak, een zaak van leven of dood, dat ze niet zouden worden gesnapt. Zelfs niet door een ander kind. Ze mochten geen enkel risico lopen.

[ Bericht 2% gewijzigd door servus_universitas op 03-10-2008 15:15:54 ]
pi_62490337
De man met de puntenslijper

Omdat dit verhaal zich in Frankrijk afspeelt, zet ik de plaatsbepaling voor de tijd. Het was 7.31 uur op een morgen in april. De man met de puntenslijper zat op het balkon in het zonnetje naar de vogels te kijken. Hij dacht bij zichzelf: wat ik ben ik toch een vreemde kerel, dat ik hier zo'n beetje zit. Maar dat mocht-ie wel, dat de mensen hem een apart figuur vonden. Als je een eenzame man bent als hij, dan is alle aandacht welkom. U zult zich natuurlijk afvragen, wat doet die man daar toch? Moet hij niet werken? Het antwoord is nee. Ga een eind heen met uw werk! Die man zit daar rustig in het zonnetje naar de vogels te kijken en u valt hem lastig met werk. Schaamt u zich niet? Want bent u nu aan het doen, nu u dit verhaaltje aan het lezen bent? Nochtans niet aan het werk!

Goed, laten we verder gaan. U wilt natuurlijk weten wat er met die puntenslijper van doen is. Ach, daar bent u mooi ingetrapt, zo'n flauw spanningselement. Die man had helemaal geen puntenslijper, dat heb ik alleen opgeschreven opdat u verder zou lezen. Wat had u dan verwacht, een spectaculaire verandering in het plot? Er is helemaal geen plot, er was alleen een man die op het balkon in het zonnetje naar de vogels zat te kijken. Wat wilt u van die man, dat hij een mooi verhaal gaat vertellen? Goed dan, er moet toch een einde aan het verhaal komen. De man was in slaap gesukkeld en verloor zodoende zijn grip op de puntenslijper die van het balkon af viel. Hij werd wakker en zei: "Parbleu, mon taille-crayon!"
pi_62500619
quote:
Op zaterdag 18 oktober 2008 20:02 schreef Mainport het volgende:
Hij werd wakker en zei: "Parbleu, mon taille-crayon!"
Ja, die met de ballen in de bek.
pi_62501203
Een korte schets van een personage. Gelijkenissen met werkelijk bestaande personen enz. enz., gaan niet op omdat ik een modaal realist ben (dit is niet echt zo, maar ik vind het grappig om te zeggen).

Hat & beard

Hij slaagde erin je ongemakkelijk te doen voelen met zijn stem. Als hij sprak net nadat jij dat had gedaan, schaamde je je om het contrast. Je eigen stem leek zo ongeciviliseerd en onevenwichtig vergeleken met de gedempte en onuitstaanbaar redelijke klank van de zijne. Maar ik kreeg niet de indruk dat het affectie was. Dat wil zeggen; hij hoefde geen moeite te doen zo te klinken. Toch, zijn zorgvuldig bijgehouden baardje en schouderlange haar, de manier waarop hij zijn sigaret vasthield en de manier waarop hij zijn hoofd draaide, gezeten aan een tafeltje in een café, -en laat ik zijn encyclopedische kennis niet vergeten- dat al verdreef iedere twijfel over zijn doel om vergelijkingen met jonge intellectual dandies van weleer, Stephen Dedalus, Philip Corvage misschien, uit te lokken. In die hoedanigheid was hij de held en het zedelijk voorbeeld van de jongens van mijn leeftijd en de natte droom van meisjes van zijn leeftijd. Helaas was zijn act zo feilloos dat hij iedereen die op het punt stond te overwégen hem te bespotten, afschrok voordat hij het werkelijk overwoog.


Wat zeggen jullie ervan, is het te gecondenseerd, of kunnen jullie er wel iets van maken?

[ Bericht 0% gewijzigd door Wouter1989 op 19-10-2008 13:15:38 ]
pi_62501497
Hier nog een koppeling naar het nummer waarnaar het vernoemd is (Hat & beard dus, van Eric Dolphy): .
  dinsdag 21 oktober 2008 @ 23:05:51 #23
66261 0033
3.14159265456295141.3
pi_62569083
Het zal je maar gebeuren.

Het zal je maar gebeuren, vorig week zondag zat ik op m’n verwarmde terras naar de regen te kijken met een glas bubbels. Ik moest eigenlijk op bezoek bij m’n moeder maar de chauffeur was ziek. Zelf heb ik al jaren geen auto meer bestuurd en met al die dronken omaatjes in hun scootmobiels tegenwoordig durf ik het niet aan om achter het stuur te kruipen. Een advocaatje teveel en ze parkeren hun veredelde trapauto zo midden op de A2. Gelukkig kwam mijn Filippijnse wel naar werk en kon ze om het kwartier van koelkast naar terras en terug. Terwijl ik op de ene lijn een golfafspraak verzette en op een andere het arbeidsbureau belde voor een nieuwe chauffeur kreeg ik een onbekende beller op lijn drie. De bank. “We willen u als grootaandeelhouder informeren over de laatste ontwikkelingen.” Ik was alweer vergeten dat de accountants het overgrote deel van mijn portefeuille op eigen houtje hadden omgezet in aandelen ‘De Bank’. De bank had het accountantskantoor namelijk een lening verstrekt om uittebreiden en tegenwoordig verstrekt niemand meer leningen zonder daar voorwaarden tegenover te stellen. Toen ik het beheer van mijn aandelen nog zelf deed ging het wel aardig, van krantenjongen tot miljonair zullen we maar zeggen. Pas echt hard ging het pas toen ik het beheer uit handen gaf en de virtuele pegels binnen begonnen te stromen. Succes maakt blind misschien maarja. don’t fix what ain’t broken, never change a winning team. En tenslotte, wie loopt er niet liever met een exorbitant geprijsde titanium stok aan achter een wit balletje aan dan achter een scherm naar mysterieuze getalletjes te kijken.



Toen ik gestopt ben met het zelf beheren van de putopties, zerobonds en futures ben ik ook tegelijk gestopt met werken. Ik had het salaris toch niet meer nodig en zeg nou zelf wie loopt er niet liever met een exorbitant geprijsde titanium stok aan achter een wit… Afijn, vorige week dus. Nadat ik toch wat kil onder de buitenheater vandaan kwam, een beetje zwalkend, heb ik maar weer eens een krant opengeslagen. Het ging niet goed met ‘De Bank’, zo bleek. Ergens in Brussel kwamen die avond een aantal hoge piefen onder begeleiding van een pas afgestudeerde knul uit Vlaardingen samen om een reddingsplan te bedenken. Een reddingsplan dat in mijn geval te laat kwam.



Al de volgende morgen vroeg belde een mij onbekend makelaarskantoor met de mededeling dat mijn riante vrijstaande woning dezelfde dag nog de krappe woningmarkt zou gaan betreden, zonder mij. Wat ik daar vond heeft de dame aan de telefoon waarschijnlijk niet meer gehoord tenzij ze het gescheld vanuit haar kantoor in zuid kon horen nadat ze had opgehangen. Omdat de chauffeur nog steeds ziek was ben ik op eigen initiatief met een taxi naar het kantoor van ‘De Bank’ gegaan om eens ouderwets verhaal te halen. Helaas was het kantoor ouderwets gesloten en nam men zelfs geen telefoon meer aan. Weer thuis gekomen verbaasde ik me over de sleepwagen op mijn oprijlaan. Of ik het hek even kon openen. Natuurlijk wilde ik hek even openen maar ik kon me er niets van herinneren dat mijn auto terug moest naar de dealer. Ik kreeg zelfs geen vervangende wagen, nog geen Fiat panda. Een telefoontje met de destijds zo vriendelijke meneer autoverkoper leerde me dat de maandelijkse automatische betaling mislukt was. Veel erger werd alles toen de Filippijnse, een andere dan gisteren, met een voor haar ongewoon bleek gezicht de personeelskeuken uit kwam. De reserve en de gewone creditcard voor de dagelijkse boodschappen waren voor haar neus in tweeën geknipt. Ze kon er echt niets aan doen verzekerde ze me, of ik wel meteen wilde betalen voor vorige, deze en de komende week werk. Zonder boodschappen en zonder Filippijnse nam ik plaats aan mijn onder stof bedekte bureau. Ergens had ik nog de winststaten en prospecten van mijn nauwkeurig samengestelde beleggingsportefeuille maar waar. Ik belde met het accountantskantoor.

“Duizendmaal excuses meneer, maar ik vrees dat wij op dit moment niet veel voor u kunnen betekenen. Het is namelijk zo dat ik alleen verzocht ben om de telefoon aan te nemen, de accountants zijn er niet en alle computers zijn vanmorgen in beslag genomen. Misschien moet u morgen nog eens bellen.”
“Als ik morgen nog eens bel dan krijg ik jouw waarschijnlijk nog eens aan de telefoon…”
“Waarschijnlijk niet meneer.”



Reeds diezelfde middag kwam men om een groot bord in mijn voortuin te plaatsen. Alleen de mededeling dat het huis aan het einde van de week leeg moest zijn kan ik me nog herinneren van de rest van de dag. Omdat het huis toch leeg moest ben ik maar begonnen in de wijnkelder, wat als voordeel had dat ik tegen zevenen zo zat was dat ik vergat dat er eigenlijk voor me gekookt had moeten zijn. Tegen middennacht begon het al aardig op te schieten met het ontruimen van de kelder en toen ik de volgende dag wakker werd op de grond zag ik dat de flessen waarvan de inhoud niet in mij beland was grotendeels kapot op de vloer lagen. Zo’n feest heb ik in tijden niet gehad… en zo’n koppijn ook niet. Eenmaal weer boven verbaasde ik me heel kort dat het huis leeg was, geen Filippijnse, geen kok, geen schoonmakers, geen chauffeur. Lopend naar de bakker ontdekte ik dat ik ook geen geld in mijn portemonnee had. Alleen een vergeelde strippenkaart en wat waardeloze pasjes. Ik moest het halve dorp door voor ik bij een bushalte kwam.



Inmiddels een week later zit ik te verkleumen op een bankje in het vondelpark. Waar ik het ook geprobeerd heb in de afgelopen week, nergens wilde men mij nog kennen. Nog één bank heeft mij niet geroyeerd, ik heb nog steeds de rekening die mijn ouders ooit voor mij geopend hebben en ik lees in een weggegooide krant van gisteren dat ook die bank haar uitstaande tegoeden niet meer kan garanderen. Wat een geluk, bij deze bank sta ik in het rood.

...
pi_62571398
quote:
Op zondag 19 oktober 2008 13:06 schreef Wouter1989 het volgende:

Wat zeggen jullie ervan, is het te gecondenseerd, of kunnen jullie er wel iets van maken?
Mooie schets. Smaakt naar meer.
pi_62671876
Dank. Wellicht zal ik binnenkort nog wat opdienen.
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')